Transcript Mindmap

Slide 1

Concepting
Docent: Robert Crain
Jaar: 2009
Klas: V1


Slide 2

Concepting

• Flexibel associeren
• Mindmap
• Morphological Matrix


Slide 3

Flexibel
associeren


Slide 4

Concepting
Waarom? Vlot en flexibel associeren is
onder andere nuttig bij brainstorming.
Hoe? Associeren doe je al spontaan! Wat je
kunt oefenen:
1. Snelheid verhogen
2. Kantelen (disocieren)
3. Terugkoppelen (resocieren)
4. Verbinden


Slide 5

Concepting
Het niveau van een oefening wordt
aangegeven met een (+).
(+) basis
(++) goed
(+++) prima


Slide 6

Concepting
1. Snelheid verhogen
De associatieketting. Reeks van associaties
waarbij je bij een term begint en telkens verder
associeert op de laatste term die je hebt
bedacht, met uitstel van oordeel!

Voorbeeld: water-drinken-frisdrank-zomerstrand-surfen…


Slide 7

Concepting Oefening
1. Snelheid verhogen (+)
Sla het woordenboek ergens open. Begin
met een willekeurig woord en maak een
associatieketting voor 1 minuut (niet langer).
Herhaal deze oefening 1x met een ander
woord. Probeer het aantal woorden met 50% te
vermeerderen ten opzichte van de vorige
associatieketting.


Slide 8

Concepting
2. Kantelen
Via associaties andere contexten opsporen.

Voorbeeld:
Een bank staat in een huiskamer, maar is ook
een geldinstelling, of een database.


Slide 9

Concepting Oefening
2. Kantelen (++)
Sla het woordenboek ergens open. Begin
met een willekeurig woord en kantel voor
1 minuut (niet langer).
Herhaal deze oefening 1x met een ander
woord. Probeer het aantal woorden met 50% te
vermeerderen ten opzichte van de vorige
kantelingen.


Slide 10

Concepting
3. Terugkoppelen
Begin met een woord en maak een
associatieketting die eindigt met het laatste
woord.
Voorbeeld: Japan-sushi-restaurant-diner-lunchontbijt-spiegelei


Slide 11

Concepting Oefening
3. Terugkoppelen (+++)
Sla het woordenboek ergens open en kies een
woord. Doe dit nogmaals. Maak een
associatieketting tussen beide woorden.
Herhaal deze oefening 1x met een ander
woord. Probeer het aantal woorden met 50% te
vermeerderen ten opzichte van de vorige
koppelingen.


Slide 12

Concepting
4. Verbinden
Zoek de overeenkomsten tussen twee woorden.

Voorbeeld: Zonnebloem

Spiegelei

Gele kleur
Zondagversiering
Zonnig kleur en vorm
Specifieke geur
Ronde kern en een omhulsel
Lekker
Kinderen houden ervan


Slide 13

Concepting Oefening
4. Verbinden (+++)
Sla het woordenboek ergens open en kies een
woord. Doe dit nogmaals. Zoek de
overeenkomsten tussen beide woorden.
Herhaal deze oefening 1x met een ander
woord. Probeer het aantal woorden met 50% te
vermeerderen ten opzichte van de vorige
verbindingen.


Slide 14

Concepting
Mocht je meer willen weten over dit
onderwerp, lees het boek: Creativiteit,
HOE? ZO! van Igor Byttebier.


Slide 15

Mindmap


Slide 16

De Mindmap
Het gebruik van de Mindmap is onder
creatieven zeer populair. Het is makkelijk
in gebruik en het levert snel resultaat.


Slide 17

De Mindmap

Maar hoe werkt het
ook alweer?


Slide 18

De Mindmap





Plaats in het midden het onderwerp
Associeer op het onderwerp
Elk woord moet alleen staan
Benadruk belangrijke woorden


Slide 19

De Mindmap

Wat vergeten
wordt...


Slide 20

De Mindmap





Verbind woorden die onderling een
associatie met elkaar hebben
Verbind woorden die eventueel een
associatie met elkaar kunnen hebben
Kluster of omcirkel deze groepen van
woorden


Slide 21

De Mindmap
Door klustering ontstaan gebieden
van woorden, die een concept kunnen
bevatten. Zo’n gebied wordt de context
van het concept genoemd.


Slide 22

De Mindmap
Er zijn een paar redenen op te noemen
wanneer klustering wel lukt, maar binnen
de context van de woorden onstaat niet
direct een concept, of het concept
is inhoudelijk niet sterk genoeg.


Slide 23

De Mindmap
1. Weinig vertakkingen binnen de
boomstructuur
2. Kwaliteit van de associaties is niet
voldoende
3. Niet avontuurlijk genoeg met
klustering


Slide 24

De Mindmap
1. Weinig vertakkingen binnen de
boomstructuur
Probeer niet te snel te stoppen met
associeren. Hoe meer woorden je verzint,
des te meer klusteringen je kunt maken,
wat uiteindelijk betere concepten oplevert.


Slide 25

De Mindmap
2. Kwaliteit van de associaties is niet
voldoende
De eerste associatie hoeft niet direct de
beste associatie te zijn. Durf verder te
denken.


Slide 26

De Mindmap






Abstract - Concreet
Synoniem - Antoniem
Goed - Slecht
Verleden – Toekomst
Etcetera

Zie het voorbeeld met het woord ‘jong’


Slide 27

De Mindmap

Synoniem

Abstract

Antoniem

Jong

Concreet

Verleden

Goed

Slecht

Toekomst


Slide 28

Piep
Jeugd

De Mindmap Oefening
Toekomst

Ochtendgloren

Synoniem
Groen

Fris

Abstract
Licht

Bejaard

Antoniem

Oud

Over datum
Baby

Auto van 2 jaar oud

Jong

Concreet

Thuiswonen

Onder de plak bij ouders

Verleden

Adolescent
Zakgeld

Voor 19:00 naar bed

Open minded
Strak in vel

Goed
Actueel

Vernieuwend

Zelfstandig wonen

Toekomst
Ouder

Brutaal
Kinderachtig

Geen ervaring

Slecht
Eeuwige leven

Kinderen

Salaris


Slide 29

De Mindmap
3. Niet avontuurlijk genoeg met
klustering
Probeer woorden te klusteren die op het
eerste gezicht niets met elkaar te maken
hebben.


Slide 30

De
Morphological
Matrix


Slide 31

De Morphological Matrix
Concepten ontwikkelen met een grote
groep is moeilijker dan binnen een kleine
groep of individueel. Je zult dus
randvoorwaarden moeten ontwikkelen om
de enorme gedachtenstroom van de
groep te kanaliseren.


Slide 32

De Morphological Matrix
Deze randvoorwaarden vormen de
Matrix waarbinnen gedacht wordt.
De Matrix blijft tijdens het denkproces
onveranderd. Echter de inhoud binnen de
Matrix zal door de randvoorwaarden
steeds veranderen. Dit Morphen noemt
men het conceptproces.


Slide 33

De Morphological Matrix

Dat was de theorie,
nu aan de slag!


Slide 34

De Morphological Matrix
Voorbereiding:
gebruik post-its en een groot vel papier.
Teken op het vel papier een grid van 7x7
vlakken.


Slide 35

De Morphological Matrix


Slide 36

De Morphological Matrix
Oefening 1:
Bepaal thema’s voor de brainstorm, geen
ideeen. Elke deelnemer verzint binnen
5 minuten minimaal 5 thema’s …


Slide 37

De Morphological Matrix
…voorbeelden van thema’s kunnen zijn :
de vier seizoenen, feestdagen, maar
ook ‘vrijheid van meningsuiting’ of ‘lief zijn
voor elkaar’. Je hebt dus een enorme
vrijheid in je thema’s.
Plaats de thema’s aan de linkerkant van
de Matrix.


Slide 38

De Morphological Matrix
Thema’s

Thema’s

Thema’s

Thema’s

Thema’s

Thema’s


Slide 39

De Morphological Matrix
Maak nog geen selectie. Alle thema’s zijn
toegestaan.


Slide 40

De Morphological Matrix

Je hebt 5 minuten
voor deze oefening!


Slide 41

De Morphological Matrix
Oefening 2:
Bepaal de randvoorwaarden, geen
ideeen.
Elke deelnemer verzint binnen 5 minuten
minimaal 5 randvoorwaarden…


Slide 42

De Morphological Matrix
…stel aan jezelf de vraag: ‘waar moet het
project aan voldoen’? Antwoorden daarop
kunnen zijn: interactief, visueel
vernieuwend, zichtbaar bij daglicht etc.
Plaats de randvoorwaarden boven de
Matrix.


Slide 43

De Morphological Matrix
Randvoorwaarden
Thema’s

Thema’s

Thema’s

Thema’s

Thema’s

Thema’s

Randvoorwaarden

Randvoorwaarden

Randvoorwaarden

Randvoorwaarden

Randvoorwaarden


Slide 44

De Morphological Matrix
Maak nog geen selectie.
Alle randvoorwaarden zijn toegestaan.


Slide 45

De Morphological Matrix

Je hebt 5 minuten
voor deze oefening!


Slide 46

De Morphological Matrix
Maak uiteindelijk een selectie van
6 thema’s en 6 randvoorwaarden.
Dus 6 thema’s aan de linkerkant van de
Matrix, en 6 randvoorwaarden aan de
bovenkant van de Matrix.


Slide 47

De Morphological Matrix
Jullie gaan nu kruisverbanden aanleggen
tussen thema en randvoorwaarde.
Laat de deelnemers dat eerst voor
zichzelf doen.


Slide 48

De Morphological Matrix
Voorbeeld 1:
‘Seizoenen’ gekoppeld aan ‘visueel
uitdagend’ zou kunnen opleveren:
‘Le quatrro staggioni van Vivaldi vertalen
naar beeld’.


Slide 49

De Morphological Matrix
Visueel
uitdagend
Seizoenen

Thema’s

Thema’s

Thema’s

Thema’s

Thema’s

Vivaldi ‘le
quatro
staggioni’

Interactief

Randvoorwaarden

Randvoorwaarden

Randvoorwaarden

Randvoorwaarden


Slide 50

De Morphological Matrix
Voorbeeld 2:
‘Seizoenen’ gekoppeld aan ‘interactief’
zou kunnen opleveren:
‘Tijdens slecht weer via jouw mobiel mooi
weer toveren op het scherm’.


Slide 51

De Morphological Matrix
Seizoenen

Thema’s

Thema’s

Thema’s

Thema’s

Thema’s

Visueel
uitdagend

Interactief

Vivaldi ‘le
quatro
staggioni’

Via mobiel
mooi weer
toveren op
scherm

Randvoorwaarden

Randvoorwaarden

Randvoorwaarden

Randvoorwaarden


Slide 52

De Morphological Matrix
Het vergt een enorm associatief
vermogen van de deelnemers maar dat is
juist de uitdaging!


Slide 53

De Morphological Matrix
De resultaten zullen in het begin
misschien teleurstellend zijn. De
Morphological Matrix is moeilijker dan de
Mindmap, maar levert uiteindelijk meer
concepten op.


Slide 54

De Morphological Matrix
Lukt het de eerste keer niet, probeer het
nogmaals. Oefenen! Succes