Prof. W .J. B ladergroenschool

Download Report

Transcript Prof. W .J. B ladergroenschool

RENN4 schoolgids
Prof. W.J.
Bladergroenschool
2014 - 2015
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
2/48
Inhoud
Voorwoord
6
1
Inleiding
7
1.1
Wat is RENN4 ............................................................................................................ 7
1.2
Hoe RENN4 is opgebouwd ......................................................................................... 7
1.3
Cluster 4 ................................................................................................................... 8
1.4
Scholen en afdelingen van RENN4 ............................................................................. 8
1.5
Medezeggenschapsraden ........................................................................................... 8
1.6
Visie op goed onderwijs ............................................................................................. 9
1.7
Meer weten? .............................................................................................................. 9
2
De Bladergroenschool
10
Ketenpartners ........................................................................................................................ 10
3
Onderwijslocaties en aansturing
11
4
Missie en uitgangspunten
12
4.1
Missie....................................................................................................................... 12
4.2
Uitgangspunten........................................................................................................ 12
5
Passend onderwijs
13
5.1
Samenwerkingsverbanden ....................................................................................... 13
5.2
Toelaatbaarheidsverklaring ...................................................................................... 14
5.3
Leerlingen die al in het spec iaal onderwijs zitten ...................................................... 15
5.4
Schoolondersteuningsprofiel .................................................................................... 15
6
De organisatie van de school
16
6.1
Schoolorganisatie ..................................................................................................... 16
6.2
De samenstelling van het team ................................................................................ 16
6.3
Commissie voor de Begeleiding ................................................................................ 17
6.4
Plaatsing MKD/Mozaïek ............................................................................................ 17
6.5
De opvang van nieuwe leerlingen ............................................................................ 17
6.6
Leerroutes en uitstroomprofielen ............................................................................. 18
7
Doelen van het onderwijs
19
7.1
Wat en hoe .............................................................................................................. 19
7.2
Onderwijsaanbod ..................................................................................................... 19
7.2.1
Specifieke activiteiten in de onderbouw
19
7.2.2
Nederlandse taal
19
7.2.3
Rekenen/wiskunde
20
7.2.4. Oriëntatie op mens en maatschappij, natuur en techniek
20
7.2.5
Godsdienstonderwijs en/of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs
20
7.2.6. Kunstzinnige oriëntatie
20
7.2.7
Bewegingsonderwijs en spel
20
7.2.8
Methoden
20
7.2.9
Actief Burgerschap en Sociale Integratie
21
7.2.10 Excursies, schoolreizen en schoolkamp
21
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
3/48
8
Resultaten van het onderwijs
23
8.1
Ontwikkelingsperspectief (OPP) ............................................................................... 23
8.2
Het volgen van de ontwikkeling van de leerling........................................................ 23
8.3
Naar een andere school ........................................................................................... 23
8.3.1
Naar het voortgezet (spec iaal) onderwijs
23
8.3.2
Tussentijds schakelen
24
8.3.3
Onderwijskundig Rapport (OKR)
24
8.3.4
Doubleren
24
8.4
Cijfers over de doorstroming van leerlingen ............................................................. 24
8.5
Schoolontwikkeling................................................................................................... 25
8.5.1
Het afgelopen jaar 2013 - 2014
25
8.5.2
Het huidige jaar 2014 - 2015
26
8.6
Onderwijsinspectie ................................................................................................... 27
9
Ouders
28
9.1
Samenwerken m et ouders........................................................................................ 28
9.2
Het belang van de betrokkenheid ............................................................................. 28
9.3
Informatievoorziening .............................................................................................. 29
9.3.1
Schoolgids
29
9.3.2
Nieuwsbrief
29
9.3.3
Websites
29
9.3.4
Oudercontacten en ouderparticipatie
29
9.5
Medezeggenschapsraad ........................................................................................... 30
10
Geldzaken
31
10.1
Verzekering.............................................................................................................. 31
10.2
Vrijwillige Ouderbijdrage .......................................................................................... 31
11
Regelzaken en verplichtingen
32
11.1
Schorsing ................................................................................................................. 32
11.2
Verwijdering ............................................................................................................ 32
11.3
Lesuitval .................................................................................................................. 33
11.4
Leerplicht en verlofregeling ...................................................................................... 33
11.4.1 Leerplicht
33
11.4.2 Verlof
33
11.4.3 Afwezigheid
34
11.4.4 Ongeoorloofd schoolverzuim
34
11.4.5 Slechtweerprotocol
34
11.4.6 Ontheffingen
34
11.5
Dossiers ................................................................................................................... 35
11.6
Klachtenregeling ...................................................................................................... 35
11.7
Veiligheid ................................................................................................................. 37
11.7.1 Agressieprotocol/Pestprotocol
37
11.7.2 Voorkomen van racisme en discriminatie, seksuele intimidatie en misbruik
40
11.7.3. Gebruik van informatie- en communicatietechnologie
40
11.8
Meenemen van spullen naar school.......................................................................... 41
11.9
Traktaties................................................................................................................. 41
11.10
Reizen van en naar school ....................................................................................... 41
11.11
Onderwijsnummer.................................................................................................... 42
11.12 Sponsoring ............................................................................................................... 42
12
Schooltijden en vakanties
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
43
4/48
12.1
12.2
12.3
12.4
Schooltijden De Bladergroenschool .......................................................................... 43
Schooltijden MKD-groepen ....................................................................................... 43
Pauzes en overblijven .............................................................................................. 43
Vakanties ................................................................................................................. 44
13
Contact
45
Ketenpartners ........................................................................................................................ 45
14
Overzicht namen en functies medewerkers
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
46
5/48
Voorwoord
Voor u ligt de schoolgids van De Bladergroenschool voor het schooljaar 2014-2015. De schoolgids
is bedoeld voor ouders van leerlingen die al op onze school zitten of hier binnenkort naartoe
zullen gaan.1
Deze schoolgids is, in samenwerking met de medezeggenschapsraad en onder
verantwoordelijkheid van het bestuur, samengesteld door medewerkers van de school. In de gids
staat allerlei nuttige informatie; naast praktische informatie zoals schooltijden, vakanties, vrije
dagen, etcetera kunt u ook lezen over de inhoud van het onderwijs, over wat we vorig schooljaar
hebben bereikt en de wijze waarop het team inhoud geeft aan het onderwijs.
De leerlingen die De Bladergroenschool bezoeken, krijgen allemaal extra ondersteuning en
begeleiding. De leerlingen verkeren in bijzondere omstandigheden en het is de primaire taak van
de school om daar rekening mee te houden. De mogelijkheden en onmogelijkheden van elke
leerling worden zorgvuldig in kaart gebracht, zodat we verantwoorde keuzes kunnen maken in
ons aanbod en onze aanpak.
Speciaal onderwijs is waar mogelijk schakelonderwijs. Dit betekent dat leerlingen geschakeld
kunnen worden naar een andere vorm van onderwijs. Dit kan terug naar het reguliere onderwijs
zijn of naar een andere vorm van voortgezet speciaal onderwijs. Voor leerlingen die niet
schakelbaar zijn, kan toeleiding naar arbeid aan de orde zijn.
Deze schoolgids geeft u een beeld van wat u van De Bladergroenschool mag verwachten.
Namens het team,
Harry de Ruiter
Directeur SO Groningen a.i.
1
Wanneer gesproken wordt over ouders worden hiermee de ouder(s), verzorger(s) of opvoeder(s) bedoeld.
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
6/48
1
Inleiding
De Bladergroenschool valt onder het bestuur van RENN4. In deze inleiding leggen we uit wat
RENN4 is, wat zij doet en hoe de organisatie is opgebouwd.
1.1
Wat is RENN4
RENN4 is een schoolbestuur voor scholen in het (voortgezet) speciaal onderwijs in Noord
Nederland. RENN4 biedt onderwijs aan leerlingen met beperkingen in gedrag en/of psychiatrische
problematiek. Daarnaast ondersteunt RENN4 (voorheen RENN4-SENSOR) leerlingen in het
regulier onderwijs door middel van Ambulante Begeleiding (ambulant begeleiders,
leerkrachtondersteuners en onderwijsassistenten) bij scholen die niet onder het bevoegd gezag
van RENN4 vallen.
In het schooljaar 2014-2015 vallen in totaal tien scholen onder het bevoegd gezag van RENN4.
De scholen van RENN4 hebben in totaal meer dan dertig locaties die verspreid liggen over de
provincies Groningen, Friesland en Drenthe.
1.2
Hoe RENN4 is opgebouwd
De opbouw van de organisatie is in de figuur hieronder weergegeven. RENN4 als geheel staat
onder leiding van het College van Bestuur. De dagelijkse leiding van de scholen en de ambulante
medewerkers ligt in handen van de directeuren. Zij worden daarbij ondersteund door hun
teamleiders. RENN4 heeft een College van Bestuur met een Raad van Toezicht. De Raad van
Toezicht houdt toezicht op het bestuur.
Raad van Toezicht
GMR
College van Bestuur
Bedrijfsbureau
Bestuurssecretaris
Ambulante
Begeleiding
Controller
RENN4-scholen
Friesland
RENN4-scholen
Groningen
RENN4-scholen
Drenthe
Tabel 1.1: organogram per 1 augustus 2014
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
7/48
1.3
Cluster 4
De scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs zijn ingedeeld in clusters. Cluster 4 is bedoeld
voor leerlingen met gedragsproblemen en/of psychiatrische problematiek. Voorheen waren dit de
scholen voor zeer moeilijke opvoedbare kinderen (ZMOK), de pedologische instituten (PI) en de
scholen voor langdurig zieke kinderen (LZK). Deze benamingen worden soms nog gebruikt,
hoewel we nu eigenlijk moeten spreken van cluster 4. Daarnaast bestaan er nog andere clusters:
 cluster 1: voor kinderen met een visuele handicap;
 cluster 2: voor kinderen met een communicatieve handicap (gehoor-, taal- en/of
spraakproblemen);
 cluster 3: voor kinderen met een lichamelijke en/of verstandelijke handicap.
Op 1 augustus 2014 is er nieuwe wetgeving ingevoerd onder de naam Passend Onderwijs;
verderop in deze schoolgids vindt u hierover meer informatie. De wetswijzigingen Passend
Onderwijs zullen op termijn tot gevolg hebben dat het verschil tussen cluster 3 en cluster 4
verdwijnt.
1.4
Scholen en afdelingen van RENN4
RENN4 heeft scholen voor speciaal onderwijs (SO) voor leerlingen van 4 tot 12 jaar, scholen voor
voortgezet speciaal onderwijs (VSO) voor leerlingen van 13 tot 20 jaar en een school v oor
speciaal basisonderwijs (SBO) voor leerlingen van 4 tot 12 jaar.
In onderstaande tabel worden de tot de RENN4 behorende scholen en hoofdlocaties per
provincie genoemd.
Scholen
De Witakker
De Caleidoscoop
VSO De Monoliet
De Zwaai
Diamant College
Prof. Bladergroenschool
SBO De Delta
De Atlas
De Aventurijn
Locaties
Rijs, Sneek, Bolsward
Leeuwarden, Dokkum
Leeuwarden
Drachten
Groningen
Groningen, Haren, Winschoten,
Appingedam
Appingedam
Assen, Emmen, Hoogeveen
Smilde, Hoogeveen
Afdeling
SO en VSO
SO
VSO
SO en VSO
VSO
Provincie
Friesland
Friesland
Friesland
Friesland
Groningen
SO
Groningen
SBO
VSO
SO en VSO
Groningen
Drenthe
Drenthe
Tabel 1.2: overzicht scholen RENN4 per 1 september 2014
1.5
Medezeggenschapsraden
Elke school of afdeling heeft een medezeggenschapsraad (MR) die de gesprekspartner is voor de
directeur van de school. Voor de ambulante medewerkers is een deelraad ingericht. RENN4 heeft
tevens een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) die is samengesteld uit
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
8/48
afgevaardigden van de afzonderlijke medezeggenschapsraden en de deelraad. De GMR is de
gesprekspartner voor het College van Bestuur.
1.6
Visie op goed onderwijs
Bij onze visie op goed onderwijs is ons uitgangspunt dat elk kind recht op onderwijs heeft en zich
wil ontwikkelen/wil leren. RENN4 wil haar leerlingen gepaste onderwijsondersteuning bieden. We
willen onze leerlingen helpen bij het realiseren van hun toekomstperspectief. We willen zorgen
voor een optimale plaats in de samenleving. Hoe we dit willen bereiken, kunt u lezen in onze
folder ‘goed onderwijs, goede zorg’. Elke RENN4-school werkt vanuit deze visie. De folder kunt u
op school opvragen of downloaden van de website.
1.7
Meer weten?
Mocht u meer willen weten over RENN4 dan kunt u terecht bij uw school of op de website
www.renn4.nl.
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
9/48
2
De Bladergroenschool
Naam van de school
De naam van de school is ontleend aan Prof. W.J. Bladergroen.
Wilhelmina Johanna Bladergroen
1908-1983
Zij werd geboren op 12 juli 1908 in Amsterdam. Vanaf 1930 was zij
gymnastieklerares op enkele gemeentelijke scholen in Amsterdam. Via
haar werk zag zij de problematiek van de jeugd en daarom besloot zij
psychologie te gaan studeren aan de Universiteit van Amsterdam. Net
voor de universiteit gesloten werd in 1940 studeerde zij af.
Als zelfstandig kinderpsychologisch-pedagogisch adviseur begon zij in 1941 een schoolklas bij
haar thuis voor kinderen met leermoeilijkheden.
In 1943 was de belangstelling zo groot dat een apart gebouw werd gehuurd bestemd voor
kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden, het werd de eerste LOM-school met daarbij een
internaat. Voor het einde van de oorlog zat Wilhelmina Bladergroen enige tijd gev angen in kamp
Vught, omdat zij Joodse kinderen op het internaat verborgen had gehouden.
In augustus werd de stichting Psychologisch-Pedagogisch Instituut ‘Amsterdam’ opgericht en de
school en het internaat werden in de stichting ondergebracht. De combinatie van kennis van
theorie en praktijk maakten Bladergroen tot een vraagbaak voor velen.
De Rijksuniversiteit Groningen benoemde haar in 1949 tot lector in de kinderpsychologie.
De geplande oprichting van een universitair Pedologisch Instituut ging niet door en daarom
opende Bladergroen zelf in 1956 in Eelde de tweede LOM-school. Deze school is uitgegroeid tot
de huidige Prof. W.J. Bladergroenschool.
Ketenpartners
RENN4 werkt nauw samen met ketenpartners zoals Elker en Accare.
Voor de Bladergroenschool betekent dit in de praktijk dat er een samenwerkingsovereenkomst is
voor kinderen die via Elker geplaatst zijn op het Medisch Kleuter Dagverblijf (MKD) in Haren.
De leerplichtige kleuters ontvangen daar onderwijs van een Bladergroenleerkracht.
Dit is ook het geval bij de samenwerking met Accare, Kliniek voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie.
Kinderen die opgenomen zijn bij “De Klipper” en in staat zijn onderwijs te volgen, krijgen in
principe op de Mozaïek onderwijs van leerkrachten van de Bladergroenschool.
Ook met andere instanties, betrokken rondom onze leerlingen, worden in overeenstemming met
ouders goede contacten onderhouden. Lentis Jonx, Bureau Jeugdzorg, Stichting MEE, NOVO,
Leger des Heils, AMK, GGD en de jeugdagent van de gemeente Groningen.
Ook vindt er in voorkomende gevallen overleg plaats met Stichting Molendrift en Interpsy.
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
10/48
3
Onderwijslocaties en aansturing
Groningen (hoofdlocatie)
16 groepen
Bezoekadres:
Postadres:
e-mailadres:
Donderslaan 157
9728 KX Groningen
t. 050-3098844
Postbus 8098
9702 KB Groningen
[email protected]
De hoofdlocatie is verdeeld in drie teams die elk worden aangestuurd door een teamleider.
Voor de onderbouw is dit Marola Grol, voor de middenbouw Annemarie Roebroek en voor de
bovenbouw Helen Goudemond.
Kinderen die voor dagbehandeling naar Accare gaan, krijgen les op de locatie Mozaïek van de
Bladergroenschool in Groningen.
Mozaïek telt twee groepen en is gevestigd op het UMCG-terrein (gebouw 27).
Bezoekadres:
Hanzeplein 1
9713 GZ Groningen
t. 050-3188693
Teamleider van de locatie Mozaïek is Jikke Barwegen.
Appingedam
4 groepen
Adres:
Pastorielaan 2A
9901 CE Appingedam
t.: 0596-629000
De locatie Appingedam wordt aangestuurd door teamleider Annemarie Roebroek.
Winschoten
5 groepen
Adres:
Grintweg 70-A
9675 HL Winschoten
t. 0597-421311
Haren (MKD)
2 groepen; jonge kinderen
Adres:
Cantersveen 4
9753 KK Haren
t. 050-5239900
De locaties Winschoten en Haren worden aangestuurd door teamleider Jikke Barwegen.
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
11/48
4
Missie en uitgangspunten
4.1
Missie
Zoals eerder in deze gids genoemd, streven wij naar goed onderwijs en goede zorg voor ieder
kind. Ieder kind heeft recht op onderwijs en ieder kind kan zich ontwikkelen en wil leren. Daarom
willen de scholen van RENN4 de leerlingen gepaste onderwijsondersteuning bieden, gericht op
het realiseren van een toekomstperspectief en daarmee op een optimale plaats in de
samenleving.
4.2
Uitgangspunten
De volgende uitgangspunten staan centraal, de volgorde is willekeurig:











werken aan de ontwikkeling van competenties, sociale vermogens, autonomie en
motivatie van kinderen;
de wisselwerking benadrukken tussen wetenschapsbeoefening, onderwijs en
ondersteuning;
werken richting schakelen zodra een overdraagbare aanpak is gevonden;
samenwerking tussen ouders, kinderen, leerkrachten, begeleidingsstaf en
hulpverleningsinstellingen;
vraaggericht werken volgens het model van de consultatieve leerlingbegeleiding en
verrichten van handelingsgerichte diagnostiek wanneer zich tijdens de schoolloopbaan
van de leerling vragen voordoen;
op de fundamentele behoefte aan veiligheid en duidelijkheid wordt ingespeeld door
voorspelbaar gedrag van de leerkracht en het vastleggen en hanteren van regels en
afspraken;
werken aan Ontwikkelingsperspectieven;
het aanbieden van onderwijs en ondersteuning in overeenstemming met het
Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP);
het stimuleren van de ontwikkelingspotenties van kinderen en het wegwerken van
onderwijsbelemmeringen;
leren door reproductie en constructie volgens het model van de directe instructie, met de
stappen: terugblik, oriëntatie, uitleg, begeleide inoefening, zelfstandige verwerking,
evaluatie, terug- en vooruitblik en feedback;
elk kind is onderdeel van een groep en in de groep wordt samenwerken gestimuleerd.
Iedereen die bij het kind betrokken is, levert een bijdrage aan het opvoedingsproces. Onderwijs
is een specifiek onderdeel van de opvoeding, dat zich in nauwe samenwerking met de
gezinssituatie afspeelt. Samenwerking met de ouders achten we dan ook van groot belang.
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
12/48
5
Passend onderwijs
Op 1 augustus 2014 worden de wetswijzigingen Passend Onderwijs ingevoerd. Hieronder wordt
kort ingegaan op de belangrijkste wijzigingen. Voor uitgebreide informatie kunt u contact
opnemen met de school. U kunt ook uitgebreide informatie vinden op de websit e over Passend
Onderwijs: www.passendonderwijs.nl.
5.1
Samenwerkingsverbanden
Alle scholen van RENN4 maken deel uit van een samenwerkingsverband Passend Onderwijs. In
welk samenwerkingsverband de school zit, is vastgesteld door de minister van Onderwijs. De
Bladergroenschool maakt deel uit van het samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO 2 0.01.
In een samenwerkingsverband moeten de verschillende schoolbesturen een aantal zaken met
elkaar afspreken en regelen. U kunt daarbij denken aan de inzet van deskundigen, de manier
waarop een toelaatbaarheidsverklaring moet worden aangevraagd en hoe de beschikbare
middelen worden verdeeld. Meer informatie over dit samenwerkingsverband vindt u op
http://swv.passendonderwijs.nl/PO2001/.
Ieder schoolbestuur heeft ook zorgplicht. Dit betekent dat de school waar u uw kind aanmeldt,
moet zorgen voor een passende plaats. Als het schoolbestuur dat passend aanbod niet zelf kan
organiseren, zullen ze u begeleiden naar een school die wel voor een passende plaats kan
zorgen.
Vanuit het samenwerkingsverband
Passend Onderwijs
Op 1 augustus 2014 is de wet Passend Onderwijs van kracht. Kernpunten uit deze nieuwe wet
zijn dat:
 reguliere en speciale scholen op het gebied van ondersteuning aan leerlingen
samenwerken;
 scholen zorgplicht hebben (de school waar de leerling schriftelijk is aangemeld , dient te
zorgen voor een passende plek indien er sprake is van zeer specifieke
onderwijsbehoeften van een kind);
 scholen en gemeenten/jeugdhulpverlening werken samen aan de integrale ondersteuning
aan leerlingen vanuit onderwijs en zorg;
 er minder regelgeving vanuit Den Haag komt, maar dat er meer in de eigen regio kunnen
regelen.
Samenwerkingsverband en subregio
De school van uw kind maakt deel uit van het schoolbestuur RENN4. Alle schoolbesturen van de
provincie Groningen plus gemeente Noordenveld zijn verenigd in het Samenwerkingsverband
(SWV) PO 20.01. Dit samenwerkingsverband is opgedeeld in vier subregio’s. De besturen in
iedere subregio werken nauw samen met de andere schoolbesturen uit de regio om optimale
ondersteuning aan ieder kind te kunnen bieden en expertise met elkaar te delen.
Onderwijs, passend bij iedere leerling
Alle scholen binnen het SWV PO 20.01 hebben met elkaar vastgesteld welke ondersteuning er
tenminste op alle locaties geleverd wordt, de zogenaamde basisondersteuning. Daarnaast
hebben alle scholen vastgesteld welke extra ondersteuning zij kunnen bieden aan leerlingen. De
basis- en schoolspecifieke ondersteuning hebben scholen beschreven in hun
schoolondersteuningsprofiel (zie hoofdstuk 5.4 in deze schoolgids).
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
13/48
Is de school handelingsverlegen, met andere woorden kan de school niet voldoen aan de
ondersteuningsbehoefte van uw kind, dan wordt er allereerst binnen het bestuur of in de
subregio gezocht naar een externe deskundige die samen met de school andere mogelijkheden
voor ondersteuning in kaart brengt. Nader onderzoek kan ook één van de adviezen zijn. In dit
traject wordt er te allen tijde nauw samengewerkt met de ouders. Mochten extra interventies
onvoldoende resultaat opleveren waardoor de leerling op die school niet langer begeleid kan
worden, dan dient de school een andere, beter passende plek te zoeken. Dat kan ook het
speciaal onderwijs zijn.
Speciaal (basis)onderwijs
Voor een plaatsing in het speciaal onderwijs (*) moet de school, samen met u als ouders, een
toelaatbaarheidsverklaring aanvragen bij de Commissie van Advies van het
samenwerkingsverband. Meer informatie over het aanvragen van een toelaatbaarheidsverklaring
vindt u op de website van het samenwerkingsverband.
Meer informatie voor ouders
Voor u als ouders geldt dat de scholen de belangrijkste informatiebron zijn als het gaat om
Passend Onderwijs en extra ondersteuning aan uw kind. De school heeft dagelijks contact met de
leerling en vervult daarmee in de ogen van het samenwerkingsverband een belangrijke rol in de
adequate informatievoorziening aan ouders.
Het samenwerkingsverband 20.01 heeft een eigen website:
http://www.passendonderwijsgroningen.nl/SWV-PO20-01/
Op deze website vinden ouders een apart tabblad met meer informatie over het
ondersteuningsplan en de ondersteuningsprofielen van de verschillende scholen.
Op www.passendonderwijs.nl (website van ministerie OCW) en op
www.passendonderwijsenouders.nl kunnen ouders meer informatie vinden over de
samenwerkingsverbanden en over Passend Onderwijs.
Daarnaast is er het Steunpunt Passend Onderwijs, onderdeel van informatiepunt 5010. Hier
kunnen ouders terecht met alle vragen over extra ondersteuning binnen het onderwijs. Het
Steunpunt Passend Onderwijs is telefonisch bereikbaar via 5010: (0800) 5010 (vaste telefoon,
gratis) of (0900) 5010 123 (€ 0,45 per gesprek + kosten mobiele telefoon), of via internet:
www.5010.nl.
Tot slot heeft iedere school een eigen intern begeleider (ib’er). Deze onderwijsmedewerker is in
staat verdere vragen van u te beantwoorden over de uitvoering van Passend Onderwijs op de
school.
5.2
Toelaatbaarheidsverklaring
Zonder toelaatbaarheidsverklaring mogen de scholen voor speciaal (basis) onderwijs en
voortgezet speciaal onderwijs uw kind niet inschrijven. Een toelaatbaarheidsverklaring vraagt de
school waar uw kind nu op zit aan bij de Commissie van Advies2. Deze commissie beoordeelt de
aanvraag en geeft een advies aan het bestuur van het samenwerkingsverband. Als het bestuur
het advies van de commissie overneemt, krijgt u een toelaatbaarheidsverklaring waarmee uw
kind ingeschreven kan worden.
Een toelaatbaarheidsverklaring kent een bepaalde geldigheidsduur; de Commissie van Advies
2
In sommige samenwerkingsverbanden wordt deze commissie de Commissie van Toewijzing
genoemd.
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
14/48
doet op basis van het dossier een uitspraak over de termijn. Als de termijn aflo opt en uw kind
kan nog niet terug naar het regulier onderwijs dan moet opnieuw een toelaatbaarheidsverklaring
worden aangevraagd.
Voor leerlingen die zijn geplaatst in een zogenaamde residentiële setting, bijvoorbeeld in een
kliniek voor jeugdpsychiatrie, is geen toelaatbaarheidsverklaring nodig.
5.3
Leerlingen die al in het speciaal onderwijs zitten
Leerlingen die nu al in het voortgezet speciaal onderwijs zitten, en in het bezit zijn van een
geldige cluster4-beschikking, mogen nog maximaal twee jaar op de school blijven. Als na die
twee jaar blijkt dat ze langer zijn aangewezen op speciale ondersteuning moet, net als voor
nieuwe leerlingen, een toelaatbaarheidsverklaring worden aangevraagd.
5.4
Schoolondersteuningsprofiel
In het regionaal ondersteuningsplan legt elk samenwerkingsverband vast hoe het passend
onderwijs voor elk kind wil realiseren. Dit ondersteuningsplan wordt ten minste één keer per vier
jaar opgesteld en kan tussentijds worden gewijzigd.
In het ondersteuningsplan zijn de schoolondersteuningsprofielen van de deelnemende scholen
opgenomen. Ook staat er in het ondersteuningsplan welk niveau van basisondersteuning de
scholen in het samenwerkingsverband ten minste moeten bieden. U kunt het ondersteuningsplan
van het samenwerkingsverband waar uw school onder valt, vinden op de volgende website:
http://swv.passendonderwijs.nl/ Op deze site is ook meer informatie te vinden over de
samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs.
Wat de school kan bieden, staat uitgebreider beschreven in het schoolondersteuningsprofiel. In
dit profiel vindt u onder andere informatie over de basisondersteuning en de extra vormen van
ondersteuning die onze school kan bieden. Omdat het schoolondersteuningsprofiel een nogal
uitgebreid document is, hebben we het niet volledig opgenomen in deze schoolgids. U kunt het
profiel inkijken op onze website. Op de startpagina (www.renn4.nl) gaat u naar de
keuzemogelijkheid Scholen en vervolgens kunt u het schoolondersteuningsprofiel van de school
van uw keuze aanklikken.
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
15/48
6
De organisatie van de school
6.1
Schoolorganisatie
De teamleiders van de Bladergroenschool sturen elk een deel van het team aan.
De school is in Groningen onderverdeeld in een drietal bouwen van samenwerkende groepen.
In de onderbouw zijn de jongste leerlingen geplaatst en dan naar leeftijd in de midden - en
bovenbouw.
Iedere bouw/locatie bespreekt gezamenlijk specifieke bouwzaken zoals: de methodes, feesten,
projecten, pleinregels. De bouw/locatie wordt aangestuurd door een teamleider.
Groepering
Bij het indelen van de groepen spelen de volgende aspecten een rol:




het ontwikkelingsniveau van het kind op cognitief gebied, met name het taalniveau.
de kalenderleeftijd.
het sociaal-emotioneel ontwikkelingsniveau.
het perspectief en daaraan gekoppeld het onderwijszorgprofiel.
Daarnaast worden in de overweging betrokken:



de persoon van de leerkracht (man/vrouw).
de combinatie van verschillende leerlingen (bijvoorbeeld: jongens/meisjes).
maximaal aantal leerlingen per groep.
Als kinderen langere tijd bijeen zijn, spreken we van een groep. Het is de taak van de leerkracht
om in alle situaties de groepskenmerken positief te beïnvloeden opdat in de groep een veilig en
ordelijk klimaat ontstaat.
De leerkrachten nemen duidelijk stelling als ze merken dat leerlingen pesten of gepest worden.
6.2
De samenstelling van het team
Het dagelijkse onderwijs wordt verzorgd door de leerkrachten. Ze werken met elkaar samen en
worden voor een deel van de tijd geassisteerd door onderwijsassistenten en/of
leerkrachtondersteuners. In de groepen met de jongste leerlingen worden er meer uren
onderwijsassistentie ingezet dan in de groepen met de oudere leerlingen;
leerkrachtondersteuners daarentegen worden meer ingezet in de groepen met oudere leerlingen.
De leerkrachten worden ondersteund door een team van intern begeleiders, gedragsdeskundigen
en andere disciplines; we noemen dat de Commissie voor de Begeleiding. Om de organisatie
verder zo soepel mogelijk te laten verlopen, beschikt de school nog over enkele medewerkers op
facilitair en administratief gebied.
De school beschikt over een aantal oproepbare invalleerkrachten, onderwijsassistenten en
leerkrachtondersteuners maar soms lukt het vinden van invallers niet. Als er geen vervangende
leerkracht is, worden de leerlingen over de andere groepen verdeeld. In uitzonderlijke gevallen
wordt met de ouders overlegd of het verstandiger is om de leerling thuis te houden.
Iedere groep heeft een klassenmap waarin klassenregels, roosters, medicijngebruik en korte
aanwijzingen per kind staan. Voor de invalleerkracht is dit belangrijke informatie; hij/zij kan op
deze manier zoveel mogelijk dezelfde structuur bieden als de groepsleerkracht.
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
16/48
6.3
Commissie voor de Begeleiding
De Commissie voor de Begeleiding (CvB), bestaande uit gedragsdeskundigen, intern begeleiders,
schoolmaatschappelijk werkende, schoolarts en de teamleiders van de school, doet voorstellen
voor het Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP), adviseert over het schakelen van de leerling en
stelt het Ontwikkelingsperspectiefplan vast.
Gedragsdeskundigen, intern begeleiders, logopedist, schoolmaatschappelijk werk, leerkrachten
en ouders werken samen bij de opstelling en uitvoering van het Ontwikkelingsperspectiefplan. Zo
nodig wordt een multidisciplinair overleg gevormd om specifieke ondersteuningsvragen in kaart
te brengen en de activiteiten voor de realisering richting het doel te bepalen en uit te voeren.
6.4
Plaatsing MKD/Mozaïek
De plaatsing in het MKD-onderwijs en Mozaïek heeft te maken met een opname of behandeling
bij Elker of Accare. Voor de leerlingen die op deze afdeling onderwijs volgen, is geen
toelaatbaarheidsverklaring nodig. Het betreft hier de zogenaamde residentiële leerlingen.
6.5
De opvang van nieuwe leerlingen
Nadat de Commissie van Advies (CvA) positief heeft geadviseerd over de aanvraag van een
toelaatbaarheidsverklaring en het bestuur van het samenwerkingsverband de verklaring heeft
afgegeven, wordt het dossier naar onze school gestuurd. Daarna wordt u gebeld voor een
intakegesprek. Onderdeel van de procedure is dat de gedragsdeskundige een afspraak maakt
met de leerling en ouders.
Na het gesprek met de gedragsdeskundige en/of intern begeleider op school, maakt de
gedragsdeskundige het eerste Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP).
In het OPP staan naast de algemene gegevens van de leerlingen:
 De onderwijsrelevante beginsituatie (interne en externe onderzoeksgegevens, centrale
hulpvraag, sociaal emotionele ontwikkeling, speel-/werkhouding en taakaanpak,
leerontwikkeling)
 Het onderwijsaanbod:
o
uitstroomprofiel
o
uitstroombestemming
o
de beoogde uitstroomdatum
o
de leerroute
o
het onderwijstraject
o
het vakkenpakket
 Het integratief beeld van de leerling waarin de keuze van de uitstroombestemming en
leerroute is onderbouwd.
Het OPP wordt met u besproken. Als u akkoord gaat met de inhoud van het OPP (u hebt
instemmingsrecht op het doelendeel van het OPP), wordt u gevraagd het document te
ondertekenen. Leerlingen die daarvoor de leeftijd hebben (ouder dan 16 jaar) worden actief
betrokken bij de inhoud van het OPP en mogen daar ook zelf voor tekenen.
Nieuwe leerlingen krijgen de gelegenheid om van tevoren een kijkje te nemen op school en
kennis te maken met de leerkracht.
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
17/48
6.6
Leerroutes en uitstroomprofielen
De leerlingen worden ingedeeld op basis van leeftijd, niveau en leerroute.
Binnen RENN4 kennen we drie leerroutes. Deze staan in onderstaande tabel weergegeven.
Leerroute
Leerroute 1
Niveau
de leerling heeft weinig tot geen beperkingen bij het leren
Leerroute 2
voor leerlingen met enige onderwijsachterstand en beperking bij
het leren
Leerroute 3
voor leerlingen met grote onderwijsachterstanden
De leerroutes zijn gekoppeld aan drie uitstroomprofielen (zie onderstaande tabel).
Leerroute
Leerroute 1
Uitstroomprofiel
regulier onderwijs, basisonderwijs, voortgezet onderwijs van vmbo
tot vwo
Leerroute 2
speciaal basisonderwijs, vmbo met leerwegondersteuning
Leerroute 3
cluster 3, praktijkonderwijs
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
18/48
7
Doelen van het onderwijs
7.1
Wat en hoe
De leerlingen stromen in met verschillende niveaus, dit beginniveau op leer- en sociaalemotioneel gebied wordt beschreven in het eerste handelingsplan. De inrichting van de omgeving
en het aanbod op leer- en sociaal-emotioneel gebied komt tegemoet aan de behoefte van de
leerling aan een veilige en uitdagende leeromgeving. Eén van de speerpunten is opbrengstgericht
werken.
7.2
Onderwijsaanbod
7.2.1 Specifieke activiteiten in de onderbouw
Kleuters leren en ontwikkelen al doende tijdens hun spel. De leerkrachten stimuleren de
ontwikkeling door te zorgen voor een rijke leeromgeving. We hanteren hierbij de methode
“Schatkist”. Schatkist werkt aan de hand van thema’s. Daarin komen een grote hoeveelheid taal-,
reken-, spel- en knutselactiviteiten aan bod. In het kader van de ontluikende geletterdheid wordt
de kleuters in het thema één keer in de twee weken een nieuwe letter aangeboden. Het is de
bedoeling dat de leerlingen, voor zij naar groep 3 gaan, vijftien letters kennen.
In het leerlingvolgsysteem worden de resultaten op het gebied van leerontwikkeling, leergedrag
en sociaal-emotionele ontwikkeling bijgehouden.
7.2.2 Nederlandse taal
Bij taal hoort goed lezen. Immers, hier wordt de basis gelegd voor het kunnen opnemen van
kennis bij alle andere schoolvakken. In groep 3 starten wij met de methode “Veilig Leren Lezen”.
Hierin zijn de leerlijnen technisch lezen, spelling, begrijpend lezen, woordenschat, spreken en
luisteren en leesbevordering stevig verankerd. Deze methode vormt het een goede basis voor het
taal- en spellingsonderwijs “Staal Taal en Taal Spelling”, dat wordt aangeboden in de groepen 4
tot en met 8. Voortgezet technisch lezen in de groepen 4-7 bieden we aan volgens de methode
“Estafette”.
Om voldoende instructie te kunnen geven
wordt bij de indeling van de groepen gestreefd
naar maximaal twee taalniveaus per groep. Op
deze manier is het mogelijk om de instructie te
geven die de voortgang van de ontwikkeling
van de leerlingen vraagt.
Veel leerlingen hebben moeite met technisch
lezen. Om de leesvaardigheid te verbeteren,
kan een beroep worden gedaan op extra hulp
van de logopedist. Ook bij het leesonderwijs is
goede instructie een voorwaarde. Voor de
leesinstructie is gekozen voor veel korte
instructiemomenten; beter vijf keer tien
minuten dan vijftig minuten in één keer.
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
19/48
7.2.3 Rekenen/wiskunde
Bij ons op school leren de kinderen rekenen met “de wereld in getallen”. Het is een
rekenmethode voor groep 1-8. De methode kenmerkt zich door een duidelijke uitleg, oefening en
herhaling. Leerlingen leren zelfstandig te werken naar eigen kunnen op drie niveaus, om zo de
lesstof eigen te maken.
7.2.4. Oriëntatie op mens en maatschappij, natuur en techniek
In onder- en middenbouw wordt dit vak als wereldoriëntatie aangeboden. In midden- en
bovenbouw kunnen de vakken natuuronderwijs, aardrijkskunde en geschiedenis als aparte
vakken worden aangeboden.
Bij de vakken aardrijkskunde, geschiedenis en natuuronderwijs gaat het om het overbrengen van
kennis waardoor het kind beter in staat is de hem omringende wereld te begrijpen.
Er wordt gestreefd naar het ontwikkelen van belangstelling voor deze vakken.
Het aanbieden van de leerstof geschiedt hoofdzakelijk per groep.
Het niveau van kennen en kunnen, is per kind dat de school verlaat, zeer verschillend.
7.2.5 Godsdienstonderwijs en/of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs
Op De Bladergroenschool wordt godsdienstonderwijs en/of levensbeschouwelijk
vormingsonderwijs geïntegreerd aangeboden bij de wereldoriëntatie.
7.2.6. Kunstzinnige oriëntatie
Onder kunstzinnige oriëntatie verstaan we de vakken: tekenen, handenarbeid, textiele
werkvormen, muziek en dramatische expressie. Aan deze activiteiten wordt op de school
aandacht geschonken. De vakken worden of afzonderlijk of geïntegreerd in een ander vakgebied
aangeboden. Het ontwikkelen van de mogelijkheden van ieder kind staat centraal.
7.2.7 Bewegingsonderwijs en spel
In elke groep wordt twee keer per week les in bewegingsonderwijs gegeven. Deze lessen worden
verzorgd door een vakleerkracht. Bewegingsonderwijs als verplicht vak is belangrijk voor de
algehele ontwikkeling van het kind. Het bewegingsonderwijs moet aansluiten bij en inspelen op
de ontwikkelingsmogelijkheden van de leerlingen. Op de dagen dat er gymnastiek wordt
gegeven, nemen de leerlingen een sportbroek, een t-shirt, sportschoenen, een handdoek en
schone onderkleding mee, bij voorkeur voorzien van de naam. Na het sporten wordt er gedoucht.
Als een leerling zijn/haar gymkleding is vergeten, kan er gymkleding geleend worden. Dit is niet
voor structureel gebruik. Soms komt het voor dat er in de sporthal vernielingen worden
aangericht. In zulke gevallen gaat de rekening naar de ouders.
Aan het begin van het schooljaar krijgen de leerlingen een brief mee met daarin een meer
uitgebreidere informatie.
7.2.8 Methoden
In onderstaande tabel staat aangegeven welke methoden de rode draad vormen door de school.
Vak
Beginnende geletterdheid en beginnende
gecijferdheid
Technisch lezen
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
Gebruikte methode
Schatkist/Veilig Leren Lezen
Estafette
20/48
Begrijpend lezen
Rekenen
Taal
Spellen
Schrijven
Engels
Aardrijkskunde
Geschiedenis
Kennis der natuur
Sociale vaardigheden
Tekst verwerken
Wereld in Getallen
Staal en Taaljournaal
Staal en Taaljournaal
Schrijven in de basisschool (nieuwste versie)
Take it Easy
Meander
Brandaan
Naut
Methode PAD (Programma Alternatieve Denkstrategieën)
Burgerschapskunde
7.2.9 Actief Burgerschap en Sociale Integratie
Leerlingen leren op school meer dan taal en rekenen alleen. Toerusting van leerlingen om op
zinvolle wijze aan de samenleving bij te dragen is een taak die het onderwijs sinds lange tijd
vervult. De laatste jaren zien we een toename in aandacht voor dit onderwerp. Bezorgdheid over
verruwing en geweld, over onverdraagzaamheid en over het afbrokkelen van maatschappelijke
samenhang spelen daarbij een rol.
Wij achten het van belang dat onze scholen een positieve bijdrage leveren aan het bevorderen
van actief burgerschap en de sociale integratie van leerlingen.
Vanaf 1 februari 2006 zijn scholen verplicht om in hun onderwijs aandacht te besteden aan actief
burgerschap en sociale integratie. Actief burgerschap verwijst naar de bereidheid en het
vermogen deel uit te maken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren.
Sociale integratie verwijst naar deelname van burgers (ongeacht hun etnische of culturele
achtergrond) aan de samenleving, in de vorm van sociale participatie, deelname aan de
maatschappij en haar instituties en bekendheid met en betrokkenheid bij uitingen van de
Nederlandse cultuur.
De opdracht aan scholen om actief burgerschap en sociale integratie te bevorderen , is vastgelegd
in een aantal wetsartikelen en luidt:
Het onderwijs:
a. Gaat er mede vanuit dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving;
b. Is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie;
c. Is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende
achtergronden en culturen van leeftijdgenoten.
Binnen onze school worden de volgende activiteiten binnen het thema ‘sociale veiligheid, actief
burgerschap en sociale integratie’ aangeboden:
-
Aandacht voor waarden en normen en aanleren van regels;
Schooltelevisie en gesprekken naar aanleiding van de krant;
Methodisch aanleren van sociale competenties;
Nieuwsbegrip;
Week van respect;
Culturele programma’s en excursies.
7.2.10 Excursies, schoolreizen en schoolkamp
Onderdeel van het onderwijsaanbod zijn activiteiten die gericht zijn op uitbreiding van de
belevingswereld van de leerlingen. Enerzijds heeft dit de functie van het opdoen van informatie,
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
21/48
anderzijds is het heel belangrijk om met je klasgenoten en je leerkrachten nieuwe, spannende en
uitdagende dingen mee te maken. Deze onderdelen horen bij het schoolprogramma.
Aan deze activiteiten zijn soms kosten verbonden. De bijdrage die aan de ouders wordt
gevraagd, is vrijwillig en deze mogen geen belemmering zijn voor deelname. U kunt altijd contact
opnemen met de school als de gevraagde bijdrage een probleem vormt.
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
22/48
8
Resultaten van het onderwijs
8.1
Ontwikkelingsperspectief (OPP)
In het ontwikkelingsperspectiefplan maakt de school een inschatting van de doelen die een
leerling kan behalen. Het ontwikkelingsperspectief bestaat uit een leerrendementsverwachting en
een uitstroombestemming. Een uitstroombestemming stelt de school vast door het combineren
van de leerrendementsverwachting van alle leergebieden samen. Het biedt handvatten waarmee
de leerkracht het onderwijs kan afstemmen op de behoefte van een leerling. En het laat de
school, de leerling en de ouders duidelijk zien waar de school samen met een leerling naartoe
werkt en aan welke instroomeisen een leerling moet voldoen om succesvol te zijn in het
vervolgonderwijs. Vanaf het schooljaar 2013-2014 is het via de kwaliteitswet in Nederland
verplicht om voor alle leerlingen een ontwikkelingsperspectiefplan op te stellen.
Binnen zes weken na plaatsing van een leerling wordt een OPP opgesteld. Dit plan wordt met u
besproken en door u ondertekend. Het OPP vormt het uitgangspunt voor het handelen. Aan het
einde van het schooljaar wordt de evaluatie van het OPP met u besproken.
8.2
Het volgen van de ontwikkeling van de leerling
De resultaten van het onderwijs worden gevolgd door middel van het leerlingvolgsysteem. Het
leerlingvolgsysteem is een middel om de leerling te volgen in zijn/haar ontwikkeling. Het helpt
ons in kaart te brengen met welke problemen de leerlingen te maken hebben en op welk gebied
extra hulp moet worden ingezet.
Op deze wijze kan per leerling in beeld gebracht worden of hij/zij zich naar verwachting
ontwikkelt. Er wordt gebruik gemaakt van allerlei toets- en testmateriaal. We gebruiken
methode-gebonden en methode-onafhankelijke toetsen.
Methode-gebonden toetsen
Deze toetsen hebben als doel de voortgang van de dagelijkse leerstof op gezette tijden te
toetsen. De toetsen geven details aan en helpen de leerkracht de leerstof in een korte periode
goed aan te passen aan het individuele kind. De toetsing vindt regelmatig plaats.
Methode-onafhankelijke toetsen (CITO)
Deze toetsen gaan niet uit van het dagelijks werk. De toetsen bewaken meer de algemene
voortgang van het kind. De toetsen staan niet in relatie tot de leermethodes die dagelijks worden
gebruikt. De resultaten worden gekoppeld aan een niveau-indicatie. De ouders mogen van de
school verwachten dat zij alles in het werk stelt om tot maximale resultaten te komen.
8.3
Naar een andere school
8.3.1 Naar het voortgezet (speciaal) onderwijs
In februari van het schooljaar bespreken we het advies met ouders. Ter ondersteuning van ons
advies wordt, bij leerlingen die 12 jaar worden, een Schoolvragenlijst voor kinderen (sociaalemotionele ontwikkeling), het Vraag Profiel Instrument (VPI), de Plaatsingswijzer en een
uitgebreide vragenlijst voor de leerkracht afgenomen. De leerkracht, eventueel samen met de
intern begeleider of gedragsdeskundige, voert het adviesgesprek met de ouders. Ouders en
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
23/48
leerlingen bezoeken open dagen en maken uiteindelijk een keuze. Leerkrachten vullen de
onderwijskundige eindrapporten in en zij kunnen, als u dat wilt, ook ondersteunen bij het invullen
van het aanmeldingsformulieren.
Als ouders er toestemming voor geven, verstrekken wij het laatste OPP aan de vervolgschool. Wij
verzorgen de overdracht naar de vervolgschool.
Als een leerling de overstap maakt naar een andere school voor speciaal onderwijs of naar het
voortgezet speciaal onderwijs moet een nieuwe toelaatbaarheidsverklaring worden aangevraagd.
8.3.2 Tussentijds schakelen
Zoals gezegd zijn wij schakelonderwijs. Dit betekent dat kinderen op alle momenten geschakeld
kunnen worden naar een andere vorm van onderwijs. Dit kan terug naar het reguliere
basisonderwijs zijn, of naar een andere vorm van speciaal onderwijs. De Commissie voor de
Begeleiding geeft hierover een advies.
8.3.3 Onderwijskundig Rapport (OKR)
Als de leerling de school verlaat, krijgt de leerling een onderwijskundig rapport (OKR). Dit rapport
gaat eveneens naar de vervolgschool. In het rapport staat informatie over de leerprestaties, de
werkhouding en het gedrag van de leerling.
8.3.4 Doubleren
Doubleren betekent een schooljaar overdoen. Doubleren wordt op De Bladergroenschool over het
algemeen niet als zinvol ervaren. Toch zijn er uitzonderingen mogelijk die de Commissie voor de
Begeleiding kunnen doen besluiten om een leerling te laten doubleren.
Dit kan bijvoorbeeld als een leerling een bijzonder heftige periode heeft meegemaakt waardoor
de ontwikkeling is komen stil te staan. De leerling kan ook, om welke reden dan ook, een periode
hebben gehad waarin het minder de school bezocht. De Commissie voor de Begeleiding zal dan
een afweging maken op basis van de volgende factoren: cognitieve-, sociaal-emotionele en
motorische ontwikkeling, werkhouding en thuissituatie.
8.4
Cijfers over de doorstroming van leerlingen
Het afgelopen schooljaar hebben 114 leerlingen de school verlaten. Ze zijn weer terug naar het
basisonderwijs of ze vervolgen hun schoolcarrière op het voortgezet onderwijs of voortgezet
speciaal onderwijs. In onderstaande tabel staat aangegeven om hoeveel leerlingen het gaat en
waar ze naar toe zijn gegaan. In de tabel staat ook of het uitstroomniveau van de leerlingen
overeenkomt met wat we bij plaatsing op De Bladergroenschool hadden ingeschat.
Schoolverlaters schooljaar 2013 - 2014
Type onderwijs
Aantal leerlingen
In overeenstemming
uitstroomperspectief
Basisonderwijs / SBO
34
Praktijkonderwijs
11
Vmbo - kaderberoeps en
39
basisberoepsgerichte leerweg
Vmbo - theoretische leerweg
15
Havo/vwo
10
Speciaal onderwijs, cluster 2
2
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
met
80 %
80 %
82 %
73 %
80 %
100 %
24/48
Speciaal onderwijs, cluster 3
2
100 %
Van de leerlingen die in het schooljaar 2012 – 2013 zijn uitgestroomd hebben we geïnformeerd
hoeveel van hen nog op de vervolgopleiding zitten waar ze in september 2012 naar toe zijn
gegaan. In onderstaande tabel ziet u het resultaat.
Schoolverlaters schooljaar 2012 - 2013
Aantal leerlingen
Percentage leerlingen dat
nog op de
vervolgopleiding zit
Basisonderwijs / SBO
26
95 %
Praktijkonderwijs
12
100 %
Vmbo - kaderberoeps en
32
100 %
basisberoepsgerichte leerweg
Vmbo - theoretische leerweg
18
95 %
Havo/vwo
5
100 %
Type onderwijs
8.5
Schoolontwikkeling
8.5.1 Het afgelopen jaar 2013 - 2014
Het afgelopen schooljaar hebben we op verschillende terreinen verbetertrajecten ingezet,
geëvalueerd en/of afgerond. Hieronder een niet volledige opsomming:
-
Opbrengstgericht werken: leerlingen worden op individueel niveau per vak getoetst
middels methodegebonden toetsen en methode-onafhankelijke toetsen als CITO. Het
lesaanbod in de klas wordt afgestemd op behaalde resultaten. Op klasniveau zijn er voor
rekenen en lezen groepsanalyses gemaakt. De leerkracht kan hiermee het klassikale
lesaanbod beter laten aansluiten bij het groepsniveau en extra aandacht bieden aan
onderdelen die uitvallen.
-
Kwaliteitsmanagementsysteem (KMS): alle werkprocessen die doorlopen worden om
leerlingen te laten instromen op school, tijdens de schoolgang en schakelprocessen zijn
uitgebreid doorgemeten en beschreven.
-
Auditeren: om kennis en ervaring uit te wisselen, heeft RENN4 op alle scholen meerdere
audits gehouden. Er zijn medewerkers op diverse scholen geweest om daar te kijken hoe
het onderwijs en de zorg is vorm gegeven. Ook op de Bladergroenschool zijn meerdere
locaties bezocht. De verbeterpunten zijn opgenomen in een verbeterregister. Op basis
hiervan zijn acties uitgezet.
-
Ketenpartners: er is intensief samen gewerkt met jeugdzorginstellingen als Elker, Lentis
en Accare. Onderlinge afstemming in aanbod en gezamenlijk optrekken heeft veel
opgeleverd, vooral waar het gaat om individueel goed lopende zorg en goed lopend
onderwijs.
-
Groei in professioneel handelen van de groepsleerkracht: er is aandacht geweest voor het
direct instructiemodel en deze is volledig geïmplementeerd. Er hebben observaties door
intern begeleider en teamleider plaatsgevonden en de groepsleerkracht krijgt feedback
op zijn/haar handelen.
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
25/48
-
ABC-methodiek: medewerkers zijn bijgeschoold in de ABC-methodiek, die gericht is op
spanning en agressie voorkomen en effectief begeleiden.
-
SGG-training: medewerkers zijn bijgeschoold in signaleren en handelen bij seksueel
grensoverschrijdend gedrag.
8.5.2 Het huidige jaar 2014 - 2015
Voor dit schooljaar zijn er vier grote speerpunten: Pedagogisch vakmanschap, Communicatie,
Ouderbetrokkenheid en Vitaliteit van medewerkers. De gekozen speerpunten zijn tot stand
gekomen door onder andere evaluaties met teams, MR, ouders, input vanuit verbeterplannen,
audits en tevredenheidsonderzoeken.
Acties die van vanuit deze speerpunten op de agenda staan:
- De eerste zes weken zijn zeer belangrijk voor de groepsvorming en afspraken in de klas.
Dit noemen we de ‘Gouden Weken’. In de eerste lesweek is een studiedag voor
personeel, waar aandacht besteed wordt aan dit thema. In de klassen zullen de eerste
weken centraal staan: beloningssysteem, afspraken in de klas en in school, PAD en
dergelijke. Na twee maanden wordt geëvalueerd hoe de start van het schooljaar is
verlopen.
-
Opbrengstgericht werken verder implementeren: er worden toetsen rekenen en lezen
afgenomen bij de leerlingen. Van deze gegevens worden groepsanalyses gemaakt en
deze worden omgezet naar lesaanbod in de klas. Op termijn volgen deze klassikale
analyses ook voor de vakken begrijpend lezen en spelling.
-
Methode Engels implementeren voor groepen 5, 6 (7 en 8).
-
Ouderbetrokkenheid: we vinden het belangrijk om samen de zorg voor uw kind te
dragen. In samenwerking willen we het beste voor uw kind. Door betrokken te zijn bij de
schoolgang, kunnen we eenduidig handelen en in gezamenlijkheid een prettige
schoolperiode voor uw kind nastreven. Middels nieuwsbrieven wordt u geïnformeerd over
bijzonderheden en lopende zaken op school. Ook zullen er gedurende het schooljaar
spreekmomenten en informatiemomenten gepland staan. Ouders die graag helpen bij
activiteiten worden onder andere benaderd voor klussen en ondersteuning bij activiteiten,
zoals de kerstmarkt, creatieve middagen en activiteiten in de klas.
-
ICT: werken met de computer is niet meer weg te denken en kent steeds meer
mogelijkheden. We werken met steeds meer methodes en lessen via de digitale
schoolborden. Het volgen van de resultaten van leerlingen wordt ook verder
gedigitaliseerd.
-
Samenwerking: voor veel van onze leerlingen is het moeilijk omgaan met meerdere
leerkrachten. Omdat de huidige maatschappij steeds meer parttime medewerkers heeft,
zal er extra aandacht zijn voor samenwerking tussen duo-leerkrachten. Heldere,
eenduidige afspraken zijn van belang: mentorschap van leerlingen, klassenregels en
beloningsafspraken.
-
Bij samenwerking hoort ook de ondersteuning van de Commissie voor de Begeleiding.
Het komende jaar willen we deze begeleiding versterken en verstevigen. De begeleiding
en ondersteuning wordt door de gedragsdeskundige en intern begeleider aan de
groepsleerkracht geboden bij het onderwijs geven en de zorg rondom een leerling of
klas.
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
26/48
-
SO-model: binnen RENN4 is een schoolontwikkelmodel ingevoerd. Hierin is aandacht voor
de leerroute van elke leerling. Er wordt gekeken naar het niveau dat de leerling aankan.
Op de school zullen de verschillende leerroutes duidelijk vorm krijgen en het SO-model
zal geïmplementeerd worden. De toetsresultaten van leerlingen zijn hierin belangrijk.
-
Middels diverse instrumenten zullen we de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen
gaan monitoren en volgen.
8.6
Onderwijsinspectie
De Onderwijsinspectie heeft tot taak om toezicht te houden op het onderwijs. Per 1 september
2002 is de nieuwe Wet op het onderwijstoezicht (WOT) ingegaan. Binnen het inspectietoezicht
staat de vraag centraal: “Hoe is de kwaliteit van de school?”.
Van de bevindingen wordt een rapport gemaakt. Dit rapport maakt de inspectie openbaar op
haar website www.onderwijsinspectie.nl.
RENN4 maakt de inspectierapporten ook zelf openbaar door publicatie op de website. Als u op de
startpagina (www.renn4.nl) bij de keuzemogelijkheid Scholen de school kiest waarin u
geïnteresseerd bent, kunt u daar het laatste inspectierapport inzien.
De Bladergroenschool valt onder de Inspectie van het Onderwijs kantoor Zwolle, Postbus 10048,
8000 GA Zwolle. Voor vragen over het onderwijs in het algemeen of de Inspectie in het bijzonder
kunt u bellen met telefoonnummer 088-669 60 60 of mailen naar [email protected]. Informatie
over de Onderwijsinspectie vindt u op www.onderwijsinspectie.nl
Vertrouwensinspectie
Binnen de Inspectie van het Onderwijs heeft een klein team van inspecteurs naast hun
toezichthoudende taak een bijzondere taak: zij zijn vertrouwensinspecteur (VI).
De vertrouwensinspectie is telefonisch bereikbaar op 0900-1113111. U kunt contact opnemen
met de vertrouwensinspectie als er sprake is van fysiek geweld, pesten, discriminatie of seksueel
grensoverschrijdend gedrag. Meer informatie vindt u op:
http://www.onderwijsinspectie.nl/onderwerpen/Vertrouwensinspecteurs
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
27/48
9
Ouders
9.1
Samenwerken met ouders
Als uw kind bij ons aangemeld wordt, betekent het dat er problemen zijn met betrekking tot het
gedrag van uw kind. Deze problemen kunnen zich op school, thuis en in de vrije tijd voordoen.
Samenwerking met u en andere instanties vinden wij daarom van groot belang.
Als ouder bent u verantwoordelijk voor de opvoeding van uw kind. Aan het onderwijs voor uw
kind kunt u een belangrijke bijdrage leveren als ervaringsdeskundige. Immers, u bent degene die
uw kind vanuit de thuissituatie het beste en het langste kent. De leerkracht kan van u dan ook
belangrijke informatie krijgen over het functioneren en de behoeften van uw kind. Bovendien
hebt u wellicht al ervaring met verschillende vormen van aanpak en de effecten daarvan. Wij
spreken van educatief partnerschap. Samen wordt de verantwoordelijkheid gedragen voor het
onderwijs. Dit wordt ondersteund door het ondertekenen van het document gezamenlijke
verantwoordelijkheid en het agressiedocument.
Leerkrachten kijken vanuit hun eigen specifieke deskundigheid naar uw kind. U mag van hen
verwachten dat zij u regelmatig en objectief informeren over het functioneren van uw kind op
school, dat zij actief luisteren naar u en dat zij betrokken zijn bij het welzijn van uw kind.
U en de leerkracht zijn gelijkwaardige gesprekspartners bij de samenwerking voor uw kind. Dat
betekent dat u beiden elkaars deskundigheid en mening respecteert. Het opbouwen van een
vertrouwensband is belangrijk voor een goede samenwerking.
De school heeft echter ook een eigen verantwoordelijkheid met betrekking tot de ondersteuning
van uw kind. In overleg met u zullen mogelijk externe hulpverleningsinstanties ingeschakeld
kunnen worden.
Samen bereiken we meer.
U als ouder en wij als school hebben immers dezelfde opdracht: uw kind voorbereiden op en
begeleiden naar de volwassenheid.
9.2
Het belang van de betrokkenheid
Om het doel dat we ons gesteld hebben, zo goed en snel mogelijk te bereiken, vinden wij het
van groot belang dat school en ouders de verantwoordelijkheid voor de begeleiding delen. We
zien ouders graag op school voor OPP-besprekingen, we hopen dat leerkrachten welkom zijn op
een eventueel huisbezoek maar ook dat u bij ziekte of ander verzuim tijdig (tussen 8.00 en 8.30
uur ‘s morgens) contact met ons opneemt.
Wij willen en zullen contact met u opnemen als dat nodig is (bijvoorbeeld bij onverwachte
gebeurtenissen of ontwikkelingen). Wij hebben hiervoor wel uw juiste gegevens nodig zoals uw
adres, telefoonnummer en e-mailadres. Vergeet u niet om eventuele wijzigingen in uw gegevens
door te geven aan de leerkracht. De ouders van nieuwe leerlingen vragen wij een formulier in te
vullen met vragen over onder andere het sofinummer van de leerling, adresgegevens van de
ouders en adresgegevens van iemand die in geval van nood, als u niet bereikbaar bent, benaderd
kan worden.
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
28/48
9.3
Informatievoorziening
9.3.1 Schoolgids
Aan het begin van het schooljaar is voor iedereen de schoolgids beschikbaar via de website van
RENN4: www.renn4.nl Onder de knop Scholen kunt u de schoolgids van de betreffende school
aanklikken. In principe geven we geen “papieren” schoolgids meer uit. U kunt aangeven dat u
toch een papieren schoolgids wilt ontvangen; wij zullen daar dan voor zorgen.
9.3.2 Nieuwsbrief
Gedurende het schooljaar verschijnt maandelijks een nieuwsbrief voor ouders: “Het
Dondersteentje”, met nieuws en wetenswaardigheden van de school. De school werkt eraan “Het
Dondersteentje” ook digitaal beschikbaar te stellen. Iedere vrijdag krijgt uw kind de weekbrief
mee naar huis. Hierin wordt u op de hoogte gehouden van speciale activiteiten in de groep van
uw kind. Iedere leerkracht doet dit op zijn/haar eigen manier.
9.3.3 Websites
Op de website van RENN4 www.renn4.nl, vindt u onder andere de algemene informatie over
RENN4 en haar scholen. U kunt daarbij denken aan contactgegevens, de schoolgids en de
vakantieregeling.
9.3.4 Oudercontacten en ouderparticipatie
De school kent verschillende momenten waarop u als ouder in de gelegenheid wordt gesteld over
uw kind te praten of om meer van de werkwijze van de school te weten te komen.
Als ouders gescheiden zijn, gaat de informatie van school doorgaans naar beide ouders, tenzij
anders is afgesproken.
De Bladergroenschool hecht veel waarde aan het contact met u en aan uw betrokkenheid bij het
onderwijs. We organiseren de volgende contactmogelijkheden.
9.3.4.1
Bespreking Ontwikkelingsperspectiefplan (OPP)
9.3.4.2
Rapportbespreking
9.3.4.3
Groepsouderavond
Aan het einde van het schooljaar worden de OPP’s geëvalueerd. U krijgt het OPP van tevoren
opgestuurd. Tijdens de bespreking wordt het plan dan geëvalueerd en tegelijk worden de doelen
voor het nieuwe schooljaar besproken en vastgesteld. Het nieuwe OPP wordt dan ondertekend.
De leerlingen krijgen twee maal per jaar een rapport mee. Voor de kerstvakantie en voor de
zomervakantie.
Aan het begin van het schooljaar wordt er een groepsouderavond georganiseerd. U wordt dan
geïnformeerd over de gang van zaken in de groep van uw kind en ouders kunnen kennismaken
met elkaar. Het is tijdens deze avond niet de bedoeling om over individuele kinderen te spreken.
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
29/48
9.3.4.4
Huisbezoek
9.3.4.5
Telefonisch contact
Nieuwe leerlingen worden thuis bezocht door de leerkracht. De huisbezoeken zijn er vooral om
een beeld te krijgen van de leefomgeving van de leerling. De leerlingen vinden het erg leuk als ze
juf of meester hun kamer kunnen laten zien.
Ouders kunnen elke werkdag tussen 08.00 uur en 08.30 uur en na 15.00 uur telefonisch contact
met de school opnemen voor het maken van een afspraak met de leerkracht.
Het telefoonnummer van de school is: 050-3098844.
9.5
Medezeggenschapsraad
De medezeggenschapsraad (MR) behartigt de belangen van leerlingen, personeel, ouders en
school. De MR bestaat uit 8 leden: vier ouders en vier personeelsleden.
De provinciedirecteur is alleen op uitnodiging bij de vergadering aanwezig. De MR vergadert 6
keer per jaar. Deze vergaderingen zijn openbaar. De MR houdt zich vooral bezig met
beleidsmatige zaken rond de school.
Tijdens






de vergaderingen van de MR kunnen de volgende zaken besproken worden:
Vaststellen van het schoolplan;
Vaststellen van het formatieplan;
Ondersteuningsstructuur;
Begroting;
Fusies/reorganisaties;
Nieuwbouw en ingrijpende organisatorische veranderingen.
Ook levert de MR een lid voor de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) van
RENN4. De MR onderhoudt, via de GMR, contacten met het College van Bestuur van RENN4.
De leden van de MR hebben een zittingsduur van drie jaar en kunnen daarna herkozen worden.
Zolang hun kinderen op school zitten, kunnen ouders zich beschikbaar stellen voor de MR.
Wanneer er nieuwe leden nodig zijn voor de MR krijgt u hiervan schriftelijk bericht. Ouders
hebben dan tien dagen de gelegenheid om zich aan te melden als kandidaat. Bij
meerdere kandidaten volgt er een schriftelijke stemming. Bij evenveel kandidaten als zetels
worden de aangemelde kandidaten automatisch gekozen, indien er bij de ouders geen bezwaren
tegen de kandidaten zijn.
De MR onderhoudt contact met de ouders via de schoolkrant, de nieuwsbrief en de website. De
notulen van de vergadering liggen ter inzage op school en worden gepubliceerd op de website.
De MR van De Bladergroenschool bestaat in het schooljaar 2014 - 2015 uit de volgende leden:
Namens de ouders:
1. Hans Zijlstra
2. Trijntje Aalders
3. Vacature
4. Vacature
Namens het personeel:
1. Annelot Wagenaar
2. Tineke Huiting
3. Vacature
4. Vacature
lid
lid
[email protected]
[email protected]
lid
lid
[email protected]
[email protected]
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
30/48
10 Geldzaken
10.1 Verzekering
Ieder jaar wordt voor alle leerlingen een collectieve ongevallenverzekering afgesloten. Een
scholenongevallenverzekering dekt een deel van de kosten die niet door de gewone
ziektekostenverzekering wordt gedekt, bijvoorbeeld eigen risico. U moet zelf een
aansprakelijkheidsverzekering afsluiten (WA).
10.2 Vrijwillige Ouderbijdrage
De ouderbijdrage wordt per schooljaar, in overleg met de Medezeggenschapsraad, vastgesteld.
Voor leerlingen die slechts een deel van het jaar de school bezoeken, wordt een bijdrage naar
evenredigheid gevraagd. De bijdrage is vrijwillig, maar wij rekenen op uw bereidwilligheid om bij
te dragen. Pas dan kunnen we een aantal voorzieningen voor de leerlingen in stand houden.
De bijdrage voor de schoolreisjes bedraagt maximaal € 27,50. Daarnaast wordt er voor vieringen
en andere bijzondere activiteiten, zoals Sinterklaas, Kerst- en Paasontbijt en excursies een
bijdrage gevraagd van € 30,00. In oktober ontvangt u hiervoor een betalingsverzoek.
Voor de schoolverlaters van de Bovenbouw organiseren we een meerdaags schoolkamp.
De kosten hiervoor bedragen maximaal € 50,00.
Voor het schoolkamp c.q. de schoolreis ontvangt u in april/mei een betalingsverzoek.
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
31/48
11 Regelzaken en verplichtingen
11.1 Schorsing
In de praktijk kan het in voorkomende gevallen nodig zijn dat een leerling tijdelijk niet op school
aanwezig is. De provinciedirecteur van de school is bevoegd tot het schorsen van leerlingen; hij
kan de teamleider mandateren om namens hem een schorsing uit te spreken. Het schorsen van
leerlingen is gebonden aan regels en procedures die zorgvuldig moeten worden gevolgd. Het
gaat daarbij om het volgende:



de schorsing van de leerling wordt telefonisch aan ouders meegedeeld en daarna
schriftelijk bevestigd.
bij zowel de telefonische mededeling als de schriftelijke bevestiging, is het van belang
aan te geven waarom de leerling wordt geschorst en voor hoelang (maximaal vijf dagen).
de provinciedirecteur kan het noodzakelijk vinden dat, voordat de leerling terug komt op
school, eerst een gesprek met de leerling en zijn ouders plaatsvindt. Dit wordt in het
telefonisch contact en in de brief aangekondigd.
Gedurende de periode van schorsing houdt de school een inspanningsverplichting naar de
leerling. Dit betekent dat gezorgd moet worden voor huiswerk en dat een afspraak gemaakt
wordt over het nakijken ervan. De schorsingsbrief bevat ook informatie over de
bezwaarmogelijkheid. Ouders kunnen bij het bevoegd gezag schriftelijk bezwaar aantekenen
tegen de beslissing van de provinciedirecteur van de school. Het indienen van een bezwaar heeft
geen opschortende werking. De schorsingsbrief gaat in afschrift naar het College van Bestuur van
RENN4, de leerplichtambtenaar en de toezichthoudend inspecteur (bij schorsing voor meer dan
één dag).
11.2 Verwijdering
In uitzonderlijke gevallen kan besloten worden tot verwijdering van de leerling. Dit is het geval
als het gedrag van de leerling een veiligheidsrisico vormt voor de andere leerlingen en/of de
medewerkers van de school. Definitieve verwijdering van een leerling waarop de Leerplichtwet
1969 van toepassing is, vindt niet eerder plaats dan nadat het bevoegd gezag ervoor heeft
zorggedragen dat een basisschool, een speciale school voor basisonderwijs, een school voor
(voortgezet) speciaal onderwijs, een instelling voor (voortgezet) speciaal onderwijs dan wel een
instelling voor educatie en beroepsonderwijs bereid is de leerling toe te laten.
Indien aantoonbaar gedurende acht weken zonder succes is gezocht naar een andere school kan
tot definitieve verwijdering worden overgegaan. Dit geldt alleen v oor leerlingen die op een
RENN4-school voor speciaal onderwijs staan ingeschreven. Voor leerlingen die staan
ingeschreven op een school voor voortgezet speciaal onderwijs geldt dit niet; deze leerlingen
kunnen ook na acht weken niet definitief verwijderd worden.
Van een verwijdering krijgt u schriftelijk bericht. In de brief wordt tevens gewezen op de
bezwaarmogelijkheden die u hebt. Voordat het bevoegd gezag beslist tot verwijdering van een
leerling, hoort het de ouders van de leerling.
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
32/48
Binnen zes weken na de mededeling van verwijdering kunt u bij het bevoegd gezag schriftelijk
uw bezwaren kenbaar maken. Het bevoegd gezag beslist binnen vier weken na ontvangst van de
bezwaren.
De bevoegdheid tot het verwijderen van leerlingen is niet overgedragen aan de
provinciedirecteur van de school. Verwijdering van leerlingen kan alleen plaatsvinden door het
College van Bestuur.
Net als bij schorsing houdt de school gedurende de periode van acht weken een
inspanningsverplichting naar de leerling. In beginsel is de leerling gedurende deze acht weken
gewoon op school. Indien de aanwezigheid van de leerling leidt tot een ernstig onveilige situatie
voor medeleerlingen of teamleden kan de leerling gedurende de periode van acht weken de
toegang tot de school worden ontzegd. Hiertoe moet het bevoegd gezag een apart besluit
nemen. De inspanningsverplichting blijft ook dan bestaan (huiswerk, afspraken over uitleg en
nakijken).
11.3 Lesuitval
Als een leerkracht ziek is, of om een andere reden niet aanwezig is, wordt er zo goed mogelijk
voor gezorgd dat de lessen (in aangepaste) vorm doorgaan. Het streven is ervoor te zorgen dat
de groep een vervanger heeft. Lukt dit niet, dan kan besloten worden om de leerlingen te
verdelen over andere groepen. Voor een aantal leerlingen, bijvoorbeeld die vanuit hun
problematiek sterk gehecht zijn aan een vaste leerkracht, maar ook voor de vervangende
leerkracht, is het soms een moeilijke situatie. Begrip voor beiden is dan ook op zijn plaats.
Als er geen vervanging of alternatief voorhanden is, kan als uiterste maatregel besloten worden
om leerlingen thuis te laten blijven. In verband met vervoer maken wij dit waar mogelijk een dag
van te voren bij u bekend.
Wanneer een ouder niet wordt bereikt, wordt de boodschap ingesproken. Wanneer dit niet
mogelijk is, wordt de leerling de volgende ochtend opgevangen en wordt er opnieuw geprobeerd
contact te krijgen met u.
11.4
Leerplicht en verlofregeling
11.4.1 Leerplicht
In Nederland kan elk kind naar school. Het belang van onderwijs voor het kind zelf en de
samenleving is zo groot dat hiervoor de leerplicht is ingesteld. Iedereen is vanaf de leeftijd van
vijf jaar tot en met het schooljaar waarin hij of zij zestien jaar wordt geheel leerplichtig (zie ook
de website: www.rijksoverheid.nl/leerplicht).
11.4.2 Verlof
Verlof buiten de officiële schoolvakanties kan, eventueel, verleend worden in verband met de
specifieke aard van het beroep van één van de ouders van het kind. Dit verlof mag één keer per
jaar voor maximaal tien schooldagen worden gegeven. Dit moet schriftelijk worden aangevraagd
bij de provinciedirecteur. Dit verlof mag niet in de eerste twee lesweken van het schooljaar
vallen.
Soms kan er verlof noodzakelijk zijn op grond van, zoals de leerplichtwet het noemt, “gewicht ige
omstandigheden”. Bij minder dan tien schooldagen kan de provinciedirecteur dit verlof verlenen.
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
33/48
Indien er voor meer dan tien dagen verlof wordt aangevraagd, is er toestemming van de
leerplichtambtenaar nodig.
Voorbeelden van gewichtige omstandigheden:
- Het voldoen aan wettelijke verplichtingen wanneer dit niet buiten lesuren kan
geschieden;
- Verhuizing;
- Huwelijk, ziekte, overlijden en jubileum van bloed- en aanverwanten tot en met de vierde
graad.
- Bevalling van moeder of verzorgster;
- Indien de werkgever de werknemer verplicht buiten de schoolvakanties vakantie te
nemen. Er dient dan een werkgeversverklaring te worden overlegd.
Per situatie zal door de provinciedirecteur van de school (tot en met de eerste tien dagen verlof)
of door de leerplichtambtenaar (wanneer het gaat om meer dan tien dagen verlof) bekeken
worden of het verlof wordt toegewezen.
11.4.3 Afwezigheid
Afwezigheid van een leerling moet tussen 8.00 en 8.30 uur worden gemeld. De afwezigheid
wordt vervolgens geregistreerd.
Bezoeken aan arts, tandarts of specialist dienen zo veel mogelijk buiten de lesuren plaats te
vinden. Indien dit niet mogelijk is, worden deze bezoeken op school gemeld.
Vergeet u niet, in geval van taxivervoer, de afwezigheid ook tijdig te melden bij het taxibedrijf.
11.4.4 Ongeoorloofd schoolverzuim
Ongeoorloofd schoolverzuim kan leiden tot een geldboete. De provinciedirecteur heeft de
wettelijke verplichting dit verzuim te melden bij de leerplichtambtenaar van de woongemeente
van de leerling.
Indien kinderen, door omstandigheden, buiten de schoolvakanties afwezig moeten zijn, dan dient
u dit, in verband met wettelijke bepaling, vooraf schriftelijk bij de school aan te vragen. Slechts in
zeer uitzonderlijke gevallen kan hiervoor toestemming gegeven worden. De aanwijzingen van de
leerplichtwet worden gevolgd.
Indien u vergeet het schoolverzuim te melden, of als wij vermoeden dat het schoolverzuim niet
geoorloofd is, zullen wij contact met u opnemen om een en ander te bespreken.
11.4.5 Slechtweerprotocol
In de wintermaanden kan het voorkomen dat het erg slecht weer is. Voor leerlingen die met de
taxi naar school komen, kan dit betekenen dat ze niet naar school kunnen komen omdat de
taxibedrijven niet rijden. Leerlingen die dicht genoeg bij school wonen om veilig naar school te
komen, worden op deze dagen gewoon op school verwacht.
Als vanwege naderend slecht weer het openbaar vervoer besluit om vanaf een bepaald tijdstip
niet langer te rijden, kan de school besluiten de leerlingen eerder naar huis te sturen. Er wordt
dan wel eerst nagevraagd of er thuis iemand aanwezig is.
11.4.6 Ontheffingen
Voor de leerlingen die ten gevolge van de problematiek of in verband met het behandelaanbod
niet de vereiste onderwijstijd halen, wordt in overleg met de ouders bij de Inspectie ontheffing
voor een deel van de onderwijstijd aangevraagd.
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
34/48
11.5 Dossiers
Afspraken over het omgaan met dossiers zijn wettelijk vastgelegd. Van alle leerlingen bestaat
een dossier. Tot het dossier rekenen we alles wat over een leerling schriftelijk wordt vastgelegd.
Gemaakt werk, zoals schriften, rekenen we niet tot het dossier. Aan dossiers stellen we de
volgende eisen:









Onderzoeken en testen ouder dan twee jaar worden niet meer gebruikt voor de beeldvorming
van de leerling;
Als een leerling van school gaat, wordt het dossier nog vijf jaar bewaard;
Na vijf jaar wordt het dossier vernietigd;
Ouders hebben inzagerecht in het dossier van hun kind;
Jongeren tot 16 jaar mogen, met toestemming van hun ouders, zelf hun dossier inzien;
Jongeren vanaf 16 jaar mogen zelfstandig hun dossier inzien;
Inzage gaat altijd in overleg met diegene die verantwoordelijk is voor de dossiers;
Dossiers worden bewaard op school en mogen niet worden meegenomen;
Verstrekking van informatie aan derden kan alleen met schriftelijke toestemming van de
ouders.
11.6 Klachtenregeling
Alle scholen van RENN4 hanteren dezelfde klachtenregeling. Op school kunt u de
klachtenregeling inzien of een exemplaar opvragen. U kunt de regeling ook downloaden van de
pagina Over RENN4 - klachtenregeling op www.renn4.nl.
Voor wie is de regeling bedoeld
De klachtenregeling is bedoeld voor (ex -)leerlingen, ouders/voogden/verzorgers van minderjarige
(ex-)leerlingen, (leden van) het personeel, stagiairs, (leden van) de directie, (leden van) het
bevoegd gezag, vrijwilligers die werkzaamheden verrichten voor de school/afdeling en personen
die anderszins deel uitmaken van de schoolgemeenschap. Deze personen kunnen zowel klager
als aangeklaagde zijn.
Gaat het om een voorval dat met een gesprek is op te lossen?
Als er iets is voorgevallen, kunt u eerst proberen of dit met een gesprek is op te lossen:
 bespreek een voorval dat één of meerdere medeleerlingen betreft met de leerkracht;
 bespreek een voorval dat een leerkracht of andere medewerkers van de school betreft met de
provinciedirecteur;
 bespreek een voorval dat de directeur of een andere medewerker van RENN4 betreft, met het
College van Bestuur van RENN4.
Binnen tien werkdagen wordt een oplossing geboden. Bent u tevreden dan is daarmee het
voorval afgehandeld. Bent u niet tevreden, dan kunt u alsnog een officiële klacht indienen.
Een klacht indienen
U kunt een klacht indienen als het gaat om ongewenst gedrag in de breedste zin van het woord.
Het kan gaan om bijvoorbeeld seksuele intimidatie, discriminatie, pesten, agressie of geweld.
Meer informatie van de GGD over ongewenste omgangsvormen vindt u op de pagina Over
RENN4 onder klachtenregeling op www.renn4.nl.
Wilt u een klacht indienen, neem dan contact op met de contactpersoon van de school/afdeling.
De contactpersoon verwijst u door naar de vertrouwenspersoon. Mogelijk kan de
vertrouwenspersoon uw klacht via bemiddeling oplossen. Lukt dit niet, dien dan binnen tien
werkdagen een schriftelijke klacht in bij het bevoegd gezag of de klachtencommissie. De
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
35/48
benodigde contactgegevens vindt u onderaan dit hoofdstuk en op de laatste pagina van de
klachtenregeling.
Afhandeling van uw klacht door het bevoegd gezag
Hebt u een klacht ingediend bij het bevoegd gezag dan is de procedure als volgt:
1. Binnen vijf werkdagen na ontvangst van de klacht deelt het bevoegd gezag de klager en
de aangeklaagde schriftelijk mee dat zij de klacht onderzoekt.
2. Binnen vier weken na ontvangst van de klacht volgt hoor en wederhoor.
3. Binnen vier weken na hoor en wederhoor neemt het bevoegd gezag een besluit en deelt
dit mee aan de klager en aangeklaagde.
Afhandeling van uw klacht door de klachtencommissie
Hebt u een klacht ingediend bij de klachtencommissie dan is de procedure als volgt:
1. Binnen vijf werkdagen na ontvangst van de klacht deelt de klachtencommissie het
bevoegd gezag, de klager en de aangeklaagde schriftelijk mee dat zij de klacht
onderzoekt.
2. Binnen vier weken na ontvangst van de klacht volgt een hoorzitting.
3. Binnen vier weken na de hoorzitting brengt de klachtencommissie een advies uit aan het
bevoegd gezag.
4. Binnen vier weken na ontvangst van het advies neemt het bevoegd gezag een besluit en
deelt dit mee aan de klager, de aangeklaagde, de klachtencommissie en de directie van
de school.
Contactgegevens
Contactpersoon van de school
De contactpersoon op onze school is mevrouw R. Bruining. Zij is schoolmaatschappelijk werker
en bijna alle dagen bereikbaar via het algemene nummer van de Bladergroenschool:
050-3098844. Ook kan, na overleg met de contactpersoon, een beroep gedaan worden op een
vertrouwenspersoon extern.
Vertrouwenspersoon voor leerlingen en ouders
GGD
Vertrouwenspersoon GGD Friesland
Mevrouw A. Tadema
Postbus 612, 8901 BK Leeuwarden
t. 088-2299222
[email protected]
Landelijke klachtencommissie
Onderwijsgeschillen
Postbus 85191 3508 AD UTRECHT
t. 030-2809590
[email protected]
Bevoegd gezag/College van Bestuur RENN4
Drs. L. de Boom of J. Jonker MSc
Postbus 8091 9702 KB Groningen
t. 050-3098893
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
36/48
11.7 Veiligheid
Wij vinden het belangrijk dat leerlingen met plezier naar school gaan en zich veilig voelen.
Hiervoor creëren we een leeromgeving waar leerlingen centraal staan en gerespecteerd worden
om wie ze zijn.
Wij staan voor een vriendelijk en veilig leefklimaat met orde en regelmaat.
Voor een prettige en veilige school is onze focus gericht op gewenst gedrag. Wij begrenzen
pesten, ontoelaatbaar gedrag en accepteren geen fysieke en verbale agressie. Voor deze
leeromgeving willen we intensief met ouders samenwerken.
Voor een veilige school zorgen we voor:
-
Bieden van structuur en voorspelbaarheid.
Aandacht voor goed gedrag en dit bekrachtigen is belangrijk om nieuw gedrag aan te
leren.
Hanteren van beloningssy stemen voor aanleren van gewenst gedrag.
Voorkomen en begeleiden van pesten en ontoelaatbaar gedrag.
Hanteren van het pestprotocol bij uitingsvormen van pesten.
Consequente regelhantering ter preventie van ongewenst gedrag en ter realisering van
een prettige leefomgeving. Aanleren van en consequent naleven van de zes basisregels
die u overal op school ziet hangen.
We bieden structuur en voorspelbaarheid door de volgende zaken:
-
Iedere dag starten we met bespreking van het programma.
Op het plein en in andere vrije situaties voldoende actief toezicht houden.
Duidelijke (basis)regels met de leerlingen bespreken en oefenen.
Leerlingen uitdaging bieden in het werk wat ze moeten doen. Door taakgericht
gedrag komen leerlingen niet in de verleiding zich met andere zaken bezig te houden.
Een aantal leden van het team is opgeleid tot bedrijfshulpverlener en volgt herhalingscursussen.
11.7.1 Agressieprotocol/Pestprotocol
Agressie komt helaas overal voor, ook op de Bladergroenschool. Onder agressie verstaan wij
zowel verbaal (taalgebruik) als fysiek (lichamelijk) ongewenst gedrag. Onze nadruk ligt op het
aanleren van gewenst gedrag door te belonen waar dat kan en ongewenst gedrag te bespreken
wanneer dat moet.
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
37/48
Uitingsvormen van agressie kunnen gericht zijn tegen zichzelf, tegen andere leerlingen of tegen
medewerkers. In geval van verbaal en/of fysiek geweld wordt gehandeld volgens het
agressieplan. Dit is op school in te zien.
Hieronder staan enkele voorbeelden hoe wij omgaan met ongewenst en ontoelaatbaar gedrag:
-
Time-out:
-
Lesverwijdering:
Bij ongewenst gedrag krijgen leerlingen, wanneer hij/zij niet reageert op correcties van de
leerkrachten, een korte afzonderingsperiode in de klas. Dit noemen we de time-out.
Wanneer
de time-out in de klas niet uitvoerbaar is, krijgt de leerling een time-out in een andere
klas.
Wanneer het gedrag zo storend is dat de time-out niet uitvoerbaar is, worden leerlingen
tijdelijk verwijderd uit de klas. De leerling gaat dan naar de intern begeleider of de
teamleider. Via een Nadenken en Overleg formulier (“NO-formulier’’) gaat de leerling
reflecteren op zijn gedrag; wat ging niet goed, hoe kan het beter? Leerlingen vanaf 10
jaar, of groep 6, vullen dit formulier in. Daarna vindt een gesprek plaats tussen leerling en
de leerkracht. Op het NO-formulier worden afspraken vastgelegd. Om ouders te
informeren over de lesverwijdering, de reflectie en de afspraken die tussen de leerling en
leerkracht gemaakt zijn, krijgen ze een kopie van het formulier. Leerlingen die het ’NOformulier’ te moeilijk vinden, krijgen een eenvoudiger versie van het formulier.
-
Incident:
-
Commissie voor de Begeleiding:
-
Fysieke begeleiding:
-
Samenwerking ouders:
Bij incidenten rondom veiligheid vinden incidentregistraties plaats. Incidenten
worden geregistreerd om vast te kunnen stellen welke preventieve maatregelen
gewenst zijn en hoe dergelijke situaties waar mogelijk zijn te voorkomen. Ouders
worden altijd geïnformeerd bij ontoelaatbaar gedrag.
De Commissie voor de Begeleiding (gedragsdeskundige, intern begeleider,
teamleider en eventueel schoolmaatschappelijk werk) kan door de leerkracht
worden ingeschakeld bij grensoverschrijdend gedrag, incidenten en uitingsvormen
van agressie. Samen kan besloten worden het ondersteuningsplan (OPP) aan te
passen op de ondersteuningsbehoefte van de leerling.
Wanneer een leerling een bedreiging vormt voor zichzelf, anderen en/of zijn/haar
omgeving, en zijn zelfbeheersing verliest - wanneer de leerling verbaal niet te
begrenzen is, kan overgegaan worden op een fysieke begeleiding volgens de ABC methodiek. Wanneer de veiligheid niet meer in het geding is, wordt de fysieke
interventie opgeheven . Medewerkers zijn getraind in het professioneel omgaan
met spanning en agressie door middel van de “ABC-methodiek’’.
Wanneer ongewenst gedrag van een leerling blijft aanhouden en de leerling zijn
omgeving ernstig hindert, dan nemen we contact op met de ouders. We vragen
ouders dan om naar school te komen voor overleg en/of om hun kind op te halen.
In overleg wordt samen bekeken hoe het ontoelaatbare gedrag van de leerling
omgebogen kan worden en kan worden voorkomen.
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
38/48
-
Vernielingen:
-
Schorsing en verwijdering:
-
Politie:
Helaas komt het voor dat leerlingen met opzet spullen van school en/of anderen
vernielen. Opzettelijk veroorzaakte schade moet door de veroorzaker zelf worden
vergoed. Gelet op de wetgeving ten aanzien van aansprakelijkheid, is het wenselijk
dat ouders een aansprakelijkheidsverzekering afsluiten.
Bij herhaling van agressie-incidenten en/of bij fors grensoverschrijdend
ontoelaatbaar gedrag kan de school disciplinaire maatregelen nemen in de vorm
van een schorsing. De leerling krijgt dan werk mee naar huis.
Wanneer er sprake is van strafbare feiten kan een medewerker of de school
melding of aangifte doen bij de politie. Ouders worden hierover geïnformeerd.
Regelmatig heeft de school contact met onze vaste jeugdagent. Soms spreekt de
jeugdagent met de leerlingen, u wordt hierover altijd geïnformeerd.
De school heeft een agressieprotocol waarin aangegeven is hoe er in bovenstaande situaties
wordt gehandeld. Ouders van nieuwe leerlingen worden bij de toelating gevraagd dit protocol te
ondertekenen.
Pestvrije schoolomgeving
Alle medewerkers zien een groot belang bij de aanpak van het pesten en zijn bereid het te
voorkomen en te bestrijden. We besteden veel aandacht in preventieve zin aan pesten en aan
de bestrijding van pesten. Jaarlijks organiseren we de themaweek ‘’Week van respect’’ waarin
het thema respectvolle omgang met elkaar via een lessenserie, theater- en filmvoorstellingen
centraal staat.
We willen een pestvrije schoolomgeving realiseren waar leerlingen zichzelf mogen zijn als
individu, waar hun mogelijkheden centraal staan en ze gerespecteerd worden om wie ze zijn.
-
-
De leerlingen leren dat het signaleren van pesten doorgegeven moet worden, dit valt
niet onder klikken.
De leerkrachten werken aan positieve groepsvorming door respect te tonen voor
elkaars mogelijkheden en beperkingen, samenwerken en elkaar helpen, niemand
buiten te sluiten en ruzies uit te praten.
Medewerkers en leerlingen noemen anderen niet met een bijnaam en maken geen
negatieve opmerkingen over kleding of uiterlijk.
Medewerkers nemen duidelijk stelling tegen pesten en willen zicht krijgen op de
oorzaak van het pestgedrag en op de mogelijke gevolgen voor het slachtoffer.
De medewerkers proberen het invoelend vermogen van de pester en de zwijgende
middengroep te vergroten.
De medewerkers zoeken mogelijkheden om de weerbaarheid van de gepeste te
vergroten.
De medewerkers informeren collegae en ouders over geconstateerd pestgedrag.
Wanneer het pesten ondanks de inspanningen doorgaat of opnieuw de kop opsteekt,
gaat de medewerker over tot inschakelen van de intern begeleider, de teamleider of
het CvB.
Op aanvraag kunt u het pestprotocol verkrijgen.
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
39/48
11.7.2 Voorkomen van racisme en discriminatie, seksuele intimidatie en misbruik
Op school discrimineren we niet en gebruiken geen discriminerende, extremistische,
radicaliserende en/of racistische taal.
Op De Bladergroenschool zijn de teamleden geschoold in het signaleren van kindermishandeling
en/of seksueel misbruik. Bij vermoedens hiervan treedt ons protocol in werking. Dit protocol ligt
ter inzage bij de administratie van onze school.
De landelijke meldcode is van toepassing bij signalen en of vermoedens van
kindermishandeling, waaronder seksueel misbruik. De meld- en aangifteplicht is van
toepassing op situaties waarin sprake is van een zedendelict. De medewerker is meldplichtig
bij een vermoeden van een zedenmisdrijf tussen medewerker van de school en een leerling.
Het vermoeden moet gemeld worden bij het bevoegd gezag.
11.7.3.
Gebruik van informatie- en communicatietechnologie
Voor een juiste toepassing en ter voorkoming van storend of oneigenlijk gebruik zijn er de
volgende afspraken:
-
Het gebruik van de computer/het internet is alleen bestemd voor onderwijsdoeleinden.
-
Er zijn geweldige mogelijkheden die het gebruik van de computer/internet en sociale
media kunnen bieden. Helaas kunnen er, door het gebruik hiervan, ook vervelende
situaties ontstaan. In het sociaal schoolveiligheidsbeleid staan de rechten en plichten met
betrekking tot het gebruik van internet en de sociale media van de leerlingen, de school
en haar medewerkers. Ook het gebruik van sociale media is aan regels gebonden waarbij
geldt dat ook hier de normale fatsoensregels gerespecteerd moeten worden. We
respecteren de school en elkaar en we laten iedereen in zijn/haar waarde.
-
Als leerlingen op internet zijn, is er toezicht. Van tevoren is afgesproken wat de
leerlingen op internet gaan doen. Bezoeken van discutabele sites met grof
woordgebruik, racisme, discriminatie, seksuele tint, porno en geweld, is niet
toegestaan.
-
Chatten, versturen van (WhatsApp/sms)berichten en deelnemen aan nieuwsgroepen is
alleen toegestaan als dit past binnen het onderwijsconcept.
-
Leerkrachten geven regelmatig mediawijze voorlichting tijdens de lessen over veilig
gebruik van digitale media als internet, social media, chatten, gamen, webcams, het
versturen van berichten, gebruik van apps en de mobiele telefoon.
Mobiele telefoon
- Ouders kunnen, indien nodig, via het telefoonnummer van school hun kinderen bereiken
dan wel een bericht doorgeven.
-
Kinderen mogen, met toestemming van de leerkracht, vóór, onder of na schooltijd voor
dringende zaken naar huis bellen met de vaste telefoon van school.
-
Wanneer leerlingen een mobiele telefoon meenemen naar school, dan gebeurt dit op
eigen risico. Van ouders wordt verwacht dat zij de leerkracht hiervan op de hoogte
stellen. School stelt zich niet aansprakelijk bij schade, verlies of diefstal.
-
De mobiele telefoon gaat, te allen tijde, bij aanvang van de schooldag in de kluis.
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
40/48
-
Is de mobiele telefoon niet ingeleverd en wel zichtbaar/hoorbaar aanwezig gedurende
de schooldag, dan wordt de mobiele telefoon door de leerkracht ingenomen. Na de
schooldag krijgt de leerling zijn eigendom weer terug.
-
Ook wordt bij constatering van misbruik de mobiele telefoon in beslag genomen.
Daarna worden de stappen uit het (digitale) pestprotocol gevolgd die hier van
toepassing zijn. Onder misbruik wordt in elk geval verstaan het maken van opnamen
(foto’s, filmpjes, geluidsopnames) in en om de school en tijdens schoolactiviteiten
elders, het plaatsen van foto’s en/of filmpjes op internet/social media, ongewenste
berichten, ongewenst bellen en bedreigen.
11.8 Meenemen van spullen naar school
Digitale apparatuur zoals: muziekspeler, iPad/tablet en spelcomputer, etc.
- Gedurende de schooldag, tijdens lessen, leswisselingen, in pauzes staan we het
gebruik van de muziekspeler, iPad/tablet of spelcomputer etc etera niet toe.
- Bij voorkeur worden ook overige waardevolle spullen van leerlingen (andere digitale
apparatuur) ingeleverd bij de groepsleerkracht. De school is niet aansprakelijk voor
beschadiging en/of verlies van privéspullen.
- Is de muziekspeler, iPad/tablet of spelcomputer etcetera zichtbaar of hoorbaar
aanwezig dan wordt het apparaat door de leerkracht ingenomen. Na de schooldag
krijgt de leerling zijn eigendom weer terug.
Per groep is een dag afgesproken waarop speelgoed mee naar school mag worden genomen.
Oorlogsspeelgoed en gevaarlijk speelgoed mag niet mee naar school.
Ongewenst “speelgoed” wordt in beslag genomen.
11.9 Traktaties
In de klas wordt aandacht besteed aan de verjaardag van uw kind. Natuurlijk is het leuk voor de
kinderen om op hun verjaardag te trakteren. Overleg eventueel vooraf even met de leerkracht.
11.10
Reizen van en naar school
Het leerlingenvervoer wordt geregeld volgens de richtlijnen van de diverse gemeenten van
herkomst. Klachten over het vervoer moeten door de ouders worden doorgegeven aan het
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
41/48
taxibedrijf of aan de gemeente. Ouders zijn zelf verantwoordelijk voor het contact met het
taxibedrijf of de gemeente.
Het openbaar vervoer en het vervoer in busjes en taxi’s levert regelmatig klachten op.
Wangedrag in busjes of taxi’s komt helaas regelmatig voor. Het valt voor onze leerlingen vaak
niet mee om samen in een busje te moeten reizen. Samenwerking tussen medewerkers van de
school, chauffeurs en ouders kan hen helpen om ‘goed reisgedrag’ te leren. Structuur bieden
door een vaste plaats in de taxi kan al helpen.
11.11 Onderwijsnummer
Door het ministerie worden scholen verplicht om van elke leerling door te geven wat zijn of haar
Burgerservicenummer is. Dit nummer vormt de basis voor het toe te kennen onderwijsnummer.
11.12 Sponsoring
Alle scholen zijn verplicht om in hun schoolplan aan te geven welk beleid ze voeren met
betrekking tot sponsoring. De besturenorganisaties en VNG hebben een convenant ondertekend
dat handelt over sponsoring in het primair en voortgezet onderwijs.
De belangrijkste uitgangspunten van het convenant zijn:
- Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige
doelstellingen van de school. Er mag geen schade worden berokkend aan de geestelijke
en/of lichamelijke gesteldheid van leerlingen. Sponsoring moet in overeenstemming zijn
met de goede smaak en fatsoen;
- Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de
onafhankelijkheid van het onderwijs en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen;
- Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het o nderwijs
beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die
de school aan het onderwijs stelt. Het primaire onderwijsproces mag niet afhankelijk zijn
van sponsormiddelen;
- De medezeggenschapsraad heeft instemmingsrecht op beslissingen van het bevoegd
gezag over sponsoring.
RENN4 onderschrijft de uitgangspunten van het convenant.
De Bladergroenschool maakt incidenteel gebruik van sponsoring.
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
42/48
12 Schooltijden en vakanties
12.1 Schooltijden De Bladergroenschool
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
08.30 –
08.30 –
08.30 –
08.30 –
08.30 –
14.45 uur
14.45 uur
12.30 uur
14.45 uur
12.30 uur
Op de dagen dat de kinderen ook ’s middags naar school gaan is er een middagpauze van
30 minuten.
12.2 Schooltijden MKD-groepen
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
09.00-15.00 uur
09.00-15.00 uur
09.00-15.00 uur
09.00-15.00 uur
De kinderen die in de MOD-groepen zitten, hebben verkorte lestijden.
Bij plaatsing in een MOD-groep wordt bekend gemaakt welke tijden voor het betreffende kind
gelden.
12.3 Pauzes en overblijven
Alle leerlingen nemen voor de ochtendpauze fruit en drinken mee. Dit wordt in het lokaal
genuttigd. De kinderen mogen geen koolzuurhoudende dranken en snoep mee voor de pauze.
De leerkrachten zorgen gedurende het drinken voor een onderwijsactiviteit.
In de middagpauze eten de leerlingen onder begeleiding van de leerkracht in
de klas. Brood en drinken nemen de leerlingen mee van huis. De leerlingen
nemen dus voor twee keer drinken mee.
Op de locatie Donderslaan zijn v oor € 5,- 25 melkbonnen te koop. De
schoolmelk komt uit de koeling en is tussen de middag beschikbaar. In veel
groepen zijn afspraken over soep- en tostidagen. De leerkracht zal u daarover
informeren.
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
43/48
Na het eten in de klas spelen de leerlingen 15 minuten buiten. Tijdens het buitenspelen van de
kinderen is een pleinwacht aanwezig.
12.4 Vakanties
Soort vakantie
Vakantieperiode
Herfstvakantie
Kerstvakantie
Voorjaarsvakantie
11 oktober t/m 19 oktober 2014
20 december 2014 t/m 4 januari 2015
21 februari t/m 1 maart 2015
Meivakantie
Zomervakantie
Pasen
Hemelvaartsdag
Pinksteren
2 mei t/m 10 mei 2015
4 juli t/m 16 augustus 2015
3 t/m 6 april 2015
14 en 15 mei 2015
25 mei 2015
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
44/48
13 Contact
Adres Prof. W.J. Bladergroenschool
Donderslaan 157, 9728 KX Groningen
[email protected]
Adres MKD-groepen
Klein Cantersveen 4, 9753 KK Haren
Postadressen
Locatie Donderslaan
Locatie Appingedam
Locatie Winschoten
MKD Haren
Locatie Mozaïek
: Postbus 8098, 9702 KB Groningen
: Pastorielaan 2A, 9901 CE Appingedam
: Grintweg 70A, 9675 HL Winschoten
: Klein Cantersveen 4, 9753 KK Haren
: Postbus 660, 9700 AR Groningen
Onderwijsgeschillen/klachtencommissie
Postbus 85191 3508 AD Utrecht
t. 030-2809590
www.onderwijsgeschillen.nl
[email protected]
Vertrouwensinspecteur
Meldpunt vertrouwensinspecteurs: 0900-1113111 (lokaal tarief).
Onderwijsinspectie
[email protected]
www.onderwijsinspectie.nl
Voor vragen over onderwijs: telefoon 0800-8051 (gratis)
College van Bestuur RENN4
De heer drs. L. de Boom, voorzitter
De heer J. Jonker MSc, lid
Postbus 8091 9702 KB Groningen
t. 050-309 8888
Ketenpartners
Accare
Elker
OZC De Stuwe
: Postbus 660, 9700 AR Groningen
: Postbus 274, 9700 AG Groningen
: Grintweg 70, 9675 HL Winschoten
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
45/48
14 Overzicht namen en functies medewerkers
Locatie Donderslaan
Algemeen:
Directeur:
Harry de Ruiter, directeur a.i.
[email protected]
Administratie:
Karin Dob
Luzmaria Villena Figueroa
[email protected]
[email protected]
Conciërges:
Siebe Diertens
Grietje Diertens-Tabak
Rudolf Lo-A-Njoe
Franc Staats
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
Schoolmaatschappelijk Werk: Riet Bruining
Ina Janssen
[email protected]
[email protected]
Logopedist:
[email protected]
Hester Anema
OPLIS (Opleiden in School) /
Beeldcoach:
Dick Vogel
Gymleerkrachten:
[email protected]
Jos Arkema
Ron Krohne
Joop Tervoort
[email protected]
[email protected]
[email protected]
Teamleider:
Marola Grol
[email protected]
Leerkrachten:
Jaap Ferwerda
Liesbeth Hupkes
Nicolle Jaarsma
Manon Jellinek
Olav v.d. Par
Patricia Rodenburg
Esther Smit
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
Onderwijsassistenten:
Jolanda Beerstra
Yvonne Hensens-v.d. Meer
Ineke v.d. Meulen
Erna Postma
Ria Venema
Aaltje Verhoeven-v.d. Til
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
Intern Begeleider:
Anneke Bijker
[email protected]
Gedragsdeskundigen:
Carola Folkersma
Ehsan Hamadani
[email protected]
[email protected]
Team Marola Grol:
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
46/48
Team Annemarie Roebroek:
Teamleider:
Annemarie Roebroek
[email protected]
Leerkrachten:
Roel Brink
Johan Brokken
Annemijn Diephuis
Annet Hadders
Yvonne Kiewiet-Diets
Brigitte Prins
Annelot Wagenaar
Jantien Walburg
Sharon van Zanden
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
Onderwijsassistent:
Patricia Frankruijter
[email protected]
Intern Begeleider:
Liselot Hoenderken
[email protected]
Gedragsdeskundige:
Marloes Logtenberg
[email protected]
Teamleider:
Helen Goudemond
[email protected]
Leerkrachten:
Wesley Huisman
Nadeisha Isenia
Alisa Niemeijer
Margriet Raben
Stefan van Rooij
Bé Thije
Annelot Wagenaar
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
Onderwijsassistent:
Agnes Jongsma
[email protected]
Intern Begeleider:
Lilian Bulterijs
[email protected]
Gedragsdeskundige:
Judith Raven
[email protected]
Teamleider:
Annemarie Roebroek
[email protected]
Leerkrachten:
Martine de Bruijn-Geertsma
Els Hazekamp
Maarten v.d. Helm
Gerbrich van Pelt
Tannita de Vries
Ruth Wijting
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
Team Helen Goudemond:
Locatie Appingedam
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
47/48
Onderwijsassistent:
Daphne Spruit
[email protected]
Intern Begeleider:
Lilian Bulterijs
[email protected]
Gedragsdeskundige:
Ehsan Hamadani
[email protected]
Teamleider:
Jikke Barwegen
[email protected]
Leerkrachten:
Shivka van Dijk
Tineke Huiting
Grada Kunst
Anneloes Mik
Peter Vos
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
Onderwijsassistenten:
Meta Doedens
Ina Kuiper
[email protected]
[email protected]
Intern Begeleider:
Anneke Bijker
[email protected]
Gedragsdeskundige:
Carola Folkersma
[email protected]
Teamleider:
Jikke Barwegen
[email protected]
Leerkrachten:
Eline Bons
Dinette Bosch
Sonja Roodenburg
Annemarieke Schuldink
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
Onderwijsassistent:
Welmoed Sijtsma
[email protected]
Intern Begeleider:
Liselot Hoenderken
[email protected]
Gedragsdeskundige:
Annemarieke Schuldink
[email protected]
Teamleider:
Jikke Barwegen
[email protected]
Leerkrachten:
Madeleine Latour
Margreet Wijkstra-Hekert
[email protected]
[email protected]
Onderwijsassistent:
Welmoed Sijtsma
[email protected]
Intern Begeleider:
Liselot Hoenderken
[email protected]
Gedragsdeskundige:
Liesbeth v.d. Berg
[email protected]
Locatie Winschoten
Locatie Mozaïek
MKD Haren
Schoolgids prof. W.J. Bladergroenschool 2014 - 2015
48/48