Spierwerking als reactie op prikkels Bewegingen bij enkele ongewervelde dieren Bewegingsstructuren vliegende insecten Bewegingsstructuren vliegende insecten Bouw borststuk vliegende insecten Poten • Drie paar poten  hangen vast aan.

Download Report

Transcript Spierwerking als reactie op prikkels Bewegingen bij enkele ongewervelde dieren Bewegingsstructuren vliegende insecten Bewegingsstructuren vliegende insecten Bouw borststuk vliegende insecten Poten • Drie paar poten  hangen vast aan.

Slide 1

Spierwerking als reactie op
prikkels
Bewegingen bij enkele ongewervelde dieren

Bewegingsstructuren vliegende insecten

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten

Poten
• Drie paar poten  hangen vast aan borststuk;
• Heup, dijring, dij, scheen, voet  hol;
• Bedekt met talrijke haartjes  stof verwijderen.

Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Vleugels
• Twee paar vleugels  hangen vast aan borststuk;
• = Plaatvormige uitstulpingen huid;
• Bedekt met chitine +verstevigd met aders of nerven
 stijf en onbuigzaam;

Hoe is het borststuk aangepast aan beweging?

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen

• Bouw lichaamswand (= exoskelet):
– Eén laag opperhuidcellen;
– Cuticula bevat chitine;
– Waslaagje.
• Spieren hangen vast aan exoskelet.
• Bouw borststuksegmenten:
– Chitineplaten (zijplaten, buikplaat, rugplaat);
– Vliegspieren (lengtespieren, verticale spieren).

Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels
Lichaamswand
(schematisch)

Spieren in de poten
(schematisch)

Borststuk
(schematisch)

Bewegingsmechanisme vliegende insecten

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Poten
• Spiercontracties loopspieren: buigers en strekkers;
• Tussen de leden weinig chitine in cuticula  soepele
beweging (=soort gewricht);
• Spieren = dwarsgestreepte spieren  snelle
contractie.

Vleugels
• Verticale spieren (heffers) trekken samen 
rugplaat beweegt naar beneden + vleugels slaan
op;
• Lengtespieren (zinkers) trekken samen 
rugplaat beweegt naar boven + vleugels slaan neer.

Bewegingsstructuren regenworm

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructur
en regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen

• Regenwormen = ringwormen:
– Lichaam (uitwendig, inwendig) ingedeeld in
segmenten of ringen;
– Segmenten zijn gevuld met lichaamsvloeistof.
• Hydroskelet: stevigheid door spanning van de
lichaamsvloeistof op de lichaamswand.
• Huidspierzak: kringspieren + lengtespieren +
opperhuid.
• Per segment op buikzijde + flanken: 4 paren
borstels.

Beweging als reactie
op prikkels

Regenworm
(uitwendig)

Regenworm
(inwendig)

Bewegingsmechanisme regenworm

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten

Beweging: samenwerking spierlagen lichaamswand,
lichaamsvloeistof en borstels.

Kringspieren trekken samen

Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen

Lengtespieren trekken samen

Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Borstels in de bodem
Contractiegolf: opeenvolgende
segmenten trekken na elkaar samen.

Beweging als reactie op prikkels

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Taxis: het gericht verplaatsen als gevolg van een
prikkel.
• Bodemtrillingen: regenworm weet dat er een
mol komt  vluchten;
• Regenval: gangen regenworm lopen onder water
en de zuurstof in de bodem geraakt op 
vluchten boven de grond;
• Droogte: regenwormen houden van vochtig
milieu  bewegen dieper de grond in;
• Licht: regenwormen in een omgeving met veel
licht  vluchten in de grond;
• Aanraking: aanraken van een regenworm 
vluchten;
• Chemische stoffen: regenwormen reageren
negatief op zure of bittere stoffen  opzoeken
van zoete stoffen (humus).

Heup

Scheen
Voet
Dij
Dijring
Poot vliegend insect

Klauwtje

Zuignapje
Vliegpoot op glad oppervlak

Vliegpoot op ruw oppervlak

Nerven (aders) gevuld met lucht

Vleugels vliegend insect vastgehecht aan tweede en derde borststuksegment

Waslaagje
Cuticula

Eenlagige
opperhuid
Lichaamswand bij insecten (schematisch)

Chitine: hoornachtige stof die dient als uitwendige versteviging van
het lichaam.

Exoskelet

Loopspieren

Binnenkant exoskelet poten

Vleugel

Rugplaat

Zijplaat
Lengtespieren
Verticale
spieren
Vliegspieren vliegende insecten

Buikplaat
Dwarsdoorsnede borstsegment
vliegende insecten

Cuticula met minder
chitine

Buiger
(ontspannen)
Buiger
(samengetrokken)

Strekker
(samengetrokken)
Strekker
(ontspannen)
Buigbeweging bij een poot

Strekbeweging bij een poot

Rugplaat
(naar beneden)

Heffers
(samengetrokken)

Opslaan van vleugels

Rugplaat
(naar boven)

Neerslaan van vleugels

Zinkers
(ontspannen)
Heffers
(ontspannen)

Zinkers
(samengetrokken)

Uitwendige segmentatie van de regenworm

Segment
Opperhuid

Segment gevuld
met
lichaamsvloeistof

Tussenschot
Borstels
Inwendige segmentatie van de regenworm (schematisch)

Lengtespieren
Kringspieren

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde
Kringspieren trekken samen.
 Diameter wordt dunner;
 Lichaamsvloeistof drukt op
tussenschotten;
 Segment wordt langer en smaller.
Borstels
Contractie kringspieren

Voorzijde

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde
Lengtespieren trekken samen.
 Segment wordt korter;
 Lichaamsvloeistof drukt op
huidspierzak;
 Segment wordt korter en dikker.
Borstels
Contractie lengtespieren

Voorzijde

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde

Voorzijde

Borstels zitten door
borstelspieren in de bodem.
 Segment schuift naar voren.

Borstels
Borstels in de bodem

Contractiegolf


Slide 2

Spierwerking als reactie op
prikkels
Bewegingen bij enkele ongewervelde dieren

Bewegingsstructuren vliegende insecten

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten

Poten
• Drie paar poten  hangen vast aan borststuk;
• Heup, dijring, dij, scheen, voet  hol;
• Bedekt met talrijke haartjes  stof verwijderen.

Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Vleugels
• Twee paar vleugels  hangen vast aan borststuk;
• = Plaatvormige uitstulpingen huid;
• Bedekt met chitine +verstevigd met aders of nerven
 stijf en onbuigzaam;

Hoe is het borststuk aangepast aan beweging?

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen

• Bouw lichaamswand (= exoskelet):
– Eén laag opperhuidcellen;
– Cuticula bevat chitine;
– Waslaagje.
• Spieren hangen vast aan exoskelet.
• Bouw borststuksegmenten:
– Chitineplaten (zijplaten, buikplaat, rugplaat);
– Vliegspieren (lengtespieren, verticale spieren).

Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels
Lichaamswand
(schematisch)

Spieren in de poten
(schematisch)

Borststuk
(schematisch)

Bewegingsmechanisme vliegende insecten

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Poten
• Spiercontracties loopspieren: buigers en strekkers;
• Tussen de leden weinig chitine in cuticula  soepele
beweging (=soort gewricht);
• Spieren = dwarsgestreepte spieren  snelle
contractie.

Vleugels
• Verticale spieren (heffers) trekken samen 
rugplaat beweegt naar beneden + vleugels slaan
op;
• Lengtespieren (zinkers) trekken samen 
rugplaat beweegt naar boven + vleugels slaan neer.

Bewegingsstructuren regenworm

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructur
en regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen

• Regenwormen = ringwormen:
– Lichaam (uitwendig, inwendig) ingedeeld in
segmenten of ringen;
– Segmenten zijn gevuld met lichaamsvloeistof.
• Hydroskelet: stevigheid door spanning van de
lichaamsvloeistof op de lichaamswand.
• Huidspierzak: kringspieren + lengtespieren +
opperhuid.
• Per segment op buikzijde + flanken: 4 paren
borstels.

Beweging als reactie
op prikkels

Regenworm
(uitwendig)

Regenworm
(inwendig)

Bewegingsmechanisme regenworm

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten

Beweging: samenwerking spierlagen lichaamswand,
lichaamsvloeistof en borstels.

Kringspieren trekken samen

Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen

Lengtespieren trekken samen

Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Borstels in de bodem
Contractiegolf: opeenvolgende
segmenten trekken na elkaar samen.

Beweging als reactie op prikkels

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Taxis: het gericht verplaatsen als gevolg van een
prikkel.
• Bodemtrillingen: regenworm weet dat er een
mol komt  vluchten;
• Regenval: gangen regenworm lopen onder water
en de zuurstof in de bodem geraakt op 
vluchten boven de grond;
• Droogte: regenwormen houden van vochtig
milieu  bewegen dieper de grond in;
• Licht: regenwormen in een omgeving met veel
licht  vluchten in de grond;
• Aanraking: aanraken van een regenworm 
vluchten;
• Chemische stoffen: regenwormen reageren
negatief op zure of bittere stoffen  opzoeken
van zoete stoffen (humus).

Heup

Scheen
Voet
Dij
Dijring
Poot vliegend insect

Klauwtje

Zuignapje
Vliegpoot op glad oppervlak

Vliegpoot op ruw oppervlak

Nerven (aders) gevuld met lucht

Vleugels vliegend insect vastgehecht aan tweede en derde borststuksegment

Waslaagje
Cuticula

Eenlagige
opperhuid
Lichaamswand bij insecten (schematisch)

Chitine: hoornachtige stof die dient als uitwendige versteviging van
het lichaam.

Exoskelet

Loopspieren

Binnenkant exoskelet poten

Vleugel

Rugplaat

Zijplaat
Lengtespieren
Verticale
spieren
Vliegspieren vliegende insecten

Buikplaat
Dwarsdoorsnede borstsegment
vliegende insecten

Cuticula met minder
chitine

Buiger
(ontspannen)
Buiger
(samengetrokken)

Strekker
(samengetrokken)
Strekker
(ontspannen)
Buigbeweging bij een poot

Strekbeweging bij een poot

Rugplaat
(naar beneden)

Heffers
(samengetrokken)

Opslaan van vleugels

Rugplaat
(naar boven)

Neerslaan van vleugels

Zinkers
(ontspannen)
Heffers
(ontspannen)

Zinkers
(samengetrokken)

Uitwendige segmentatie van de regenworm

Segment
Opperhuid

Segment gevuld
met
lichaamsvloeistof

Tussenschot
Borstels
Inwendige segmentatie van de regenworm (schematisch)

Lengtespieren
Kringspieren

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde
Kringspieren trekken samen.
 Diameter wordt dunner;
 Lichaamsvloeistof drukt op
tussenschotten;
 Segment wordt langer en smaller.
Borstels
Contractie kringspieren

Voorzijde

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde
Lengtespieren trekken samen.
 Segment wordt korter;
 Lichaamsvloeistof drukt op
huidspierzak;
 Segment wordt korter en dikker.
Borstels
Contractie lengtespieren

Voorzijde

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde

Voorzijde

Borstels zitten door
borstelspieren in de bodem.
 Segment schuift naar voren.

Borstels
Borstels in de bodem

Contractiegolf


Slide 3

Spierwerking als reactie op
prikkels
Bewegingen bij enkele ongewervelde dieren

Bewegingsstructuren vliegende insecten

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten

Poten
• Drie paar poten  hangen vast aan borststuk;
• Heup, dijring, dij, scheen, voet  hol;
• Bedekt met talrijke haartjes  stof verwijderen.

Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Vleugels
• Twee paar vleugels  hangen vast aan borststuk;
• = Plaatvormige uitstulpingen huid;
• Bedekt met chitine +verstevigd met aders of nerven
 stijf en onbuigzaam;

Hoe is het borststuk aangepast aan beweging?

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen

• Bouw lichaamswand (= exoskelet):
– Eén laag opperhuidcellen;
– Cuticula bevat chitine;
– Waslaagje.
• Spieren hangen vast aan exoskelet.
• Bouw borststuksegmenten:
– Chitineplaten (zijplaten, buikplaat, rugplaat);
– Vliegspieren (lengtespieren, verticale spieren).

Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels
Lichaamswand
(schematisch)

Spieren in de poten
(schematisch)

Borststuk
(schematisch)

Bewegingsmechanisme vliegende insecten

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Poten
• Spiercontracties loopspieren: buigers en strekkers;
• Tussen de leden weinig chitine in cuticula  soepele
beweging (=soort gewricht);
• Spieren = dwarsgestreepte spieren  snelle
contractie.

Vleugels
• Verticale spieren (heffers) trekken samen 
rugplaat beweegt naar beneden + vleugels slaan
op;
• Lengtespieren (zinkers) trekken samen 
rugplaat beweegt naar boven + vleugels slaan neer.

Bewegingsstructuren regenworm

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructur
en regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen

• Regenwormen = ringwormen:
– Lichaam (uitwendig, inwendig) ingedeeld in
segmenten of ringen;
– Segmenten zijn gevuld met lichaamsvloeistof.
• Hydroskelet: stevigheid door spanning van de
lichaamsvloeistof op de lichaamswand.
• Huidspierzak: kringspieren + lengtespieren +
opperhuid.
• Per segment op buikzijde + flanken: 4 paren
borstels.

Beweging als reactie
op prikkels

Regenworm
(uitwendig)

Regenworm
(inwendig)

Bewegingsmechanisme regenworm

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten

Beweging: samenwerking spierlagen lichaamswand,
lichaamsvloeistof en borstels.

Kringspieren trekken samen

Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen

Lengtespieren trekken samen

Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Borstels in de bodem
Contractiegolf: opeenvolgende
segmenten trekken na elkaar samen.

Beweging als reactie op prikkels

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Taxis: het gericht verplaatsen als gevolg van een
prikkel.
• Bodemtrillingen: regenworm weet dat er een
mol komt  vluchten;
• Regenval: gangen regenworm lopen onder water
en de zuurstof in de bodem geraakt op 
vluchten boven de grond;
• Droogte: regenwormen houden van vochtig
milieu  bewegen dieper de grond in;
• Licht: regenwormen in een omgeving met veel
licht  vluchten in de grond;
• Aanraking: aanraken van een regenworm 
vluchten;
• Chemische stoffen: regenwormen reageren
negatief op zure of bittere stoffen  opzoeken
van zoete stoffen (humus).

Heup

Scheen
Voet
Dij
Dijring
Poot vliegend insect

Klauwtje

Zuignapje
Vliegpoot op glad oppervlak

Vliegpoot op ruw oppervlak

Nerven (aders) gevuld met lucht

Vleugels vliegend insect vastgehecht aan tweede en derde borststuksegment

Waslaagje
Cuticula

Eenlagige
opperhuid
Lichaamswand bij insecten (schematisch)

Chitine: hoornachtige stof die dient als uitwendige versteviging van
het lichaam.

Exoskelet

Loopspieren

Binnenkant exoskelet poten

Vleugel

Rugplaat

Zijplaat
Lengtespieren
Verticale
spieren
Vliegspieren vliegende insecten

Buikplaat
Dwarsdoorsnede borstsegment
vliegende insecten

Cuticula met minder
chitine

Buiger
(ontspannen)
Buiger
(samengetrokken)

Strekker
(samengetrokken)
Strekker
(ontspannen)
Buigbeweging bij een poot

Strekbeweging bij een poot

Rugplaat
(naar beneden)

Heffers
(samengetrokken)

Opslaan van vleugels

Rugplaat
(naar boven)

Neerslaan van vleugels

Zinkers
(ontspannen)
Heffers
(ontspannen)

Zinkers
(samengetrokken)

Uitwendige segmentatie van de regenworm

Segment
Opperhuid

Segment gevuld
met
lichaamsvloeistof

Tussenschot
Borstels
Inwendige segmentatie van de regenworm (schematisch)

Lengtespieren
Kringspieren

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde
Kringspieren trekken samen.
 Diameter wordt dunner;
 Lichaamsvloeistof drukt op
tussenschotten;
 Segment wordt langer en smaller.
Borstels
Contractie kringspieren

Voorzijde

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde
Lengtespieren trekken samen.
 Segment wordt korter;
 Lichaamsvloeistof drukt op
huidspierzak;
 Segment wordt korter en dikker.
Borstels
Contractie lengtespieren

Voorzijde

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde

Voorzijde

Borstels zitten door
borstelspieren in de bodem.
 Segment schuift naar voren.

Borstels
Borstels in de bodem

Contractiegolf


Slide 4

Spierwerking als reactie op
prikkels
Bewegingen bij enkele ongewervelde dieren

Bewegingsstructuren vliegende insecten

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten

Poten
• Drie paar poten  hangen vast aan borststuk;
• Heup, dijring, dij, scheen, voet  hol;
• Bedekt met talrijke haartjes  stof verwijderen.

Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Vleugels
• Twee paar vleugels  hangen vast aan borststuk;
• = Plaatvormige uitstulpingen huid;
• Bedekt met chitine +verstevigd met aders of nerven
 stijf en onbuigzaam;

Hoe is het borststuk aangepast aan beweging?

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen

• Bouw lichaamswand (= exoskelet):
– Eén laag opperhuidcellen;
– Cuticula bevat chitine;
– Waslaagje.
• Spieren hangen vast aan exoskelet.
• Bouw borststuksegmenten:
– Chitineplaten (zijplaten, buikplaat, rugplaat);
– Vliegspieren (lengtespieren, verticale spieren).

Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels
Lichaamswand
(schematisch)

Spieren in de poten
(schematisch)

Borststuk
(schematisch)

Bewegingsmechanisme vliegende insecten

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Poten
• Spiercontracties loopspieren: buigers en strekkers;
• Tussen de leden weinig chitine in cuticula  soepele
beweging (=soort gewricht);
• Spieren = dwarsgestreepte spieren  snelle
contractie.

Vleugels
• Verticale spieren (heffers) trekken samen 
rugplaat beweegt naar beneden + vleugels slaan
op;
• Lengtespieren (zinkers) trekken samen 
rugplaat beweegt naar boven + vleugels slaan neer.

Bewegingsstructuren regenworm

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructur
en regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen

• Regenwormen = ringwormen:
– Lichaam (uitwendig, inwendig) ingedeeld in
segmenten of ringen;
– Segmenten zijn gevuld met lichaamsvloeistof.
• Hydroskelet: stevigheid door spanning van de
lichaamsvloeistof op de lichaamswand.
• Huidspierzak: kringspieren + lengtespieren +
opperhuid.
• Per segment op buikzijde + flanken: 4 paren
borstels.

Beweging als reactie
op prikkels

Regenworm
(uitwendig)

Regenworm
(inwendig)

Bewegingsmechanisme regenworm

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten

Beweging: samenwerking spierlagen lichaamswand,
lichaamsvloeistof en borstels.

Kringspieren trekken samen

Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen

Lengtespieren trekken samen

Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Borstels in de bodem
Contractiegolf: opeenvolgende
segmenten trekken na elkaar samen.

Beweging als reactie op prikkels

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Taxis: het gericht verplaatsen als gevolg van een
prikkel.
• Bodemtrillingen: regenworm weet dat er een
mol komt  vluchten;
• Regenval: gangen regenworm lopen onder water
en de zuurstof in de bodem geraakt op 
vluchten boven de grond;
• Droogte: regenwormen houden van vochtig
milieu  bewegen dieper de grond in;
• Licht: regenwormen in een omgeving met veel
licht  vluchten in de grond;
• Aanraking: aanraken van een regenworm 
vluchten;
• Chemische stoffen: regenwormen reageren
negatief op zure of bittere stoffen  opzoeken
van zoete stoffen (humus).

Heup

Scheen
Voet
Dij
Dijring
Poot vliegend insect

Klauwtje

Zuignapje
Vliegpoot op glad oppervlak

Vliegpoot op ruw oppervlak

Nerven (aders) gevuld met lucht

Vleugels vliegend insect vastgehecht aan tweede en derde borststuksegment

Waslaagje
Cuticula

Eenlagige
opperhuid
Lichaamswand bij insecten (schematisch)

Chitine: hoornachtige stof die dient als uitwendige versteviging van
het lichaam.

Exoskelet

Loopspieren

Binnenkant exoskelet poten

Vleugel

Rugplaat

Zijplaat
Lengtespieren
Verticale
spieren
Vliegspieren vliegende insecten

Buikplaat
Dwarsdoorsnede borstsegment
vliegende insecten

Cuticula met minder
chitine

Buiger
(ontspannen)
Buiger
(samengetrokken)

Strekker
(samengetrokken)
Strekker
(ontspannen)
Buigbeweging bij een poot

Strekbeweging bij een poot

Rugplaat
(naar beneden)

Heffers
(samengetrokken)

Opslaan van vleugels

Rugplaat
(naar boven)

Neerslaan van vleugels

Zinkers
(ontspannen)
Heffers
(ontspannen)

Zinkers
(samengetrokken)

Uitwendige segmentatie van de regenworm

Segment
Opperhuid

Segment gevuld
met
lichaamsvloeistof

Tussenschot
Borstels
Inwendige segmentatie van de regenworm (schematisch)

Lengtespieren
Kringspieren

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde
Kringspieren trekken samen.
 Diameter wordt dunner;
 Lichaamsvloeistof drukt op
tussenschotten;
 Segment wordt langer en smaller.
Borstels
Contractie kringspieren

Voorzijde

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde
Lengtespieren trekken samen.
 Segment wordt korter;
 Lichaamsvloeistof drukt op
huidspierzak;
 Segment wordt korter en dikker.
Borstels
Contractie lengtespieren

Voorzijde

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde

Voorzijde

Borstels zitten door
borstelspieren in de bodem.
 Segment schuift naar voren.

Borstels
Borstels in de bodem

Contractiegolf


Slide 5

Spierwerking als reactie op
prikkels
Bewegingen bij enkele ongewervelde dieren

Bewegingsstructuren vliegende insecten

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten

Poten
• Drie paar poten  hangen vast aan borststuk;
• Heup, dijring, dij, scheen, voet  hol;
• Bedekt met talrijke haartjes  stof verwijderen.

Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Vleugels
• Twee paar vleugels  hangen vast aan borststuk;
• = Plaatvormige uitstulpingen huid;
• Bedekt met chitine +verstevigd met aders of nerven
 stijf en onbuigzaam;

Hoe is het borststuk aangepast aan beweging?

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen

• Bouw lichaamswand (= exoskelet):
– Eén laag opperhuidcellen;
– Cuticula bevat chitine;
– Waslaagje.
• Spieren hangen vast aan exoskelet.
• Bouw borststuksegmenten:
– Chitineplaten (zijplaten, buikplaat, rugplaat);
– Vliegspieren (lengtespieren, verticale spieren).

Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels
Lichaamswand
(schematisch)

Spieren in de poten
(schematisch)

Borststuk
(schematisch)

Bewegingsmechanisme vliegende insecten

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Poten
• Spiercontracties loopspieren: buigers en strekkers;
• Tussen de leden weinig chitine in cuticula  soepele
beweging (=soort gewricht);
• Spieren = dwarsgestreepte spieren  snelle
contractie.

Vleugels
• Verticale spieren (heffers) trekken samen 
rugplaat beweegt naar beneden + vleugels slaan
op;
• Lengtespieren (zinkers) trekken samen 
rugplaat beweegt naar boven + vleugels slaan neer.

Bewegingsstructuren regenworm

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructur
en regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen

• Regenwormen = ringwormen:
– Lichaam (uitwendig, inwendig) ingedeeld in
segmenten of ringen;
– Segmenten zijn gevuld met lichaamsvloeistof.
• Hydroskelet: stevigheid door spanning van de
lichaamsvloeistof op de lichaamswand.
• Huidspierzak: kringspieren + lengtespieren +
opperhuid.
• Per segment op buikzijde + flanken: 4 paren
borstels.

Beweging als reactie
op prikkels

Regenworm
(uitwendig)

Regenworm
(inwendig)

Bewegingsmechanisme regenworm

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten

Beweging: samenwerking spierlagen lichaamswand,
lichaamsvloeistof en borstels.

Kringspieren trekken samen

Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen

Lengtespieren trekken samen

Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Borstels in de bodem
Contractiegolf: opeenvolgende
segmenten trekken na elkaar samen.

Beweging als reactie op prikkels

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Taxis: het gericht verplaatsen als gevolg van een
prikkel.
• Bodemtrillingen: regenworm weet dat er een
mol komt  vluchten;
• Regenval: gangen regenworm lopen onder water
en de zuurstof in de bodem geraakt op 
vluchten boven de grond;
• Droogte: regenwormen houden van vochtig
milieu  bewegen dieper de grond in;
• Licht: regenwormen in een omgeving met veel
licht  vluchten in de grond;
• Aanraking: aanraken van een regenworm 
vluchten;
• Chemische stoffen: regenwormen reageren
negatief op zure of bittere stoffen  opzoeken
van zoete stoffen (humus).

Heup

Scheen
Voet
Dij
Dijring
Poot vliegend insect

Klauwtje

Zuignapje
Vliegpoot op glad oppervlak

Vliegpoot op ruw oppervlak

Nerven (aders) gevuld met lucht

Vleugels vliegend insect vastgehecht aan tweede en derde borststuksegment

Waslaagje
Cuticula

Eenlagige
opperhuid
Lichaamswand bij insecten (schematisch)

Chitine: hoornachtige stof die dient als uitwendige versteviging van
het lichaam.

Exoskelet

Loopspieren

Binnenkant exoskelet poten

Vleugel

Rugplaat

Zijplaat
Lengtespieren
Verticale
spieren
Vliegspieren vliegende insecten

Buikplaat
Dwarsdoorsnede borstsegment
vliegende insecten

Cuticula met minder
chitine

Buiger
(ontspannen)
Buiger
(samengetrokken)

Strekker
(samengetrokken)
Strekker
(ontspannen)
Buigbeweging bij een poot

Strekbeweging bij een poot

Rugplaat
(naar beneden)

Heffers
(samengetrokken)

Opslaan van vleugels

Rugplaat
(naar boven)

Neerslaan van vleugels

Zinkers
(ontspannen)
Heffers
(ontspannen)

Zinkers
(samengetrokken)

Uitwendige segmentatie van de regenworm

Segment
Opperhuid

Segment gevuld
met
lichaamsvloeistof

Tussenschot
Borstels
Inwendige segmentatie van de regenworm (schematisch)

Lengtespieren
Kringspieren

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde
Kringspieren trekken samen.
 Diameter wordt dunner;
 Lichaamsvloeistof drukt op
tussenschotten;
 Segment wordt langer en smaller.
Borstels
Contractie kringspieren

Voorzijde

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde
Lengtespieren trekken samen.
 Segment wordt korter;
 Lichaamsvloeistof drukt op
huidspierzak;
 Segment wordt korter en dikker.
Borstels
Contractie lengtespieren

Voorzijde

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde

Voorzijde

Borstels zitten door
borstelspieren in de bodem.
 Segment schuift naar voren.

Borstels
Borstels in de bodem

Contractiegolf


Slide 6

Spierwerking als reactie op
prikkels
Bewegingen bij enkele ongewervelde dieren

Bewegingsstructuren vliegende insecten

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten

Poten
• Drie paar poten  hangen vast aan borststuk;
• Heup, dijring, dij, scheen, voet  hol;
• Bedekt met talrijke haartjes  stof verwijderen.

Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Vleugels
• Twee paar vleugels  hangen vast aan borststuk;
• = Plaatvormige uitstulpingen huid;
• Bedekt met chitine +verstevigd met aders of nerven
 stijf en onbuigzaam;

Hoe is het borststuk aangepast aan beweging?

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen

• Bouw lichaamswand (= exoskelet):
– Eén laag opperhuidcellen;
– Cuticula bevat chitine;
– Waslaagje.
• Spieren hangen vast aan exoskelet.
• Bouw borststuksegmenten:
– Chitineplaten (zijplaten, buikplaat, rugplaat);
– Vliegspieren (lengtespieren, verticale spieren).

Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels
Lichaamswand
(schematisch)

Spieren in de poten
(schematisch)

Borststuk
(schematisch)

Bewegingsmechanisme vliegende insecten

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Poten
• Spiercontracties loopspieren: buigers en strekkers;
• Tussen de leden weinig chitine in cuticula  soepele
beweging (=soort gewricht);
• Spieren = dwarsgestreepte spieren  snelle
contractie.

Vleugels
• Verticale spieren (heffers) trekken samen 
rugplaat beweegt naar beneden + vleugels slaan
op;
• Lengtespieren (zinkers) trekken samen 
rugplaat beweegt naar boven + vleugels slaan neer.

Bewegingsstructuren regenworm

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructur
en regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen

• Regenwormen = ringwormen:
– Lichaam (uitwendig, inwendig) ingedeeld in
segmenten of ringen;
– Segmenten zijn gevuld met lichaamsvloeistof.
• Hydroskelet: stevigheid door spanning van de
lichaamsvloeistof op de lichaamswand.
• Huidspierzak: kringspieren + lengtespieren +
opperhuid.
• Per segment op buikzijde + flanken: 4 paren
borstels.

Beweging als reactie
op prikkels

Regenworm
(uitwendig)

Regenworm
(inwendig)

Bewegingsmechanisme regenworm

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten

Beweging: samenwerking spierlagen lichaamswand,
lichaamsvloeistof en borstels.

Kringspieren trekken samen

Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen

Lengtespieren trekken samen

Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Borstels in de bodem
Contractiegolf: opeenvolgende
segmenten trekken na elkaar samen.

Beweging als reactie op prikkels

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Taxis: het gericht verplaatsen als gevolg van een
prikkel.
• Bodemtrillingen: regenworm weet dat er een
mol komt  vluchten;
• Regenval: gangen regenworm lopen onder water
en de zuurstof in de bodem geraakt op 
vluchten boven de grond;
• Droogte: regenwormen houden van vochtig
milieu  bewegen dieper de grond in;
• Licht: regenwormen in een omgeving met veel
licht  vluchten in de grond;
• Aanraking: aanraken van een regenworm 
vluchten;
• Chemische stoffen: regenwormen reageren
negatief op zure of bittere stoffen  opzoeken
van zoete stoffen (humus).

Heup

Scheen
Voet
Dij
Dijring
Poot vliegend insect

Klauwtje

Zuignapje
Vliegpoot op glad oppervlak

Vliegpoot op ruw oppervlak

Nerven (aders) gevuld met lucht

Vleugels vliegend insect vastgehecht aan tweede en derde borststuksegment

Waslaagje
Cuticula

Eenlagige
opperhuid
Lichaamswand bij insecten (schematisch)

Chitine: hoornachtige stof die dient als uitwendige versteviging van
het lichaam.

Exoskelet

Loopspieren

Binnenkant exoskelet poten

Vleugel

Rugplaat

Zijplaat
Lengtespieren
Verticale
spieren
Vliegspieren vliegende insecten

Buikplaat
Dwarsdoorsnede borstsegment
vliegende insecten

Cuticula met minder
chitine

Buiger
(ontspannen)
Buiger
(samengetrokken)

Strekker
(samengetrokken)
Strekker
(ontspannen)
Buigbeweging bij een poot

Strekbeweging bij een poot

Rugplaat
(naar beneden)

Heffers
(samengetrokken)

Opslaan van vleugels

Rugplaat
(naar boven)

Neerslaan van vleugels

Zinkers
(ontspannen)
Heffers
(ontspannen)

Zinkers
(samengetrokken)

Uitwendige segmentatie van de regenworm

Segment
Opperhuid

Segment gevuld
met
lichaamsvloeistof

Tussenschot
Borstels
Inwendige segmentatie van de regenworm (schematisch)

Lengtespieren
Kringspieren

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde
Kringspieren trekken samen.
 Diameter wordt dunner;
 Lichaamsvloeistof drukt op
tussenschotten;
 Segment wordt langer en smaller.
Borstels
Contractie kringspieren

Voorzijde

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde
Lengtespieren trekken samen.
 Segment wordt korter;
 Lichaamsvloeistof drukt op
huidspierzak;
 Segment wordt korter en dikker.
Borstels
Contractie lengtespieren

Voorzijde

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde

Voorzijde

Borstels zitten door
borstelspieren in de bodem.
 Segment schuift naar voren.

Borstels
Borstels in de bodem

Contractiegolf


Slide 7

Spierwerking als reactie op
prikkels
Bewegingen bij enkele ongewervelde dieren

Bewegingsstructuren vliegende insecten

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten

Poten
• Drie paar poten  hangen vast aan borststuk;
• Heup, dijring, dij, scheen, voet  hol;
• Bedekt met talrijke haartjes  stof verwijderen.

Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Vleugels
• Twee paar vleugels  hangen vast aan borststuk;
• = Plaatvormige uitstulpingen huid;
• Bedekt met chitine +verstevigd met aders of nerven
 stijf en onbuigzaam;

Hoe is het borststuk aangepast aan beweging?

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen

• Bouw lichaamswand (= exoskelet):
– Eén laag opperhuidcellen;
– Cuticula bevat chitine;
– Waslaagje.
• Spieren hangen vast aan exoskelet.
• Bouw borststuksegmenten:
– Chitineplaten (zijplaten, buikplaat, rugplaat);
– Vliegspieren (lengtespieren, verticale spieren).

Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels
Lichaamswand
(schematisch)

Spieren in de poten
(schematisch)

Borststuk
(schematisch)

Bewegingsmechanisme vliegende insecten

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Poten
• Spiercontracties loopspieren: buigers en strekkers;
• Tussen de leden weinig chitine in cuticula  soepele
beweging (=soort gewricht);
• Spieren = dwarsgestreepte spieren  snelle
contractie.

Vleugels
• Verticale spieren (heffers) trekken samen 
rugplaat beweegt naar beneden + vleugels slaan
op;
• Lengtespieren (zinkers) trekken samen 
rugplaat beweegt naar boven + vleugels slaan neer.

Bewegingsstructuren regenworm

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructur
en regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen

• Regenwormen = ringwormen:
– Lichaam (uitwendig, inwendig) ingedeeld in
segmenten of ringen;
– Segmenten zijn gevuld met lichaamsvloeistof.
• Hydroskelet: stevigheid door spanning van de
lichaamsvloeistof op de lichaamswand.
• Huidspierzak: kringspieren + lengtespieren +
opperhuid.
• Per segment op buikzijde + flanken: 4 paren
borstels.

Beweging als reactie
op prikkels

Regenworm
(uitwendig)

Regenworm
(inwendig)

Bewegingsmechanisme regenworm

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten

Beweging: samenwerking spierlagen lichaamswand,
lichaamsvloeistof en borstels.

Kringspieren trekken samen

Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen

Lengtespieren trekken samen

Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Borstels in de bodem
Contractiegolf: opeenvolgende
segmenten trekken na elkaar samen.

Beweging als reactie op prikkels

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Taxis: het gericht verplaatsen als gevolg van een
prikkel.
• Bodemtrillingen: regenworm weet dat er een
mol komt  vluchten;
• Regenval: gangen regenworm lopen onder water
en de zuurstof in de bodem geraakt op 
vluchten boven de grond;
• Droogte: regenwormen houden van vochtig
milieu  bewegen dieper de grond in;
• Licht: regenwormen in een omgeving met veel
licht  vluchten in de grond;
• Aanraking: aanraken van een regenworm 
vluchten;
• Chemische stoffen: regenwormen reageren
negatief op zure of bittere stoffen  opzoeken
van zoete stoffen (humus).

Heup

Scheen
Voet
Dij
Dijring
Poot vliegend insect

Klauwtje

Zuignapje
Vliegpoot op glad oppervlak

Vliegpoot op ruw oppervlak

Nerven (aders) gevuld met lucht

Vleugels vliegend insect vastgehecht aan tweede en derde borststuksegment

Waslaagje
Cuticula

Eenlagige
opperhuid
Lichaamswand bij insecten (schematisch)

Chitine: hoornachtige stof die dient als uitwendige versteviging van
het lichaam.

Exoskelet

Loopspieren

Binnenkant exoskelet poten

Vleugel

Rugplaat

Zijplaat
Lengtespieren
Verticale
spieren
Vliegspieren vliegende insecten

Buikplaat
Dwarsdoorsnede borstsegment
vliegende insecten

Cuticula met minder
chitine

Buiger
(ontspannen)
Buiger
(samengetrokken)

Strekker
(samengetrokken)
Strekker
(ontspannen)
Buigbeweging bij een poot

Strekbeweging bij een poot

Rugplaat
(naar beneden)

Heffers
(samengetrokken)

Opslaan van vleugels

Rugplaat
(naar boven)

Neerslaan van vleugels

Zinkers
(ontspannen)
Heffers
(ontspannen)

Zinkers
(samengetrokken)

Uitwendige segmentatie van de regenworm

Segment
Opperhuid

Segment gevuld
met
lichaamsvloeistof

Tussenschot
Borstels
Inwendige segmentatie van de regenworm (schematisch)

Lengtespieren
Kringspieren

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde
Kringspieren trekken samen.
 Diameter wordt dunner;
 Lichaamsvloeistof drukt op
tussenschotten;
 Segment wordt langer en smaller.
Borstels
Contractie kringspieren

Voorzijde

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde
Lengtespieren trekken samen.
 Segment wordt korter;
 Lichaamsvloeistof drukt op
huidspierzak;
 Segment wordt korter en dikker.
Borstels
Contractie lengtespieren

Voorzijde

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde

Voorzijde

Borstels zitten door
borstelspieren in de bodem.
 Segment schuift naar voren.

Borstels
Borstels in de bodem

Contractiegolf


Slide 8

Spierwerking als reactie op
prikkels
Bewegingen bij enkele ongewervelde dieren

Bewegingsstructuren vliegende insecten

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten

Poten
• Drie paar poten  hangen vast aan borststuk;
• Heup, dijring, dij, scheen, voet  hol;
• Bedekt met talrijke haartjes  stof verwijderen.

Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Vleugels
• Twee paar vleugels  hangen vast aan borststuk;
• = Plaatvormige uitstulpingen huid;
• Bedekt met chitine +verstevigd met aders of nerven
 stijf en onbuigzaam;

Hoe is het borststuk aangepast aan beweging?

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen

• Bouw lichaamswand (= exoskelet):
– Eén laag opperhuidcellen;
– Cuticula bevat chitine;
– Waslaagje.
• Spieren hangen vast aan exoskelet.
• Bouw borststuksegmenten:
– Chitineplaten (zijplaten, buikplaat, rugplaat);
– Vliegspieren (lengtespieren, verticale spieren).

Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels
Lichaamswand
(schematisch)

Spieren in de poten
(schematisch)

Borststuk
(schematisch)

Bewegingsmechanisme vliegende insecten

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Poten
• Spiercontracties loopspieren: buigers en strekkers;
• Tussen de leden weinig chitine in cuticula  soepele
beweging (=soort gewricht);
• Spieren = dwarsgestreepte spieren  snelle
contractie.

Vleugels
• Verticale spieren (heffers) trekken samen 
rugplaat beweegt naar beneden + vleugels slaan
op;
• Lengtespieren (zinkers) trekken samen 
rugplaat beweegt naar boven + vleugels slaan neer.

Bewegingsstructuren regenworm

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructur
en regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen

• Regenwormen = ringwormen:
– Lichaam (uitwendig, inwendig) ingedeeld in
segmenten of ringen;
– Segmenten zijn gevuld met lichaamsvloeistof.
• Hydroskelet: stevigheid door spanning van de
lichaamsvloeistof op de lichaamswand.
• Huidspierzak: kringspieren + lengtespieren +
opperhuid.
• Per segment op buikzijde + flanken: 4 paren
borstels.

Beweging als reactie
op prikkels

Regenworm
(uitwendig)

Regenworm
(inwendig)

Bewegingsmechanisme regenworm

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten

Beweging: samenwerking spierlagen lichaamswand,
lichaamsvloeistof en borstels.

Kringspieren trekken samen

Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen

Lengtespieren trekken samen

Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Borstels in de bodem
Contractiegolf: opeenvolgende
segmenten trekken na elkaar samen.

Beweging als reactie op prikkels

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Taxis: het gericht verplaatsen als gevolg van een
prikkel.
• Bodemtrillingen: regenworm weet dat er een
mol komt  vluchten;
• Regenval: gangen regenworm lopen onder water
en de zuurstof in de bodem geraakt op 
vluchten boven de grond;
• Droogte: regenwormen houden van vochtig
milieu  bewegen dieper de grond in;
• Licht: regenwormen in een omgeving met veel
licht  vluchten in de grond;
• Aanraking: aanraken van een regenworm 
vluchten;
• Chemische stoffen: regenwormen reageren
negatief op zure of bittere stoffen  opzoeken
van zoete stoffen (humus).

Heup

Scheen
Voet
Dij
Dijring
Poot vliegend insect

Klauwtje

Zuignapje
Vliegpoot op glad oppervlak

Vliegpoot op ruw oppervlak

Nerven (aders) gevuld met lucht

Vleugels vliegend insect vastgehecht aan tweede en derde borststuksegment

Waslaagje
Cuticula

Eenlagige
opperhuid
Lichaamswand bij insecten (schematisch)

Chitine: hoornachtige stof die dient als uitwendige versteviging van
het lichaam.

Exoskelet

Loopspieren

Binnenkant exoskelet poten

Vleugel

Rugplaat

Zijplaat
Lengtespieren
Verticale
spieren
Vliegspieren vliegende insecten

Buikplaat
Dwarsdoorsnede borstsegment
vliegende insecten

Cuticula met minder
chitine

Buiger
(ontspannen)
Buiger
(samengetrokken)

Strekker
(samengetrokken)
Strekker
(ontspannen)
Buigbeweging bij een poot

Strekbeweging bij een poot

Rugplaat
(naar beneden)

Heffers
(samengetrokken)

Opslaan van vleugels

Rugplaat
(naar boven)

Neerslaan van vleugels

Zinkers
(ontspannen)
Heffers
(ontspannen)

Zinkers
(samengetrokken)

Uitwendige segmentatie van de regenworm

Segment
Opperhuid

Segment gevuld
met
lichaamsvloeistof

Tussenschot
Borstels
Inwendige segmentatie van de regenworm (schematisch)

Lengtespieren
Kringspieren

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde
Kringspieren trekken samen.
 Diameter wordt dunner;
 Lichaamsvloeistof drukt op
tussenschotten;
 Segment wordt langer en smaller.
Borstels
Contractie kringspieren

Voorzijde

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde
Lengtespieren trekken samen.
 Segment wordt korter;
 Lichaamsvloeistof drukt op
huidspierzak;
 Segment wordt korter en dikker.
Borstels
Contractie lengtespieren

Voorzijde

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde

Voorzijde

Borstels zitten door
borstelspieren in de bodem.
 Segment schuift naar voren.

Borstels
Borstels in de bodem

Contractiegolf


Slide 9

Spierwerking als reactie op
prikkels
Bewegingen bij enkele ongewervelde dieren

Bewegingsstructuren vliegende insecten

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten

Poten
• Drie paar poten  hangen vast aan borststuk;
• Heup, dijring, dij, scheen, voet  hol;
• Bedekt met talrijke haartjes  stof verwijderen.

Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Vleugels
• Twee paar vleugels  hangen vast aan borststuk;
• = Plaatvormige uitstulpingen huid;
• Bedekt met chitine +verstevigd met aders of nerven
 stijf en onbuigzaam;

Hoe is het borststuk aangepast aan beweging?

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen

• Bouw lichaamswand (= exoskelet):
– Eén laag opperhuidcellen;
– Cuticula bevat chitine;
– Waslaagje.
• Spieren hangen vast aan exoskelet.
• Bouw borststuksegmenten:
– Chitineplaten (zijplaten, buikplaat, rugplaat);
– Vliegspieren (lengtespieren, verticale spieren).

Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels
Lichaamswand
(schematisch)

Spieren in de poten
(schematisch)

Borststuk
(schematisch)

Bewegingsmechanisme vliegende insecten

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Poten
• Spiercontracties loopspieren: buigers en strekkers;
• Tussen de leden weinig chitine in cuticula  soepele
beweging (=soort gewricht);
• Spieren = dwarsgestreepte spieren  snelle
contractie.

Vleugels
• Verticale spieren (heffers) trekken samen 
rugplaat beweegt naar beneden + vleugels slaan
op;
• Lengtespieren (zinkers) trekken samen 
rugplaat beweegt naar boven + vleugels slaan neer.

Bewegingsstructuren regenworm

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructur
en regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen

• Regenwormen = ringwormen:
– Lichaam (uitwendig, inwendig) ingedeeld in
segmenten of ringen;
– Segmenten zijn gevuld met lichaamsvloeistof.
• Hydroskelet: stevigheid door spanning van de
lichaamsvloeistof op de lichaamswand.
• Huidspierzak: kringspieren + lengtespieren +
opperhuid.
• Per segment op buikzijde + flanken: 4 paren
borstels.

Beweging als reactie
op prikkels

Regenworm
(uitwendig)

Regenworm
(inwendig)

Bewegingsmechanisme regenworm

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten

Beweging: samenwerking spierlagen lichaamswand,
lichaamsvloeistof en borstels.

Kringspieren trekken samen

Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen

Lengtespieren trekken samen

Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Borstels in de bodem
Contractiegolf: opeenvolgende
segmenten trekken na elkaar samen.

Beweging als reactie op prikkels

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Taxis: het gericht verplaatsen als gevolg van een
prikkel.
• Bodemtrillingen: regenworm weet dat er een
mol komt  vluchten;
• Regenval: gangen regenworm lopen onder water
en de zuurstof in de bodem geraakt op 
vluchten boven de grond;
• Droogte: regenwormen houden van vochtig
milieu  bewegen dieper de grond in;
• Licht: regenwormen in een omgeving met veel
licht  vluchten in de grond;
• Aanraking: aanraken van een regenworm 
vluchten;
• Chemische stoffen: regenwormen reageren
negatief op zure of bittere stoffen  opzoeken
van zoete stoffen (humus).

Heup

Scheen
Voet
Dij
Dijring
Poot vliegend insect

Klauwtje

Zuignapje
Vliegpoot op glad oppervlak

Vliegpoot op ruw oppervlak

Nerven (aders) gevuld met lucht

Vleugels vliegend insect vastgehecht aan tweede en derde borststuksegment

Waslaagje
Cuticula

Eenlagige
opperhuid
Lichaamswand bij insecten (schematisch)

Chitine: hoornachtige stof die dient als uitwendige versteviging van
het lichaam.

Exoskelet

Loopspieren

Binnenkant exoskelet poten

Vleugel

Rugplaat

Zijplaat
Lengtespieren
Verticale
spieren
Vliegspieren vliegende insecten

Buikplaat
Dwarsdoorsnede borstsegment
vliegende insecten

Cuticula met minder
chitine

Buiger
(ontspannen)
Buiger
(samengetrokken)

Strekker
(samengetrokken)
Strekker
(ontspannen)
Buigbeweging bij een poot

Strekbeweging bij een poot

Rugplaat
(naar beneden)

Heffers
(samengetrokken)

Opslaan van vleugels

Rugplaat
(naar boven)

Neerslaan van vleugels

Zinkers
(ontspannen)
Heffers
(ontspannen)

Zinkers
(samengetrokken)

Uitwendige segmentatie van de regenworm

Segment
Opperhuid

Segment gevuld
met
lichaamsvloeistof

Tussenschot
Borstels
Inwendige segmentatie van de regenworm (schematisch)

Lengtespieren
Kringspieren

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde
Kringspieren trekken samen.
 Diameter wordt dunner;
 Lichaamsvloeistof drukt op
tussenschotten;
 Segment wordt langer en smaller.
Borstels
Contractie kringspieren

Voorzijde

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde
Lengtespieren trekken samen.
 Segment wordt korter;
 Lichaamsvloeistof drukt op
huidspierzak;
 Segment wordt korter en dikker.
Borstels
Contractie lengtespieren

Voorzijde

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde

Voorzijde

Borstels zitten door
borstelspieren in de bodem.
 Segment schuift naar voren.

Borstels
Borstels in de bodem

Contractiegolf


Slide 10

Spierwerking als reactie op
prikkels
Bewegingen bij enkele ongewervelde dieren

Bewegingsstructuren vliegende insecten

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten

Poten
• Drie paar poten  hangen vast aan borststuk;
• Heup, dijring, dij, scheen, voet  hol;
• Bedekt met talrijke haartjes  stof verwijderen.

Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Vleugels
• Twee paar vleugels  hangen vast aan borststuk;
• = Plaatvormige uitstulpingen huid;
• Bedekt met chitine +verstevigd met aders of nerven
 stijf en onbuigzaam;

Hoe is het borststuk aangepast aan beweging?

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen

• Bouw lichaamswand (= exoskelet):
– Eén laag opperhuidcellen;
– Cuticula bevat chitine;
– Waslaagje.
• Spieren hangen vast aan exoskelet.
• Bouw borststuksegmenten:
– Chitineplaten (zijplaten, buikplaat, rugplaat);
– Vliegspieren (lengtespieren, verticale spieren).

Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels
Lichaamswand
(schematisch)

Spieren in de poten
(schematisch)

Borststuk
(schematisch)

Bewegingsmechanisme vliegende insecten

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Poten
• Spiercontracties loopspieren: buigers en strekkers;
• Tussen de leden weinig chitine in cuticula  soepele
beweging (=soort gewricht);
• Spieren = dwarsgestreepte spieren  snelle
contractie.

Vleugels
• Verticale spieren (heffers) trekken samen 
rugplaat beweegt naar beneden + vleugels slaan
op;
• Lengtespieren (zinkers) trekken samen 
rugplaat beweegt naar boven + vleugels slaan neer.

Bewegingsstructuren regenworm

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructur
en regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen

• Regenwormen = ringwormen:
– Lichaam (uitwendig, inwendig) ingedeeld in
segmenten of ringen;
– Segmenten zijn gevuld met lichaamsvloeistof.
• Hydroskelet: stevigheid door spanning van de
lichaamsvloeistof op de lichaamswand.
• Huidspierzak: kringspieren + lengtespieren +
opperhuid.
• Per segment op buikzijde + flanken: 4 paren
borstels.

Beweging als reactie
op prikkels

Regenworm
(uitwendig)

Regenworm
(inwendig)

Bewegingsmechanisme regenworm

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten

Beweging: samenwerking spierlagen lichaamswand,
lichaamsvloeistof en borstels.

Kringspieren trekken samen

Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen

Lengtespieren trekken samen

Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Borstels in de bodem
Contractiegolf: opeenvolgende
segmenten trekken na elkaar samen.

Beweging als reactie op prikkels

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Taxis: het gericht verplaatsen als gevolg van een
prikkel.
• Bodemtrillingen: regenworm weet dat er een
mol komt  vluchten;
• Regenval: gangen regenworm lopen onder water
en de zuurstof in de bodem geraakt op 
vluchten boven de grond;
• Droogte: regenwormen houden van vochtig
milieu  bewegen dieper de grond in;
• Licht: regenwormen in een omgeving met veel
licht  vluchten in de grond;
• Aanraking: aanraken van een regenworm 
vluchten;
• Chemische stoffen: regenwormen reageren
negatief op zure of bittere stoffen  opzoeken
van zoete stoffen (humus).

Heup

Scheen
Voet
Dij
Dijring
Poot vliegend insect

Klauwtje

Zuignapje
Vliegpoot op glad oppervlak

Vliegpoot op ruw oppervlak

Nerven (aders) gevuld met lucht

Vleugels vliegend insect vastgehecht aan tweede en derde borststuksegment

Waslaagje
Cuticula

Eenlagige
opperhuid
Lichaamswand bij insecten (schematisch)

Chitine: hoornachtige stof die dient als uitwendige versteviging van
het lichaam.

Exoskelet

Loopspieren

Binnenkant exoskelet poten

Vleugel

Rugplaat

Zijplaat
Lengtespieren
Verticale
spieren
Vliegspieren vliegende insecten

Buikplaat
Dwarsdoorsnede borstsegment
vliegende insecten

Cuticula met minder
chitine

Buiger
(ontspannen)
Buiger
(samengetrokken)

Strekker
(samengetrokken)
Strekker
(ontspannen)
Buigbeweging bij een poot

Strekbeweging bij een poot

Rugplaat
(naar beneden)

Heffers
(samengetrokken)

Opslaan van vleugels

Rugplaat
(naar boven)

Neerslaan van vleugels

Zinkers
(ontspannen)
Heffers
(ontspannen)

Zinkers
(samengetrokken)

Uitwendige segmentatie van de regenworm

Segment
Opperhuid

Segment gevuld
met
lichaamsvloeistof

Tussenschot
Borstels
Inwendige segmentatie van de regenworm (schematisch)

Lengtespieren
Kringspieren

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde
Kringspieren trekken samen.
 Diameter wordt dunner;
 Lichaamsvloeistof drukt op
tussenschotten;
 Segment wordt langer en smaller.
Borstels
Contractie kringspieren

Voorzijde

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde
Lengtespieren trekken samen.
 Segment wordt korter;
 Lichaamsvloeistof drukt op
huidspierzak;
 Segment wordt korter en dikker.
Borstels
Contractie lengtespieren

Voorzijde

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde

Voorzijde

Borstels zitten door
borstelspieren in de bodem.
 Segment schuift naar voren.

Borstels
Borstels in de bodem

Contractiegolf


Slide 11

Spierwerking als reactie op
prikkels
Bewegingen bij enkele ongewervelde dieren

Bewegingsstructuren vliegende insecten

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten

Poten
• Drie paar poten  hangen vast aan borststuk;
• Heup, dijring, dij, scheen, voet  hol;
• Bedekt met talrijke haartjes  stof verwijderen.

Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Vleugels
• Twee paar vleugels  hangen vast aan borststuk;
• = Plaatvormige uitstulpingen huid;
• Bedekt met chitine +verstevigd met aders of nerven
 stijf en onbuigzaam;

Hoe is het borststuk aangepast aan beweging?

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen

• Bouw lichaamswand (= exoskelet):
– Eén laag opperhuidcellen;
– Cuticula bevat chitine;
– Waslaagje.
• Spieren hangen vast aan exoskelet.
• Bouw borststuksegmenten:
– Chitineplaten (zijplaten, buikplaat, rugplaat);
– Vliegspieren (lengtespieren, verticale spieren).

Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels
Lichaamswand
(schematisch)

Spieren in de poten
(schematisch)

Borststuk
(schematisch)

Bewegingsmechanisme vliegende insecten

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Poten
• Spiercontracties loopspieren: buigers en strekkers;
• Tussen de leden weinig chitine in cuticula  soepele
beweging (=soort gewricht);
• Spieren = dwarsgestreepte spieren  snelle
contractie.

Vleugels
• Verticale spieren (heffers) trekken samen 
rugplaat beweegt naar beneden + vleugels slaan
op;
• Lengtespieren (zinkers) trekken samen 
rugplaat beweegt naar boven + vleugels slaan neer.

Bewegingsstructuren regenworm

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructur
en regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen

• Regenwormen = ringwormen:
– Lichaam (uitwendig, inwendig) ingedeeld in
segmenten of ringen;
– Segmenten zijn gevuld met lichaamsvloeistof.
• Hydroskelet: stevigheid door spanning van de
lichaamsvloeistof op de lichaamswand.
• Huidspierzak: kringspieren + lengtespieren +
opperhuid.
• Per segment op buikzijde + flanken: 4 paren
borstels.

Beweging als reactie
op prikkels

Regenworm
(uitwendig)

Regenworm
(inwendig)

Bewegingsmechanisme regenworm

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten

Beweging: samenwerking spierlagen lichaamswand,
lichaamsvloeistof en borstels.

Kringspieren trekken samen

Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen

Lengtespieren trekken samen

Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Borstels in de bodem
Contractiegolf: opeenvolgende
segmenten trekken na elkaar samen.

Beweging als reactie op prikkels

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Taxis: het gericht verplaatsen als gevolg van een
prikkel.
• Bodemtrillingen: regenworm weet dat er een
mol komt  vluchten;
• Regenval: gangen regenworm lopen onder water
en de zuurstof in de bodem geraakt op 
vluchten boven de grond;
• Droogte: regenwormen houden van vochtig
milieu  bewegen dieper de grond in;
• Licht: regenwormen in een omgeving met veel
licht  vluchten in de grond;
• Aanraking: aanraken van een regenworm 
vluchten;
• Chemische stoffen: regenwormen reageren
negatief op zure of bittere stoffen  opzoeken
van zoete stoffen (humus).

Heup

Scheen
Voet
Dij
Dijring
Poot vliegend insect

Klauwtje

Zuignapje
Vliegpoot op glad oppervlak

Vliegpoot op ruw oppervlak

Nerven (aders) gevuld met lucht

Vleugels vliegend insect vastgehecht aan tweede en derde borststuksegment

Waslaagje
Cuticula

Eenlagige
opperhuid
Lichaamswand bij insecten (schematisch)

Chitine: hoornachtige stof die dient als uitwendige versteviging van
het lichaam.

Exoskelet

Loopspieren

Binnenkant exoskelet poten

Vleugel

Rugplaat

Zijplaat
Lengtespieren
Verticale
spieren
Vliegspieren vliegende insecten

Buikplaat
Dwarsdoorsnede borstsegment
vliegende insecten

Cuticula met minder
chitine

Buiger
(ontspannen)
Buiger
(samengetrokken)

Strekker
(samengetrokken)
Strekker
(ontspannen)
Buigbeweging bij een poot

Strekbeweging bij een poot

Rugplaat
(naar beneden)

Heffers
(samengetrokken)

Opslaan van vleugels

Rugplaat
(naar boven)

Neerslaan van vleugels

Zinkers
(ontspannen)
Heffers
(ontspannen)

Zinkers
(samengetrokken)

Uitwendige segmentatie van de regenworm

Segment
Opperhuid

Segment gevuld
met
lichaamsvloeistof

Tussenschot
Borstels
Inwendige segmentatie van de regenworm (schematisch)

Lengtespieren
Kringspieren

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde
Kringspieren trekken samen.
 Diameter wordt dunner;
 Lichaamsvloeistof drukt op
tussenschotten;
 Segment wordt langer en smaller.
Borstels
Contractie kringspieren

Voorzijde

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde
Lengtespieren trekken samen.
 Segment wordt korter;
 Lichaamsvloeistof drukt op
huidspierzak;
 Segment wordt korter en dikker.
Borstels
Contractie lengtespieren

Voorzijde

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde

Voorzijde

Borstels zitten door
borstelspieren in de bodem.
 Segment schuift naar voren.

Borstels
Borstels in de bodem

Contractiegolf


Slide 12

Spierwerking als reactie op
prikkels
Bewegingen bij enkele ongewervelde dieren

Bewegingsstructuren vliegende insecten

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten

Poten
• Drie paar poten  hangen vast aan borststuk;
• Heup, dijring, dij, scheen, voet  hol;
• Bedekt met talrijke haartjes  stof verwijderen.

Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Vleugels
• Twee paar vleugels  hangen vast aan borststuk;
• = Plaatvormige uitstulpingen huid;
• Bedekt met chitine +verstevigd met aders of nerven
 stijf en onbuigzaam;

Hoe is het borststuk aangepast aan beweging?

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen

• Bouw lichaamswand (= exoskelet):
– Eén laag opperhuidcellen;
– Cuticula bevat chitine;
– Waslaagje.
• Spieren hangen vast aan exoskelet.
• Bouw borststuksegmenten:
– Chitineplaten (zijplaten, buikplaat, rugplaat);
– Vliegspieren (lengtespieren, verticale spieren).

Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels
Lichaamswand
(schematisch)

Spieren in de poten
(schematisch)

Borststuk
(schematisch)

Bewegingsmechanisme vliegende insecten

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Poten
• Spiercontracties loopspieren: buigers en strekkers;
• Tussen de leden weinig chitine in cuticula  soepele
beweging (=soort gewricht);
• Spieren = dwarsgestreepte spieren  snelle
contractie.

Vleugels
• Verticale spieren (heffers) trekken samen 
rugplaat beweegt naar beneden + vleugels slaan
op;
• Lengtespieren (zinkers) trekken samen 
rugplaat beweegt naar boven + vleugels slaan neer.

Bewegingsstructuren regenworm

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructur
en regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen

• Regenwormen = ringwormen:
– Lichaam (uitwendig, inwendig) ingedeeld in
segmenten of ringen;
– Segmenten zijn gevuld met lichaamsvloeistof.
• Hydroskelet: stevigheid door spanning van de
lichaamsvloeistof op de lichaamswand.
• Huidspierzak: kringspieren + lengtespieren +
opperhuid.
• Per segment op buikzijde + flanken: 4 paren
borstels.

Beweging als reactie
op prikkels

Regenworm
(uitwendig)

Regenworm
(inwendig)

Bewegingsmechanisme regenworm

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten

Beweging: samenwerking spierlagen lichaamswand,
lichaamsvloeistof en borstels.

Kringspieren trekken samen

Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen

Lengtespieren trekken samen

Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Borstels in de bodem
Contractiegolf: opeenvolgende
segmenten trekken na elkaar samen.

Beweging als reactie op prikkels

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Taxis: het gericht verplaatsen als gevolg van een
prikkel.
• Bodemtrillingen: regenworm weet dat er een
mol komt  vluchten;
• Regenval: gangen regenworm lopen onder water
en de zuurstof in de bodem geraakt op 
vluchten boven de grond;
• Droogte: regenwormen houden van vochtig
milieu  bewegen dieper de grond in;
• Licht: regenwormen in een omgeving met veel
licht  vluchten in de grond;
• Aanraking: aanraken van een regenworm 
vluchten;
• Chemische stoffen: regenwormen reageren
negatief op zure of bittere stoffen  opzoeken
van zoete stoffen (humus).

Heup

Scheen
Voet
Dij
Dijring
Poot vliegend insect

Klauwtje

Zuignapje
Vliegpoot op glad oppervlak

Vliegpoot op ruw oppervlak

Nerven (aders) gevuld met lucht

Vleugels vliegend insect vastgehecht aan tweede en derde borststuksegment

Waslaagje
Cuticula

Eenlagige
opperhuid
Lichaamswand bij insecten (schematisch)

Chitine: hoornachtige stof die dient als uitwendige versteviging van
het lichaam.

Exoskelet

Loopspieren

Binnenkant exoskelet poten

Vleugel

Rugplaat

Zijplaat
Lengtespieren
Verticale
spieren
Vliegspieren vliegende insecten

Buikplaat
Dwarsdoorsnede borstsegment
vliegende insecten

Cuticula met minder
chitine

Buiger
(ontspannen)
Buiger
(samengetrokken)

Strekker
(samengetrokken)
Strekker
(ontspannen)
Buigbeweging bij een poot

Strekbeweging bij een poot

Rugplaat
(naar beneden)

Heffers
(samengetrokken)

Opslaan van vleugels

Rugplaat
(naar boven)

Neerslaan van vleugels

Zinkers
(ontspannen)
Heffers
(ontspannen)

Zinkers
(samengetrokken)

Uitwendige segmentatie van de regenworm

Segment
Opperhuid

Segment gevuld
met
lichaamsvloeistof

Tussenschot
Borstels
Inwendige segmentatie van de regenworm (schematisch)

Lengtespieren
Kringspieren

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde
Kringspieren trekken samen.
 Diameter wordt dunner;
 Lichaamsvloeistof drukt op
tussenschotten;
 Segment wordt langer en smaller.
Borstels
Contractie kringspieren

Voorzijde

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde
Lengtespieren trekken samen.
 Segment wordt korter;
 Lichaamsvloeistof drukt op
huidspierzak;
 Segment wordt korter en dikker.
Borstels
Contractie lengtespieren

Voorzijde

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde

Voorzijde

Borstels zitten door
borstelspieren in de bodem.
 Segment schuift naar voren.

Borstels
Borstels in de bodem

Contractiegolf


Slide 13

Spierwerking als reactie op
prikkels
Bewegingen bij enkele ongewervelde dieren

Bewegingsstructuren vliegende insecten

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten

Poten
• Drie paar poten  hangen vast aan borststuk;
• Heup, dijring, dij, scheen, voet  hol;
• Bedekt met talrijke haartjes  stof verwijderen.

Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Vleugels
• Twee paar vleugels  hangen vast aan borststuk;
• = Plaatvormige uitstulpingen huid;
• Bedekt met chitine +verstevigd met aders of nerven
 stijf en onbuigzaam;

Hoe is het borststuk aangepast aan beweging?

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen

• Bouw lichaamswand (= exoskelet):
– Eén laag opperhuidcellen;
– Cuticula bevat chitine;
– Waslaagje.
• Spieren hangen vast aan exoskelet.
• Bouw borststuksegmenten:
– Chitineplaten (zijplaten, buikplaat, rugplaat);
– Vliegspieren (lengtespieren, verticale spieren).

Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels
Lichaamswand
(schematisch)

Spieren in de poten
(schematisch)

Borststuk
(schematisch)

Bewegingsmechanisme vliegende insecten

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Poten
• Spiercontracties loopspieren: buigers en strekkers;
• Tussen de leden weinig chitine in cuticula  soepele
beweging (=soort gewricht);
• Spieren = dwarsgestreepte spieren  snelle
contractie.

Vleugels
• Verticale spieren (heffers) trekken samen 
rugplaat beweegt naar beneden + vleugels slaan
op;
• Lengtespieren (zinkers) trekken samen 
rugplaat beweegt naar boven + vleugels slaan neer.

Bewegingsstructuren regenworm

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructur
en regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen

• Regenwormen = ringwormen:
– Lichaam (uitwendig, inwendig) ingedeeld in
segmenten of ringen;
– Segmenten zijn gevuld met lichaamsvloeistof.
• Hydroskelet: stevigheid door spanning van de
lichaamsvloeistof op de lichaamswand.
• Huidspierzak: kringspieren + lengtespieren +
opperhuid.
• Per segment op buikzijde + flanken: 4 paren
borstels.

Beweging als reactie
op prikkels

Regenworm
(uitwendig)

Regenworm
(inwendig)

Bewegingsmechanisme regenworm

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten

Beweging: samenwerking spierlagen lichaamswand,
lichaamsvloeistof en borstels.

Kringspieren trekken samen

Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen

Lengtespieren trekken samen

Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Borstels in de bodem
Contractiegolf: opeenvolgende
segmenten trekken na elkaar samen.

Beweging als reactie op prikkels

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Taxis: het gericht verplaatsen als gevolg van een
prikkel.
• Bodemtrillingen: regenworm weet dat er een
mol komt  vluchten;
• Regenval: gangen regenworm lopen onder water
en de zuurstof in de bodem geraakt op 
vluchten boven de grond;
• Droogte: regenwormen houden van vochtig
milieu  bewegen dieper de grond in;
• Licht: regenwormen in een omgeving met veel
licht  vluchten in de grond;
• Aanraking: aanraken van een regenworm 
vluchten;
• Chemische stoffen: regenwormen reageren
negatief op zure of bittere stoffen  opzoeken
van zoete stoffen (humus).

Heup

Scheen
Voet
Dij
Dijring
Poot vliegend insect

Klauwtje

Zuignapje
Vliegpoot op glad oppervlak

Vliegpoot op ruw oppervlak

Nerven (aders) gevuld met lucht

Vleugels vliegend insect vastgehecht aan tweede en derde borststuksegment

Waslaagje
Cuticula

Eenlagige
opperhuid
Lichaamswand bij insecten (schematisch)

Chitine: hoornachtige stof die dient als uitwendige versteviging van
het lichaam.

Exoskelet

Loopspieren

Binnenkant exoskelet poten

Vleugel

Rugplaat

Zijplaat
Lengtespieren
Verticale
spieren
Vliegspieren vliegende insecten

Buikplaat
Dwarsdoorsnede borstsegment
vliegende insecten

Cuticula met minder
chitine

Buiger
(ontspannen)
Buiger
(samengetrokken)

Strekker
(samengetrokken)
Strekker
(ontspannen)
Buigbeweging bij een poot

Strekbeweging bij een poot

Rugplaat
(naar beneden)

Heffers
(samengetrokken)

Opslaan van vleugels

Rugplaat
(naar boven)

Neerslaan van vleugels

Zinkers
(ontspannen)
Heffers
(ontspannen)

Zinkers
(samengetrokken)

Uitwendige segmentatie van de regenworm

Segment
Opperhuid

Segment gevuld
met
lichaamsvloeistof

Tussenschot
Borstels
Inwendige segmentatie van de regenworm (schematisch)

Lengtespieren
Kringspieren

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde
Kringspieren trekken samen.
 Diameter wordt dunner;
 Lichaamsvloeistof drukt op
tussenschotten;
 Segment wordt langer en smaller.
Borstels
Contractie kringspieren

Voorzijde

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde
Lengtespieren trekken samen.
 Segment wordt korter;
 Lichaamsvloeistof drukt op
huidspierzak;
 Segment wordt korter en dikker.
Borstels
Contractie lengtespieren

Voorzijde

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde

Voorzijde

Borstels zitten door
borstelspieren in de bodem.
 Segment schuift naar voren.

Borstels
Borstels in de bodem

Contractiegolf


Slide 14

Spierwerking als reactie op
prikkels
Bewegingen bij enkele ongewervelde dieren

Bewegingsstructuren vliegende insecten

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten

Poten
• Drie paar poten  hangen vast aan borststuk;
• Heup, dijring, dij, scheen, voet  hol;
• Bedekt met talrijke haartjes  stof verwijderen.

Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Vleugels
• Twee paar vleugels  hangen vast aan borststuk;
• = Plaatvormige uitstulpingen huid;
• Bedekt met chitine +verstevigd met aders of nerven
 stijf en onbuigzaam;

Hoe is het borststuk aangepast aan beweging?

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen

• Bouw lichaamswand (= exoskelet):
– Eén laag opperhuidcellen;
– Cuticula bevat chitine;
– Waslaagje.
• Spieren hangen vast aan exoskelet.
• Bouw borststuksegmenten:
– Chitineplaten (zijplaten, buikplaat, rugplaat);
– Vliegspieren (lengtespieren, verticale spieren).

Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels
Lichaamswand
(schematisch)

Spieren in de poten
(schematisch)

Borststuk
(schematisch)

Bewegingsmechanisme vliegende insecten

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Poten
• Spiercontracties loopspieren: buigers en strekkers;
• Tussen de leden weinig chitine in cuticula  soepele
beweging (=soort gewricht);
• Spieren = dwarsgestreepte spieren  snelle
contractie.

Vleugels
• Verticale spieren (heffers) trekken samen 
rugplaat beweegt naar beneden + vleugels slaan
op;
• Lengtespieren (zinkers) trekken samen 
rugplaat beweegt naar boven + vleugels slaan neer.

Bewegingsstructuren regenworm

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructur
en regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen

• Regenwormen = ringwormen:
– Lichaam (uitwendig, inwendig) ingedeeld in
segmenten of ringen;
– Segmenten zijn gevuld met lichaamsvloeistof.
• Hydroskelet: stevigheid door spanning van de
lichaamsvloeistof op de lichaamswand.
• Huidspierzak: kringspieren + lengtespieren +
opperhuid.
• Per segment op buikzijde + flanken: 4 paren
borstels.

Beweging als reactie
op prikkels

Regenworm
(uitwendig)

Regenworm
(inwendig)

Bewegingsmechanisme regenworm

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten

Beweging: samenwerking spierlagen lichaamswand,
lichaamsvloeistof en borstels.

Kringspieren trekken samen

Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen

Lengtespieren trekken samen

Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Borstels in de bodem
Contractiegolf: opeenvolgende
segmenten trekken na elkaar samen.

Beweging als reactie op prikkels

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Taxis: het gericht verplaatsen als gevolg van een
prikkel.
• Bodemtrillingen: regenworm weet dat er een
mol komt  vluchten;
• Regenval: gangen regenworm lopen onder water
en de zuurstof in de bodem geraakt op 
vluchten boven de grond;
• Droogte: regenwormen houden van vochtig
milieu  bewegen dieper de grond in;
• Licht: regenwormen in een omgeving met veel
licht  vluchten in de grond;
• Aanraking: aanraken van een regenworm 
vluchten;
• Chemische stoffen: regenwormen reageren
negatief op zure of bittere stoffen  opzoeken
van zoete stoffen (humus).

Heup

Scheen
Voet
Dij
Dijring
Poot vliegend insect

Klauwtje

Zuignapje
Vliegpoot op glad oppervlak

Vliegpoot op ruw oppervlak

Nerven (aders) gevuld met lucht

Vleugels vliegend insect vastgehecht aan tweede en derde borststuksegment

Waslaagje
Cuticula

Eenlagige
opperhuid
Lichaamswand bij insecten (schematisch)

Chitine: hoornachtige stof die dient als uitwendige versteviging van
het lichaam.

Exoskelet

Loopspieren

Binnenkant exoskelet poten

Vleugel

Rugplaat

Zijplaat
Lengtespieren
Verticale
spieren
Vliegspieren vliegende insecten

Buikplaat
Dwarsdoorsnede borstsegment
vliegende insecten

Cuticula met minder
chitine

Buiger
(ontspannen)
Buiger
(samengetrokken)

Strekker
(samengetrokken)
Strekker
(ontspannen)
Buigbeweging bij een poot

Strekbeweging bij een poot

Rugplaat
(naar beneden)

Heffers
(samengetrokken)

Opslaan van vleugels

Rugplaat
(naar boven)

Neerslaan van vleugels

Zinkers
(ontspannen)
Heffers
(ontspannen)

Zinkers
(samengetrokken)

Uitwendige segmentatie van de regenworm

Segment
Opperhuid

Segment gevuld
met
lichaamsvloeistof

Tussenschot
Borstels
Inwendige segmentatie van de regenworm (schematisch)

Lengtespieren
Kringspieren

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde
Kringspieren trekken samen.
 Diameter wordt dunner;
 Lichaamsvloeistof drukt op
tussenschotten;
 Segment wordt langer en smaller.
Borstels
Contractie kringspieren

Voorzijde

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde
Lengtespieren trekken samen.
 Segment wordt korter;
 Lichaamsvloeistof drukt op
huidspierzak;
 Segment wordt korter en dikker.
Borstels
Contractie lengtespieren

Voorzijde

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde

Voorzijde

Borstels zitten door
borstelspieren in de bodem.
 Segment schuift naar voren.

Borstels
Borstels in de bodem

Contractiegolf


Slide 15

Spierwerking als reactie op
prikkels
Bewegingen bij enkele ongewervelde dieren

Bewegingsstructuren vliegende insecten

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten

Poten
• Drie paar poten  hangen vast aan borststuk;
• Heup, dijring, dij, scheen, voet  hol;
• Bedekt met talrijke haartjes  stof verwijderen.

Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Vleugels
• Twee paar vleugels  hangen vast aan borststuk;
• = Plaatvormige uitstulpingen huid;
• Bedekt met chitine +verstevigd met aders of nerven
 stijf en onbuigzaam;

Hoe is het borststuk aangepast aan beweging?

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen

• Bouw lichaamswand (= exoskelet):
– Eén laag opperhuidcellen;
– Cuticula bevat chitine;
– Waslaagje.
• Spieren hangen vast aan exoskelet.
• Bouw borststuksegmenten:
– Chitineplaten (zijplaten, buikplaat, rugplaat);
– Vliegspieren (lengtespieren, verticale spieren).

Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels
Lichaamswand
(schematisch)

Spieren in de poten
(schematisch)

Borststuk
(schematisch)

Bewegingsmechanisme vliegende insecten

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Poten
• Spiercontracties loopspieren: buigers en strekkers;
• Tussen de leden weinig chitine in cuticula  soepele
beweging (=soort gewricht);
• Spieren = dwarsgestreepte spieren  snelle
contractie.

Vleugels
• Verticale spieren (heffers) trekken samen 
rugplaat beweegt naar beneden + vleugels slaan
op;
• Lengtespieren (zinkers) trekken samen 
rugplaat beweegt naar boven + vleugels slaan neer.

Bewegingsstructuren regenworm

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructur
en regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen

• Regenwormen = ringwormen:
– Lichaam (uitwendig, inwendig) ingedeeld in
segmenten of ringen;
– Segmenten zijn gevuld met lichaamsvloeistof.
• Hydroskelet: stevigheid door spanning van de
lichaamsvloeistof op de lichaamswand.
• Huidspierzak: kringspieren + lengtespieren +
opperhuid.
• Per segment op buikzijde + flanken: 4 paren
borstels.

Beweging als reactie
op prikkels

Regenworm
(uitwendig)

Regenworm
(inwendig)

Bewegingsmechanisme regenworm

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten

Beweging: samenwerking spierlagen lichaamswand,
lichaamsvloeistof en borstels.

Kringspieren trekken samen

Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen

Lengtespieren trekken samen

Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Borstels in de bodem
Contractiegolf: opeenvolgende
segmenten trekken na elkaar samen.

Beweging als reactie op prikkels

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Taxis: het gericht verplaatsen als gevolg van een
prikkel.
• Bodemtrillingen: regenworm weet dat er een
mol komt  vluchten;
• Regenval: gangen regenworm lopen onder water
en de zuurstof in de bodem geraakt op 
vluchten boven de grond;
• Droogte: regenwormen houden van vochtig
milieu  bewegen dieper de grond in;
• Licht: regenwormen in een omgeving met veel
licht  vluchten in de grond;
• Aanraking: aanraken van een regenworm 
vluchten;
• Chemische stoffen: regenwormen reageren
negatief op zure of bittere stoffen  opzoeken
van zoete stoffen (humus).

Heup

Scheen
Voet
Dij
Dijring
Poot vliegend insect

Klauwtje

Zuignapje
Vliegpoot op glad oppervlak

Vliegpoot op ruw oppervlak

Nerven (aders) gevuld met lucht

Vleugels vliegend insect vastgehecht aan tweede en derde borststuksegment

Waslaagje
Cuticula

Eenlagige
opperhuid
Lichaamswand bij insecten (schematisch)

Chitine: hoornachtige stof die dient als uitwendige versteviging van
het lichaam.

Exoskelet

Loopspieren

Binnenkant exoskelet poten

Vleugel

Rugplaat

Zijplaat
Lengtespieren
Verticale
spieren
Vliegspieren vliegende insecten

Buikplaat
Dwarsdoorsnede borstsegment
vliegende insecten

Cuticula met minder
chitine

Buiger
(ontspannen)
Buiger
(samengetrokken)

Strekker
(samengetrokken)
Strekker
(ontspannen)
Buigbeweging bij een poot

Strekbeweging bij een poot

Rugplaat
(naar beneden)

Heffers
(samengetrokken)

Opslaan van vleugels

Rugplaat
(naar boven)

Neerslaan van vleugels

Zinkers
(ontspannen)
Heffers
(ontspannen)

Zinkers
(samengetrokken)

Uitwendige segmentatie van de regenworm

Segment
Opperhuid

Segment gevuld
met
lichaamsvloeistof

Tussenschot
Borstels
Inwendige segmentatie van de regenworm (schematisch)

Lengtespieren
Kringspieren

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde
Kringspieren trekken samen.
 Diameter wordt dunner;
 Lichaamsvloeistof drukt op
tussenschotten;
 Segment wordt langer en smaller.
Borstels
Contractie kringspieren

Voorzijde

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde
Lengtespieren trekken samen.
 Segment wordt korter;
 Lichaamsvloeistof drukt op
huidspierzak;
 Segment wordt korter en dikker.
Borstels
Contractie lengtespieren

Voorzijde

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde

Voorzijde

Borstels zitten door
borstelspieren in de bodem.
 Segment schuift naar voren.

Borstels
Borstels in de bodem

Contractiegolf


Slide 16

Spierwerking als reactie op
prikkels
Bewegingen bij enkele ongewervelde dieren

Bewegingsstructuren vliegende insecten

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten

Poten
• Drie paar poten  hangen vast aan borststuk;
• Heup, dijring, dij, scheen, voet  hol;
• Bedekt met talrijke haartjes  stof verwijderen.

Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Vleugels
• Twee paar vleugels  hangen vast aan borststuk;
• = Plaatvormige uitstulpingen huid;
• Bedekt met chitine +verstevigd met aders of nerven
 stijf en onbuigzaam;

Hoe is het borststuk aangepast aan beweging?

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen

• Bouw lichaamswand (= exoskelet):
– Eén laag opperhuidcellen;
– Cuticula bevat chitine;
– Waslaagje.
• Spieren hangen vast aan exoskelet.
• Bouw borststuksegmenten:
– Chitineplaten (zijplaten, buikplaat, rugplaat);
– Vliegspieren (lengtespieren, verticale spieren).

Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels
Lichaamswand
(schematisch)

Spieren in de poten
(schematisch)

Borststuk
(schematisch)

Bewegingsmechanisme vliegende insecten

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Poten
• Spiercontracties loopspieren: buigers en strekkers;
• Tussen de leden weinig chitine in cuticula  soepele
beweging (=soort gewricht);
• Spieren = dwarsgestreepte spieren  snelle
contractie.

Vleugels
• Verticale spieren (heffers) trekken samen 
rugplaat beweegt naar beneden + vleugels slaan
op;
• Lengtespieren (zinkers) trekken samen 
rugplaat beweegt naar boven + vleugels slaan neer.

Bewegingsstructuren regenworm

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructur
en regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen

• Regenwormen = ringwormen:
– Lichaam (uitwendig, inwendig) ingedeeld in
segmenten of ringen;
– Segmenten zijn gevuld met lichaamsvloeistof.
• Hydroskelet: stevigheid door spanning van de
lichaamsvloeistof op de lichaamswand.
• Huidspierzak: kringspieren + lengtespieren +
opperhuid.
• Per segment op buikzijde + flanken: 4 paren
borstels.

Beweging als reactie
op prikkels

Regenworm
(uitwendig)

Regenworm
(inwendig)

Bewegingsmechanisme regenworm

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten

Beweging: samenwerking spierlagen lichaamswand,
lichaamsvloeistof en borstels.

Kringspieren trekken samen

Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen

Lengtespieren trekken samen

Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Borstels in de bodem
Contractiegolf: opeenvolgende
segmenten trekken na elkaar samen.

Beweging als reactie op prikkels

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Taxis: het gericht verplaatsen als gevolg van een
prikkel.
• Bodemtrillingen: regenworm weet dat er een
mol komt  vluchten;
• Regenval: gangen regenworm lopen onder water
en de zuurstof in de bodem geraakt op 
vluchten boven de grond;
• Droogte: regenwormen houden van vochtig
milieu  bewegen dieper de grond in;
• Licht: regenwormen in een omgeving met veel
licht  vluchten in de grond;
• Aanraking: aanraken van een regenworm 
vluchten;
• Chemische stoffen: regenwormen reageren
negatief op zure of bittere stoffen  opzoeken
van zoete stoffen (humus).

Heup

Scheen
Voet
Dij
Dijring
Poot vliegend insect

Klauwtje

Zuignapje
Vliegpoot op glad oppervlak

Vliegpoot op ruw oppervlak

Nerven (aders) gevuld met lucht

Vleugels vliegend insect vastgehecht aan tweede en derde borststuksegment

Waslaagje
Cuticula

Eenlagige
opperhuid
Lichaamswand bij insecten (schematisch)

Chitine: hoornachtige stof die dient als uitwendige versteviging van
het lichaam.

Exoskelet

Loopspieren

Binnenkant exoskelet poten

Vleugel

Rugplaat

Zijplaat
Lengtespieren
Verticale
spieren
Vliegspieren vliegende insecten

Buikplaat
Dwarsdoorsnede borstsegment
vliegende insecten

Cuticula met minder
chitine

Buiger
(ontspannen)
Buiger
(samengetrokken)

Strekker
(samengetrokken)
Strekker
(ontspannen)
Buigbeweging bij een poot

Strekbeweging bij een poot

Rugplaat
(naar beneden)

Heffers
(samengetrokken)

Opslaan van vleugels

Rugplaat
(naar boven)

Neerslaan van vleugels

Zinkers
(ontspannen)
Heffers
(ontspannen)

Zinkers
(samengetrokken)

Uitwendige segmentatie van de regenworm

Segment
Opperhuid

Segment gevuld
met
lichaamsvloeistof

Tussenschot
Borstels
Inwendige segmentatie van de regenworm (schematisch)

Lengtespieren
Kringspieren

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde
Kringspieren trekken samen.
 Diameter wordt dunner;
 Lichaamsvloeistof drukt op
tussenschotten;
 Segment wordt langer en smaller.
Borstels
Contractie kringspieren

Voorzijde

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde
Lengtespieren trekken samen.
 Segment wordt korter;
 Lichaamsvloeistof drukt op
huidspierzak;
 Segment wordt korter en dikker.
Borstels
Contractie lengtespieren

Voorzijde

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde

Voorzijde

Borstels zitten door
borstelspieren in de bodem.
 Segment schuift naar voren.

Borstels
Borstels in de bodem

Contractiegolf


Slide 17

Spierwerking als reactie op
prikkels
Bewegingen bij enkele ongewervelde dieren

Bewegingsstructuren vliegende insecten

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten

Poten
• Drie paar poten  hangen vast aan borststuk;
• Heup, dijring, dij, scheen, voet  hol;
• Bedekt met talrijke haartjes  stof verwijderen.

Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Vleugels
• Twee paar vleugels  hangen vast aan borststuk;
• = Plaatvormige uitstulpingen huid;
• Bedekt met chitine +verstevigd met aders of nerven
 stijf en onbuigzaam;

Hoe is het borststuk aangepast aan beweging?

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen

• Bouw lichaamswand (= exoskelet):
– Eén laag opperhuidcellen;
– Cuticula bevat chitine;
– Waslaagje.
• Spieren hangen vast aan exoskelet.
• Bouw borststuksegmenten:
– Chitineplaten (zijplaten, buikplaat, rugplaat);
– Vliegspieren (lengtespieren, verticale spieren).

Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels
Lichaamswand
(schematisch)

Spieren in de poten
(schematisch)

Borststuk
(schematisch)

Bewegingsmechanisme vliegende insecten

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Poten
• Spiercontracties loopspieren: buigers en strekkers;
• Tussen de leden weinig chitine in cuticula  soepele
beweging (=soort gewricht);
• Spieren = dwarsgestreepte spieren  snelle
contractie.

Vleugels
• Verticale spieren (heffers) trekken samen 
rugplaat beweegt naar beneden + vleugels slaan
op;
• Lengtespieren (zinkers) trekken samen 
rugplaat beweegt naar boven + vleugels slaan neer.

Bewegingsstructuren regenworm

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructur
en regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen

• Regenwormen = ringwormen:
– Lichaam (uitwendig, inwendig) ingedeeld in
segmenten of ringen;
– Segmenten zijn gevuld met lichaamsvloeistof.
• Hydroskelet: stevigheid door spanning van de
lichaamsvloeistof op de lichaamswand.
• Huidspierzak: kringspieren + lengtespieren +
opperhuid.
• Per segment op buikzijde + flanken: 4 paren
borstels.

Beweging als reactie
op prikkels

Regenworm
(uitwendig)

Regenworm
(inwendig)

Bewegingsmechanisme regenworm

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten

Beweging: samenwerking spierlagen lichaamswand,
lichaamsvloeistof en borstels.

Kringspieren trekken samen

Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen

Lengtespieren trekken samen

Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Borstels in de bodem
Contractiegolf: opeenvolgende
segmenten trekken na elkaar samen.

Beweging als reactie op prikkels

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Taxis: het gericht verplaatsen als gevolg van een
prikkel.
• Bodemtrillingen: regenworm weet dat er een
mol komt  vluchten;
• Regenval: gangen regenworm lopen onder water
en de zuurstof in de bodem geraakt op 
vluchten boven de grond;
• Droogte: regenwormen houden van vochtig
milieu  bewegen dieper de grond in;
• Licht: regenwormen in een omgeving met veel
licht  vluchten in de grond;
• Aanraking: aanraken van een regenworm 
vluchten;
• Chemische stoffen: regenwormen reageren
negatief op zure of bittere stoffen  opzoeken
van zoete stoffen (humus).

Heup

Scheen
Voet
Dij
Dijring
Poot vliegend insect

Klauwtje

Zuignapje
Vliegpoot op glad oppervlak

Vliegpoot op ruw oppervlak

Nerven (aders) gevuld met lucht

Vleugels vliegend insect vastgehecht aan tweede en derde borststuksegment

Waslaagje
Cuticula

Eenlagige
opperhuid
Lichaamswand bij insecten (schematisch)

Chitine: hoornachtige stof die dient als uitwendige versteviging van
het lichaam.

Exoskelet

Loopspieren

Binnenkant exoskelet poten

Vleugel

Rugplaat

Zijplaat
Lengtespieren
Verticale
spieren
Vliegspieren vliegende insecten

Buikplaat
Dwarsdoorsnede borstsegment
vliegende insecten

Cuticula met minder
chitine

Buiger
(ontspannen)
Buiger
(samengetrokken)

Strekker
(samengetrokken)
Strekker
(ontspannen)
Buigbeweging bij een poot

Strekbeweging bij een poot

Rugplaat
(naar beneden)

Heffers
(samengetrokken)

Opslaan van vleugels

Rugplaat
(naar boven)

Neerslaan van vleugels

Zinkers
(ontspannen)
Heffers
(ontspannen)

Zinkers
(samengetrokken)

Uitwendige segmentatie van de regenworm

Segment
Opperhuid

Segment gevuld
met
lichaamsvloeistof

Tussenschot
Borstels
Inwendige segmentatie van de regenworm (schematisch)

Lengtespieren
Kringspieren

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde
Kringspieren trekken samen.
 Diameter wordt dunner;
 Lichaamsvloeistof drukt op
tussenschotten;
 Segment wordt langer en smaller.
Borstels
Contractie kringspieren

Voorzijde

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde
Lengtespieren trekken samen.
 Segment wordt korter;
 Lichaamsvloeistof drukt op
huidspierzak;
 Segment wordt korter en dikker.
Borstels
Contractie lengtespieren

Voorzijde

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde

Voorzijde

Borstels zitten door
borstelspieren in de bodem.
 Segment schuift naar voren.

Borstels
Borstels in de bodem

Contractiegolf


Slide 18

Spierwerking als reactie op
prikkels
Bewegingen bij enkele ongewervelde dieren

Bewegingsstructuren vliegende insecten

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten

Poten
• Drie paar poten  hangen vast aan borststuk;
• Heup, dijring, dij, scheen, voet  hol;
• Bedekt met talrijke haartjes  stof verwijderen.

Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Vleugels
• Twee paar vleugels  hangen vast aan borststuk;
• = Plaatvormige uitstulpingen huid;
• Bedekt met chitine +verstevigd met aders of nerven
 stijf en onbuigzaam;

Hoe is het borststuk aangepast aan beweging?

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen

• Bouw lichaamswand (= exoskelet):
– Eén laag opperhuidcellen;
– Cuticula bevat chitine;
– Waslaagje.
• Spieren hangen vast aan exoskelet.
• Bouw borststuksegmenten:
– Chitineplaten (zijplaten, buikplaat, rugplaat);
– Vliegspieren (lengtespieren, verticale spieren).

Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels
Lichaamswand
(schematisch)

Spieren in de poten
(schematisch)

Borststuk
(schematisch)

Bewegingsmechanisme vliegende insecten

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Poten
• Spiercontracties loopspieren: buigers en strekkers;
• Tussen de leden weinig chitine in cuticula  soepele
beweging (=soort gewricht);
• Spieren = dwarsgestreepte spieren  snelle
contractie.

Vleugels
• Verticale spieren (heffers) trekken samen 
rugplaat beweegt naar beneden + vleugels slaan
op;
• Lengtespieren (zinkers) trekken samen 
rugplaat beweegt naar boven + vleugels slaan neer.

Bewegingsstructuren regenworm

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructur
en regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen

• Regenwormen = ringwormen:
– Lichaam (uitwendig, inwendig) ingedeeld in
segmenten of ringen;
– Segmenten zijn gevuld met lichaamsvloeistof.
• Hydroskelet: stevigheid door spanning van de
lichaamsvloeistof op de lichaamswand.
• Huidspierzak: kringspieren + lengtespieren +
opperhuid.
• Per segment op buikzijde + flanken: 4 paren
borstels.

Beweging als reactie
op prikkels

Regenworm
(uitwendig)

Regenworm
(inwendig)

Bewegingsmechanisme regenworm

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten

Beweging: samenwerking spierlagen lichaamswand,
lichaamsvloeistof en borstels.

Kringspieren trekken samen

Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen

Lengtespieren trekken samen

Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Borstels in de bodem
Contractiegolf: opeenvolgende
segmenten trekken na elkaar samen.

Beweging als reactie op prikkels

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Taxis: het gericht verplaatsen als gevolg van een
prikkel.
• Bodemtrillingen: regenworm weet dat er een
mol komt  vluchten;
• Regenval: gangen regenworm lopen onder water
en de zuurstof in de bodem geraakt op 
vluchten boven de grond;
• Droogte: regenwormen houden van vochtig
milieu  bewegen dieper de grond in;
• Licht: regenwormen in een omgeving met veel
licht  vluchten in de grond;
• Aanraking: aanraken van een regenworm 
vluchten;
• Chemische stoffen: regenwormen reageren
negatief op zure of bittere stoffen  opzoeken
van zoete stoffen (humus).

Heup

Scheen
Voet
Dij
Dijring
Poot vliegend insect

Klauwtje

Zuignapje
Vliegpoot op glad oppervlak

Vliegpoot op ruw oppervlak

Nerven (aders) gevuld met lucht

Vleugels vliegend insect vastgehecht aan tweede en derde borststuksegment

Waslaagje
Cuticula

Eenlagige
opperhuid
Lichaamswand bij insecten (schematisch)

Chitine: hoornachtige stof die dient als uitwendige versteviging van
het lichaam.

Exoskelet

Loopspieren

Binnenkant exoskelet poten

Vleugel

Rugplaat

Zijplaat
Lengtespieren
Verticale
spieren
Vliegspieren vliegende insecten

Buikplaat
Dwarsdoorsnede borstsegment
vliegende insecten

Cuticula met minder
chitine

Buiger
(ontspannen)
Buiger
(samengetrokken)

Strekker
(samengetrokken)
Strekker
(ontspannen)
Buigbeweging bij een poot

Strekbeweging bij een poot

Rugplaat
(naar beneden)

Heffers
(samengetrokken)

Opslaan van vleugels

Rugplaat
(naar boven)

Neerslaan van vleugels

Zinkers
(ontspannen)
Heffers
(ontspannen)

Zinkers
(samengetrokken)

Uitwendige segmentatie van de regenworm

Segment
Opperhuid

Segment gevuld
met
lichaamsvloeistof

Tussenschot
Borstels
Inwendige segmentatie van de regenworm (schematisch)

Lengtespieren
Kringspieren

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde
Kringspieren trekken samen.
 Diameter wordt dunner;
 Lichaamsvloeistof drukt op
tussenschotten;
 Segment wordt langer en smaller.
Borstels
Contractie kringspieren

Voorzijde

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde
Lengtespieren trekken samen.
 Segment wordt korter;
 Lichaamsvloeistof drukt op
huidspierzak;
 Segment wordt korter en dikker.
Borstels
Contractie lengtespieren

Voorzijde

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde

Voorzijde

Borstels zitten door
borstelspieren in de bodem.
 Segment schuift naar voren.

Borstels
Borstels in de bodem

Contractiegolf


Slide 19

Spierwerking als reactie op
prikkels
Bewegingen bij enkele ongewervelde dieren

Bewegingsstructuren vliegende insecten

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten

Poten
• Drie paar poten  hangen vast aan borststuk;
• Heup, dijring, dij, scheen, voet  hol;
• Bedekt met talrijke haartjes  stof verwijderen.

Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Vleugels
• Twee paar vleugels  hangen vast aan borststuk;
• = Plaatvormige uitstulpingen huid;
• Bedekt met chitine +verstevigd met aders of nerven
 stijf en onbuigzaam;

Hoe is het borststuk aangepast aan beweging?

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen

• Bouw lichaamswand (= exoskelet):
– Eén laag opperhuidcellen;
– Cuticula bevat chitine;
– Waslaagje.
• Spieren hangen vast aan exoskelet.
• Bouw borststuksegmenten:
– Chitineplaten (zijplaten, buikplaat, rugplaat);
– Vliegspieren (lengtespieren, verticale spieren).

Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels
Lichaamswand
(schematisch)

Spieren in de poten
(schematisch)

Borststuk
(schematisch)

Bewegingsmechanisme vliegende insecten

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Poten
• Spiercontracties loopspieren: buigers en strekkers;
• Tussen de leden weinig chitine in cuticula  soepele
beweging (=soort gewricht);
• Spieren = dwarsgestreepte spieren  snelle
contractie.

Vleugels
• Verticale spieren (heffers) trekken samen 
rugplaat beweegt naar beneden + vleugels slaan
op;
• Lengtespieren (zinkers) trekken samen 
rugplaat beweegt naar boven + vleugels slaan neer.

Bewegingsstructuren regenworm

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructur
en regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen

• Regenwormen = ringwormen:
– Lichaam (uitwendig, inwendig) ingedeeld in
segmenten of ringen;
– Segmenten zijn gevuld met lichaamsvloeistof.
• Hydroskelet: stevigheid door spanning van de
lichaamsvloeistof op de lichaamswand.
• Huidspierzak: kringspieren + lengtespieren +
opperhuid.
• Per segment op buikzijde + flanken: 4 paren
borstels.

Beweging als reactie
op prikkels

Regenworm
(uitwendig)

Regenworm
(inwendig)

Bewegingsmechanisme regenworm

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten

Beweging: samenwerking spierlagen lichaamswand,
lichaamsvloeistof en borstels.

Kringspieren trekken samen

Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen

Lengtespieren trekken samen

Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Borstels in de bodem
Contractiegolf: opeenvolgende
segmenten trekken na elkaar samen.

Beweging als reactie op prikkels

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Taxis: het gericht verplaatsen als gevolg van een
prikkel.
• Bodemtrillingen: regenworm weet dat er een
mol komt  vluchten;
• Regenval: gangen regenworm lopen onder water
en de zuurstof in de bodem geraakt op 
vluchten boven de grond;
• Droogte: regenwormen houden van vochtig
milieu  bewegen dieper de grond in;
• Licht: regenwormen in een omgeving met veel
licht  vluchten in de grond;
• Aanraking: aanraken van een regenworm 
vluchten;
• Chemische stoffen: regenwormen reageren
negatief op zure of bittere stoffen  opzoeken
van zoete stoffen (humus).

Heup

Scheen
Voet
Dij
Dijring
Poot vliegend insect

Klauwtje

Zuignapje
Vliegpoot op glad oppervlak

Vliegpoot op ruw oppervlak

Nerven (aders) gevuld met lucht

Vleugels vliegend insect vastgehecht aan tweede en derde borststuksegment

Waslaagje
Cuticula

Eenlagige
opperhuid
Lichaamswand bij insecten (schematisch)

Chitine: hoornachtige stof die dient als uitwendige versteviging van
het lichaam.

Exoskelet

Loopspieren

Binnenkant exoskelet poten

Vleugel

Rugplaat

Zijplaat
Lengtespieren
Verticale
spieren
Vliegspieren vliegende insecten

Buikplaat
Dwarsdoorsnede borstsegment
vliegende insecten

Cuticula met minder
chitine

Buiger
(ontspannen)
Buiger
(samengetrokken)

Strekker
(samengetrokken)
Strekker
(ontspannen)
Buigbeweging bij een poot

Strekbeweging bij een poot

Rugplaat
(naar beneden)

Heffers
(samengetrokken)

Opslaan van vleugels

Rugplaat
(naar boven)

Neerslaan van vleugels

Zinkers
(ontspannen)
Heffers
(ontspannen)

Zinkers
(samengetrokken)

Uitwendige segmentatie van de regenworm

Segment
Opperhuid

Segment gevuld
met
lichaamsvloeistof

Tussenschot
Borstels
Inwendige segmentatie van de regenworm (schematisch)

Lengtespieren
Kringspieren

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde
Kringspieren trekken samen.
 Diameter wordt dunner;
 Lichaamsvloeistof drukt op
tussenschotten;
 Segment wordt langer en smaller.
Borstels
Contractie kringspieren

Voorzijde

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde
Lengtespieren trekken samen.
 Segment wordt korter;
 Lichaamsvloeistof drukt op
huidspierzak;
 Segment wordt korter en dikker.
Borstels
Contractie lengtespieren

Voorzijde

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde

Voorzijde

Borstels zitten door
borstelspieren in de bodem.
 Segment schuift naar voren.

Borstels
Borstels in de bodem

Contractiegolf


Slide 20

Spierwerking als reactie op
prikkels
Bewegingen bij enkele ongewervelde dieren

Bewegingsstructuren vliegende insecten

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten

Poten
• Drie paar poten  hangen vast aan borststuk;
• Heup, dijring, dij, scheen, voet  hol;
• Bedekt met talrijke haartjes  stof verwijderen.

Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Vleugels
• Twee paar vleugels  hangen vast aan borststuk;
• = Plaatvormige uitstulpingen huid;
• Bedekt met chitine +verstevigd met aders of nerven
 stijf en onbuigzaam;

Hoe is het borststuk aangepast aan beweging?

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen

• Bouw lichaamswand (= exoskelet):
– Eén laag opperhuidcellen;
– Cuticula bevat chitine;
– Waslaagje.
• Spieren hangen vast aan exoskelet.
• Bouw borststuksegmenten:
– Chitineplaten (zijplaten, buikplaat, rugplaat);
– Vliegspieren (lengtespieren, verticale spieren).

Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels
Lichaamswand
(schematisch)

Spieren in de poten
(schematisch)

Borststuk
(schematisch)

Bewegingsmechanisme vliegende insecten

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Poten
• Spiercontracties loopspieren: buigers en strekkers;
• Tussen de leden weinig chitine in cuticula  soepele
beweging (=soort gewricht);
• Spieren = dwarsgestreepte spieren  snelle
contractie.

Vleugels
• Verticale spieren (heffers) trekken samen 
rugplaat beweegt naar beneden + vleugels slaan
op;
• Lengtespieren (zinkers) trekken samen 
rugplaat beweegt naar boven + vleugels slaan neer.

Bewegingsstructuren regenworm

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructur
en regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen

• Regenwormen = ringwormen:
– Lichaam (uitwendig, inwendig) ingedeeld in
segmenten of ringen;
– Segmenten zijn gevuld met lichaamsvloeistof.
• Hydroskelet: stevigheid door spanning van de
lichaamsvloeistof op de lichaamswand.
• Huidspierzak: kringspieren + lengtespieren +
opperhuid.
• Per segment op buikzijde + flanken: 4 paren
borstels.

Beweging als reactie
op prikkels

Regenworm
(uitwendig)

Regenworm
(inwendig)

Bewegingsmechanisme regenworm

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten

Beweging: samenwerking spierlagen lichaamswand,
lichaamsvloeistof en borstels.

Kringspieren trekken samen

Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen

Lengtespieren trekken samen

Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Borstels in de bodem
Contractiegolf: opeenvolgende
segmenten trekken na elkaar samen.

Beweging als reactie op prikkels

Bewegingsstructuren
vliegende insecten
Bouw borststuk
vliegende insecten
Bewegingsmechanisme vliegende
insecten
Bewegingsstructuren
regenwormen
Bewegingsmechanisme regenwormen
Beweging als reactie
op prikkels

Taxis: het gericht verplaatsen als gevolg van een
prikkel.
• Bodemtrillingen: regenworm weet dat er een
mol komt  vluchten;
• Regenval: gangen regenworm lopen onder water
en de zuurstof in de bodem geraakt op 
vluchten boven de grond;
• Droogte: regenwormen houden van vochtig
milieu  bewegen dieper de grond in;
• Licht: regenwormen in een omgeving met veel
licht  vluchten in de grond;
• Aanraking: aanraken van een regenworm 
vluchten;
• Chemische stoffen: regenwormen reageren
negatief op zure of bittere stoffen  opzoeken
van zoete stoffen (humus).

Heup

Scheen
Voet
Dij
Dijring
Poot vliegend insect

Klauwtje

Zuignapje
Vliegpoot op glad oppervlak

Vliegpoot op ruw oppervlak

Nerven (aders) gevuld met lucht

Vleugels vliegend insect vastgehecht aan tweede en derde borststuksegment

Waslaagje
Cuticula

Eenlagige
opperhuid
Lichaamswand bij insecten (schematisch)

Chitine: hoornachtige stof die dient als uitwendige versteviging van
het lichaam.

Exoskelet

Loopspieren

Binnenkant exoskelet poten

Vleugel

Rugplaat

Zijplaat
Lengtespieren
Verticale
spieren
Vliegspieren vliegende insecten

Buikplaat
Dwarsdoorsnede borstsegment
vliegende insecten

Cuticula met minder
chitine

Buiger
(ontspannen)
Buiger
(samengetrokken)

Strekker
(samengetrokken)
Strekker
(ontspannen)
Buigbeweging bij een poot

Strekbeweging bij een poot

Rugplaat
(naar beneden)

Heffers
(samengetrokken)

Opslaan van vleugels

Rugplaat
(naar boven)

Neerslaan van vleugels

Zinkers
(ontspannen)
Heffers
(ontspannen)

Zinkers
(samengetrokken)

Uitwendige segmentatie van de regenworm

Segment
Opperhuid

Segment gevuld
met
lichaamsvloeistof

Tussenschot
Borstels
Inwendige segmentatie van de regenworm (schematisch)

Lengtespieren
Kringspieren

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde
Kringspieren trekken samen.
 Diameter wordt dunner;
 Lichaamsvloeistof drukt op
tussenschotten;
 Segment wordt langer en smaller.
Borstels
Contractie kringspieren

Voorzijde

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde
Lengtespieren trekken samen.
 Segment wordt korter;
 Lichaamsvloeistof drukt op
huidspierzak;
 Segment wordt korter en dikker.
Borstels
Contractie lengtespieren

Voorzijde

Lichaamsvloeistof in
segment
Tussenschot

Achterzijde

Voorzijde

Borstels zitten door
borstelspieren in de bodem.
 Segment schuift naar voren.

Borstels
Borstels in de bodem

Contractiegolf