jezusquantum

Download Report

Transcript jezusquantum

J US
JEZUS EN DE QUANTUMFYSICA
QU
U
SC
Foto van de Large Hadron Collider
Foto van de Large Hadron Collider
1 Korintiërs 13:9‐12
9 Want onvolkomen is ons kennen en onvolkomen ons W
lk
i
k
lk
profeteren. 10 Doch, als het volmaakte komt, zal het onvolkomene
lk
afgedaan hebben. f d
h bb
11 Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, voelde ik als een kind, overlegde ik als een kind. ld ik l
ki d
l d ik l
ki d
Nu ik een man ben geworden, heb ik afgelegd wat ki d lijk
kinderlijk was. 12 Want nu zien wij nog door een spiegel, in W
i
ij
d
i l i
raadselen, doch straks van aangezicht tot aangezicht. N k ik
Nu ken ik onvolkomen, maar dan zal ik ten volle kennen, lk
d
l ik
ll k
zoals ik zelf gekend ben. Enkele veelzeggende uitspraken:
Enkele veelzeggende uitspraken
Dr Niels Bohr
Dr. Niels Bohr
"" Wie niet is geschokt door de quantumtheorie, Wi i t i
h kt d
d
t th i
heeft er niets van begrepen.“
Albert Einstein
Albert Einstein
" God dobbelt niet met het Universum
d d bb l
h
.“
Wel dus!
Prof Dr Davies
Prof. Dr. Davies
Aan eerstejaarsstudenten quantumfysica
" Laat je gezonde verstand maar thuis!
" Laat je gezonde verstand maar thuis!“
l. Quantumfysica ‐ waar gaat het over??? ‐ "kwanta"‐ energiepakketjes
‐ relatie waarnemer‐buitenwereld
l
b
ld
‐ onzekerheidsprincipe (Heisenberg)
‐ paralelle werelden?
l ll
ld ?
‐ samenhang‐ de wereld als netwerk
‐ de werkelijkheid (materie)±
d
k l kh d (
) geen tijd, eeuwig, d
alomtegenwoordig, geen plaats ‐omnipresent
‐ het Veld...
h
ld
‐ het ` werkt` wel! / laser, electronenmicroscoop, b ldb i
beeldbuis, transistor, chips, i
hi
‐ invloed op alle wetenschappen
l. Quantumfysica ‐ waar gaat het over??? ll. Gevolgen voor ons geloof.
‐ "geest'
"
' schept de werkelijkheid h
d
k l kh d
(Mc.10:27/9:23/Rom.4:17/Joh.1:3/Spr.18:21/Mc.11:12‐
14,20‐24/Hebr.11:1,3)
/ b
)
‐ alles = Geest‐Bewustzijn= in God; pan‐en‐theisme (
(Hand.17:27‐28)
d
)
‐ alles= licht=energie(Gen.1:3/Joh.1:1‐5)
‐alles is op diep niveau verbonden
ll i
di
i
b d
(Hebr.1:3/Rom.11:36/Mt.25:40/1Kor.12:13) ‐ einde van het determinisme, jammer voor Calvijn en i d
h d
i i
j
C l ij
Mohammed
‐ Wesley en de heiliging van de mens
W l
d h ili i
d
Marcus 10:27
JJezus zag hen aan en zeide: Bij mensen is het onmogelijk, h
id Bij
i h
lijk
maar niet bij God; want alle dingen zijn mogelijk bij God.
Marcus 9:23
JJezus zeide tot hem: Als Gij kunt! Alle dingen zijn mogelijk id
h
Al Gij k ! All di
ij
lijk
voor wie gelooft.
Romeinen 4:17
Gelijk geschreven staat: Tot een vader van vele volken heb G
lijk
h
T
d
l
lk h b
Ik u gesteld – voor het aangezicht van die God, in wie hij geloofde, die de doden levend maakt en het niet zijnde l fd di d d d l
d
k
h
i ij d
tot aanzijn roept.
Johannes 1:3
Alle dingen zijn door het Woord geworden en zonder dit All
di
ij d
h W d
d
d di
is geen ding geworden, dat geworden is.
Spreuken 18:21
Dood en leven zijn in de D
d l
ij i d
macht der tong, wie aan haar toegeeft, i
h
f
zal haar vrucht eten. Marcus 11:12‐14
EEn de volgende dag, toen zij van Betanië kwamen, werd d
l d d
ij
B
ië k
d
Hij hongerig. 13 En toen Hij van verre een vijgeboom zag, di bl d
die bladeren had, ging Hij daarheen om te zien of Hij er h d i Hij d h
i
f Hij
ook iets aan vinden zou. En erbij gekomen, vond Hij er niets aan dan bladeren; want het was de tijd niet voor i
d bl d
h
d ijd i
vijgen. 14 En Hij antwoordde en zeide tot hem: Nooit ete meer iemand vrucht van u in eeuwigheid! En zijn i
d
h
i
i h id! E ij
discipelen hoorden het.
12
Marcus 11:20‐24
EEn toen zij des morgens vroeg langs de vijgeboom ij d
l
d ij b
kwamen, zagen zij, dat hij van de wortel af verdord was. 21 En Petrus herinnerde het zich en zeide tot Hem: Rabbi, E P
h i
d h i h
id
H
R bbi
zie de vijgeboom, die Gij vervloekt hebt, is verdord. 22 En J
Jezus antwoordde en zeide tot hen: Hebt geloof in God. dd
id
h
H b
l fi G d
23 Voorwaar, Ik zeg u, wie tot deze berg zou zeggen, hef u op en werp u in de zee, en in zijn hart niet zou twijfelen, i d
i ij h
i
ijf l
maar geloven, dat hetgeen hij zegt geschiedt, het zal hem geschieden. hi d
24 Daarom zeg Ik u, al wat gij bidt en begeert, D
Ik
l
ij bid
b
gelooft, dat gij het hebt ontvangen, en het zal geschieden.
20
Hebreeën 11:1‐3 Het geloof nu is de zekerheid der dingen, die men hoopt, H
l f i d
k h id d di
di
h
en het bewijs der dingen, die men niet ziet. 2 Want door di ( l f) i
dit (geloof) is aan de ouden een getuigenis gegeven. d
d
i i
3 Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door het woord Gods tot stand gebracht is, zodat het zichtbare niet dG d
d b h i
d h i hb
i
ontstaan is uit het waarneembare. 1
Handelingen 17:27‐28
opdat zij God zouden d ij G d
d
zoeken, of zij Hem al tastende vinden mochten, d i d
h
hoewel Hij niet ver is van een ieder van ons. i d
28 Want W
in Hem leven wij, bewegen wij ons en zijn wij, gelijk ij
ij ij lijk
ook enige van uw dichters h bb
hebben gezegd: d
Want wij zijn ook van zijn geslacht. l ht
27
Genesis 1:3
En God zeide: Er zij licht; en er was licht.
d d
l h
l h
Johannes 1:1‐5
IIn den beginne was het Woord en het Woord was bij d b i
h W d h W d
bij
God en het Woord was God. 2 Dit was in den beginne bij G d 3 Alle dingen zijn door het Woord geworden en God. All di
ij d
h W d
d
zonder dit is geen ding geworden, dat geworden is. 4 In h W d
het Woord was leven en het leven was het licht der l
h l
h li h d
mensen; 5 en het licht schijnt in de duisternis en de d i
duisternis heeft het niet gegrepen.
i h f h
i
1
Hebreeën 1:3
Deze, de afstraling zijner heerlijkheid en de afdruk van zijn D
d f
li
ij
h lijkh id d fd k
ij
wezen, die alle dingen draagt door het woord zijner k h h f
kracht, heeft, na de reiniging der zonden tot stand d
i i i d
d
d
gebracht te hebben, Zich gezet aan de rechterhand van de majesteit in den hoge, j
i i d h
Romeinen 11:36
Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen: W
i H
d
H
H
ij ll di
Hem zij de heerlijkheid tot in eeuwigheid! Amen.
Matteüs 25:40
EEn de Koning zal hun antwoorden en zeggen: Voorwaar, Ik d K i
lh
d
V
Ik
zeg u, in zoverre gij dit aan één van deze mijn minste b d h b
broeders hebt gedaan, hebt gij het Mij gedaan.
d
h b ij h Mij d
1 Korintiërs 12:13
Want door één Geest zijn wij allen tot één lichaam W
d
éé G
ij ij ll
éé li h
gedoopt, hetzij Joden, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen, en allen zijn wij met één Geest gedrenkt.
ij
ll
ij ij
éé G
d k