Lichtreceptoren Werking van het menselijk oog Hoe wordt de lichttoevoer geregeld? Regeling lichttoevoer Beeldvorming oog Accommodatie lens Afwijkingen accommodatie • Lichttoevoer wordt geregeld door de iris: – Pigment.

Download Report

Transcript Lichtreceptoren Werking van het menselijk oog Hoe wordt de lichttoevoer geregeld? Regeling lichttoevoer Beeldvorming oog Accommodatie lens Afwijkingen accommodatie • Lichttoevoer wordt geregeld door de iris: – Pigment.

Slide 1

Lichtreceptoren
Werking van het menselijk oog


Slide 2

Hoe wordt de lichttoevoer geregeld?

Regeling lichttoevoer
Beeldvorming oog
Accommodatie lens
Afwijkingen
accommodatie

• Lichttoevoer wordt geregeld door de iris:
– Pigment in de iris  afschermen van overtollig
licht;
– Iriskringspier en irisstraalspieren regelen
grootte van de pupil: pupilreflex.

Oplossingen
Bouw netvlies
Functie pigmentlaag
Functie fotoreceptoren
Functie ganglioncellen
Stoornis en schade

Albinisme

Pupilreflex


Slide 3

Hoe gebeurt de beeldvorming in het oog?

Regeling lichttoevoer
Beeldvorming oog
Accommodatie lens
Afwijkingen
accommodatie
Oplossingen
Bouw netvlies

• Beeldvorming gebeurt doorheen een bolle lens.
• Weg van de lichtstraal: hoornvlies  voorste
oogkamer  lens  glasachtig lichaam.
• Doorzichtige oogdelen hebben verschillende
dichtheden  lichtbreking.
• Lichtstralen convergeren  beeldvorming gele
vlek.
Beeld

Voorwerp

Functie pigmentlaag
Functie fotoreceptoren
Functie ganglioncellen
Stoornis en schade

Bolle lens
Beeldvorming in het oog


Slide 4

Hoe gebeurt accommodatie van de lens?

Regeling lichttoevoer
Beeldvorming oog
Accommodatie lens
Afwijkingen
accommodatie

Accommodatie of scherpstelling: scherpstellen van
beelden kortbij of veraf.
• Ver kijken
– Accommodatiespier ontspannen;
– Lensbandjes trekken aan de lens.

Oplossingen
Bouw netvlies
Functie pigmentlaag
Functie fotoreceptoren
Functie ganglioncellen
Stoornis en schade

Lens wordt platter.

Platte lens

• Dichtbij kijken
– Accommodatiespier samengetrokken;
– Lensbandjes trekken niet aan de lens;
– Nabijheidspunt: maximale kromming
lens.
Bolle lens

Lens wordt boller.


Slide 5

Welke accommodatieafwijkingen komen voor?
Verziendheid: brandpunt valt achter de oogbol.
Regeling lichttoevoer
Beeldvorming oog
Accommodatie lens
Afwijkingen
accommodatie
Oplossingen

• Verafgelegen voorwerpen worden
scherp gezien;
• Oogbol is korter of de lens is
platter dan normaal of veroudering
(ouderdomsverziendheid);
• Dragen van een bril met positieve
(bolle) lenzen.

Bouw netvlies
Functie pigmentlaag
Functie fotoreceptoren
Functie ganglioncellen
Stoornis en schade

Bijziendheid: brandpunt valt voor de oogbol.
• Dichtbijgelegen voorwerpen worden
scherp gezien;
• Oogbol is langer of de lens is boller
dan normaal;
• Dragen van een bril met negatieve
(holle) lenzen.


Slide 6

Oplossingen voor accommodatieafwijkingen

Regeling lichttoevoer
Beeldvorming oog
Accommodatie lens
Afwijkingen
accommodatie
Oplossingen
Bouw netvlies
Functie pigmentlaag
Functie fotoreceptoren
Functie ganglioncellen
Stoornis en schade

• Brillen:
– Monofocale lenzen: positieve of negatieve
lenzen;
– Bifocale lenzen: bovenzijde negatief en
onderzijde positief;
– Multifocale lenzen: alle overgangen van ver
naar dichtbij kunnen scherp gezien worden.
• Oogkrasjes op buitenlaag hoornvlies 
verhelpen van lichte tot matige bijziendheid.
• Laserbehandeling  oplossing voor bijziendheid
en verziendheid.


Slide 7

Hoe is het netvlies opgebouwd?

Regeling lichttoevoer
Beeldvorming oog
Accommodatie lens
Afwijkingen
accommodatie
Oplossingen
Bouw netvlies
Functie pigmentlaag
Functie fotoreceptoren
Functie ganglioncellen
Stoornis en schade

• Laag 1: pigmentcellen. Cellen bevatten
pigmentkorrels.
• Laag 2: lichtgevoelige cellen of fotoreceptoren.
– 120 miljoen staafjes;
– 5 miljoen kegeltjes;
– Gele vlek  alleen kegeltjes;
– Blinde vlek  geen staafjes of kegeltjes.
• Laag 3: bipolaire cellen. Zenuwcellen tussen
fotoreceptoren en ganglioncellen.
• Laag 4: ganglioncellen. Zenuwcellen verbonden
met de oogzenuw.


Slide 8

Welke functie heeft de pigmentlaag?

Regeling lichttoevoer

Pigmentkorrels in de cellen van dit weefsel absorberen
al het licht, zodat het niet weerkaatst in de oogbol.

Beeldvorming oog
Accommodatie lens
Afwijkingen
accommodatie
Oplossingen
Bouw netvlies
Functie pigmentlaag
Functie fotoreceptoren
Functie ganglioncellen
Stoornis en schade
Nachtdieren hebben een tapetum


Slide 9

Wat is de functie van staafjes en kegeltjes?

Regeling lichttoevoer
Beeldvorming oog
Accommodatie lens
Afwijkingen
accommodatie
Oplossingen
Bouw netvlies
Functie pigmentlaag

Staafjes
• Pigment lichtgevoeligheid: rhodopsine;
• Geen kleuren waarnemen  lage prikkeldrempel;
• Stoornis: nachtblindheid  verhelpen met vitamine
A.

Kegeltjes
• Pigment lichtgevoeligheid: blauwgevoelige,
groengevoelige en roodgevoelige pigment;
• Kleuren waarnemen  hoge prikkeldrempel;
• Stoornis: kleurenblindheid  niet verholpen worden

Functie fotoreceptoren
Functie ganglioncellen

Kegeltje

Stoornis en schade

Staafje
Fotoreceptoren van
het netvlies


Slide 10

Wat is de functie van de ganglioncellen?

Regeling lichttoevoer

Ganglioncellen: ontvangen impuls van bipolaire cellen
en geven die door aan de oogzenuw.

Beeldvorming oog
Accommodatie lens

Naar oogzenuw

Afwijkingen
accommodatie

Ganglioncel

Oplossingen
Bouw netvlies

Bipolaire cellen

Functie pigmentlaag
Functie fotoreceptoren
Functie ganglioncellen
Stoornis en schade

Doorsnede netvlies (schematisch)


Slide 11

Wat gebeurt er bij stoornissen en schade?

Regeling lichttoevoer
Beeldvorming oog
Accommodatie lens
Afwijkingen
accommodatie
Oplossingen

Nachtblindheid: stoornis functie staafjes:
• Je ziet slecht tot niets bij weinig licht;
• Tekort aan vitamine A.
 Vitamine A innemen.
Kleurenslechtziendheid: stoornis functie kegeltjes:
• Er is een afwijking bij het waarnemen van kleuren;
• Erfelijke aandoening die niet verholpen kan worden.

Bouw netvlies
Functie pigmentlaag
Functie fotoreceptoren
Functie ganglioncellen
Stoornis en schade

Glaucoom: schade aan oogzenuw door hoge oogdruk:
• Schade aan zenuwvezels  uitval deel gezichtsveld.
 Oogdruppels, laserbehandeling, operatie kunnen
druk verlagen en schade beperken.


Slide 12

Iris

Pupil

Hoeveelheid pigment in de iris bepaalt de kleur van de ogen.
• Veel pigment  bruine ogen
• Weinig pigment  blauwe ogen


Slide 13

Iris
Irisstraalspieren

Iriskringspier

Iriskringspier: trekt samen bij sterk licht  pupil vernauwt.
Irisstraalspieren: trekken samen bij zwak licht  pupil vergroot.

Spieren in de iris


Slide 14

Pupil

Vernauwde pupil bij sterk licht

Vergrote pupil bij zwak licht

De spierwerking (iriskringspier en irisstraalspieren) is een reactie op
lichtintensiteit: pupilreflex.
Bij een vernauwde pupil zie je veel scherper bij sterke lichtinval.


Slide 15

Albinisme: erfelijke afwijking waarbij pigment ‘melanine’ onvoldoende of
helemaal niet voorkomt in de ogen, huid en haar.
• Iris = doorzichtig  rode ogen.
• Kunnen moeilijk daglicht verdragen  dragen van zonnebril.


Slide 16

Bolle lens

Brandpunt

Invallende lichtstralen

Voorwerp

Beeld

Beeldvorming doorheen een bolle lens

Voorwerpsafstand: afstand tussen voorwerp en middelpunt lens.
Beeldafstand: afstand tussen middelpunt lens en beeld.
 Evenwijdige lichtstralen komen na breking in 1 punt samen
(convergeren).
 Beeld: verkleind en omgekeerd.


Slide 17

Hoornvlies
Voorste oogkamer

Gele vlek

Ooglens (lens)
Glasachtig lichaam

Blinde vlek
Beeldvorming in het oog


Slide 18

Straallichaam
Accommodatiespier

Lens

Lensbandjes

Ontspannen accommodatiespier

Accommodatiespier is ontspannen;
 lensbandjes trekken aan de lens;
 Lens wordt uitgerekt;
 Lens wordt platter en is ingesteld om ver te kijken.


Slide 19

Straallichaam
Accommodatiespier

Lens

Lensbandjes

Samengetrokken accommodatiespier

Accommodatiespier is samengetrokken;
 lensbandjes trekken niet aan de lens;
 Lens wordt niet uitgerekt;
 Lens wordt boller en is ingesteld om dichtbij te kijken.


Slide 20

Brandpunt

Positieve (bolle) lens

Verziendheid (schematisch)

Brandpunt


Slide 21

Brandpunt

Negatieve (holle) lens

Bijziendheid (schematisch)

Brandpunt


Slide 22

Krasjes op hoornvlies

Oogkrasjes op het hoornvlies

• Straalsgewijze insnijdingen  centrale gedeelte wordt platter.
• Hoornvlies wordt platter  licht wordt minder gebroken.


Slide 23

Laserbehandeling van het hoornvlies

Behandeling bijziendheid:
• Dun flapje hoornvlies wordt verwijderd;
• Laser verdampt een stukje hoornvlies  hoornvlies wordt
platter;
• Flapje wordt er terug opgelegd.
Behandeling verziendheid:
• Dun flapje hoornvlies wordt verwijderd;
• Laser maakt een cirkelvormige insnijding  hoornvlies wordt
boller;
• Flapje wordt er terug opgelegd.


Slide 24

Lichtinval

Laag 4: ganglioncellen

Laag 3: bipolaire cellen

Laag 2: lichtgevoelige
cellen  kegeltjes
Laag 2: lichtgevoelige
cellen  staafjes
Doorsnede netvlies (schematisch)

Laag 1: pigmentcellen


Slide 25

Blinde vlek

Gele vlek

Kegeltjes

Staafjes
Oppervlakte netvlies rechteroog


Slide 26

Staafje
Kegeltje

Preparaat van fotoreceptoren in het netvlies


Slide 27

Tapetum

Mens

Kat
Pigmentlaag

• Bij nachtdieren is de pigmentlaag
dunner  er moet nog licht op het
tapetum invallen.
• Tapetum  schaarse licht gaat voor
een tweede maal doorheen de
fotoreceptoren.
Kat (nachtdier)


Slide 28

De kringspieren trekken samen als de hoeveelheid invallend licht toeneemt.


Slide 29

Testkaarten voor kleurenslechtziendheid

Testkaarten voor kleurenslechtziendheid: getal 57 (links) en getal 74
(rechts). Iemand met kleurenslechtziendheid leest andere getallen.


Slide 30

Stroomrichting van kamervocht in oog (schematisch)

In de bloedvaten van het straallichaam wordt continu kamervocht
geproduceerd. De bloedvaten van het harde oogvlies nemen kamervocht op.
Als hierin een storing voorkomt, stijgt de druk in het oog.