Gedichtendag 2009

Download Report

Transcript Gedichtendag 2009

Slide 1

Gedichtendag 2009
2de leerjaar VBS Moen


Slide 2

Super Guppie


Edward van de Vendel


Slide 3

Werkten mee aan deze voorstelling:
Matthis
Jannis
Bjarne
Jason
Arthur

Andrea
Lieselot
Robbe
Lies
Lucas

Henri
Savanne
Thomas
Lowie
Truus

Julie
Tamara
Arne
Seppe
Laurence

juf. Myriam Bossuyt


Slide 4

Strand…
De zon schijnt alle grote
mensen plat –
Ze liggen slap als plantjes.
Ik sta hier,
ik heb een emmertje met
zee
en ik ben nat.
Wat doe ik?
Water geven.
O jee,
zes moeders overeind
gespat…

Jannis


Slide 5

Bril
Mijn bril is ziek.
Gebroken poot.
Moet hem helpen.
Anders dood.
Maar… ik zie niks.
Ogen rood.
O, wat nu?
Problemen groot.
Arne


Slide 6

Afwas
Ik wil wielen,
ik wil wielen
en een motor aan ons huis.
Wielen aan de keuken,
samen uit en samen thuis…
en dan mag mijn mama rijden
en dan mag mijn papa botsen,
want dan zou het afwaswater
uit zichzelf leren klotsen.
Als ik dan een bord laat glijden
uit mijn vingers,
pats en pech,
zeg ik:
Sorry voor de scherven…
scherp bochtje in de weg…

Bjarne


Slide 7

Feest
Wat kreeg ik toen ik twee werd?
Boeken, blokken en een bal.
En wat kreeg ik op mijn derde?
Autootjes (die had ik al).
Toen ik vier werd deze fiets,
maar toen ik één werd????
Ook wel iets.
Maar wat precies zijn we vergeten
en omdat we dat niet weten
is die dag voor niks geweest.
Hiep hiep hoera dus … wie dit leest:
Ik geef een feestje. Nu meteen.
Kom vanmiddag met cadeautjes,
ik ben jarig.
Inhaal-één!

Robbe


Slide 8

Vis
Visje wil iets zeggen,
visje kijkt me aan.
Visje tuit zijn lippen,
maar ik kan hem
niet verstaan…
Nooit en nergens kan ik horen
wat visje van me wil:
ik ben waterwoordendoof,
visje mensenstemmenstil.

Lucas


Slide 9

Plas
kijkes
wieze vieze voeten
stampen in een plas?
kijkes
die van mij van mij
maar kijkes naar me jas
kijkes naar me sokken
en me mouwen en me sokken
ik ben een beetje modderig
terwijl ik had beloofd….
kijkes
naar me vader
want me vader doet de was
jonge zegt hij jonge
ik zeg: pap
’t was de plas
de plas is op me kop gesprongen
ja, zo ging het echt
ik ben een beetje klodderig
en je had nog zo gezegd…

Seppe


Slide 10

poes
hebben poezen plannen?
Denkt mijn kat bij mij op schoot:
Ik maak vandaag een muisje dood…
En spint ze als ze dat
al voor zich ziet?
Ligt ze stiekem te genieten?
Maar waar aai ik haar dan voor?
Ik buig me naar haar oor
en fluister vlug:
Vandaag bijten ze
terug…
Lowie


Slide 11

telefoon
als je belt
trek je een lijntje,
een lijntje door de lucht.
Je belt nog iemand anders
en die belt je dan terug.
Hallo, hallo, ben jij het?
Wel zes keer heen en weer.
Draadjes, alsmaar langer,
praatjes, alsmaar meer.
En zo
heb je een webje,
met jezelf er middenin.
Wie neerlegt wordt een vliegje…
wie opneemt is de spin.

Jason


Slide 12

Sneeuw
De sneeuw
legt vlokken in mijn oor.
Ja hoor, zeg ik,
ben ik soms een apparaat,
een automaat
waar je een muntje in moet gooien
om te winnen, te verliezen?
Het kan dooien, het kan vriezen,
dus wat doe ik?
Snel naar binnen,
of een sneeuwbalspel beginnen?
Goed dan winter,
ik heb zin.
Gooi er nog wat muntjes in.

Thomas


Slide 13

Storm
Het weer probeert mijn kamer in te waaien.
Open ramen, en gordijnen
die me wakker zwaaien…
Vindt de wind het tijd
om binnen te gaan liggen?
Kom maar storm,
kom maar hier bij mij.
Ik adem en ik adem,
ik adem
net als jij.
Henri


Slide 14

Fornuis
Mama staat naast het fornuis.
Ze rommelt aan de knoppen.
En dan horen we
gesuis.
Zo maken we een vlammetje,
en zwof!
of
PLOEF!
of
DOEF…
Hoe noem je dat geluid?
Dat zoeken we nog uit.
Luister,
luister,
luister:
ontploffend gasgefluister.

Lieselot


Slide 15

Piano
Mama speelt piano:
ze legt haar handen
op de tanden.
Wat een breed gebit!
De meeste kiezen zijn gezond en wit,
die klinken fijn…
maar drukt ze op een rotte zwarte:
AI,
dan hoor je pijn.

Laurence


Slide 16

Schuim
Alle mannen moeten scheren.
Alle mannen moeten smeren:
vingers vol met schuimend wit
tot hun mond verborgen zit.
Alle mannen zonder baard
denken ’s morgens:
SLAGROOMTAART.
Matthis


Slide 17

Kast
Papa kleedt zich aan
en ik zit in zijn kast…
omdat ik daarin pas.
Zijn jassen en zijn dassen
hangen om me heen, dus
papa,
bel eens aan.
Dit is mijn huis.
Ik kan hier staan
en ik ben thuis.
Papa, kom je zo?
Kom je op bezoek?
Als je aanbelt
krijg je een cadeautje.
DING DONG!
JE ONDERBROEK!

Arthur


Slide 18

Suiker
Er is een pak met suiker leeggevallen.
Middenin de supermarkt
ligt nu een strookje strand.
Niemand wil erheen,
het zand is helemaal alleen:
geen zee,
geen zon,
geen parasolletjes.
Een stofzuiger op rolletjes
doet wat niet zou moeten mogen…
De hele zoete zomer

in één keer
weggezogen.

Andrea


Slide 19

HART
Toen hij er stond
wist ik het zeker:
mijn sneeuwman heeft een hart dat klopt.
Maar vanochtend werd ik wakker
en het vriezen was gestopt.
De sneeuw is nu verdwenen.
De winter is op reis.
En
dat hart dan?
Weggevlogen.
Als een vogeltje van ijs.
Savanne


Slide 20

Wenkbrauwen
Soms kijk ik van dichtbij
naar opa’s wenkbrauwen.
Ze zijn groot en mooi,
ze zijn van gras of hooi
dat jarenlang heeft mogen drogen
bij zijn ogen:
een klein boerderijtje
voor beestjes van zweet.
Kijk, kijk,
het is heet
en dan komen ze zo
naar beneden gegleden:
druppeltjesbiggen.
Om in stro
te gaan liggen.

Lies


Slide 21

Krant
Wie komt er elke morgen
de krant aan huis bezorgen?
Elke deur een mond
met trek.
Elke brievenbus
een bek
die hapt vanuit een hand.
Een rennend restaurant
brengt wat we willen weten:
het nieuws.
PAPIEREN ETEN.
Julie


Slide 22

YES
Ik geef mijn zusje les in YES.
Ik zeg: ‘Dat zeg je
als je blij bent dat je bij mij bent,
dat ik je grote broer ben,
dat ik sterk ben,
en stoer,
en dat ik je heel even maar
geknepen heb vandaag.
Dat zeg je als ze vragen:
Is je broer de allerbeste?
YES! zeg jij dan,
en dan doe je met je vuisten,
zooo dus, zusje,
zooo.’
Heeft ze het begrepen?
Zusje fluistert:

NO.

Tamara