Transcript DGT: het gedachtegoed van Marsha Linehan.
Slide 1
DGT
het gedachtegoed van
Marsha Linehan
Brugge
30 maart 2010
Dr. L.M.C. van den Bosch
Slide 2
Inhoud presentatie
• De ernst van chronische (BPS) suïcidaliteit :
het basale dilemma
• Biosociale theorie en haar consequenties
• DGT: Westers en Oosters tegelijk
• DGT: Noodzakelijke feiten
• DGT: kerntheoriën
• Empirische validatie
Slide 3
Marsha M. Linehan
Slide 4
De ernst van chronische (BPS)
suïcidaliteit : het basale dilemma
De wisselwerking tussen cliënt en
omgeving/hulpverlening wordt vaak gekenmerkt
door een aanhoudend patroon van teleurstelling,
misverstanden, controlepogingen en strijd. En
angst !!!!
Het dilemma in omgaan met de borderline cliënt is
de keuze tussen ingrijpen of niet, hulp vragen of
geven, of niet. Het is enerzijds onderschatten van
de ernst van de problematiek bij de cliënt, of
overschatten van de invloed die de
omgeving/hulpverlening op de cliënt kan hebben.
En er is onvermogen te erkennen dat de cliënt
wezenlijk verschilt van ‘gewone’ mensen.
Slide 5
Borderline problematiek
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Voorkomen van verlating
Instabiele relaties
Identiteitsstoornis
Impulsief gedrag
Suïcidaal en zelfbeschadiging
Affectlabiliteit
Gevoel van leegte
Onaangepaste woede
Paranoïde belevingen en dissociatieve symptomen
Slide 6
Biosociale Theorie
DISFUNCTIONEREN VAN HET EMOTIE
REGULATIE SYSTEEM: emotionele
kwetsbaarheid + onvermogen emoties te
moduleren
Biologische
component
Sociale
component
INVALIDERENDE OMGEVING
VOORTDURENDE EMOTIONELE
ONTREGELING
Slide 7
Heftigheid van reactie
Nieuwe prikkel
Blauw = ‘gewoon’
Rood = kwetsbaar en
niet modulerend
prikkel
Arousal niveau
TIJD
Biosociale theorie: reactie op (emotionele) prikkels
‘It is as if Borderlines have no emotional skin’
Slide 8
Slide 9
BPS:
Emotionele/impulsieve ontregeling
• Onvermogen lichamelijke
• Destructief/onaangepast
spanning te voelen
gedrag is/wordt bekrachtigd
• Onvermogen triggers te
• Gedrag is effectief in
weerstaan
reguleren van spanning (met
• Neutrale stimuli zijn
name in de vorm van
negatieve reinforcement)
geassocieerd met gevoelens/
gedachten, en worden direct • Reguleren werkt alleen op de
korte termijn, en werkt als
emotioneel gekleurd
trigger voor nog meer
• Onvermogen impulsieve
ontregeling
reacties uit te stellen
Parasuïcidaal gedrag is effectief in reduceren van spanning
Slide 10
Transactioneel Model
Emotionele kwetsbaarheid
EMOTIE DISREGULATIE
Invaliderende omgeving
Slide 11
Gevolg…
• De patient maakt invalidering en zelfhaat tot
zelfconcept.
• De behoefte aan hulp wordt afgewisseld met een
sterke hang naar autonomie.
• Het resultaat van dit gedrag leidt ertoe dat
systematische analyse en validatie van gedrag en
ondersteuning van behandelaars noodzakelijk is,
will de ontregeling ook niet daar toeslaan.
Slide 12
Stoornis vanuit de client gezien
Slide 13
Stoornis vanuit de omgeving gezien
Slide 14
Consequentie van bio-sociale theorie
• De behandelaar ziet het borderline gedrag als gestuurd
vanuit onvermogen, niet vanuit een gebrek aan
wilskracht of motivatie
• Het individu moet leren om te gaan met emotionele
stimuli (verandering) en de zelfinvalidatie tegengaan.
• Je richten op veranderen van de omgeving is
onbegonnen werk.
• Uitgaan van je eigen kijk op de wereld geeft het meest
houvast
• Het consultatie-aan-de-patiënt principe is noodzakelijk,
en moet de basis vormen van de totale aanpak
Slide 15
Het consultatie-aan-de-patiënt
(emotioneel kwetsbaar individu principe)
De belangrijkste taak van de hulpverlener/coach is
het individu te coachen bij hoe om te gaan met
zijn/haar sociaal en professioneel netwerk, niet het
netwerk leren hoe om te gaan met het individu
Slide 16
Startsituatie
cliënt
vrienden
familie
hulpverleners
Slide 17
Consultatie aan de cliënt
vrienden
familie
Slide 18
Consequenties voor de gevraagde
attitude van de medewerkers:
• Adviseren van de patiënt
• Niet het adviseren van de omgeving
• Alle teamleden veranderen hun attitude t.o.v. de
problematiek van de patienten op basis van de
biosociale theorie.
• Alle teamleden komen bij elkaar in het
consultatieteam, om hulp te krijgen vanwege de
impact van de problematiek van de patient op hun
functioneren
18
Slide 19
Het bio-sociale model en haar
consequenties
Biologisch
emotioneel
kwetsbaar
onvermogen emoties
te reguleren
noodzaak tot leren
controleren van
impulsen
transactie
Sociaal
invaliderende
omgeving
actieve zelfinvalidatie
noodzaak tot
validatie
Slide 20
Dus wat moet behandeling inhouden?
Validatie en Verandering in evenwicht met
elkaar gebracht door de open, meedogende
en begripvolle houding van de therapeut en
trainers.
Slide 21
Westerse psychiatrie en oosterse
filosofie gebundeld
Aan de ene kant
DSM classificatie/ psychiatrische problematiek
Beweging/Veranderen/ Verbeteren
Aan de andere kant
Zen, Validatie,
Stilstaan/Observeren/Accepteren
En: in het midden:
Dialectiek
Leven met polariteit/Disbalans als vaardigheid
Slide 22
DGT: noodzakelijke feiten
► Ontwikkeld door Marsha Linehan.
► Eerste programma's begin jaren negentig
► Programma ontwikkeld voor ernstig suïcidale
patiënten.
► Later toevoeging: borderline pers. stoornis. Nog
later: verslaving, eetstoornissen, trauma,
depressie, antisociale pers.st., forensische
problematiek, intramurale settings, etc.
► Doel programma: verminderen van (para) suïcidaal
gedrag, van therapie belemmerend gedrag, en van
ander ernstig, gevaarlijk of destabiliserend gedrag.
Slide 23
DGT: noodzakelijke feiten
• Standaard programma is ambulant.
• Standaard programma bestaat uit 4 modules die
samenhangen (individuele therapie, vaardigheidstraining,
telefonische consultatie en consultatie team).
• DGT ziet BPS als een stoornis op gebied van
emotieregulatie.
• BPS symptomatologie is een vorm van coping
(destructieve vaardigheden).
Slide 24
DGT: noodzakelijke feiten
DGT wordt gestuurd door principes die allen gebaseerd zijn op
de bio-sociale theorie en op de dialectische filosofie :
► Polariteitsprincipe (verandering en acceptatie moeten
hand-in-hand gaan).
► Het consultatie aan de patiënt principe (patiënten moeten
t.b.v.emotieregulatie, leren zichzelf te valideren, en bereid
zijn te veranderen).
► Het consultatie team principe: therapeuten moeten
ondersteund worden.
► Fasering behandeling (geen behandeling van trauma’s
voordat stabiliteit verworven is).
Slide 25
DGT: noodzakelijke feiten
• DGT kent 5 functies:
– Vergroten van (niet destructief) gedragsrepertoire.
– Vergroten van motivatie voor vaardig gedrag (contingentie
management
– Generaliseren van behandelwinst naar de omgeving
– Structureren van de behandel omgeving zodat het
functioneel gedrag bekrachtigt
– Verhogen van de vaardigheden van de therapeuten en van
hun motivatie om deze patienten effectief te behandelen.
Slide 26
DGT: noodzakelijke feiten:
Eerste doel is de patiënt in leven houden en creëren van
een levenswaard leven
Vervangen van ernstig disfunctioneel gedrag suïcidaal,
automutilatief gedrag en alcoholmisbruik) door effectief
functioneel gedrag
Leren van vaardigheden (voorbeeld omgaan met angst)
Leren controleren van emoties en impulsen.
Onmiddellijke levensverwachting verhogen.
Slide 27
De metafoor van DGT
Ind. therapie
vaardigheidstraining
Telefonische
consultatie
consultatieteam
Kerntheoriën:
Mindfulness/Validatie
Gedragsleer
dialectiek
Bio-sociale theorie
Slide 28
DGT en mindfulness
Mindfulness als totaal is een leven van observeren.
Doel is een meer actieve deelnemer worden.
Kernvaardigheid in VT: oplettendheid en crisis
Vaardigheden
Basishouding:
• Stilstaan: aandacht in het hier en nu
• Kijken: met open milde aandacht observeren
• Handelen: met aandacht (respond i.p.v. react)
Slide 29
Effect mindfulness
Behulpzaam om:
•
Automatische patronen te doorbreken
•
Bewuster en objectiever waar te nemen
•
Afstand te nemen, niet geleefd worden of
•
Afstand verminderen, meedoen aan het leven
•
Minder te oordelen, meer te nuanceren
•
Beslissingen te nemen,
•
Concentratie op hoofdzaken te houden
•
Minder impulsief, meer afgewogen handelen
•
Opmerken/verwerken van “bubbels”
•
Makkelijker te leven, ruimte te ervaren, ‘mind-shift’
Slide 30
Een oefening:
mindful ademhalen
Slide 31
Betekenis van het begrip Validatie
Valideren betekent aangeven dat wat de client als
‘gestoord gedrag’ (van zichzelf) ziet:
• verklaarbaar is,
• af te leiden is uit omstandigheden,
• met andere woorden accepteerbaar is
(en daardoor veranderbaar)
Slide 32
Ofwel…
het individu moet
opnieuw
leren vertrouwen op wat zij/hij ervaart
en voelt als innerlijke representatie van de
werkelijkheid.
Slide 33
Oplossing van de problematiek:
ontkoppelen emotie-disregulatie en
probleemgedrag
De cliënt moet de mogelijkheid krijgen te ervaren dat
zijn/haar cognities niet kloppen (m.n. dat de realiteit niet
zwart wit is), en dat preoccupaties getoetst kunnen
worden.
De wijze waarop dat kan is door mindfulness toe te
passen (niet direct gericht op wijzigen van disfunctionele
opvattingen, maar op het wijzigen van het proces).
Slide 34
Gedragstherapeutische strategieën (1)
gebeurtenis
gedachte
gevoel
gedrag
gevolg KT
gevolg LT
Stimuluscontrole
Exposure
Cognitieve technieken
(uitdagen, gedragsexperiment)
Ontspanningstechnieken
Vaardigheden aanleren,
Modeling
Contingentiemanagement
34
Slide 35
Gedragstherapeutische strategieën (2)
gebeurtenis
gedachte
gevoel
gedrag
gevolg KT
gevolg LT
Stimuluscontrole
Exposure
Cognitieve technieken
(uitdagen, gedragsexperiment)
Ontspanningstechnieken
Vaardigheden aanleren
Modeling
Contingentiemanagement
Validatie Mindfulness
+ Mindfulness
35
Slide 36
Analyse
Onzeker over groepspositie
kwetsbaarheid
Uitlokkende gebeurtenis
probleemgedrag
spanningsreductie
gevolgen
Niet mogen helpen
van een groepsgenoot,
naar school gestuurd worden
Opgenomen
en verzorgd
voelen
Overdosis paracetamol
slikken op de wc
Bezorgdheid en zorg
op school
leerkracht,groepsgenoten,
socioos en ouders;
ziekenhuisbezoek,
Slide 37
DIALECTIEK in DGT
•
Dialectiek als filosofie:
–
1.
2.
3.
4.
5.
Dialectische opvattingen over de werkelijkheid:
Holistisch en samenhangend
Complex en polair
Voortdurende verandering
Transactionele verandering
Identiteit is relationeel en in verandering
Slide 38
DIALECTISCHE STRATEGIEEN
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Balanceren van strategieën
Paradox
Metafoor
Advocaat van de duivel
Vergroten
Wijze geest
Zuur uit zoetzuur
Natuurlijke verandering
Dialectische assessment
Slide 39
En de toepassing van irreverentie
•
•
•
•
•
•
Op hete kolen durven lopen
Blufpoker meespelen
Confronteren
Schommelen in intensiteit en spelen met stilte
Onorthodox heretiketteren
Almacht of onmacht aan de cliënt tonen
Slide 40
Slide 41
DGT: een effectief behandelaanbod
voor chronisch suïcidale borderline
patiënten.’
7 gerandomiseerde trials over standaard DGT
Linehan et al., 1991; 2002; 2006; Koons et al., 2001;
Verheul & van den Bosch, 2003; 2005; Bohus et al.,
2000, 2004.
Slide 42
Algemene onderzoeksresultaten
• DGT betere therapietrouw
• DGT hogere reductie van zelfbeschadigende impulsieve
handelingen vooral bij degenen met ernstige problematiek
• DGT reductie van affectlabiliteit bij degenen met minder
ernstige parasuïcidaliteit
• Standaard DGT heeft een positief effect op alcoholproblemen,
maar niet op drugsproblematiek
Slide 43
maar
Na één jaar behandeling moet (DGT) behandeling
worden voortgezet, wil het effect blijven bestaan
Slide 44
Nederlandstalige Literatuur
• Linehan, M.M. (1996). Borderline persoonlijkheidsstoornis.
Handboek voor training en therapie. Lisse: Swets & Zeitlinger.
• Linehan, M.M. (2002). Dialectische gedragstherapie bij
borderline persoonlijkheidsstoornis: theorie en behandeling.
Lisse: Swets & Zeitlinger.
• Bosch LMC van den & Meijer S. (2002). Zoeken naar balans:
Dialectischegedragstherapie van A tot Z. Swets & Zeitlinger,
Lisse.
• Wies van den Bosch, Steven Meijer, Hilmar Backer (Eds). 2007.
Handboek Dialectische Gedragstherapie, de Klinische Praktijk.
Harcourt Assessment B.V., Amsterdam
Slide 45
Met dank voor uw aandacht
DGT
het gedachtegoed van
Marsha Linehan
Brugge
30 maart 2010
Dr. L.M.C. van den Bosch
Slide 2
Inhoud presentatie
• De ernst van chronische (BPS) suïcidaliteit :
het basale dilemma
• Biosociale theorie en haar consequenties
• DGT: Westers en Oosters tegelijk
• DGT: Noodzakelijke feiten
• DGT: kerntheoriën
• Empirische validatie
Slide 3
Marsha M. Linehan
Slide 4
De ernst van chronische (BPS)
suïcidaliteit : het basale dilemma
De wisselwerking tussen cliënt en
omgeving/hulpverlening wordt vaak gekenmerkt
door een aanhoudend patroon van teleurstelling,
misverstanden, controlepogingen en strijd. En
angst !!!!
Het dilemma in omgaan met de borderline cliënt is
de keuze tussen ingrijpen of niet, hulp vragen of
geven, of niet. Het is enerzijds onderschatten van
de ernst van de problematiek bij de cliënt, of
overschatten van de invloed die de
omgeving/hulpverlening op de cliënt kan hebben.
En er is onvermogen te erkennen dat de cliënt
wezenlijk verschilt van ‘gewone’ mensen.
Slide 5
Borderline problematiek
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Voorkomen van verlating
Instabiele relaties
Identiteitsstoornis
Impulsief gedrag
Suïcidaal en zelfbeschadiging
Affectlabiliteit
Gevoel van leegte
Onaangepaste woede
Paranoïde belevingen en dissociatieve symptomen
Slide 6
Biosociale Theorie
DISFUNCTIONEREN VAN HET EMOTIE
REGULATIE SYSTEEM: emotionele
kwetsbaarheid + onvermogen emoties te
moduleren
Biologische
component
Sociale
component
INVALIDERENDE OMGEVING
VOORTDURENDE EMOTIONELE
ONTREGELING
Slide 7
Heftigheid van reactie
Nieuwe prikkel
Blauw = ‘gewoon’
Rood = kwetsbaar en
niet modulerend
prikkel
Arousal niveau
TIJD
Biosociale theorie: reactie op (emotionele) prikkels
‘It is as if Borderlines have no emotional skin’
Slide 8
Slide 9
BPS:
Emotionele/impulsieve ontregeling
• Onvermogen lichamelijke
• Destructief/onaangepast
spanning te voelen
gedrag is/wordt bekrachtigd
• Onvermogen triggers te
• Gedrag is effectief in
weerstaan
reguleren van spanning (met
• Neutrale stimuli zijn
name in de vorm van
negatieve reinforcement)
geassocieerd met gevoelens/
gedachten, en worden direct • Reguleren werkt alleen op de
korte termijn, en werkt als
emotioneel gekleurd
trigger voor nog meer
• Onvermogen impulsieve
ontregeling
reacties uit te stellen
Parasuïcidaal gedrag is effectief in reduceren van spanning
Slide 10
Transactioneel Model
Emotionele kwetsbaarheid
EMOTIE DISREGULATIE
Invaliderende omgeving
Slide 11
Gevolg…
• De patient maakt invalidering en zelfhaat tot
zelfconcept.
• De behoefte aan hulp wordt afgewisseld met een
sterke hang naar autonomie.
• Het resultaat van dit gedrag leidt ertoe dat
systematische analyse en validatie van gedrag en
ondersteuning van behandelaars noodzakelijk is,
will de ontregeling ook niet daar toeslaan.
Slide 12
Stoornis vanuit de client gezien
Slide 13
Stoornis vanuit de omgeving gezien
Slide 14
Consequentie van bio-sociale theorie
• De behandelaar ziet het borderline gedrag als gestuurd
vanuit onvermogen, niet vanuit een gebrek aan
wilskracht of motivatie
• Het individu moet leren om te gaan met emotionele
stimuli (verandering) en de zelfinvalidatie tegengaan.
• Je richten op veranderen van de omgeving is
onbegonnen werk.
• Uitgaan van je eigen kijk op de wereld geeft het meest
houvast
• Het consultatie-aan-de-patiënt principe is noodzakelijk,
en moet de basis vormen van de totale aanpak
Slide 15
Het consultatie-aan-de-patiënt
(emotioneel kwetsbaar individu principe)
De belangrijkste taak van de hulpverlener/coach is
het individu te coachen bij hoe om te gaan met
zijn/haar sociaal en professioneel netwerk, niet het
netwerk leren hoe om te gaan met het individu
Slide 16
Startsituatie
cliënt
vrienden
familie
hulpverleners
Slide 17
Consultatie aan de cliënt
vrienden
familie
Slide 18
Consequenties voor de gevraagde
attitude van de medewerkers:
• Adviseren van de patiënt
• Niet het adviseren van de omgeving
• Alle teamleden veranderen hun attitude t.o.v. de
problematiek van de patienten op basis van de
biosociale theorie.
• Alle teamleden komen bij elkaar in het
consultatieteam, om hulp te krijgen vanwege de
impact van de problematiek van de patient op hun
functioneren
18
Slide 19
Het bio-sociale model en haar
consequenties
Biologisch
emotioneel
kwetsbaar
onvermogen emoties
te reguleren
noodzaak tot leren
controleren van
impulsen
transactie
Sociaal
invaliderende
omgeving
actieve zelfinvalidatie
noodzaak tot
validatie
Slide 20
Dus wat moet behandeling inhouden?
Validatie en Verandering in evenwicht met
elkaar gebracht door de open, meedogende
en begripvolle houding van de therapeut en
trainers.
Slide 21
Westerse psychiatrie en oosterse
filosofie gebundeld
Aan de ene kant
DSM classificatie/ psychiatrische problematiek
Beweging/Veranderen/ Verbeteren
Aan de andere kant
Zen, Validatie,
Stilstaan/Observeren/Accepteren
En: in het midden:
Dialectiek
Leven met polariteit/Disbalans als vaardigheid
Slide 22
DGT: noodzakelijke feiten
► Ontwikkeld door Marsha Linehan.
► Eerste programma's begin jaren negentig
► Programma ontwikkeld voor ernstig suïcidale
patiënten.
► Later toevoeging: borderline pers. stoornis. Nog
later: verslaving, eetstoornissen, trauma,
depressie, antisociale pers.st., forensische
problematiek, intramurale settings, etc.
► Doel programma: verminderen van (para) suïcidaal
gedrag, van therapie belemmerend gedrag, en van
ander ernstig, gevaarlijk of destabiliserend gedrag.
Slide 23
DGT: noodzakelijke feiten
• Standaard programma is ambulant.
• Standaard programma bestaat uit 4 modules die
samenhangen (individuele therapie, vaardigheidstraining,
telefonische consultatie en consultatie team).
• DGT ziet BPS als een stoornis op gebied van
emotieregulatie.
• BPS symptomatologie is een vorm van coping
(destructieve vaardigheden).
Slide 24
DGT: noodzakelijke feiten
DGT wordt gestuurd door principes die allen gebaseerd zijn op
de bio-sociale theorie en op de dialectische filosofie :
► Polariteitsprincipe (verandering en acceptatie moeten
hand-in-hand gaan).
► Het consultatie aan de patiënt principe (patiënten moeten
t.b.v.emotieregulatie, leren zichzelf te valideren, en bereid
zijn te veranderen).
► Het consultatie team principe: therapeuten moeten
ondersteund worden.
► Fasering behandeling (geen behandeling van trauma’s
voordat stabiliteit verworven is).
Slide 25
DGT: noodzakelijke feiten
• DGT kent 5 functies:
– Vergroten van (niet destructief) gedragsrepertoire.
– Vergroten van motivatie voor vaardig gedrag (contingentie
management
– Generaliseren van behandelwinst naar de omgeving
– Structureren van de behandel omgeving zodat het
functioneel gedrag bekrachtigt
– Verhogen van de vaardigheden van de therapeuten en van
hun motivatie om deze patienten effectief te behandelen.
Slide 26
DGT: noodzakelijke feiten:
Eerste doel is de patiënt in leven houden en creëren van
een levenswaard leven
Vervangen van ernstig disfunctioneel gedrag suïcidaal,
automutilatief gedrag en alcoholmisbruik) door effectief
functioneel gedrag
Leren van vaardigheden (voorbeeld omgaan met angst)
Leren controleren van emoties en impulsen.
Onmiddellijke levensverwachting verhogen.
Slide 27
De metafoor van DGT
Ind. therapie
vaardigheidstraining
Telefonische
consultatie
consultatieteam
Kerntheoriën:
Mindfulness/Validatie
Gedragsleer
dialectiek
Bio-sociale theorie
Slide 28
DGT en mindfulness
Mindfulness als totaal is een leven van observeren.
Doel is een meer actieve deelnemer worden.
Kernvaardigheid in VT: oplettendheid en crisis
Vaardigheden
Basishouding:
• Stilstaan: aandacht in het hier en nu
• Kijken: met open milde aandacht observeren
• Handelen: met aandacht (respond i.p.v. react)
Slide 29
Effect mindfulness
Behulpzaam om:
•
Automatische patronen te doorbreken
•
Bewuster en objectiever waar te nemen
•
Afstand te nemen, niet geleefd worden of
•
Afstand verminderen, meedoen aan het leven
•
Minder te oordelen, meer te nuanceren
•
Beslissingen te nemen,
•
Concentratie op hoofdzaken te houden
•
Minder impulsief, meer afgewogen handelen
•
Opmerken/verwerken van “bubbels”
•
Makkelijker te leven, ruimte te ervaren, ‘mind-shift’
Slide 30
Een oefening:
mindful ademhalen
Slide 31
Betekenis van het begrip Validatie
Valideren betekent aangeven dat wat de client als
‘gestoord gedrag’ (van zichzelf) ziet:
• verklaarbaar is,
• af te leiden is uit omstandigheden,
• met andere woorden accepteerbaar is
(en daardoor veranderbaar)
Slide 32
Ofwel…
het individu moet
opnieuw
leren vertrouwen op wat zij/hij ervaart
en voelt als innerlijke representatie van de
werkelijkheid.
Slide 33
Oplossing van de problematiek:
ontkoppelen emotie-disregulatie en
probleemgedrag
De cliënt moet de mogelijkheid krijgen te ervaren dat
zijn/haar cognities niet kloppen (m.n. dat de realiteit niet
zwart wit is), en dat preoccupaties getoetst kunnen
worden.
De wijze waarop dat kan is door mindfulness toe te
passen (niet direct gericht op wijzigen van disfunctionele
opvattingen, maar op het wijzigen van het proces).
Slide 34
Gedragstherapeutische strategieën (1)
gebeurtenis
gedachte
gevoel
gedrag
gevolg KT
gevolg LT
Stimuluscontrole
Exposure
Cognitieve technieken
(uitdagen, gedragsexperiment)
Ontspanningstechnieken
Vaardigheden aanleren,
Modeling
Contingentiemanagement
34
Slide 35
Gedragstherapeutische strategieën (2)
gebeurtenis
gedachte
gevoel
gedrag
gevolg KT
gevolg LT
Stimuluscontrole
Exposure
Cognitieve technieken
(uitdagen, gedragsexperiment)
Ontspanningstechnieken
Vaardigheden aanleren
Modeling
Contingentiemanagement
Validatie Mindfulness
+ Mindfulness
35
Slide 36
Analyse
Onzeker over groepspositie
kwetsbaarheid
Uitlokkende gebeurtenis
probleemgedrag
spanningsreductie
gevolgen
Niet mogen helpen
van een groepsgenoot,
naar school gestuurd worden
Opgenomen
en verzorgd
voelen
Overdosis paracetamol
slikken op de wc
Bezorgdheid en zorg
op school
leerkracht,groepsgenoten,
socioos en ouders;
ziekenhuisbezoek,
Slide 37
DIALECTIEK in DGT
•
Dialectiek als filosofie:
–
1.
2.
3.
4.
5.
Dialectische opvattingen over de werkelijkheid:
Holistisch en samenhangend
Complex en polair
Voortdurende verandering
Transactionele verandering
Identiteit is relationeel en in verandering
Slide 38
DIALECTISCHE STRATEGIEEN
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Balanceren van strategieën
Paradox
Metafoor
Advocaat van de duivel
Vergroten
Wijze geest
Zuur uit zoetzuur
Natuurlijke verandering
Dialectische assessment
Slide 39
En de toepassing van irreverentie
•
•
•
•
•
•
Op hete kolen durven lopen
Blufpoker meespelen
Confronteren
Schommelen in intensiteit en spelen met stilte
Onorthodox heretiketteren
Almacht of onmacht aan de cliënt tonen
Slide 40
Slide 41
DGT: een effectief behandelaanbod
voor chronisch suïcidale borderline
patiënten.’
7 gerandomiseerde trials over standaard DGT
Linehan et al., 1991; 2002; 2006; Koons et al., 2001;
Verheul & van den Bosch, 2003; 2005; Bohus et al.,
2000, 2004.
Slide 42
Algemene onderzoeksresultaten
• DGT betere therapietrouw
• DGT hogere reductie van zelfbeschadigende impulsieve
handelingen vooral bij degenen met ernstige problematiek
• DGT reductie van affectlabiliteit bij degenen met minder
ernstige parasuïcidaliteit
• Standaard DGT heeft een positief effect op alcoholproblemen,
maar niet op drugsproblematiek
Slide 43
maar
Na één jaar behandeling moet (DGT) behandeling
worden voortgezet, wil het effect blijven bestaan
Slide 44
Nederlandstalige Literatuur
• Linehan, M.M. (1996). Borderline persoonlijkheidsstoornis.
Handboek voor training en therapie. Lisse: Swets & Zeitlinger.
• Linehan, M.M. (2002). Dialectische gedragstherapie bij
borderline persoonlijkheidsstoornis: theorie en behandeling.
Lisse: Swets & Zeitlinger.
• Bosch LMC van den & Meijer S. (2002). Zoeken naar balans:
Dialectischegedragstherapie van A tot Z. Swets & Zeitlinger,
Lisse.
• Wies van den Bosch, Steven Meijer, Hilmar Backer (Eds). 2007.
Handboek Dialectische Gedragstherapie, de Klinische Praktijk.
Harcourt Assessment B.V., Amsterdam
Slide 45
Met dank voor uw aandacht