Redox titratie mlavd@BCEC Redox titratie Stap 1: noteer de aanwezige deeltjes en bepaal of het reductoren of oxidatoren zijn OXidatoren OX 1 OX 2 REDuctoren RED 1 RED 2 Stap.

Download Report

Transcript Redox titratie mlavd@BCEC Redox titratie Stap 1: noteer de aanwezige deeltjes en bepaal of het reductoren of oxidatoren zijn OXidatoren OX 1 OX 2 REDuctoren RED 1 RED 2 Stap.

30 40 50 20 0 10

Redox titratie

mlavd@BCEC 1

Redox titratie

Stap 1:

noteer de aanwezige deeltjes en bepaal of het reductoren of oxidatoren zijn OXidatoren REDuctoren OX 1 OX 2 RED 1 RED 2

Stap 2:

bepaal het sterkste OX en sterkste RED

Stap 3:

maak de reactievergelijking kloppend

mlavd@BCEC 2

Redox titratie

Stap 4:

Bepaal hoeveel van de titrant nodig is geweest in L*mol/L = mol

Stap 5:

Bereken hoeveel van de te titreren stof aanwezig was in je monster dat getitreerd is

Stap 6:

Bepaal eventuele verdunningsfactoren en verwerk deze in de uiteindelijke berekening monster

mlavd@BCEC 3

Redox titratie

Titreren van X M H 2 O 2 met 0,11 M aangezuurd kaliumpermanganaat

Stap 1+2:

OX MnO 4 /H + H 2 O en H 2 O 2 RED H 2 O 2 H 2 O

Stap 3:

MnO 4 H 2 O 2 2 MnO 4 + 8 H +

XX

+ + 5 e + 5 H 2 O 2    Mn 2+ 2 H + + 4 H 2 O + O 2 + 2e 2 Mn 2+ 2* 5* + 8 H 2 O + 10 H + + 5 O 2

mlavd@BCEC 4

Redox titratie:

Titreren van X M H 2 O 2 met 0,11 M aangezuurd kaliumpermanganaat

Stap 4:

tot aan equivalentiepunt is 16,50 mL 0,11 M permanganaat gebruikt. Het monster was 25,00 mL H 2 O 2 .

16,5*10 -3 * 0,11 = 1,815*10 -3 mol MnO 4 -

Stap 5:

1,815*10  -3 mol MnO 4 2/5* 1,815*10 -3 mol H 2 O 2

Stap 6:

niet verdund  0,726*10 -3 25mL  [H 2 O 2 ] = 2,9*10 -2 M mol H 2 O 2 in

mlavd@BCEC 5

Redox titratie

Bereken hoeveel gram oxaalzuur/L opgelost is in de oplossing van X M oxaalzuur Bij de bepaling is uit 100 mL oplossing 20,00 mL in een erlenmeyer gepipetteerd. Vervolgens is dit met demiwater aangevuld tot 40,00 mL. Hierna is mbv 0,051 M aangezuurd kaliumdichromaat een titratie uitgevoerd. Tot aan het equivalentiepunt was 15,3 mL 0,051 M aangezuurd kaliumdichromaat nodig.

mlavd@BCEC 6

100 mL

Redox titratie: oxaalzuur

20 mL

+ H 2 O

40 mL titratie mol*5 mol*1 15,3 mL 0,051 M Cr 2 O 7 2-

Cr 2 O 7 2 + 14 H + + 6 e H 2 C 2 O 4

Cr 2 O 7 2-

 2 Cr 3+ + 7 H 2 O  2 H + + CO 2 + 2e 1* 3*

8 H + + 3 H 2 C 2 O 4

2 Cr 3+ + 7 H 2 XX + + 3 CO 2 mlavd@BCEC 7

100 mL

Redox titratie: oxaalzuur

20 mL

+ H 2 O

40 mL titratie mol*5 mol*1 Cr 2 O 7 2 + 8 H + + 3 H 2 C 2 O 4

2 Cr 3+ + 7 H 2 O + 3 CO 2 15,3 mL 0,051 M Cr 2 O 7 2 = 7,8*10 -4 mol Cr 2 O 7 2 7,8*10 -4 mol Cr 2 O 7 2 = 22,4*10 -4 mol H 2 C 2 O 4 (verdund) 5* 22,4*10 -4 = 1,120*10 -1 mol H 2 C 2 O 4 (onverdund) = 112*10 -4 mol/L mol/100 mL = 10,08 g/L mlavd@BCEC 8