Spelinstructie MB

Download Report

Transcript Spelinstructie MB

Hemel en Aarde Nr. 3
Jaargang 14, Winter 2015
Uitbeeldoefening: Een geschenk ontvangen
Spelinstructie
1. Ga met de kinderen in een kring staan. Zorg ervoor dat iedereen voldoende
bewegingsruimte heeft.
2. Begin met een paar bewegingsoefeningen: schud armen en benen los, spring op
de plaats, draai rondjes met hoofd en schouders en zorg ten slotte dat je goed
met beide benen op de grond staat.
3. Leg uit dat de kinderen de voorbeelden uit het lesmateriaal gaan uitbeelden, net
zoals in een toneelstuk. Ze luisteren steeds en leven zich in.
4. Lees per voorbeeld de tekst rustig voor. Geef de kinderen de tijd om zich te
concentreren en zich in te leven. Zorg ervoor dat ze elkaar zo min mogelijk
afleiden.
5. Laat de kinderen allemaal tegelijk oefenen in het inleven en uitbeelden. Ga
vervolgens de kring rond en vraag een aantal kinderen om aan de groep te laten
zien hoe zij dit geschenk ontvangen. Bespreek de voorbeelden met behulp van
de vragen in de lesinstructie.
Tekst bij het uitbeelden.
De leerkracht leest de tekst bij de voorbeelden voor.
1
Je krijgt dat cadeau dat je zo graag voor je verjaardag wilt.
Denk aan iets dat je heel graag zou willen krijgen.
Iets dat je voor je verjaardag wilt vragen.
Zie je het voor je?
Stel je voor dat je het nu krijgt.
Wie geeft het aan je?
Stel je voor dat je het cadeau aanpakt.
Hoe doe je dat?
Hoe kijk je erbij?
Wat zeg je?
2
Je krijgt een bloembolletje om in jouw tuintje te laten groeien.
Denk aan je opa of oma of een andere volwassene die je goed kent.
Je helpt opa bij het werk in de tuin.
In gedachten zie je hoe jullie dat doen.
Misschien voel je de zon wel schijnen en zie je de kleuren van de tuin wel voor je.
Opa zegt: ‘Houd je handen eens open.’
Hoe doe je dat?
© Kwintessens 2014-2015
Spelinstructie
1/2
Hemel en Aarde Nr. 3
Jaargang 14, Winter 2015
Dan legt hij een bloembolletje in je handen.
‘Dat is voor in jouw eigen tuin,’ zegt opa erbij.
Wat doe je?
Hoe kijk je erbij?
Wat zeg je?
3
Je krijgt een souvenir dat je beste vriend van zijn vakantie voor jou heeft
meegebracht.
Denk aan de zomervakantie.
Je beste vriend is lang op vakantie geweest, naar een ver land.
Jullie hebben elkaar gemist, maar nu is hij weer terug.
En hij heeft iets voor je meegebracht! Een souvenir uit het vakantieland.
Hij verrast je met een klein cadeau.
Wat zou het zijn?
Stel je voor dat je het souvenir aanpakt.
Hoe doe je dat?
Hoe kijk je erbij?
Wat zeg je?
4
Je krijgt een bijzonder compliment.
Stel je in gedachten voor:
De school doet mee aan een actie om geld in te zamelen voor een goed doel.
Alle kinderen hebben lege flessen opgehaald en mee naar school gebracht.
Jij hebt de meeste van allemaal!
Op het schoolplein vertelt het hoofd van de school hoe goed iedereen geholpen
heeft.
Dan noemt hij jouw naam, speciaal om jou te bedanken.
Iedereen klapt in zijn handen.
Hoe voel jij je?
Wat doe je?
Hoe kijk je?
Zeg je ook iets?
© Kwintessens 2014-2015
Spelinstructie
2/2