PowerPoint Transportmiddelen

Download Report

Transcript PowerPoint Transportmiddelen

Slide 1

Hoofdstuk 7

transportmiddelen


Slide 2

Rijdende transportmiddelen
zijn niet gebonden aan een plaats. En kunnen
dus overal worden ingezet.
Je kan onderscheid maken tussen horizontaal
en horizontaal & verticaal transport.
In de volgende dia’s nemen we de voor- &
nadelen van een aantal onder de loep


Slide 3

Steekwagen
Kenmerk:
•Aan de voorkant heeft het een klein draagvlak

•Met de hand te gebruiken

Nadeel:
•Het is niet geschikt om over grote afstanden goederen te vervoeren

Voordeel:
•Goedkoop

Wordt gebruikt voor:
•Vervoeren van dozen, kratten over een kleine afstand


Slide 4

Magazijnwagen
Kenmerk:

•Vlakke laadvloer
•Rechtopstaande plank aan de achterkant, dit noemt men kopschot
•Twee zwenkwielen aan de voorkant

Nadeel:
•Niet gebruiken voor zware goederen

•Niet voor lange afstanden

Voordeel:
•Goedkoop

Wordt gebruikt voor:
•Het vervoer van veel soorten goederen


Slide 5

Elektropallettruck
Kenmerk:
•Lijkt op een handpallettruck, dus een lage truck met twee vorken.

•Het pompen gaat automatisch

Nadeel:
•De kleine wielen kunnen bij een zware last de vloer beschadigen

Voordeel:
•Te gebruiken voor transport van gepalletiseerd goed over lange afstanden

Wordt gebruikt voor:
•Zie bovenstaand


Slide 6

Trekker
Kenmerk:
•Dit transportmiddel is niet groot en heeft tamelijk kleine wielen

•Heeft vaak een of meer aanhangwagens

Nadeel:
•Als de trekker een aanhangwagen heeft dan moet hij grote bochten
maken dus neemt veel ruimte in

Voordeel:
•Door de grote trekkracht kan deze zware lasten vervoeren
•Er kunnen grote afstanden worden afgelegd
•Zonder aanhangwagen weinig of geen ruimte nodig

Wordt gebruikt voor:
•Zowel binnen als buiten v.n.l. in grote ruimten (havens)


Slide 7

Platformtruck
Kenmerk:
•Lijkt op een kleine vrachtwagen

Nadeel:
•Kan geen enorme hoeveelheden vervoeren
•Duur

Voordeel:
•Beschermd tegen weersinvloeden

Wordt gebruikt voor:
•Tuinafval, dozen


Slide 8

A.G.V
Kenmerk:
•Besturing door computers, daardoor kan het transportmiddel zonder
chauffeur in het magazijn rijden

Nadeel:
•Duur

Voordeel:
•Snel en “geruisloos”
•Kan in een keer veel goederen meenemen

Wordt gebruikt voor:
•Het ophalen en wegzetten van goederen


Slide 9

Motorlaadschop
Kenmerk:
•Grote schepbak aan de voorzijde
•De overlader kan over zichzelf heen bewegen

Nadeel:
•Bestuurder heeft geen goed zicht, doordat de laadschop aan de voorzijde zit
•Duur

Voordeel:
•Zie gebruik

Wordt gebruikt voor:
•Het scheppen van stortgoederen zoals zand en graan


Slide 10

Vorkheftruck
Kenmerk:

•Truck met vorken aan de voorzijde
•Zitplaats achter de mast
•Vorken zijn verstelbaar
•hefhoogte 5 tot 6 meter

•uitgevoerd met drie of vier wielen
•Heeft een contragewicht aan de achterzijde om de truck in balans te houden
•Heeft een hefmast

Nadeel:
•Een driewiel vorkheftruck niet zo stabiel
•Verbrandingsmotor niet meer binnen bruikbaar
•Duur


Slide 11

Vorkheftruck
Voordeel:
•Een heftruck met drie wielen heeft een kleine draaicirkel
•De vorken kun je verwijderen zodat je andere voorzet stukken
erop kan zetten

Wordt gebruikt voor:
•Gepalletiseerd goed
•Zware goederen
•Wegzetten in stellingen
•Horizontaal & verticaal transport


Slide 12

Reachtruck
Kenmerk:

•Lijkt op een stapelaar, maar is stabieler
•Zitplaats achter de mast, en overdwars
•Vorken zijn verstelbaar
•Hefhoogte 6 tot 7 meter

•Kan vorken naar voeren uitschuiven (pantograaf vorken mogelijk)
•Batterij is contragewicht
•Hoogbouwtruck tot wel 13 meter

Nadeel:
•Van veel omhoog kijken krijg je een stijve nek
•Zeer duur


Slide 13

Reachtruck
Voordeel:
•Er kunnen ladingen in smalle gangen hoog worden
opgestapeld

Wordt gebruikt voor:
•Gepalletiseerd goed
•Zware goederen
•Smalle gangen vanaf 2.40m
•Horizontaal & verticaal transport


Slide 14

Vierwegtruck
Kenmerk:

•Variatie op een reachtruck, wielen kunnen 90 graden draaien, De truck
kan hierdoor dwars in de normale rijrichting rijden

Nadeel:
•Enorm duur

•Rijden is een specialiteit, niet iedereen kan dit

Voordeel:
•Te gebruiken voor langgoed

Wordt gebruikt voor:
•In magazijnen waar zowel pallets als ook langgoed vervoerd
wordt


Slide 15

Stationaire transportmiddelen
Zijn plaatsgebonden. De goederen bewegen zich over of
door deze transportmiddelen.


Slide 16

Glijgoot:

Voor stortgoederen

Rollenbaan:

Voor dozen of kratten, met vlakke bodem

Bandtransporteur:

Geschikt voor velerlei soorten goederen
(stukgoed)

Luchtkussentransportteur:

In tegenstelling tot het boek kan je
hier wel zware goederen mee
vervoeren (wasmachines bijv.)


Slide 17

Schroeftransporteur:

Hangbaan:

Voor vervoer van stortgoederen

Voor het transporteren van hangende goederen bijv.
kleding


Slide 18

Opslagmiddelen


Slide 19

Bakken

Magazijnbak:
kleingoed, stapelbaar

Transportbak:

opslag en transport

klein- en middelgrootgoed


Slide 20

Pallets


Slide 21

Rolcontainer


Slide 22

Gassen/vloeibaar/stort


Slide 23

Legbordstelling


Slide 24

Legbordstelling


Slide 25

Inrijstelling


Slide 26

Doorrolstelling


Slide 27

Doorrolstelling


Slide 28

Verrijdbare stelling


Slide 29

Hangstelling


Slide 30

Speciale stellingen


Slide 31

Legbordstelling