Hoe maak ik een werkstuk? Tips & Trucs Waar begin ik mee?      Je kiest een onderwerp voor je werkstuk dat je leuk of interessant vindt. Je.

Download Report

Transcript Hoe maak ik een werkstuk? Tips & Trucs Waar begin ik mee?      Je kiest een onderwerp voor je werkstuk dat je leuk of interessant vindt. Je.

Hoe maak ik een werkstuk?

Tips & Trucs

Waar begin ik mee?

     Je kiest een onderwerp voor je werkstuk dat je leuk of interessant vindt.

Je maakt het jezelf gemakkelijker door een onderwerp te kiezen waar veel informatie over te vinden valt.

Het mag geen onderwerp zijn dat je al eens gebruikt hebt voor eerdere werkstukken of spreekbeurten.

Laat het onderwerp voor je werkstuk deze week goedkeuren door je leerkracht !!!!!

Start met het maken van een woordspin, deze woordspin kun je gebruiken voor het maken van een goede hoofdstukindeling.

Spreekbeurtpakketten

Informatie zoeken

         Als je een goedgekeurd onderwerp hebt ga je op zoek naar informatie.

Informatie is te krijgen bij: Bibliotheek Internet Instanties (bedrijven, verenigingen etc.) School Thuis Eigen ervaring Probeer zoveel mogelijk te verzamelen, beter te veel dan te weinig !!!!

Handige websites

 www.netwijs.nl

 www.basislink.nl

 www.kennisnet.nl

 www.willemwever.nl

 www.jeugdbieb.nl

 http://webje.yurls.net

 www.klokhuis.nl

Wat ga ik met die informatie doen?

 Als je genoeg informatie over je onderwerp hebt, ga je hoofdstukjes maken.

 Kies voor logische en niet al te lange hoofdstukjes (dit is een heel belangrijk onderdeel, het kan handig zijn om je hoofdstukindeling even door je leerkracht te laten checken.

 Zet bij elk hoofdstuk de informatie die hierbij hoort.

 Geef elk hoofdstuk een logische titel.

Indeling van het werkstuk

De Kaft

met daarop:  Jouw naam  Groep  Onderwerp werkstuk  Foto, afbeelding, plaatje  Je mag ook de datum op de voorkant erbij zetten

Onderwerp: Door: School: Groep: Leerkracht: Tafeltennis Sandertje van Beek Basisschool “De Koperwiek” 7c Juf Manon

De inhoudsopgave

 In de inhoudsopgave staan de titels van de hoofdstukken en de paginanummers waar deze hoofdstukken beginnen.

Inhoudsopgave Woordspin Inleiding Hoofdstuk 1: Het ontstaan van tafeltennis Hoofdstuk 2: De benodigdheden voor het spelen van tafeltennis Hoofdstuk 3: De spelregels Hoofdstuk 4: Afmetingen van de tafel Hoofdstuk 5: De puntentelling Bronnenblad 1 2 3 5 6 8 9 10

Woordspin/mindmap

     Een woordspin is een bladzijde waarop in het midden de titel van jouw werkstuk staat met daarom heen woorden waar jij aan denkt bij het horen van de titel.

Dit is het blad dat je als eerste maakt.

Je moet minimaal 8 woorden kunnen bedenken die bij je onderwerp horen.

Dit kunnen, maar hoeven niet de titels te zijn voor je hoofdstukken.

Maak er iets moois van !!!!

De inleiding

 In de inleiding staat kort beschreven, waarom je voor dit onderwerp hebt gekozen.

 Schrijf niet op: “Ik heb voor dit onderwerp gekozen, omdat ik het leuk vind”!

De kern van jouw werkstuk

 De informatie rondom jouw onderwerp          Zorg voor duidelijke en logische hoofdstukken.

Zet titels boven de verschillende hoofdstukken. Zorg dat ze opvallen !!!!

Begin een nieuw hoofdstuk op een nieuwe bladzijde.

Een hoofdstuk mag natuurlijk langer zijn dan 1 bladzijde.

Wissel je verhaal af met afbeeldingen of foto’s, dat ziet er veel frisser uit!

Check de spelling als je op de computer werkt met de spellingscontrole, als je schrijft zoek je lastige woorden op of je laat je ouder(s) het even nalezen op fouten.

Er moeten 7 pagina’s met info zijn rondom jouw onderwerp; de vorige onderdelen (kaft, inhoudsopgave, woordveld en inleiding niet meegerekend) 1 bladzijde tekst is een hele pagina tekst met eventueel een kleine afbeelding erbij.

Als je je werkstuk typt mag je niet te grote letters gebruiken!

HOOFDSTUK 2 Een woest land vol water

De oudste sporen van mensen in Nederland zijn gevonden in Limburg. Het zijn vuurstenen werktuigen van ongeveer 250.000 jaar geleden. Als je er met een andere steen tegenaan slaat springen er scherpe stukjes van af. De steen krijgt zo scherpe randen. De oudste bewoners gebruikten die scherpe vuurstenen als bijlen en messen.

Ze leefden van de jacht. Ze zochten voedsel in de natuur zoals wortels, noten, bessen en kruiden. De mensen leefden in kleine groepjes. Als er niet genoeg wild was om op te jagen pakten ze hun spullen en trokken ergens anders heen.

Ons land zag er in die tijd heel anders uit. Het meeste land stond toen onder water. Alleen de hogere zandgronden, in wat nu Noord-Brabant, Limburg, Twente en de Achterhoek is, staken boven het water uit.

Het bronnenblad

  In een bronnenblad staan alle boeken en internet sites die je gebruikt hebt, bij het maken van je werkstuk.

Als je boeken gebruikt hebt schrijf je eerst de titel van het boek op met daarachter de naam van de schrijver.

B.v.: De geschiedenis van de scouting – J. Dorskamp  Als je internet sites hebt gebruikt, schrijf je zo precies mogelijk het adres op b.v.: www.scoutingnederland.nl

BRONNENBLAD

Boeken: De struisvogel (Informatie Junior) J. Scheepmaker boek Vogels uit Afrika T. de Wild stukje uit boek Websites: www.struisvogels.nl www.beeldbank.nl: struisvogels in Nederland

De indeling van je werkstuk

 Alle onderdelen nog eens in de volgorde zoals ze straks in je werkstuk moeten zitten:  Kaft Titel werkstuk – Naam – Groep – Datum  Inhoudsopgave Titels hoofdstukken met paginanummer(s)  Woordspin Woordspin rondom jouw onderwerp  Inleiding Waarom heb je voor dit onderwerp gekozen ?

 Informatie rondom je onderwerp, 7 pagina’s met tekst en foto’s / tekeningen  Bronnenblad Lijst van internetsites en boeken die je gebruikt hebt.

En dan…..

    Alle tools die je nodig hebt voor een goed werkstuk vind je in deze PowerPoint. Zorg er voor dat alles wat er in moet zitten, er ook echt in zit (per onderdeel dat we missen gaat er één punt van af).

Ben creatief.

Je mag je werkstuk inleveren als boekje, via de mail, als PowerPointpresentatie, als SMART-document, als PDF bestand, als webpagina, als prezi, als…..

Klaar? Laat je werkstuk door anderen doorlezen, misschien hebben zij nog goede tips voordat je het inlevert…..

Heel veel