10/07/2002 Functieboek FOD Financiën Inhoudstafel 10/07/2002 > Inleiding – Doelstelling en scope – Definities – Structuur van het functieboek > Methodiek voor de definitie van de “To-Be” functies van de FOD.

Download Report

Transcript 10/07/2002 Functieboek FOD Financiën Inhoudstafel 10/07/2002 > Inleiding – Doelstelling en scope – Definities – Structuur van het functieboek > Methodiek voor de definitie van de “To-Be” functies van de FOD.

10/07/2002
Functieboek
FOD Financiën
Inhoudstafel
10/07/2002
>
Inleiding
– Doelstelling en scope
– Definities
– Structuur van het functieboek
>
Methodiek voor de definitie van de “To-Be” functies van de FOD Financiën
– Inleiding
– Consolidatie van functies per proces tot “To-Be” Functies
– Consolidatie van “To-Be” functies tot op het niveau van functiefamilienamen
>
Overzicht van de “To-Be” functies van de FOD Financiën
– Samenvattend overzicht
– Functiefiches
>
Bijlagen
– Model voor de bepaling van de generieke competenties
– Aanpak voor de bepaling van de technische competenties
Functieboek FOD Financiën
p. 2
10/07/2002
Inleiding
Functieboek FOD Financiën
p. 3
Inleiding
Doelstelling en scope van het Functieboek
10/07/2002
>
Het functieboek presenteert de resultaten van de definitie van de “To-Be” functies zoals deze werden
geïdentificeerd uit de hertekening van de processen en de organisatiestructuur van de FOD Financiën.
>
De “To-Be” functies werden in eerste instantie gedefinieerd op basis van de resultaten van de hertekening van
de processen van de FOD Financiën. Indien de lezer van dit functieboek de specifieke context en de details
inzake taken, resultaatsgebieden en competenties van bepaalde, individuele functies beter wil begrijpen in hun
proces specifieke context, is het belangrijk dat hij of zij tevens de processchema’s (documenten T4-T5) bij de
hand neemt. In deze documenten staat een detailbeschrijving van taken, resultaatsgebieden, competenties voor
elke individuele functie in een specifieke procescontext.
>
De scope van dit functieboek omvat alle functies die kunnen worden geïdentificeerd aan de hand van de
hertekende processchema’s van de FOD Financiën. Hiertoe behoren zowel de functionele processen als de
ondersteunende processen, de sturende processen, de processen voor specifieke verwerking en de processen
inzake reglementering en werkprocedures. Ze slaan op de organisatie van Belastingen en Invorderingen en
Patrimonium Documentatie (Thesaurie behoort niet tot de scope van Coperfin).
Daarenboven zijn functies bepaald voor de leidinggevenden (afdelingshoofden en teamchefs van de lijndiensten
evenals directeurs, afdelingshoofden en teamchefs stafdiensten).
>
De managementfuncties (N tot en met N-3) met hun secretariaat, naast functies die hun oorsprong vinden in
horizontale directies (P&O, B&B, ICT, Secretariaat & Logistiek), PMO en Studie & Onderzoek, behoren niet tot de
scope van dit functieboek.
Functieboek FOD Financiën
p. 4
Inleiding
Definities
10/07/2002
>
Een functie is een geheel van taken en verantwoordelijkheden die een bepaalde kennis en expertise vereisen
binnen de Federale Overheid, met als doel een welomschreven functionele of operationele bijdrage
(probleemoplossend of uitvoerend) te leveren ter ondersteuning van de doelstellingen van de Overheid*.
>
Het is belangrijk erop te wijzen dat er een verschil bestaat tussen een ‘functie’ en een ‘graad’.
In de huidige situatie (“As-Is”) kan eenzelfde graad, bijvoorbeeld inspecteur, een veelheid van functies dekken
die niet noodzakelijk eenzelfde niveau van vereisten stellen. Anderzijds kan eenzelfde functie, bijvoorbeeld
dossierbehandelaar, uitgeoefend worden door ambtenaren met verschillende graden. In de nieuwe federale
loopbaan zullen de functie en de daaraan verbonden vereisten meer centraal komen te staan. Er zal eveneens
een meer eenduidige relatie bestaan tussen een functie en de bijhorende graad**.
>
In het kader van de BPR van de FOD Financiën hebben de verschillende werkgroepen “To-Be” functies
gedefinieerd, geen graden of niveaus.
>
Competenties zijn het geheel van kennis, vaardigheden, waarden en attitudes die de ambtenaar toepast om
goed te functioneren in zijn functie, d.w.z. om de van hem verwachte resultaten te realiseren. Er zijn twee
soorten van competenties:
– Generieke competenties: competenties die eerder betrekking hebben op de manier waarop de functie
wordt uitgevoerd (b.v. samenwerken, klantgericht optreden, e.d.)
– Technische competenties: de specifieke kennis en vaardigheden vereist voor een functie (b.v. kennis
van een bepaalde wetgeving)**
>
In de context van dit functieboek is het tenslotte belangrijk te wijzen op het verschil tussen een functie en een
job. Een job omvat de taken en verantwoordelijkheden die aan één persoon worden toegekend. Eenzelfde
persoon kan met andere woorden meerdere functies vervullen. Deze invulling maakt deel uit van de
implementatiefase en maakt deel uit van de vrijheidsgraden van de aangestelde manager.
* Bron: FOD P&O, definitie gehanteerd bij de ontwikkeling van een competentiemodel voor de federale overheid
** Bron: De nieuwe federale loopbaan, FOD P&O, 29 november 2001
Functieboek FOD Financiën
p. 5
Inleiding
Structuur van het functieboek
10/07/2002
>
Het eerste hoofdstuk na deze inleiding geeft een overzicht van de methodiek die is gevolgd om de “To-Be”
functies te definiëren. Dit hoofdstuk presenteert de manier waarop de basisfuncties tot stand zijn gekomen.
>
Daarna volgt een overzicht van de “To-Be” functies van de FOD Financiën. Dit overzicht presenteert alle functies
die in het kader van Coperfin zijn ontwikkeld, omschreven in een informatiefiche per functie.
>
De bijlagen, tenslotte, presenteren het model dat is gebruikt voor de bepaling van de generieke competenties
van deze functies. Daarnaast worden de methodiek ter bepaling van de technische competenties per “To-Be”
functie gepresenteerd.
Functieboek FOD Financiën
p. 6
10/07/2002
Methodiek voor de definitie
van de “To-Be” functies van de
FOD Financiën
Functieboek FOD Financiën
p. 7
Methodiek
Inleiding
10/07/2002
>
De definitie van de “To-Be” functies voor de FOD Financiën, is verlopen in 3 fasen:
– In een eerste fase zijn de taken van de “To-Be” processen gegroepeerd op basis van criteria zoals
vergelijkbaarheid inzake de aard van de taken, inzake de vereiste interactie met de betrokken
doelgroepen, inzake de nabijheid van het terrein, inzake de vereiste competenties, enz. Deze groepen van
taken werden “swimlanes” genoemd, en ze kregen een functiebenaming (Bijvoorbeeld: inspecteur in het
proces nazicht van de fiscale situatie, gegevensbeheerder in het proces beheren van fiscale gegevens,
dossierbeheerder in het proces verwerven van onroerende goederen).
– In een tweede fase werden al deze “swimlanes” onderling vergeleken naar taken en generieke
competenties. “Swimlanes” met gelijkaardige taken en generieke competenties werden geconsolideerd tot
basisfuncties. We verwijzen naar de benaming van deze basisfuncties als “familienaam”. Er zijn voor de
FOD Financiën een 50-tal basisfuncties gedefinieerd. Deze basisfuncties hebben dezelfde generieke taken
en generieke competenties doorheen de FOD, ongeacht het proces of de organisatorische entiteit waarin
ze voorkomen (Bijvoorbeeld: dossierbeheerder, analist, inspecteur, onderzoeker zijn basisfuncties).
– In een derde en laatste fase, tenslotte, worden voor elke “To-Be” functie de technische competenties en
hun vereiste niveau bepaald.
In deze fase wordt het vereiste kennisniveau voor vier overkoepelende categorieën van technische
competenties bepaald.
>
Op deze manier wordt voor de FOD Financiën een set van “To-Be” functies gedefinieerd. Iedere functie heeft een
‘familienaam’, die verwijst naar het gemeenschappelijke gedeelte (taken en generieke competenties). Een aantal
functies hebben ook een verwijzing naar een vereist niveau van technische competentie(s).
>
De methodiek voor de Fasen 1 en 2 wordt uiteengezet in het vervolg van dit hoofdstuk. De methodiek voor Fase
3 wordt gepresenteerd in de bijlagen bij dit rapport.
Functieboek FOD Financiën
p. 8
Methodiek Fase 2:
Consolidatie tot basisfuncties
Consolidatie van “swimlanes” tot “familienamen”
10/07/2002
>
In ieder hertekend proces werden een aantal “swimlanes” gedefinieerd, die zijn benoemd als een functie.
>
In de tweede fase van de functiedefinitie werden op basis van gemeenschappelijke taken en gemeenschappelijke
generieke competenties deze “swimlanes” geconsolideerd tot een beperkt aantal basisfuncties. Deze
basisfuncties kregen tenslotte een “familienaam”. Deze familienaam is onafhankelijk van het proces en/of de
organisatorische entiteit waarin de functie voorkomt.
>
Deze
–
–
–
>
Binnen elk van deze stappen werd er telkens vergeleken en geconsolideerd op 3 niveaus (zie ook volgende
pagina):
– Binnen één proces
– Tussen processen die bij elkaar horen
– Overheen alle processen
consolidatie is verlopen in 3 stappen:
‘Swimlanes’ met gelijkaardige taken worden samengebracht tot functies.
Functies met vergelijkbare taken worden samengebracht onder eenzelfde familienaam.
Functies met eenzelfde familienaam worden vergeleken en geconsolideerd op basis van generieke
competenties. De generieke competenties worden, indien nodig, aangepast.
Functieboek FOD Financiën
p. 9
Methodiek Fase 2:
Consolidatie tot basisfuncties
Consolidatie van “swimlanes” tot “familienamen”
10/07/2002
Proces
AB1
AB2
AB3
Gelijkaardige taken,
generieke competenties en
technische competenties
Gelijkaardige taken en
generieke competenties
Dossierbeheerder
goederenbeheer
Gelijkaardige taken en
generieke competenties
Dossierbeheerder
Proces
AB1
AB2
AB3
Gelijkaardige taken,
generieke competenties en
technische competenties
Dossierbeheerder immobiliën
Dossierbeheerder
goederenbeheer bij
Opmetingen & Waarderingen
Dossierbeheerder immobiliën
bij Opmetingen &
Waarderingen
….
Dossierbeheerder
Proces …………..
Andere groepen van processen
Functieboek FOD Financiën
p. 10
Methodiek Fase 2:
Consolidatie tot basisfuncties
Bepaling van “familienamen” op taken
10/07/2002
>
In de eerste stap werden taken gedefinieerd voor iedere swimlane.
>
In de tweede stap werden functies met gelijkaardige taken gegroepeerd in één functiefamilienaam.
>
Hiertoe werden de 5 belangrijkste hoofdtaken van elke functie zoals bepaald vanuit de “swimlanes”, gedefinieerd
en onderling vergeleken. Deze taken hebben voornamelijk betrekking op de functionele verantwoordelijkheden in
de processen, en niet op eventuele leidinggevende of begeleidende activiteiten. Bij deze vergelijking hebben we
steeds gewerkt met de 5 belangrijkste hoofdtaken. Het kan dus zijn dat een functie een aantal bijtaken uitoefent
die verschillen van de bijtaken van een andere functie met dezelfde functiefamilienaam.
>
Voorbeeld:
–
In heel wat processen komen “swimlanes” voor met de volgende 5 hoofdtaken:
 Invoeren van meer complexe gegevens / meer complex dossier aanmaken
 Eerste analyse van gegevens en (her)oriëntatie van dossier
 Opzoekingen en/of berekeningen uitvoeren en opstellen van documenten of attesten
 Melden van ontvangst of beslissing aan de burger, opvragen van ontbrekende gegevens
 Informatie uitwisselen met aangewezen personen
–
Deze “swimlanes” zijn daarom gegroepeerd tot de functiefamilienaam “Gegevensbeheerder”.
Functieboek FOD Financiën
p. 11
Methodiek Fase 2:
Consolidatie tot basisfuncties
Bepaling van “familienamen” op generieke competenties
10/07/2002
>
In de derde en laatste stap werden de generieke competenties bepaald voor iedere functiefamilienaam.
–
De generieke competenties of intrinsieke vaardigheden van een functie situeren zich op 5 vlakken
• Omgaan met informatie
• Omgaan met taken
• Leidinggeven
• Interpersoonlijke relaties
• Persoonlijk functioneren
–
Elk van deze 5 generieke competenties bestaat uit 8 competentieniveaus. Deze niveaus worden
beschreven in een generieke competentiematrix (zie Bijlagen voor deze beschrijving).
>
Nadat een aantal functiefamilienamen werden bepaald op basis van de vergelijking van taken, werd voor deze
familienamen het aangepaste niveau van generieke competenties bepaald. Tijdens deze oefening werd ook
nagegaan of deze niveaus van generieke competenties van toepassing kunnen zijn in alle processen en/of
organisatorische entiteiten waarin deze familienaam voorkwam.
>
Bij het bepalen van de generieke competenties kon het zijn dat functies met gelijkaardige taken, die in de eerste
stap in 1 functiefamilienaam werden ondergebracht, moesten worden opgesplitst in meerdere
functiefamilienamen. Zo gaf, bijvoorbeeld, de complexiteit van de te behandelen materie, tesamen met een
grotere mate van autonomie en aansturing, vaak aanleiding tot opsplitsing. Deze functiefamilienamen worden
aangegeven door de gradatie ‘junior functiefamilienaam’ – ‘functiefamilienaam’ – ‘senior functiefamilienaam’.
Functieboek FOD Financiën
p. 12
10/07/2002
Overzicht van de To Be
functies van de FOD Financiën
Functieboek FOD Financiën
p. 13
10/07/2002
Samenvattend overzicht
Functieboek FOD Financiën
p. 14
Overzicht van de 50 operationele en 5
leidinggevende functiefamilienamen (1/2)*
10/07/2002
Administratief medewerker / Collaborateur administratif
Junior Dossierbeheerder / Gestionnaire de dossiers Junior
Junior Analist / Analyste Junior
Dossierbeheerder / Gestionnaire de dossiers
Analist / Analyste
Senior Dossierbeheerder / Gestionnaire de dossiers Senior
Senior Analist / Analyste Senior
Economisch coördinator / Coordinateur Economique
Applicatie-assistant / Assistant d'Applications
Extern Correspondent / Correspondant Externe
Applicatie-analist / Analyste d'Applications
Gegevensanalist / Analyste de données
Beheerder Planning / Gestionnaire de Planning
Junior Gegevensbeheerder / Gestionnaire de données Junior
Senior Beheerder Planning / Gestionnaire de Planning Senior
Gegevensbeheerder / Gestionnaire de données
Communicatie- en promotiedeskundige / Spécialiste de
Communication et Promotion
Senior Gegevensbeheerder / Gestionnaire de données Senior
Coördinator / Coordinateur
Gegevensbeheerder Belastingsplichtige / Gestionnaire de données
Contribuable
Coördinator bedrijfsrisico's / Coordinateur de risques d'entreprises
Junior Informatie-ambtenaar / Fonctionnaire d'information Junior
Senior Coördinator bedrijfsrisico's / Coordinateur de risques
d'entreprises Senior
Informatie-ambtenaar / Fonctionnaire d'information
Documentalist / Documentaliste
Senior Informatie-ambtenaar / Fonctionnaire d'information Senior
Inlichtingenanalist/ Analyste d'informations
Senior Documentalist / Documentaliste Senior
*
Een aantal van de hier voorgestelde functienamen kunnen tijdens de implementatiefase eventueel nog wijzigingen ondergaan
Functieboek FOD Financiën
p. 15
Overzicht van de 50 operationele en 5
leidinggevende functiefamilienamen (2/2)*
10/07/2002
Junior Inspecteur / Inspecteur Junior
Starterscoördinator / Coordinateur Nouvelles Entreprises
Inspecteur/ Inspecteur
Technisch medewerker / Collaborateur Technique
Senior Inspecteur / Inspecteur Senior
Technisch deskundige / Spécialiste Technique
Intern Correspondent / Correspondant Interne
Toezichtambtenaar / Fonctionnaire de la surveillance
Junior Jurisconsult / Juris Consult Junior
Vertaler / Traducteur
Jurisconsult / Juris Consult
Senior Jurisconsult / Juris Consult Senior
Ontvanger / Receveur**
Junior Onderzoeker / Enquêteur Junior
Reglementair bemiddelaar / Conciliateur Réglementaire**
Onderzoeker / Enquêteur
Senior Onderzoeker / Enquêteur Senior
Junior Projectbeheerder / Gestionnaire de projet Junior
Projectbeheerder / Gestionnaire de projet
Senior Projectbeheerder/ Gestionnaire de projet Senior
Sectorcoördinator / Coordinateur de Secteurs
Specialist / Spécialiste
*
Teamchef / Chef d’équipe
Afdelingshoofd / Chef de division
Teamchef Stafdienst / Chef d’équipe Staff
Afdelingshoofd Stafdienst / Chef de division Staff
Directeur Stafdienst / Directeur Staff
Een aantal van de hier voorgestelde functienamen kunnen tijdens de implementatiefase eventueel nog wijzigingen ondergaan.
** De functies ontvanger en reglementair bemiddelaar zullen steeds door een teamchef en afdelingshoofd worden uitgeoefend. Van deze functies is aldus geen profiel ontwikkeld
Functieboek FOD Financiën
p. 16
Groepering van de meest voorkomende
functiefamilienamen
10/07/2002
Functionele processen
Dossierbeheerders
Gegevensbeheerders
Specifieke verwerking
Inspecteurs
Gegevensbeheerders &
Onderzoekers
Sturende &
ondersteunende processen
Specialisten : ad hoc advies
Analisten
Projectbeheerders :
leiden van project
Gegevensbeheerders &
Administratief medewerkers
Functieboek FOD Financiën
Coördinator :
coördineren van proces
p. 17
Overzicht van de functies per pijler of
programma en proces
Duiding
10/07/2002
>
Op de volgende bladzijden wordt een overzicht gegeven van de functies die voorkomen per pijler of programma,
en per proces.
>
Vooreerst worden de functies per pijler gepresenteerd, die als volgt zijn samengesteld :
• De functies in de lijn : operationele functies en leidinggevende functies
• De functies in de staf : management ondersteuning, doelgroepenstrategie en leidinggevende functies
>
Daarnaast
•
•
•
•
>
Tot slot wordt een overzicht gegeven van de functies die in elk van de 47 processen voorkomen.
worden de functies voor de programma’s CRM en risicobeheer geduid, die volgende delen omvatten :
De staffuncties N2 (zowel binnen doelgroepenstrategie als financiële expertise)
De lijnfuncties die taken uitvoeren voor CRM of risicobeheer
De staffuncties N1 uit de CDU van toepassing voor CRM
Opmerking: voor risicobeheer betreft het de processen 17, 18, 19, 27 en 28, voor CRM de processen
32 tot en met 35
Functieboek FOD Financiën
p. 18
Overzicht van de functiefamilienamen per
pijler of programma (1/2)
10/07/2002
Functieboek FOD Financiën
p. 19
Overzicht van de functiefamilienamen per
pijler of programma (2/2)
10/07/2002
Functieboek FOD Financiën
p. 20
Overzicht van de functiefamilienamen per
proces (1/4)
10/07/2002
Functieboek FOD Financiën
p. 21
Overzicht van de functiefamilienamen per
proces (2/4)
10/07/2002
Functieboek FOD Financiën
p. 22
Overzicht van de functiefamilienamen per
proces (3/4)
10/07/2002
Functieboek FOD Financiën
p. 23
Overzicht van de functiefamilienamen per
proces (4/4)
10/07/2002
Functieboek FOD Financiën
p. 24
Profiel van Gegevensbeheerders
10/07/2002
Omgaan met
Informatie (I)
Omgaan met Taken
(T)
Leiding geven (L)
Interpersoonlijke
relaties (IR)
Persoonlijk functioneren
(PF)
8
Visie Ontwikkelen
Ondernemen
Inspireren
Netwerken
Organisatie Betrokkenheid
7
Inzicht in de Organisatie
Besturen van de Organisatie
Teams Aansturen
Relaties Bouwen
Doelstellingen Behalen
6
Conceptualiseren
Sturen
Bouwen van teams
Beïnvloeden
Zichzelf Ontwikkelen
5
Vernieuwen
Organiseren
Coachen / Ontwikkele
Adviseren
Stress bestendigheid tonen
4
Integreren
Beslissen
Motiveren
Service gericht handelen
3
Analyseren
Problemen Oplossen
Direct aansturen
In team werken
2
Informatie Verwerken
Werk Structureren
Ondersteunen
Actief Luisteren
Aanpassen
1
Begrijpen
Taken Uitvoeren
Leren
Communiceren
Accomoderen
Senior Gegevensbeheerder
Inzet Tonen
Gegevensbeheerder
Betrouwbaarheid Tonen
Junior Gegevensbeheerder
Functieboek FOD Financiën
p. 25
Profiel van Dossierbeheerders
10/07/2002
Omgaan met
Informatie (I)
Omgaan met Taken
(T)
Leiding geven (L)
Interpersoonlijke
relaties (IR)
Persoonlijk functioneren
(PF)
8
Visie Ontwikkelen
Ondernemen
Inspireren
Netwerken
Organisatie Betrokkenheid
7
Inzicht in de Organisatie
Besturen van de Organisatie
Teams Aansturen
Relaties Bouwen
Doelstellingen Behalen
6
Conceptualiseren
Sturen
Bouwen van teams
Beïnvloeden
Zichzelf Ontwikkelen
5
Vernieuwen
Organiseren
Coachen / Ontwikkele
Adviseren
4
Integreren
Senior Dossierbeheerder
Stress bestendigheid tonen
Dossierbeheerder
Beslissen
Motiveren
Service gericht handelen
Inzet Tonen
Junior Dossierbeheerder
3
Analyseren
Problemen Oplossen
Direct aansturen
In team werken
Betrouwbaarheid Tonen
2
Informatie Verwerken
Werk Structureren
Ondersteunen
Actief Luisteren
Aanpassen
1
Begrijpen
Taken Uitvoeren
Leren
Communiceren
Accomoderen
Functieboek FOD Financiën
p. 26
Profiel van Inspecteurs
10/07/2002
Omgaan met
Informatie (I)
Omgaan met Taken
(T)
Leiding geven (L)
Interpersoonlijke
relaties (IR)
Persoonlijk functioneren
(PF)
8
Visie Ontwikkelen
Ondernemen
Inspireren
Netwerken
Organisatie Betrokkenheid
7
Inzicht in de Organisatie
Besturen van de Organisatie
Teams Aansturen
Relaties Bouwen
Doelstellingen Behalen
6
Conceptualiseren
Sturen
Bouwen van teams
Beïnvloeden
Zichzelf Ontwikkelen
5
Vernieuwen
Organiseren
Coachen / Ontwikkele
Adviseren
Stress bestendigheid tonen
4
Integreren
Beslissen
Motiveren
Service gericht handelen
Inzet Tonen
3
Analyseren
Problemen Oplossen
Direct aansturen
In team werken
Betrouwbaarheid Tonen
2
Informatie Verwerken
Werk Structureren
Ondersteunen
Actief Luisteren
Aanpassen
1
Begrijpen
Taken Uitvoeren
Leren
Communiceren
Accomoderen
Senior Inspecteur
Inspecteur
Junior Inspecteur
Functieboek FOD Financiën
p. 27
Profiel van Analisten
10/07/2002
Omgaan met
Informatie (I)
Omgaan met Taken
(T)
Leiding geven (L)
Interpersoonlijke
relaties (IR)
Persoonlijk functioneren
(PF)
8
Visie Ontwikkelen
Ondernemen
Inspireren
Netwerken
Organisatie Betrokkenheid
7
Inzicht in de Organisatie
Besturen van de Organisatie
Teams Aansturen
Relaties Bouwen
Doelstellingen Behalen
6
Conceptualiseren
Sturen
Bouwen van teams
Beïnvloeden
Zichzelf Ontwikkelen
5
Vernieuwen
Organiseren
Coachen / Ontwikkele
Adviseren
Stress bestendigheid tonen
4
Integreren
Beslissen
Motiveren
Service gericht handelen
Inzet Tonen
3
Analyseren
Problemen Oplossen
Direct aansturen
In team werken
Betrouwbaarheid Tonen
2
Informatie Verwerken
Werk Structureren
Ondersteunen
Actief Luisteren
Aanpassen
1
Begrijpen
Taken Uitvoeren
Leren
Communiceren
Accomoderen
Senior Analist
Analist
Junior Analist
Functieboek FOD Financiën
p. 28
Profiel van Projectbeheerders
10/07/2002
Omgaan met
Informatie (I)
Omgaan met Taken
(T)
Leiding geven (L)
Interpersoonlijke
relaties (IR)
Persoonlijk functioneren
(PF)
8
Visie Ontwikkelen
Ondernemen
Inspireren
Netwerken
Organisatie Betrokkenheid
7
Inzicht in de Organisatie
Besturen van de Organisatie
Teams Aansturen
Relaties Bouwen
Doelstellingen Behalen
6
Conceptualiseren
Sturen
Bouwen van teams
Beïnvloeden
Zichzelf Ontwikkelen
5
Vernieuwen
Organiseren
Coachen / Ontwikkele
Adviseren
4
Integreren
Beslissen
Motiveren
Service gericht handelen
3
Analyseren
Problemen Oplossen
Direct aansturen
In team werken
Betrouwbaarheid Tonen
2
Informatie Verwerken
Werk Structureren
Ondersteunen
Actief Luisteren
Aanpassen
1
Begrijpen
Taken Uitvoeren
Leren
Communiceren
Accomoderen
Senior Projectbeheerder
Projectbeheerder
Functieboek FOD Financiën
Stress bestendigheid tonen
Junior Inzet
Projectbeheerder
Tonen
p. 29
Vergelijking van de meest voorkomende
profielen
10/07/2002
Omgaan met
Informatie (I)
Omgaan met Taken
(T)
Leiding geven (L)
Interpersoonlijke
relaties (IR)
Persoonlijk functioneren
(PF)
8
Visie Ontwikkelen
Ondernemen
Inspireren
Netwerken
Organisatie Betrokkenheid
7
Inzicht in de Organisatie
Besturen van de Organisatie
Teams Aansturen
Relaties Bouwen
Doelstellingen Behalen
6
Conceptualiseren
Sturen
Bouwen van teams
Beïnvloeden
Zichzelf Ontwikkelen
5
Vernieuwen
Organiseren
Coachen / Ontwikkele
Adviseren
Stress bestendigheid tonen
4
Integreren
Beslissen
Motiveren
Service gericht handelen
Inzet Tonen
3
Analyseren
Problemen Oplossen
Direct aansturen
In team werken
Betrouwbaarheid Tonen
2
Informatie Verwerken
Werk Structureren
Ondersteunen
Actief Luisteren
Aanpassen
1
Begrijpen
Taken Uitvoeren
Leren
Communiceren
Accomoderen
Analist
Inspecteur
Functieboek FOD Financiën
Dossierbeheerder
p. 30
10/07/2002
Functiefiches
Functieboek FOD Financiën
p. 31
Administratief medewerker
Collaborateur administratif
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Uitvoeren van (vaak geïnformatiseerde) taken, volgens vaste procedures, teneinde de processen
maximaal te ondersteunen
Hoofdtaken:
 Invoeren van gegevens / dossier aanmaken
 Standaard nazicht en controle van ontvangen gegevens (ontbrekende gegevens, juistheid,
vormvereisten)
 Melden van ontvangst / ontbrekende gegevens / beslissing aan de burger
 Doorspelen van informatie aan de juiste persoon en archiveren
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.1.
T.1.
L.1.
IR.2.
PF.3.
p. 32
Junior Analist
Analyste Junior
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Analyseren en doorgronden van een gegeven (binnen een specifiek kennisdomein) en
formuleren van conclusies en/of voorstellen teneinde bij te dragen tot de efficiënte en effectieve
werking van de FOD Financiën
Hoofdtaken:
 Zelfstandig bepalen van aanpak van een project/studie-onderwerp/opdracht/analyse en nodige acties
 Uitvoeren van grondige/structurele analyse
 Opstellen van rapport, uiteenzetten van voorstel en geven van suggesties aan betrokkenen
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.4.
T.3.
L.1.
IR.4.
PF.4.
p. 33
Analist
Analyste
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Analyseren en doorgronden van een complex gegeven (binnen een specifiek kennisdomein) en
formuleren van conclusies en/of voorstellen en anderen ondersteunen, teneinde bij te dragen
tot de efficiënte en effectieve werking van de FOD Financiën
Hoofdtaken:





Zelfstandig bepalen van aanpak van een project/studie-onderwerp/opdracht en nodige acties
Uitwerken van een voorstel door studie en analyse, adviesinwinning bij experten en kennisgroepen, ...
Opstellen van rapport, uiteenzetten van voorstel en geven van suggesties aan betrokkenen
Bijsturen van modellen en processen op basis van gevoerde analyse
Testen van impact en doeltreffendheid van de ondernomen actie
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.5.
T.3.
L.2.
IR.4.
PF.5.
p. 34
Senior Analist
Analyste Senior
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Analyseren en doorgronden van een complex gegeven (binnen een specifiek kennisdomein) en
formuleren van conclusies en/of voorstellen en anderen ondersteunen, teneinde bij te dragen
tot de efficiënte en effectieve werking van de FOD Financiën
Hoofdtaken:
 Zelfstandig bepalen van aanpak van een complex project/studie-onderwerp/opdracht en nodige acties
 Uitwerken van een voorstel door studie en analyse, adviesinwinning bij experten en kennisgroepen,
uitvoeren van enquêtes en testen, ...
 Opstellen van rapport, uiteenzetten van voorstel en geven van suggesties aan betrokkenen
 Bijsturen van modellen en processen op basis van gevoerde analyse
 Testen van impact en doeltreffendheid van de ondernomen actie
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.6.
T.4.
L.2.
IR.5.
PF.6.
p. 35
Applicatie-assistent
Assistant d'Applications
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Fungeren als aanspreekpunt voor vragen en ondersteunen van andere gebruikers van
informatica-toepassingen teneinde een vlotte werking te garanderen
Hoofdtaken:
 Opvolgen van de werking van applicaties
 Nagaan van de behoefte aan nieuwe applicaties
 Verlenen van ICT-ondersteuning voor business toepassingen
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.3.
T.3.
L.2.
IR.4.
PF.4.
p. 36
Applicatie-analist
Analyste d'Applications
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Vertalen van de behoeften van de gebruikers van informaticasystemen naar nieuwe of
verbeterde applicaties in samenspraak met ICT en ondersteunen van anderen, teneinde de
gebruiksvriendelijkheid en efficiëntie van de systemen te garanderen
Hoofdtaken:
 Opvolgen van de werking van applicaties en nagaan van behoefte aan nieuwe applicaties
 Nieuwe functionaliteiten ontwerpen in samenspraak met ICT, en hierover beslissen in overleg met ICT
en de gebruikers
 Implementatie opvolgen en bijsturen
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.5.
T.4.
L.2.
IR.5.
PF.5.
p. 37
Beheerder Planning
Gestionnaire de Planning
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Afstemmen van middelen en prioriteiten binnen een korte termijnplanning, teneinde een
optimale toegevoegde waarde te genereren
Hoofdtaken:
 Selecteren en prioritiseren van dossiers/controle-opdrachten
 Opstellen operationeel werkplan op korte termijn
 Motiveren van selectie/deselectie van dossiers, uitgevoerde/niet-uitgevoerde controles
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.3.
T.4.
L.1.
IR.2.
PF.4.
p. 38
Senior Beheerder Planning
Gestionnaire de Planning Senior
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Afstemmen van middelen en prioriteiten binnen een lange termijnplanning en anderen
ondersteunen, teneinde een optimale toegevoegde waarde te genereren
Hoofdtaken:
 Selecteren en prioritiseren van dossiers/controle-opdrachten
 Opstellen werkplan op lange termijn (prioriteiten in functie van risico - beleidsondersteunend)
 Motiveren van selectie/deselectie van dossiers, uitgevoerde/niet-uitgevoerde controles
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.4.
T.5.
L.2.
IR.4.
PF.5.
p. 39
Communicatie- en promotiedeskundige
Spécialiste de Communication et Promotion
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Opstellen van een communicatie- of promotieplan, de uitvoering ervan opvolgen en waar nodig
bijsturen, teneinde de informatieoverdracht naar de burger optimaal te laten verlopen
Hoofdtaken:
 Uitvoeren van een strategische studie met het oog op het opstellen van een
voorstel van communicatiestrategie
 Opstellen communicatieplan
 Uitwerken plan van aanpak communicatie/promotie
 Implementatie/bijsturing communicatie/promotie
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.5.
T.5.
L.1.
IR.5.
PF.6.
p. 40
Coördinator
Coordinateur
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Inhoudelijk en strategisch coördineren van activiteiten en anderen motiveren, teneinde een
vlotte werking en correcte resultaten te garanderen
Hoofdtaken:
 Conceptueel schetsen van het inhoudelijk kader en bepalen van de strategische krijtlijnen met impact




op de organisatie
Inschatten en prioritiseren van risico's en dienstverleningsbehoeften
Beheren van relaties met interagerende/betrokken instanties en coördineren over verschillende pijlers/
organisationele entiteiten heen, o.a. met het oog op coherentieverzekering
Valideren van de procesoutput
Opbouwen van relaties met verschillende organisatieniveaus
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.7.
T.6.
L.4.
IR.7.
PF.7.
p. 41
Coördinator bedrijfsrisico's
Coordinateur de risques d'entreprises
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Uittekenen van risicoprofielen voor een groep van ondernemingen binnen een specifieke sector
teneinde gerichte controles binnen deze groep van ondernemingen te kunnen laten uitvoeren
Hoofdtaken:
 Bestuderen van clusters van type vergunningen en betreffende klantendossiers
 Inschatten, prioritiseren en opvolgen van risico's en dienstverleningsbehoeften van ondernemingen
met type vergunningen
 Beheren van relaties met interagerende/betrokken instanties en personen en signaleren van
ontwikkelingen bij individuele ondernemingen aan de Senior Coördinator bedrijfsrisico's
 Bepalen van standaard controle-aanpak en nodige acties voor type vergunningen
 Bewaken van de consistentie en uniformiteit van afdekking van de risico's gerelateerd aan type
vergunningen
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.4.
T.5.
L.1.
IR.4.
PF.6.
p. 42
Senior Coördinator bedrijfsrisico's
Coordinateur de risques d'entreprises Senior
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Uittekenen van risicoprofielen voor een beperkt aantal grote en/of risicovolle ondernemingen,
en ondersteunen van de coördinator bedrijfsrisico's, teneinde gerichte controles bij de
betrokken ondernemingen te kunnen laten uitvoeren
Hoofdtaken:
 Bestuderen van individuele klanten(-dossiers)
 Inschatten, prioritiseren en opvolgen van risico's en dienstverleningsbehoeften voor specifieke
ondernemingen
 Beheren van relaties met interagerende/betrokken instanties en personen en coördineren over
organisatorische entiteiten heen
 Bepalen van individuele controle-aanpak en nodige acties voor individuele ondernemingen
 Bewaken van de afdekking van de risico's gerelateerd aan individuele ondernemingen
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.6.
T.5.
L.2.
IR.6.
PF.6.
p. 43
Documentalist
Documentaliste
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Beheren van informatie, teneinde deze informatie up-to-date ter beschikking te kunnen stellen
Hoofdtaken:




Opzoeken, classificeren en analyseren van (verkregen) informatie
Bepalen van relevantie, selecteren en synthetiseren van informatie
Updaten van gegevensbank
Beheren van nuttige informatie
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.3.
T.2.
L.1.
IR.3.
PF.4.
p. 44
Senior Documentalist
Documentaliste Senior
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Beheren en valideren van informatie en anderen ondersteunen, teneinde de informatie up-todate ter beschikking te kunnen stellen
Hoofdtaken:




Opzoeken, classificeren en analyseren van (verkregen) informatie
Bepalen van relevantie, selecteren en synthetiseren van informatie
Updaten van gegevensbank en beheren van nuttige informatie
Certifiëren van de juistheid van de informatie
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.3.
T.3.
L.2.
IR.3.
PF.4.
p. 45
Junior Dossierbeheerder
Gestionnaire de dossiers Junior
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Verantwoordelijkheid nemen over en behandelen van eenvoudige dossiers, teneinde een
correcte en accurate afhandeling van het dossier te garanderen
Hoofdtaken:
 Zelfstandig bepalen van de aanpak van een eenvoudig dossier en nodige acties na analyse en




interpretatie van gegevens
Afhandelen van het volledig dossier door opzoeken/opvragen van additionele informatie, maken van
berekeningen, opmaken van documenten,…
Interageren met burgers en informatieverschaffers
Verantwoordelijkheid nemen van beslissing, zo nodig na overleg met (senior) dossierbeheerders en
opmaken van verslag/eenvoudige documenten
Doorgeven van beslissingen aan gelinkte activiteiten, processen en services
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.3.
T.3.
L.1.
IR.4.
PF.4.
p. 46
Dossierbeheerder
Gestionnaire de dossiers
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Verantwoordelijkheid nemen over en behandelen van dossiers en ondersteunen van anderen,
teneinde een correcte en accurate afhandeling van het dossier te garanderen
Hoofdtaken:
 Zelfstandig bepalen van de aanpak van een dossier en nodige acties na analyse en interpretatie van




gegevens
Afhandelen van volledig dossier door opzoeken/opvragen van additionele informatie, maken van
berekeningen, opmaken van documenten,…
Interageren met burger en informatieverschaffers
Verantwoordelijkheid nemen van beslissing en opmaken van verslag / documenten
Doorgeven van beslissingen aan gelinkte activiteiten, processen en services
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.4.
T.4.
L.2.
IR.4.
PF.5.
p. 47
Senior Dossierbeheerder
Gestionnaire de dossiers Senior
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Verantwoordelijkheid nemen over en behandelen van complexe dossiers en aansturen van
anderen, teneinde een correcte en accurate afhandeling van het dossier te garanderen
Hoofdtaken:
 Zelfstandig bepalen van de aanpak van een complex dossier en nodige acties na analyse en




interpretatie van gegevens
Afhandelen van volledig dossier, eventueel bijgestaan door (junior) dossierbeheerders
Pro-actief interageren met burger en informatieverschaffers en een relatie opbouwen
Verantwoordelijkheid nemen van beslissing en opmaken van verslag / documenten, doorgeven van
beslissingen aan gelinkte activiteiten, processen en services
Doorgeven van beslissingen aan gelinkte activiteiten, processen en services
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.4.
T.4.
L.3.
IR.5.
PF.5.
p. 48
Economisch coördinator
Coordinateur Economique
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Verzekeren van de link tussen de FOD Financiën, de nationale en internationale economische
wereld en andere Belgische overheden, teneinde de werking van de FOD Financiën voortdurend
te actualiseren en de buitenlandse investeringen in België te bevorderen
Hoofdtaken:
 Diepgaande kennis ontwikkelen van het economisch weefsel en haar behoeften
 Een duurzame relatie ontwikkelen tussen de verschillende partijen in het economisch weefsel en de
FOD Financiën
 Zich door de verschillende economische partijen laten informeren en hen op de hoogte stellen
 De FOD Financiën adviseren zodat haar evolutie in lijn ligt met de economische evoluties
 Nationale en buitenlandse investeringen promoten
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.5.
T.5.
L.1.
IR.7.
PF.6.
p. 49
Extern Correspondent
Correspondant Externe
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Vertegenwoordigen van de (entiteit van de) FOD Financiën ten aanzien van andere entiteiten of
instanties binnen en buiten de federale overheid, teneinde een standpunt uiteen te zetten en te
verdedigen
Hoofdtaken:





Analyseren van dossier en innemen van standpunt
Opstellen van rapporten en/of protocol, aangeven van prioriteiten
Uiteenzetten, verdedigen en onderhandelen van standpunt
Fungeren als direct aanspreekpunt voor allerhande vragen
Opbouwen van relaties intern en extern de FOD Financiën
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.5.
T.4.
L.1.
IR.6.
PF.7.
p. 50
Gegevensanalist
Analyste de données
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Analyseren van grote hoeveelheden geïnformatiseerde gegevens teneinde tendenzen te
identificeren en conclusies te trekken
Hoofdtaken:
 Identificeren van een geschikte aanpak/methodologie voor het uitvoeren van de analyse
 Analyseren van grote hoeveelheden geïnformatiseerde gegevens
 Identificeren van grote lijnen, doelgroepen en trends op basis van de analyse
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.4.
T.3.
L.1.
IR.3.
PF.5.
p. 51
Junior Gegevensbeheerder
Gestionnaire de données Junior
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Beheren van de basisgegevens van een dossier aan de hand van vastgelegde procedures en
contacten met de burger, teneinde het dossierbeheer binnen FOD Financiën maximaal te
ondersteunen
Hoofdtaken:
 Invoeren van eenvoudige gegevens / eenvoudig dossier aanmaken
 Nazicht van gegevens en (her)oriëntatie van dossier door keuze uit een aantal vaste procedures;
opvolgen van geautomatiseerde taken
 Eenvoudige opzoekingen en/of berekeningen uitvoeren en opstellen van eenvoudige documenten of
attesten
 Melden van ontvangst of beslissing aan burger, opvragen van ontbrekende gegevens
 Informatie uitwisselen met medewerkers
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.2.
T.2.
L.1.
IR.2.
PF.3.
p. 52
Gegevensbeheerder
Gestionnaire de données
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Beheren van de basisgegevens van een dossier aan de hand van vastgelegde procedures, eerste
analyses en eventuele contacten met de burger, teneinde het dossierbeheer binnen FOD
Financiën maximaal te ondersteunen
Hoofdtaken:





Invoeren van meer complexe gegevens / meer complex dossier aanmaken
Eerste analyse van gegevens en (her)oriëntatie van dossier
Opzoekingen en/of berekeningen uitvoeren en opstellen van documenten of attesten
Melden van ontvangst of beslissing aan burger, opvragen van ontbrekende gegevens
Informatie uitwisselen met aangewezen personen
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.3.
T.2.
L.1.
IR.4.
PF.3.
p. 53
Senior Gegevensbeheerder
Gestionnaire de données Senior
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Beheren van de basisgegevens van een dossier aan de hand van vastgelegde procedures,
analyses en contacten met de burger, en ondersteunen van minder ervaren
gegevensbeheerders, teneinde het dossierbeheer binnen FOD Financiën maximaal te
ondersteunen
Hoofdtaken:





Invoeren van complexe gegevens / complex dossier aanmaken
Grondig analyse van gegevens en (her)oriëntatie van dossier
Opzoekingen en/of berekeningen uitvoeren en opstellen van documenten of attesten
Melden van ontvangst of beslissing aan burger, opvragen van ontbrekende gegevens
Burger te woord staan in direct contact of via telefoon – Informatie-uitwisseling met aangewezen
personen
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.3.
T.3.
L.2.
IR.4.
PF.4.
p. 54
Gegevensbeheerder Belastingsplichtige
Gestionnaire de données Contribuable
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Centraliseren van al dan niet fiscale geïnformatiseerde gegevens, teneinde over alle relevante
informatie te beschikken voor verdere analyse
Hoofdtaken:
 Identificeren en verzamelen van relevante gegevens in functie van de gekozen
analysemethodologie
 Onderhouden van relaties en voeren van besprekingen met het oog op het
verkrijgen van externe gegevens
 Omschrijving inhoud en scope van RFP's voor externe verwerving van
gegevens
 Opzetten database voor dataclassificatie en datavoorbereiding
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.4.
T.3.
L.1.
IR.2.
PF.4.
p. 55
Junior Informatie-ambtenaar
Fonctionnaire d'information Junior
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Beantwoorden van vragen die binnenkomen via (electronische) post op basis van
vooropgestelde antwoordscripts en procedures en doorspelen naar de tweede lijn indien geen
gepast antwoord kan worden geformuleerd, teneinde de klantentevredenheid te optimaliseren
Hoofdtaken:
 Verwerken van binnenkomende brieven/e-mails met vragen van burgers
 Verstrekken van basisinformatie, procedures en timing op basis van een antwoordscript, meedelen
van de status van een dossier
 Opvragen van de noodzakelijke gegevens van de burger om de vraag te kunnen behandelen
 Doorspelen van de vraag aan de aangewezen persoon via het meest geëigende kanaal
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.2.
T.2.
L.1.
IR.4.
PF.3.
p. 56
Informatie-ambtenaar
Fonctionnaire d'information
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Beantwoorden van vragen per telefoon of via rechtstreeks contact, op basis van vooropgestelde
antwoordscripts en procedures, en doorverwijzen naar de tweede lijn indien geen gepast
antwoord kan geformuleerd worden, teneinde de klantentevredenheid te optimaliseren
Hoofdtaken:
 Verzorgen van het eerste telefonisch of direct contact met de burger
 Verstrekken van basisinformatie, procedures en timing op basis van eigenkennis of een
antwoordscript, meedelen van de status van een dossier, rekeningstand
 Pro-actief opvragen van de noodzakelijke gegevens van de burger om de vraag/gerelateerde vragen
te kunnen behandelen, openen van dossier en updaten van gegevens
 Doorspelen van de vraag aan de aangewezen persoon via het meest geëigende kanaal
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.2.
T.3.
L.1.
IR.4.
PF.5.
p. 57
Senior Informatie-ambtenaar
Fonctionnaire d'information Senior
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Beantwoorden van vragen en leveren van bijstand aan burgers en ondernemingen, eventueel in
samenspraak met de backoffice en anderen ondersteunen, teneinde de klantentevredenheid te
optimaliseren
Hoofdtaken:
 Verstrekken van antwoord op geformuleerde vraag, gebaseerd op eigen ervaring of eventueel door
het opzoeken van informatie of zich verder te informeren
 Doorspelen van de vraag aan de aangewezen persoon via het meest geëigende kanaal, indien de
vraag niet kan worden beantwoord
 De burger pro-actief contacteren en bijstaan
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.3.
T.3.
L.2.
IR.4.
PF.5.
p. 58
Inlichtingenanalist
Analyste d'Informations
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Filteren van binnenkomende informatie door bevoegdheids- en relevantieanalyse en de
informatie naar de juiste personen doorspelen teneinde de efficiënte werking van de entiteit in
lijn met het beleid te garanderen
Hoofdtaken:
 Bijeenbrengen en analyseren van binnenkomende informatie
 Nagaan van verbanden met andere zaken/dossiers
 Analyseren van bevoegdheid en aangeven van benodigde acties / benodigd gevolg dat aan de
informatie moet worden gegeven
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.4.
T.3.
L.1.
IR.3.
PF.4.
p. 59
Junior Inspecteur
Inspecteur Junior
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Gericht controleren van eenvoudige dossiers en anderen ondersteunen, teneinde het naleven en
correct toepassen van de wetgeving, reglementen en procedures door de belastingsplichtige te
garanderen
Hoofdtaken:




Bepalen van de aanpak van controle en nodige acties voor eenvoudige opdrachten
Doorvoeren van controle-activiteiten
Interageren met burgers en informatieverschaffers
Nemen van beslissing, eventueel in samenspraak met (senior) inspecteurs en opmaken van verslag /
documenten
 Doorgeven van beslissingen aan gelinkte activiteiten, processen en services
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.3.
T.3.
L.2.
IR.4.
PF.4.
p. 60
Inspecteur
Inspecteur
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Gericht controleren van dossiers en anderen ondersteunen, teneinde het naleven en correct
toepassen van de wetgeving, reglementen en procedures door de belastingsplichtige te
garanderen
Hoofdtaken:





Bepalen van aanpak van controle en nodige acties voor minder eenvoudige opdrachten
Doorvoeren van controle-activiteiten
Interageren met burgers en informatieverschaffers
Nemen van beslissing en opmaken van verslag / documenten
Doorgeven van beslissingen aan gelinkte activiteiten, processen en services
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.4.
T.4.
L.2.
IR.4.
PF.5.
p. 61
Senior Inspecteur
Inspecteur Senior
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Gericht controleren van complexe dossiers en anderen ondersteunen, teneinde het naleven en
correct toepassen van de wetgeving, reglementen en procedures door de belastingsplichtige te
garanderen
Hoofdtaken:




Bepalen van aanpak van controle en nodige acties voor complexe opdrachten
Doorvoeren van controle-activiteiten
Interageren met burgers en informatieverschaffers
Nemen van beslissing en opmaken van verslag / documenten, doorgeven van beslissingen aan
gelinkte activiteiten, processen en services
 Doorgeven van beslissingen aan gelinkte activiteiten, processen en services
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.4.
T.5.
L.3.
IR.6.
PF.6.
p. 62
Intern Correspondent
Correspondant Interne
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Verzekeren van gerichte informatieuitwisseling tussen risicobeheer en de entiteit teneinde
beiden in staat te stellen de juiste prioriteiten en accenten te leggen en doeltreffende acties te
ondernemen
Hoofdtaken:
 Ontvangen van de aanvragen voor opsporingen vanuit van opdrachtgevende entiteiten/Risicobeheer
 Vertalen van de aanvraag in interne richtlijnen voor de teams die zullen zorgen voor de uitvoering
ervan
 Analyseren en interpreteren van de resultaten
 Overleg plegen over de resultaten met de opdrachtgever om te zien of ze beantwoorden aan zijn
verwachtingen
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.4.
T.5.
L.1.
IR.5.
PF.7.
p. 63
Junior Jurisconsult
Juris Consult Junior
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Ontwerpen van wettelijke en reglementaire teksten, commentaren en richtlijnen, en
ondersteunen van anderen, teneinde de uitvoering van het beleid te garanderen
Hoofdtaken:
 Ontwerpen van wetteksten, commentaren en werkmethodes vertrekkende van
krachtlijnennota/analyseverslag
 Opstellen van te communiceren informatie en communicatieplan
 Uitwerken van een voorstel voor een opdracht door studie en analyse, adviesinwinning bij experten en
kennisgroepen, ...
 Implementeren en bijsturen van voorstel
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.5.
T.4.
L.2.
IR.4.
PF.4.
p. 64
Jurisconsult
Juris Consult
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Ontwerpen van complexe wettelijke en reglementaire teksten, commentaren en richtlijnen, en
aansturen van anderen, teneinde de uitvoering van het beleid te garanderen
Hoofdtaken:
 Ontwerpen van complexe wetteksten, commentaren en werkmethodes vertrekkende van




krachtlijnennota/analyseverslag
Opstellen van te communiceren informatie en communicatieplan
Uitwerken van een voorstel voor een opdracht door studie en analyse, adviesinwinning bij experten en
kennisgroepen, ...
Implementeren en bijsturen van voorstel
Uiteenzetten, verdedigen en onderhandelen van standpunt
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.6.
T.4.
L.3.
IR.5.
PF.6.
p. 65
Senior Jurisconsult
Juris Consult Senior
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Ontwerpen van complexe wettelijke en reglementaire teksten, commentaren en richtlijnen,
onderhandelen op regionaal en internationaal niveau en aansturen van anderen, teneinde de
uitvoering van het interregionaal, nationaal en supranationaal beleid te garanderen
Hoofdtaken:
 Ontwerpen van complexe wetteksten, commentaren en werkmethodes vertrekkende van




krachtlijnennota/analyseverslag
Opstellen van te communiceren informatie en communicatieplan
Uitwerken van een voorstel voor een opdracht door studie en analyse, adviesinwinning bij experten en
kennisgroepen, ...
Implementeren en bijsturen van voorstel
Uiteenzetten, verdedigen en onderhandelen van standpunt, zowel op interregionaal als op
supranationaal niveau
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.6.
T.4.
L.3.
IR.6.
PF.6.
p. 66
Junior Onderzoeker
Enquêteur Junior
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Verzamelen, opsporen en verifiëren van informatie, en hieromtrent communiceren teneinde over
alle nodige gegevens voor de behandeling van een dossier te beschikken
Hoofdtaken:




Digitale en materiële gegevens op vraag opzoeken en verifiëren
Wettelijke inbreuken nagaan
Informatie uitwisselen met aangewezen personen
Opmaken van verslag
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.2.
T.1.
L.1.
IR.2.
PF.5.
p. 67
Onderzoeker
Enquêteur
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Verzamelen en opsporen van informatie, de resultaten analyseren, hieromtrent communiceren,
en minder ervaren onderzoekers ondersteunen, teneinde over alle nodige gegevens voor de
behandeling van een dossier te beschikken
Hoofdtaken:





Digitale en materiële gegevens op vraag opzoeken en verifiëren
Afnemen van standaard interview/verhoren
Analyseren gegevens en opstellen verslag
Wettelijke inbreuken nagaan
Informatie uitwisselen met aangewezen personen
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.3.
T.3.
L.2.
IR.3.
PF.5.
p. 68
Senior Onderzoeker
Enquêteur Senior
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Verzamelen en opsporen van informatie, de resultaten analyseren, hieromtrent communiceren,
en minder ervaren onderzoekers aansturen, teneinde over alle nodige gegevens voor de
behandeling van een dossier te beschikken
Hoofdtaken:





Specifieke digitale en materiële gegevens opzoeken en verifiëren
Afnemen van interview/verhoren
Analyseren gegevens en opstellen verslag
Wettelijke inbreuken nagaan
Informatie uitwisselen met aangewezen personen en adviseren van inspecteurs
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.3.
T.3.
L.3.
IR.3.
PF.5.
p. 69
Junior Projectbeheerder
Gestionnaire de projet Junior
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Beheren van een project/opdracht en anderen aansturen, teneinde de doelstellingen
kwaliteitsvol te realiseren
Hoofdtaken:
 Bepalen van de aanpak en plannen van een unidisciplinair project
 Inschakelen en begeleiden van medewerkers voor bepaalde opdrachten
 Interageren met andere projectbeheerders en betrokken instanties
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.4.
T.5.
L.3.
IR.4.
PF.5.
p. 70
Projectbeheerder
Gestionnaire de projet
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Beheren van een complex project/opdracht en anderen coachen, teneinde de doelstellingen
kwaliteitsvol te realiseren
Hoofdtaken:
 Bepalen van de aanpak en beheren van een multidisciplinair project/opdracht inzake timing, middelen
en resultaten
 Vernieuwende en creatieve ideeën aanreiken door integratie van informatie uit verschillende
domeinen
 Begeleiden en coachen van een team van medewerkers binnen het project
 Interageren met andere projectbeheerders en betrokken instanties
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.5.
T.6.
L.5.
IR.5.
PF.5.
p. 71
Senior Projectbeheerder
Gestionnaire de projet Senior
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Beheren van een multidisciplinair project/opdracht en teambuilding bevorderen, teneinde de
doelstellingen kwaliteitsvol te realiseren
Hoofdtaken:
 Prioritiseren, plannen, toewijzen en coördineren van verschillende multidisciplinaire




projecten/opdrachten over verschillende controleurs /analisten /Jurisconsults /projectbeheerders
Creatieve ideeën en nieuwe concepten aanreiken door integratie van informatie uit verschillende
domeinen
Beheren van projecten/opdrachten inzake timing, middelen en resultaten
Opvolgen van projecten/opdrachten, verstrekken van inhoudelijk advies en nemen van belangrijke
beslissingen
Interageren met andere projectbeheerders en betrokken instanties
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.6.
T.6.
L.6.
IR.6.
PF.7.
p. 72
Sectorcoördinator
Coordinateur de Secteurs
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Uitbouwen van een relatie met een (groep van) onderneming(en) in een specifieke sector en hen
informeren inzake fiscale rechten en plichten teneinde de risico's voor zowel de onderneming als
de FOD Financiën te minimaliseren en de juridische zekerheid te verhogen
Hoofdtaken:
 Fungeren als uniek contactpunt voor een groep ondernemingen, en met hen een lange termijnrelatie




opbouwen om de contacten met de FOD Financiën te optimaliseren
Opbouwen van een grondige kennis over de onderneming, de werking ervan en de sector waarin
deze zich bevindt, om de diensverleningsbehoeften te kunnen evalueren, prioritiseren en opvolgen en
de fiscale ontwikkeling te kunnen opvolgen
De rechtzekerheid van de onderneming verhogen, enerzijds door het sluiten en opvolgen van
voorakkoorden, en anderzijds door het het op de hoogte brengen van fiscale rechten/verplichtingen
Delen van sectorkennis met de verantwoordelijken voor het bepalen van risicoprofielen
Deelnemen aan het proces Integratie in de economische keten
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.4.
T.4.
L.1.
IR.7.
PF.6.
p. 73
Specialist
Spécialiste
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Al dan niet proactief verstrekken van advies en fungeren als referentiepunt binnen het
expertisedomein, teneinde bij te dragen tot een efficiënte en geoptimaliseerde werking van de
FOD Financiën
Hoofdtaken:
 Geven van deskundig advies op vraag (ad hoc)
 Bijsturen van voorstel opgemaakt door dossierbeheerder/controleur/analist
 Opmaken van conclusies en innemen van standpunt na raadpleging specifiek dossier en informanten
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.5.
T.4.
L.1.
IR.5.
PF.6.
p. 74
Starterscoördinator
Coordinateur Nouvelles Entreprises
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Pro-actief informeren van nieuwe ondernemingen en ondernemingen waar nieuwe economische
activiteiten worden opgezet, inzake fiscale rechten en verplichtingen, teneinde de gepaste
vergunningen af te leveren
Hoofdtaken:
 Opbouwen en onderhouden van een relatie met potentiële / individuele vergunningsklanten
 De klant/onderneming op de hoogte brengen van fiscale rechten en verplichtingen
 Identificeren van de belangen en behoeften van de onderneming, naast de zekerheden die de
onderneming kan bieden inzake het naleven van zijn verplichtingen ten aanzien van de overheid
 Bewaken van het gebruik en toepassing van de vergunningen door individuele ondernemingen
 Innoveren van vergunningen en samenwerkingsverbanden tussen vergunningsklant en overheid
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.4.
T.4.
L.1.
IR.5.
PF.4.
p. 75
Technisch medewerker
Collaborateur Technique
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Uitvoeren van een specifiek technische taak, teneinde de processen maximaal te ondersteunen
Hoofdtaken:
 Uitvoeren van een specifiek technisch opdracht
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.1.
T.1.
L.1.
IR.2.
PF.2.
p. 76
Technisch deskundige
Spécialiste Technique
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Uitvoeren van een specifiek technische taak, en anderen ondersteunen, teneinde de processen
maximaal te ondersteunen
Hoofdtaken:
 Analyseren van de opdracht
 Toepassen van specifieke technieken die beantwoorden aan de opdracht
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.3.
T.3.
L.2.
IR.3.
PF.4.
p. 77
Toezichtambtenaar
Fonctionnaire de la surveillance
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Controleren, opvolgen en rapporteren van de uitgevoerde of uit te voeren
invorderingswerkzaamheden en anderen aansturen, teneinde deze werkzaamheden optimaal te
laten verlopen, te remediëren waar nodig, en schade voor de Schatkist te voorkomen
Hoofdtaken:
 Controle uitoefenen op het beheer van de rekenplichtigen volgens de vastgestelde modaliteiten
 Controleren van de overeenstemming tussen de beheersrekening en de boekhoudgegevens, met
inbegrip van de vastgestelde rechten, alsook de kastoestand van de rekenplichtige
 Nazien van het beheer van de rekenplichtige bij tijdelijke of definitieve stopzetting en bij vaststelling
van een tekort
 Verlenen van certificaten
 Aanduiden van vervangende rekenplichtigen
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.4.
T.5.
L.3.
IR.6.
PF.7.
p. 78
Vertaler
Traducteur
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Vertalen van (niet-)fiscaal-technische teksten in een andere taal, teneinde over de
oorspronkelijke tekst met al zijn nuances in de andere taal te kunnen beschikken
Hoofdtaken:
 Vertalen van technisch specifieke teksten, wetgevingen, reglementen, mededelingen,…
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.3.
T.2.
L.1.
IR.4.
PF.4.
p. 79
Teamchef
Chef d’équipe
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Bepalen van de doelstellingen van het team in lijn met het beleid, de eindverantwoordelijkheid
hiervoor nemen en het team operationeel leiden in functie hiervan, teneinde de doelstellingen
van het team op effectieve en efficiënte wijze en met respect voor de medewerkers te realiseren
Hoofdtaken:
 Bepalen van de doelstellingen en prioriteiten van het team en verantwoordelijkheid hiervoor opnemen
 Bijsturen van de prioriteiten indien dit in praktijk nodig blijkt
 Initiëren, sturen, organiseren, plannen, verdelen, coördineren van het werk, kwalitatief en kwantitatief
opvolgen van het werk van het team (operationeel)
 Aansturen, opvolgen en evalueren van de medewerkers
 Onderhouden van interne en externe contacten, noodzakelijk voor de vlotte werking van het team
Generieke competenties:
I.4.
T.5.
L.5/6*
IR.6.
PF.7.
* Het niveau van ‘leidinggeven’ is afhankelijk van de Span of Control van het team. De span of control geeft het aantal operationele medewerkers aan
dat door een teamchef kan worden aangestuurd. Ze wordt bepaald door de specificiteiten van het team (diversiteit en complexiteit van de activiteiten,
geografische verspreiding, nood aan coördinatie en afstemming, planning en sturing en coaching van de medewerkers)
Functieboek FOD Financiën
p. 80
Afdelingshoofd
Chef de division
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Bepalen van de doelstellingen van de afdeling in lijn met het beleid, de eindverantwoordelijkheid
hiervoor nemen en de afdeling operationeel leiden in functie hiervan teneinde de doelstellingen
van de afdeling op effectieve en efficiënte wijze en met respect voor de medewerkers te
realiseren
Hoofdtaken:
 Bepalen van de doelstellingen en prioriteiten binnen de afdeling en de verantwoordelijkheid hiervoor




opnemen
Bijsturen van deze doelstellingen en prioriteiten op basis van vernieuwende, originele ideeën
Initiëren, sturen, organiseren, plannen, verdelen, coördineren van het werk, kwalitatief en kwantitatief
opvolgen van het werk van de afdeling
Aansturen, opvolgen en evalueren van teamchefs en eventueel medewerkers
Onderhouden van interne en externe contacten, nodig voor de vlotte werking van en voortdurende
vernieuwing binnen de afdeling
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.5.
T.6.
L.6.
IR.7.
PF.7.
p. 81
Teamchef Stafdienst
Chef d’équipe Staff
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Bepalen van de doelstellingen van het team van de stafdienst in lijn met het beleid, de
eindverantwoordelijkheid hiervoor nemen en de medewerkers leiden in functie hiervan, teneinde
de doelstellingen op effectieve en efficiënte wijze en met respect voor de medewerkers te
realiseren
Hoofdtaken:
 Bepalen van de doelstellingen en prioriteiten van de entiteit en de verantwoordelijkheid hiervoor




opnemen
Bijsturen van de prioriteiten op basis van vernieuwende, originele ideeën
Initiëren, sturen, organiseren, plannen, verdelen, coördineren van het werk, kwalitatief en kwantitatief
opvolgen van het werk van de entiteit
Aansturen, opvolgen en evalueren van de medewerkers
Onderhouden van interne en externe contacten, nodig voor de vlotte werking van het team
Generieke competenties:
I.5.
T.5.
L.5/6*
IR.6.
PF.7.
* Het niveau van ‘leidinggeven’ is afhankelijk van de Span of Control van het team. De span of control geeft het aantal operationele medewerkers aan
dat door een teamchef kan worden aangestuurd. Ze wordt bepaald door de specificiteiten van het team (diversiteit en complexiteit van de activiteiten,
geografische verspreiding, nood aan coördinatie en afstemming, planning en sturing en coaching van de medewerkers)
Functieboek FOD Financiën
p. 82
Afdelingshoofd Stafdienst
Chef de division Staff
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Bepalen van de doelstellingen van de afdeling in de stafdienst in lijn met het beleid, hiervoor de
eindverantwoordelijkheid nemen en de afdeling van de stafdienst leiden in functie hiervan,
teneinde de doelstellingen op effectieve en efficiënte wijze en met respect voor de medewerkers
te realiseren
Hoofdtaken:
 Bepalen van de doelstellingen en prioriteiten van de entiteit en de verantwoordelijkheid hiervoor
opnemen
 Bijsturen van deze doelstellingen en prioriteiten op basis van vernieuwende, originele ideeën en de
uitwerking van nieuwe concepten
 Initiëren, sturen, organiseren, plannen, verdelen, coördineren van het werk, kwalitatief en kwantitatief
opvolgen van het werk van de afdeling in de stafienst
 Aansturen, opvolgen en evalueren van teamchefs stafdienst en eventueel medewerkers
 Onderhouden van interne en externe contacten, nodig voor de vlotte werking van en voortdurende
vernieuwing binnen de afdeling en het behouden van een overzicht van de context waarin de afdeling
zich bevindt
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.6.
T.6.
L.6.
IR.6.
PF.7.
p. 83
Directeur Stafdienst
Directeur Staff
10/07/2002
Doel en bestaansreden:
Bepalen van de doelstellingen van de stafdienst in functie van de beleidsprioriteiten van de FOD
Financiën in een breed politiek en maatschappelijk kader, de eindverantwoordelijkheid hiervoor
nemen en de stafdienst in functie hiervan leiden, teneinde de doelstellingen op effectieve en
efficiënte wijze en met respect voor de medewerkers te realiseren
Hoofdtaken:
 Bepalen van de doelstellingen en prioriteiten binnen de stafdienst, op basis van een brede kijk over de
federale overheid heen, en hiervoor verantwoordelijkheid opnemen
 Vertalen van de parameters binnen politiek en maatschappij naar een optimalisatie van de processen
binnen de stafdienst
 Initiëren, sturen, organiseren, plannen, verdelen, coördineren van het werk, kwalitatief en kwantitatief
opvolgen van het werk van de stafdienst
 Aansturen, opvolgen en evalueren van afdelingshoofden stafdienst en eventueel teamchefs stafdienst
of medewerkers
 Onderhouden van interne en externe contacten, nodig voor het behouden van een kijk op de visie van
de organisatie en de plaats van de organisatie in een brede politieke en maatschappelijke context
Generieke competenties:
Functieboek FOD Financiën
I.7.
T.7.
L.6.
IR.7.
PF.7.
p. 84
Bijlage 1
10/07/2002
Model voor de bepaling van
generieke competenties
Functieboek FOD Financiën
p. 85
Generieke competentiematrix*
Overzicht
10/07/2002
Niv.
1
2
3
4
5
Omgaan met Informatie
Begrijpen
Elementair begrijpen
Omgaan met ambiguïteit
Zichzelf kennen
Informatie verwerken
Informatie vergaren
Informatie behandelen
Informatie origineel weergeven
Analyseren
Analytisch denken
Informatie beoordelen
Integreren
Gegevens integreren
Alternatieven genereren
Conclusies trekken
Vernieuwen
Creatief denken
Vernieuwend denken
6
Conceptualiseren
Conceptueel denken
Werkbare oplossingen vinden
7
Inzicht in de organisatie
Cross-functioneel denken
Begrijpen van beleidsparameters
Bepalen van beleidsparameters
Visie ontwikkelen
Organisatievisie ontwikkelen
Organisatiestrategie ontwikkelen
8
Omgaan met Taken
Taken uitvoeren
Manuele taken uitvoeren
Repetitieve taken uitvoeren
Hulpmiddelen gebruiken
Werk structureren
Taakprioriteiten stellen
Systematisch werken
Veelheid aan taken uitvoeren
Problemen oplossen
Omgaan met het onverwachte
Op eigen initiatief handelen
Oplossingen implementeren
Beslissen
Beslissingen nemen
Acties initiëren
Organiseren
Objectieven stellen
Proactief handelen
Plannen
Sturen
Tijd/kosten beheren
Voortgang opvolgen
Middelen beheren
Besturen van de organisatie
Processen vorm geven
Beheren van de budgetten
Veranderingen invoeren / beheren
Ondernemen
Implementeren van de strategie
Opportuniteiten identificeren
Organisatiegerichtheid tonen
Leidinggeven
Leren
Demonstreren
Onderrichten
Expertise delen
Ondersteunen
Peter-/meterschap opnemen
Voorbeeldfunctie uitoefenen
Anderen ondersteunen
Direct aansturen
Instructies geven
Andermans resultaten bijsturen
Discipline bewaren
Motiveren
Erkennen
Leiderschapsstijl aanpassen
Delegeren
Coachen / ontwikkelen
Competenties ontwikkelen
Feedback geven
Bouwen van teams
Samenwerking aanmoedigen
Conflicten aanpakken
Teamleden betrekken
Teams aansturen
Multidisciplinaire teams leiden
Richting geven
Competenties beheren
Inspireren
Visie uitstralen
Bedrijfswaarden uitstralen
Optreden als rolmodel
Interpersoonlijke relaties
Communiceren
Verbaal communiceren
Schriftelijk communiceren
Open communiceren
Actief luisteren
Begrijpen
Verkennen
Empathie tonen
In team werken
Zich identificeren met het team
Opinies/informatie/kennis delen
Team spirit aanmoedigen
Servicegericht handelen
Burgers/klanten begeleiden
Service bieden
Contacten onderhouden
Adviseren
Advies geven
Beslissingen ondersteunen
Vertrouwenrelatie opbouwen
Beïnvloeden
Impact hebben
Onderhandelen
Een publiek overtuigen
Relaties bouwen
Relaties bouwen met gelijken
Relaties bouwen tussen niveaus
Cross-culturele relaties leggen
Netwerken
Organisatiepartners selecteren
Strategische allianties opzetten
Persoonlijk functioneren
Inschikkelijkheid tonen
Openheid tonen
Procedures aanvaarden
Instructies aanvaarden
Zich aanpassen
Omgaan met veranderingen
Omgaan met diversiteit
Betrouwbaarheid tonen
Loyaal handelen
Integer handelen
Onafhankelijk handelen
Inzet tonen
Betrokkenheid tonen
Kwaliteitsbewust handelen
Doorzetten
Stress bestendigheid tonen
Omgaan met stress
Zichzelf controleren
Omgaan met kritiek
Zichzelf ontwikkelen
Continu leren
Persoonlijke groei plannen
Zichzelf in vraag stellen
Doelstellingen behalen
Scorend vermogen tonen
Resultaatgerichtheid tonen
Technische verantwoordelijkheid tonen
Organisatie betrokkenheid
Persoonlijke verantwoordelijkheid tonen
Omgevingsbewust zijn
Bewust blijven van de organisatie
* Ontwikkeld door adviesbureau TMP in het kader van de nieuwe federale loopbaan
Functieboek FOD Financiën
p. 86
Generieke competentiematrix
Overzicht
10/07/2002
>
Voor de 4 eerste generieke competenties (omgaan met informatie, omgaan met taken, leiding geven en
interpersoonlijke relaties) zijn de niveaus van generieke competenties cumulatief. Dit wil zeggen dat als een
zeker niveau is bereikt, ervan wordt uitgegaan dat ook aan de vereisten van alle onderliggende niveaus is
voldaan. Competenties bouwt men immers op. Eens bepaalde competenties zijn verworven, behoudt men deze
normaliter, ook wanneer men een andere functie opneemt.
>
Bij het bepalen van het aangewezen niveau van generieke competenties voor een bepaalde functiefamilienaam,
wordt er gefocust op de zogenaamde ‘spitscompetenties’, dit zijn de meest belangrijke competenties die voor
het uitoefenen van een functie noodzakelijk zijn.
>
Daarnaast dienen alle voorwaarden van de omschrijving van een bepaald niveau van generieke competentie te
zijn vervuld, vooraleer het niveau van generieke competentie aan een functie wordt toegekend. Vb. voor het
aansturen van multidisciplinaire teams zou men voor leidinggeven voor niveau 7 ‘bouwen van teams’ kunnen
kiezen. Maar indien de functie hierbij geen richting dient aan te geven waarnaar de organisatie moet evolueren,
en de competenties van de multidisciplinaire teams niet dient te beheren, wordt aan deze functie geen niveau 7
voor leidinggeven toegekend.
>
De beschrijving van de individuele competentieniveaus is opgenomen in de tabellen op het einde van deze
bijlage (Bron: Adviesbureau TMP). Voor de coherente toepassing binnen Coperfin zijn bovendien de duidingen op
de volgende 5 pagina’s gebruikt.
Functieboek FOD Financiën
p. 87
Duiding bij de interpretatie van de verschillende
niveaus van Generieke Competenties
10/07/2002
1. Omgaan met informatie
>
Niveau 1 ‘begrijpen’ is het elementair begrijpen van informatie, waarbij voor verdere interpretatie of onduidelijkheden steeds een
beroep op anderen kan worden gedaan.
>
Niveau 2 ‘informatie verwerken’ gaat om het opzoeken, invullen en weergeven van informatie, eenvoudige berekeningen maken,
enzovoort. Echte analyse komt hierbij niet te pas, hoewel de functie eenvoudige dingen moet kunnen concluderen (vb. gegeven
ontbreekt dus dient te worden opgevraagd).
>
Niveau 3 ‘analyseren’ gaat om het analyseren en interpreteren van informatie en deze informatie beoordelen. Belangrijk hierbij is
dat het gaat om informatie binnen een zelfde context.
>
Niveau 4 ‘integreren’ duidt op het integreren van informatie vanuit verschillende invalshoeken/contexten.
>
Niveau 5 ‘vernieuwen’ duidt op het creatief en vernieuwend denken, maar dan wel op een radicaal nieuwe manier. Vb. het
herschrijven van een procesverloop.
>
Creatief omspringen met een probleem of met informatie binnen een goed gekende werkcontext (vb. een inspecteur die creatief moet
zijn om een fraudeur te snel af te zijn), wordt niet als niveau 5 beschouwd.
>
Niveau 6 ‘conceptualiseren’ wordt enkel gebruikt voor functies die in staat moeten zijn vanuit het niets iets te creëren (vb. een
risicoprofiel, een wettekst,…).
>
Niveau 7 ‘inzicht in de organisatie’ duidt op de organisatie van de federale overheid, en dus geen externe organisatie. Dit niveau,
evenals het niveau 8 ‘visie ontwikkelen’, zal enkel kunnen voorkomen bij functies die op een zeer hoog niveau conceptueel denken
en richting geven aan de organisatie.
Functieboek FOD Financiën
p. 88
Duiding bij de interpretatie van de verschillende
niveaus van Generieke Competenties
10/07/2002
2. Omgaan met taken
>
Niveau 1 ‘taken uitvoeren’ gaat om het uitvoeren van eenvoudige, routinematige taken die systematisch en goed omschreven
worden opgelegd.
>
Niveau 2 ‘werk structureren’ wordt gebruikt voor het uitvoeren van een veelheid aan taken, maar waarbij de werkprocedures goed
gedefinieerd zijn. Het gaat dus om meer routinematige taken, waarbij de functie wel reeds een aantal prioriteiten moet kunnen leggen.
>
Niveau 3 ‘problemen oplossen’ wordt daarentegen slechts gebruikt als de functie beschikt over een heel aantal mogelijkheden voor
het uitvoeren van de taken, waarbij hij/zij de beste aanpak moet kiezen om de taken tot een goed einde te brengen. Het ‘problem
solving’ aspect is hierbij erg belangrijk.
>
Hierbij kunnen ook al beslissingen worden genomen op zelfstandige basis, maar deze beslissingen vloeien bijna automatisch voort uit
het uitgevoerde werk (vb. beslissing omtrent al dan niet toekennen van een subsidie komt automatisch naar voor omdat de
betrokkene éénduidig aan alle voorwaarden voor een subsidie voldoet).
>
Niveau 4 ‘beslissen’ wordt verstaan als beslissen terwijl er een aantal elementen ontbreken of voor interpretatie vatbaar zijn.
Belangrijk hierbij is ook dat er uit de beslissing een aantal acties voortvloeien, die door de functie worden geïnitieerd.
>
De functie gaat hierbij zijn eigen werk plannen en voor zichzelf objectieven stellen (op individueel niveau).
>
Niveau 5 ‘organiseren’ slaat op het plannen en objectieven stellen voor meerdere functies of een team. Dit niveau komt slechts voor
functies die projecten dienen te leiden of leidinggevende functies.
>
Niveau 6 ‘sturen’ betekent het sturen van een team of entiteit, waarbij de functie verantwoordelijk is voor het beheren van de
middelen (zowel financiële als personele middelen), het opvolgen van de resultaten van het team/de entiteit, ….
>
Niveau 7 ‘besturen van de organisatie’ slaat op het definiëren van de processen en structuur van de organisatie, het doorvoeren
en opvolgen van veranderingen, ….
>
Niveau 8 ‘ondernemen’ betekent het uitstippelen van de strategie voor de organisatie op zeer hoog niveau, en zal dus enkel voor
managementfuncties kunnen voorkomen.
Functieboek FOD Financiën
p. 89
Duiding bij de interpretatie van de verschillende
niveaus van Generieke Competenties
10/07/2002
3. Leiding geven
>
Niveau 1 ‘leren’ betekent het opvangen van nieuwe collega’s en/of het geven van informatie op vraag.
>
Niveau 2 ‘ondersteunen’ betekent het opnemen van het peter/meterschap van medewerkers, deze medewerkers opleiden (info
geven op eigen initiatief) en een voorbeeldfunctie ten aanzien van hen uitoefenen.
>
Niveau 3 ‘direct aansturen’ duidt op het aansturen van medewerkers vanuit een operationele hiërarchie, zonder dat deze
organisatorisch is vastgelegd.
>
Vanaf niveau 4 ‘motiveren’ is er sprake van structurele hiërarchie, waarbij de functie anderen gaat aansturen, motiveren en
erkennen, en in functie van de organisatie zijn/haar leiderstijl zal aanpassen.
>
Niveau 5 ‘coachen/ontwikkelen’ duidt op het evalueren van medewerkers en hun coachen ter ontwikkeling van hun competenties.
>
Niveau 6 ‘bouwen van teams’ gaat hier nog een stap verder, waarbij teambuilding, conflictoplossing en het creëren van een cultuur
binnen de organisatorische entiteit van belang zijn.
>
Niveau 7 ‘teams aansturen’ en niveau 8 ‘inspireren’ duidt op het aansturen van grote teams in zeer uiteenlopende context, en
wordt voorbehouden voor het management (N-3 of hoger).
Functieboek FOD Financiën
p. 90
Duiding bij de interpretatie van de verschillende
niveaus van Generieke Competenties
10/07/2002
4. Interpersoonlijke relaties
>
Niveau 1 ‘communiceren’ duidt op het open verbaal en schriftelijk communiceren.
>
Niveau 2 ‘actief luisteren’ betekent het begrijpen van informatie en anderen, en zich interesseren in achterliggende informatie.
>
Niveau 3 ‘in team werken’ duidt op het werken in teamverband, waarbij het bevorderen van de teamgeest en het delen van kennis
centraal staan.
>
Niveau 4 ‘servicegericht handelen’ wordt aan iedere functie toegekend die regelmatig in contact komt met een interne of externe
klant, en deze pro-actief tegemoet treedt. Vermits klantvriendelijkheid een belangrijk pijler vormt binnen de hernieuwde overheid,
bevinden vele functies zich op dit niveau.
>
Niveau 5 ‘adviseren’ betekent dat de functie anderen gaat voorzien van een advies dat quasi niet meer in vraag wordt gesteld. Men
gaat er vanuit dat de functie zulk een goede kennis heeft van de materie, dat zijn/haar advies bijna blindelings wordt opgevolgd.
>
Niveau 6 ‘beïnvloeden’ gaat nog een stap verder. De functie heeft een impact op anderen, en kan hen overtuigen door de
persoonlijke expertise.
>
Niveau 7 ‘relaties leggen’ duidt op (de noodzaak van) het uitbouwen van een netwerk van contacten, en het inspelen op de
vraag/verwachtingen van het publiek.
>
Niveau 8 ‘netwerken’ gaat hierbij nog een stap verder, waarbij het opzetten van strategische allianties van belang voor de
organisatie, een zwaartepunt vormt. Deze functie zal slechts op zeer hoog niveau binnen de organisatie voorkomen.
Functieboek FOD Financiën
p. 91
Duiding bij de interpretatie van de verschillende
niveaus van Generieke Competenties
10/07/2002
5. Persoonlijk functioneren
Hierbij kunnen de verschillende niveaus niet cumulatief worden bekeken.
>
Niveau 3 ‘betrouwbaarheid tonen’ is van toepassing voor iedere functie die in contact komt met vertrouwelijke informatie.
>
Niveau 4 ‘inzet tonen’ is van toepassing op elke functie die persoonlijke objectieven dient te verwezenlijken.
>
Niveau 5 ‘stressbestendigheid tonen’ is van toepassing op elke functie die in een stresserende omgeving dient te opereren en die
moet kunnen omgaan met kritiek.
>
Niveau 6 ‘zichzelf ontwikkelen’ is voorbehouden voor specialistische functies, die echt noodzaak hebben aan het continue
ontwikkelen/bijscholen van hun kennis.
>
Niveau 7 ‘doelstellingen behalen’ en niveau 8 ‘organisatie betrokkenheid’ slaan op verantwoordelijkheid voor het realiseren
van de objectieven van (een deel van) de organisatie.
Functieboek FOD Financiën
p. 92
Model voor bepaling van de generieke
competenties
Omgaan met informatie
10/07/2002
Omgaan met Informatie
Compentie
A1
A2
A3
Begrijpen
Informatie verwerken
Analyseren
Definitie
Componenten
Begrijpen betekent het begrijpen van
elementaire zaken, het kunnen omgaan met
ambigue informatie en het correct inschatten
van eigen kennis.
Elementair begrijpen
Omgaan met ambiguïteit
Informatie verwerken betekent het efficiënt en
effectief zoeken, decoderen en verwerken van
grote hoeveelheden gegevens binnen de
beschikbare termijn en het visueel kunnen
weergeven van die informatie.
Analyseren betekent het gericht analyseren van
gegevens en het beoordelen van de informatie.
Informatie vergaren
Zichzelf kennen
Informatie behandelen
Informatie origineel
weergeven
Analytisch denken
Informatie beoordelen
A4
Integreren
A5
Vernieuwen
A6
Conceptualiseren
A7
A8
Integreren betekent het integreren van
Gegevens integreren
gegevens met verschillende inhouden, het
genereren van alternatieven en het trekken van Alternatieven genereren
sluitende conclusies uit gegevens.
Conclusies trekken
Vernieuwen betekent vernieuwend denken
door radicaal innovatieve en creatieve ideeën
aan te brengen.
Conceptualiseren betekent conceptueel denken
en de concepten vertalen in werkbare
oplossingen.
Vernieuwend denken
Creatief denken
Conceptueel denken
Werkbare oplossingen
vinden
Cross-functioneel denken
Inzicht in de organisatie Inzicht in de organisatie betekent crossfunctioneel denken en het inzicht verwerven in
en bepalen van beleidsparameters.
Begrijpen van
beleidsparameters
Bepalen van
beleidsparameters
Visie ontwikkelen
Visie ontwikkelen betekent het ontwikkelen
Organisatievisie ontwikkelen
van een globale missie, visie en strategie voor
organisatie
Organisatiestrategie
ontwikkelen
Functieboek FOD Financiën
Definitie
Begrijpen van elementaire concepten, instructies, teksten. Vatten van basisideeën.
Kunnen werken in een omgeving waar geen duidelijke of onvolledige informatie aanwezig is. Kunnen
omgaan met ambigue informatie. Begrijpen dat niet altijd alle informatie voorhanden is.
Onderkennen zelf niet alles (even goed) te weten, eigen kennis en vaardigheden kunnen inschatten en
grenzen kennen. Inschatten in welke mate men iets begrepen heeft.
Verwerken en zoeken van informatie, gaten in de informatie onderkennen, informatie decoderen en
gestructureerd samenbrengen.
Grote hoeveelheden informatie binnen de beschikbare termijn en onbevooroordeeld verwerken.
De informatie op een originele en aan het doelpubliek aangepaste wijze visueel weergeven
Gegevens tot hun samenstellende delen herleiden. Patronen herkennen en inzicht krijgen in oorzaak en
gevolg. Onderscheid maken tussen het essentiële en het bijkomstige.
Kritisch omgaan met de informatie en rationele oordelen vormen over de beschikbare informatie en de
voor handen zijnde alternatieven.
Relevante en juiste verbanden leggen tussen diverse inhouden en deze op een synthetische manier
integreren in een coherent geheel.
Een reeks alternatieven bedenken. Meerdere alternatieven kunnen opsommen en kunnen bedenken.
Interpreteren van syntheses en alternatieven en deze verder uitwerken tot een waardevolle samenvatting.
Ongekende, originele ideeën aanbrengen die niet voortvloeien uit bestaande processen, maar die radicaal
vernieuwend zijn.
Niet voor de hand liggende patronen, perspectieven of originele combinaties ontdekken.
Abstraheren en het hier en nu overstijgen. Denken in globale termen over waarden, systemen, processen,
zonder zich te verliezen in details.
Vanuit abstracte concepten concreet werkbare oplossingen destilleren en werkbare adviezen uitwerken.
Ontwikkelen van een brede kijk over de diverse functies/departementen heen en de implicaties van
beslissingen op andere domeinen juist kunnen inschatten/kwantificeren.
Begrijpen van beleidsparameters; ontwikkelingen in de politiek, de maatschappij en de externe omgeving
opvolgen en begrijpen.
Bepalen van interne beleidsparameters in functie van de visie en de strategie van de organisatie en met
het oog op het optimaliseren van processen.
Integreren van omgevingsfactoren enerzijds in een coherente visie en missie en anderzijds in algemene
beleidslijnen met positieve impact op middellange en lange termijn.
Ontwikkelen van een organisatiestrategie en coherent strategisch plan, in lijn met de missie en visie van
de organisatie en op basis van onvolledige en ambigue informatie over een reeks politieke,
maatschappelijke en andere externe variabelen.
p. 93
Model voor bepaling van de generieke
competenties
Omgaan met taken
10/07/2002
Competentie
Definitie
Componenten
B1
Taken uitvoeren
Taken uitvoeren betekent het gebruiken van de Manuele taken uitvoeren
beschikbare hulpmiddelen en het zelfstandig,
correct en systematisch uitvoeren van manuele en Repetitieve taken uitvoeren
repetitieve taken.
Hulpmiddelen gebruiken
B2
Werk structureren
B3
Problemen oplossen
Werk structureren betekent het structureren van
het eigen werk door prioriteiten te stellen en een
veelvoud van taken op een systematische manier
Problemen oplossen betekent het omgaan met en
zelfstandig oplossen van onverwachte situaties,
het zoeken van alternatieven en het
implementeren van de oplossing.
Taak prioriteiten stellen
Systematisch werken
Veelheid aan taken uitvoeren
Omgaan met het onverwachte
Op eigen initiatief handelen
Oplossingen implementeren
B4
Beslissen
Beslissen betekent het tijdig nemen van juiste
Beslissingen nemen
beslissingen en het doelgericht initiëren van acties
teneinde de beslissingen uit te voeren.
Actie initiëren
B5
Organiseren
Organiseren betekent het proactief stellen van
objectieven, het nauwgezet uittekenen van
plannen en het organiseren van activiteiten.
Objectieven stellen
Proactief handelen
Plannen
B6
Sturen
B7
Besturen van de
organisatie
Sturen betekent het beheren en opvolgen van tijd, Tijd/kosten beheren
kosten, activiteiten en middelen.
Voortgang opvolgen
Middelen beheren
Besturen van de organisatie betekent het opzetten Processen vorm geven
van structuren en processen, het beheren van
budgetten en het invoeren van verandering.
Beheren van budgetten
Verandering invoeren/opvolgen
B8
Ondernemen
Ondernemen betekent het opstellen van een
Implementeren van de strategie
strategisch plan, organisatieprocessen en structuur en het herkennen van en inspelen op
Opportuniteiten identificeren
opportuniteiten met het oog op het optimaliseren
van de resultaten.
Organisatiegerichtheid tonen
Functieboek FOD Financiën
Definitie
Het zelfstandig, correct en systematisch uitvoeren van eenvoudige, manuele taken, volgens geldende
voorschriften en normen (veiligheid, milieu, kwaliteit e.d.).
Het zelfstandig, correct en systematisch uitvoeren van repetitieve taken volgens geldende voorschriften en
normen (veiligheid, milieu, kwaliteit e.d.).
Het zelfstandig, correct gebruiken van technische hulpmiddelen bij het uitvoeren van taken volgens
geldende voorschriften en normen (veiligheid, milieu, kwaliteit e.d.).
De prioriteiten voor de (eigen) taken bepalen en uitvoeren. Takenlijst opstellen.
De (eigen) taken op een systematische en consequente manier afwerken, binnen de gegeven tijd.
Een veelheid aan verschillende taken op een georganiseerde manier uitvoeren.
Onverwachte situaties opvangen en beheersen, door de situatie te onderkennen, te begrijpen en te
kanaliseren of te verwerken.
De eigen zaken afhandelen, zonder onnodig te refereren naar anderen. De taken uitvoeren met een
minimum aan begeleiding, op basis van eigen initiatief.
Binnen beperkte activiteitendomein en op basis van ervaring en kennis, in functie van de knelpunten
alternatieven op een objectieve wijze afwegen en de best passende oplossing implementeren.
De juiste beslissing nemen op basis van (on)volledige informatie, rekening houdend met de voor- en
nadelen ervan en met de diverse opties die er zijn.
Het initiëren van doelgerichte acties, vertrekkende van een idee en gericht op het realiseren van
doelstellingen en het uitvoeren van genomen beslissingen.
Vertalen van een strategie, tactische of operationele beleidslijn in concreet meetbare objectieven.
Correct inschatten van mogelijke toekomstige obstakels en in functie daarvan de juiste acties ondernemen.
Uitwerken van efficiënte en overzichtelijke plannen in logische stappen en in functie van de prioriteiten. De
vereiste resources juist inzetten.
Kosten en tijd realistisch inschatten en doeltreffend beheren. Projecten structureren rond
controlemomenten en kosten-beheersing.
De stand van zaken met regelmaat opvolgen en consequent en adequaat bijsturen indien nodig in functie
van de te bereiken objectieven.
Doeltreffend inzetten, beheren en opvolgen van resources (mensen, middelen, budget).
De processen en de structuur van de organisatie ontwikkelen en opzetten, verspreid over meerdere
activiteitsdomeinen en functionaliteiten.
Budgetten voor een afdeling/ departement/organisatie op realistische en consistente wijze samenstellen en
beheren, opvolgen en bijsturen in functie van de omstandigheden.
Introduceren en begeleiden van verandering. Op zoek gaan naar nieuwe uitdagingen en alternatieve
actiepaden gericht betreden. Nieuwe methoden ter verbetering uitproberen.
Implementeren van de strategie door de organisatiestructuur, -politiek en langetermijndoelstellingen te
ontwikkelen en door in te spelen op veranderingen in deze structuur.
Oog hebben voor politieke, maatschappelijke en andere externe opportuniteiten en bedreigingen die zich
voordoen, ze begrijpen en erop inspelen. Verder gaan dan reageren op evidente mogelijkheden.
Inzicht in de gevolgen van beslissingen voor de organisatie en de maatschappij en streven naar het
optimaliseren van de resultaten van de organisatie.
p. 94
Model voor bepaling van de generieke
competenties
Leidinggeven
10/07/2002
Competentie
Definitie
Componenten
Definitie
C1
Leren
Leren betekent het op een formele of
Demonstreren
informele manier tonen, overbrengen en delen Onderrichten
van kennis, expertise en werkwijzen.
Expertise delen
De eigen kennis en inzichten overdragen op basis van formele begeleiding in het veld.
Anderen op een formele manier kennis en inzichten over brengen gedurende specifiek georganiseerde
sessies.
De eigen expertise doorgeven aan anderen. Anderen tonen hoe de dingen best kunnen aangepakt worden.
C2
Ondersteunen
Ondersteunen betekent het peter-/meterschap Peter-/meterschap opnemen
van nieuwe medewerkers op zich nemen, een
voorbeeldfunctie uitoefenen en anderen
Voorbeeldfunctie uitoefenen
ondersteunen in hun dagelijkse functioneren Anderen ondersteunen
C3
Direct aansturen
Direct aansturen betekent het geven van
Instructies geven
duidelijke instructies, het opvolgen en bijsturen Andermans resultaten bijsturen
van resultaten van anderen en het bewaren
van discipline.
Discipline bewaren
C4
Motiveren
Motiveren betekent het erkennen van de
kwaliteiten van de medewerkers, hen
initiatieven laten nemen, hen
verantwoordelijkehden toekennen en de eigen
Coachen/Ontwikkelen van anderen betekent
het begeleiden van medewerkers in hun groei
en het gericht advies geven aan medewerkers
over hun functioneren.
Anderen begeleiden in hun dagelijks functioneren. Het eerste aanspreekpunt zijn en hen uitkomsten
bieden.
Anderen tot voorbeeld zijn, door als rolmodel de functie uit te oefenen
Anderen ondersteunen, hun werk vergemakkelijken en hen verdedigen. Hulp bieden waar dit nodig is en
anderen door moeilijkheden helpen.
Duidelijke instructies geven in de vorm van wie wat doet tegen wanneer.
Het opvolgen en het eventueel bijsturen van (tussentijdse) resultaten van anderen, in functie van de
doelstellingen en resources.
Standaarden voor aangepast gedrag bepalen en afdwingen. Ervoor zorgen dat ieder zich houdt aan de
regels van het spel.
Anderen erkennen en waarderen voor hun inzet, door hen te wijzen op wat ze goed gedaan hebben,
waarom en wat de impact ervan was.
Bereid zijn de eigen stijl aan anderen aan te passen om op die manier het goed functioneren te
bevorderen.
Verantwoordelijkheden aan de juiste personen toevertrouwen op basis van inzicht in hun kunnen en
beschikbare middelen.
Anderen ontwikkelen, gericht advies geven en begeleiden in hun groei. Experimenteren met nieuw gedrag
toelaten.
Op een constructieve en aanvaardbare manier zowel positieve als negatieve feedback geven aan
medewerkers over hun functioneren. Inzicht verstrekken in sterke en zwakke kanten.
Meerwaarde geven aan individuen door het opzetten van effectieve werkverbanden en de samenwerking
tussen teamleden en teams aan te moedigen.
Conflicten aanpakken en oplossen door de knelpunten juist te identificeren, het voordeel voor de
betrokkenen duidelijk te maken en aangepaste acties te ondernemen.
Anderen op een brede basis consulteren over belangrijke onderwerpen en ervoor zorgen dat ieder het
gevoel heeft te kunnen bijdragen.
Multidisciplinaire teams aansturen; alle leden van de teams naar eenzelfde objectief leiden en de
groepsactiviteiten coördineren.
De richting aangeven waarin de organisatie verder moet evolueren. Mensen in die richting sturen.
Competenties van anderen op een correcte, objectieve en genuanceerde wijze inschatten en deze op de
meest effectieve wijze inzetten.
Anderen op lange termijn begeesteren op basis van een visie. De visie van de organisatie uitdragen en
uitstralen.
Anderen op lange termijn begeesteren door de waarden van de organisatie uit te dragen.
Anderen tot voorbeeld zijn, door als rolmodel in de organisatie te functioneren.
C5
Coachen/Ontwikkelen
Erkennen
Leiderschapsstijl aanpassen
Delegeren
Competenties ontwikkelen
Feedback geven
C6
Bouwen van teams
Bouwen van teams betekent het smeden van Samenwerking aanmoedigen
een hecht team, het aanpakken van conflicten
en het consulteren van teamleden.
Conflicten aanpakken
Teamleden betrekken
C7
C8
Teams aansturen
Inspireren
Functieboek FOD Financiën
Teams aansturen betekent het aansturen van
multidisciplinaire teams, het aangeven van de
organisatierichting en het inschatten en
efficiënt inzetten van competenties.
Multidisciplinaire teams leiden
Richting geven
Competenties beheren
Inspireren betekent het inspireren van anderen Visie uitstralen
als rolmodel door het uitstralen van de visie en
de waarden van de organisatie.
Bedrijfswaarden uitstralen
Optreden als rolmodel
p. 95
Model voor bepaling van de generieke
competenties
Interpersoonlijke relaties
10/07/2002
Competentie
D1
Communiceren
Definitie
Communiceren betekent het zich vlot en
genuanceerd verbaal, geschreven en non-verbaal
uitdrukken.
Componenten
Verbaal communiceren
Schriftelijk communiceren
Open communiceren
D2
Actief luisteren
Actief luisteren betekent het leren kennen van,
luisteren naar en begrijpen van anderen en zich
inleven in hun situatie.
Begrijpen
Verkennen
Empathie tonen
D3
In team werken
In team werken betekent het soepel samenwerken,
waarbij men zich vlot in het team integreert, zich
met het team identificeert, kennis en informatie
deelt en de teamgeest bevordert teneinde mee te
werken aan het behalen van teamresultaten.
Zich identificeren met het
team
Opinies/informatie/kennis
delen
Team spirit aanmoedigen
D4
Servicegericht handelen
Servicegericht handelen optreden betekent het
Burgers/klanten begeleiden
gericht zijn op de burger en op de interne klant
Service bieden
door klantvriendelijkheid uit te stralen, de klant te
begeleiden en hem een excellente service te bieden. Contacten onderhouden
D.5
Adviseren
Adviseren betekent gericht advies geven aan
Advies geven
anderen, hun beslissingen ondersteunen en een
vertrouwenrelatie met hen uitbouwen op basis van Beslissingen ondersteunen
eigen geloofwaardigheid en expertise
Vertrouwensrelatie opbouwen
D6
Beïnvloeden
Beïnvloeden betekent impact hebben,
onderhandelen om tot een win-win situatie te
komen en het overtuigen van een publiek.
Impact hebben
Onderhandelen
Een publiek overtuigen
D7
Relaties leggen
Relaties leggen betekent het opbouwen van relaties Relaties leggen met gelijken
en netwerken met mensen binnen en buiten de
organisatie, van verschillende niveaus en van
Relaties leggen tussen niveaus
verschillende culturen.
Cross-culturele relaties leggen
D8
Netwerken
Netwerken betekent het identificeren van de juiste
partners voor de organisatie en het uitbouwen van
strategische allianties.
Functieboek FOD Financiën
Organisatiepartners selecteren
Strategische allianties opzetten
Definitie
Gegevens, ideeën en meningen mondeling correct overbrengen, op een gestructureerde manier, al dan
niet ondersteund door aangepaste non-verbale communicatie (intonatie, houding, expressie, ritme,
snelheid, volume, articulatie, oogcontact, …).
Gegevens, ideeën en meningen schriftelijk correct overbrengen, met de juiste structuur en terminologie,
en zonder taalfouten.
De eigen communicatie- en interactiestijl aan de gesprekspartner(s) aanpassen. Een open dialoog
stimuleren.
De totale boodschap begrijpen tegen de ruimere achtergrond
Verduidelijking vragen en het eigen inzicht toetsen op basis van samenvattingen
Aandacht hebben voor het welbevinden van anderen. Inspelen op emotionele behoeften en zichzelf
inleven in de situatie van de anderen.
Zich vlot in een team integreren en er zich mee identificeren. Het evenwicht vinden tussen de
persoonlijke doelstellingen en deze van het team. De eigen resultaten behalen via het behalen van de
teamresultaten.
Kennis, ideeën en opvattingen op een open manier delen met anderen teneinde binnen het tealm op een
vlotte manier tot resultaten te komen.
Groepsgevoel creëren door het aanmoedigen van communicatie, samenwerking en harmonie. Door eigen
acties een klimaat van teamwerk aanmoedigen.
Het begeleiden van de burger en de interne klant naar de meest opportune oplossing
De burger en de interne klant op de eerste plaats stellen en proactief inspelen op zijn behoeften. Een
snelle en gepersonaliseerde service leveren en klachten ernstig nemen.
De burger en de interne klant steeds vriendelijk benaderen. Goede contacten met burgers en interne
klanten onderhouden.
Het adviseren van klanten, burgers en anderen binnen en buiten de organisatie op basis van eigen
expertise
Beslissingen van de lijn ondersteunen met inhoudelijke adviezen
Een relatie opbouwen met anderen door hun vertrouwen te winnen op basis van persoonlijke
geloofwaardigheid en expertise.
Een goede indruk op anderen maken, ideeën door anderen doen aanvaarden en anderen aanzetten tot
actie.
Een vooropgesteld doel bereiken door het hanteren van overtuigende argumenten, het aanvaarden van
realistische compromissen, het realiseren van een win-win situatie.
Inspelen op het publiek door de communicatiestijl aan te passen. Doeltreffend inspelen op opmerkingen
en vragen en de aandacht gaande houden.
Het opbouwen en onderhouden van formele en informele contacten om zo op de hoogte te blijven van
de meest recente ontwikkelingen binnen het vakgebied.
Het in stand houden van goede relaties doorheen verschillende organisatieniveaus. Overweg kunnen met
zowel de hogere als de lagere niveaus.
Er een internationale kijk op na houden. Overweg kunnen met mensen uit verschillende culturen. De
dingen vanuit het standpunt van andere culturen kunnen zien.
Identificeren van de juiste partners voor de organisatie, opbouwen en aanwenden van formele en
informele netwerken om het doel te bereiken.
Strategische allianties uitbouwen die cruciaal zijn voor de organisatie.
p. 96
Model voor bepaling van de generieke
competenties
Persoonlijk functioneren
10/07/2002
Competentie
E1
E2
Inschikkelijkheid tonen
Zich aanpassen
Definitie
Componenten
Inschikkelijkheid tonen betekent het zich
Openheid tonen
openstellen naar anderen en hun ideeën, het
instemmen met en aanvaarden van procedures Procedures aanvaarden
en instructies.
Instructies aanvaarden
Zich aanpassen betekent het zich flexibel
opstellen t.o.v. veranderende omstandigheden
en een diversiteit van situaties.
Omgaan met veranderingen
Omgaan met diversiteit
Loyaal handelen
E3
Betrouwbaarheid tonen
Betrouwbaarheid tonen betekent credibiliteit
Integer handelen
verwerven door het loyaal, discreet en integer
handelen en zich daarbij onafhankelijk opstellen Onafhankelijk handelen
E4
Inzet tonen
Inzet tonen betekent het nemen van
verantwoordelijkheden in het werk en het zich
ten volle inzetten om kwaliteit te bieden.
Betrokkenheid tonen
Kwaliteitsbewust handelen
Doorzetten
E5
Stressbestendigheid tonen
Stressbestendigheid tonen betekent het
Omgaan met stress
beschikken over zelfvertrouwen en
zelfbeheersing om met stress om te gaan en om Zichzelf controleren
kritiek te verwerken.
Omgaan met kritiek
E6
Zichzelf ontwikkelen
E7
Doelstellingen behalen
Zichzelf ontwikkelen betekent aandacht
besteden aan de eigen ontwikkeling en het
continu aanleren van nieuwe vaardigheden en
Doelstellingen behalen betekent het beschikken
over de inzet, de wil en de ambitie om
resultaten voor de organisatie te boeken en de
organisatie-objectieven te behalen.
E8
Organisatie betrokkenheid Organisatie betrokkenheid betekent het zich
borg stellen voor het behalen van de beoogde
resultaten van de organisatie.
Continu leren
Persoonlijke groei plannen
Zichzelf in vraag stellen
Scorend vermogen tonen
Resultaatgerichtheid tonen
Technische verantwoordelijkheid
tonen
Persoonlijke verantwoordelijkheid
tonen
Omgevingsbewust zijn
Bewust blijven van de organisatie
Functieboek FOD Financiën
Definitie
Een open geest en houding aannemen ten aanzien van andere ideeën, meningen, opinies en mensen.
Instemmen met het beleid, de procedures en structuur van de organisatie, en deze strikt volgen.
Schriftelijke of mondelinge instructies van meerderen opvolgen. Respect tonen en op een bereidwillige
manier meewerken.
Een flexibele houding aannemen tegenover veranderende omstandigheden en situaties en er zich, indien
nodig, aan aanpassen.
De diversiteit van situaties herkennen en erkennen, er een flexibele houding tegenover aannemen en er
zich, indien nodig, aan aanpassen.
Credibiliteit verwerven door het loyaal uitvoeren van de beslissingen van de wetgevende, uitvoerende en
rechterlijke macht
Vertrouwen inspireren door ieder objectief en onpartijdig te behandelen, door vertrouwelijkheid te
respecteren en door anderen op een onkreukbare wijze te benaderen.
Op een gedisciplineerde, objectieve en onafhankelijke manier te werk gaan in overeenstemming met
eigen principes en verwachtingen van de organisatie.
Zich ten volle inzetten voor het werk dat men doet en proberen er het beste van te maken. Steeds het
beste van jezelf geven.
Hoge kwaliteitsstandaarden hanteren. Het werk controleren op fouten en mindere kwaliteit verwerpen.
Kwaliteit leveren, zelfs bij detailarbeid.
Het vermogen gepast en doelgericht te reageren als men geconfronteerd wordt met frustraties,
tegenwerking of druk. Blijven doorzetten.
Doelgericht reageren op frustraties, obstakels en tegenwerking. Kalm blijven in stresserende werksituaties
en ook onder druk een goed resultaat behalen.
Een degelijk zelfvertrouwen hebben. De eigen emoties goed controleren en erover waken dat negatieve
emoties het functioneren niet aantasten.
Kritiek aanvaarden zonder defensief of zelfs vijandig te worden. Na kritiek constructief verdergaan en er
lessen uit trekken, zelfs als de kritiek niet terecht was.
Zich continu nieuwe inzichten eigen maken in functie van de professionele noden of groei.
De eigen groei actief plannen en beheren in functie van mogelijkheden, interesses en ambities.
Eigen functioneren kritisch in vraag stellen. Niet zomaar aannemen alles perfect te doen.
Opportuniteiten herkennen, op het juiste moment de juiste acties ondernemen die tot resultaat leiden.
Resultaten genereren, door doelgericht en binnen deadlines acties te ondernemen, onafhankelijk van de
omgeving.
Aansprakelijkheid opnemen voor de inhoudelijke correctheid van de geleverde prestaties, binnen het
eigen vakgebied, tegenover de collega's, de organisatie en de maatschappij.
Zich persoonlijk aansprakelijk weten voor het behalen van de beoogde resultaten; er de absolute
eindverantwoordelijkheid voor dragen, tegenover de organisatie en de maatschappij.
Gericht zijn op en goed geïnformeerd zijn over maatschappelijke en politieke ontwikkelingen en andere
omgevingsfactoren
Bewustzijn van de organisatiestructuur; organisatiepolitiek en -doelstellingen ontwikkelen en instand
houden. Inspelen op veranderingen hierin.
p. 97
Bijlage 2
10/07/2002
Aanpak voor de bepaling van
technische competenties
Functieboek FOD Financiën
p. 98
Aanpak voor de bepaling van Technische
competenties
Aanpak
10/07/2002
>
Op basis van taken en generieke competenties zijn functiefamilienamen bepaald.
>
De laatste stap in de definitie van de “To-Be” functies bestaat uit het bepalen van de technische competenties
en hun vereiste niveau.
>
Het bepalen van het niveau van de benodigde technische competenties gebeurt in vier stappen, die in de
volgende slides worden uiteengezet:
1. Bepalen van clusters van technische competenties per functie
2. Toekennen van een niveau aan iedere categorie van technische competenties, noodzakelijk voor de functie
3. Bepalen van functies zonder verwijzing naar het niveau van technische competenties en van functies met
verwijzing naar het niveau van technische competenties
4. Uitvoeren van een consistentietoets
Functieboek FOD Financiën
p. 99
Aanpak voor de bepaling van Technische
competenties
1. Bepalen van clusters van technische competenties per functie
10/07/2002
>
De technische competenties zijn onderverdeeld in vier categorieën:
– Algemene kennis van iedere ambtenaar binnen de FOD Financiën
– Kennis van Fiscale Wetgeving
– Kennis van Niet-fiscale Wetgeving
– Kennis van Technieken
>
De eerste categorie omschrijft de ‘Algemene kennis van iedere ambtenaar binnen de FOD Financiën’, die
voor iedere functie is vereist. Ze omvat de volgende elementen:
– Algemene kennis van het staatsbestel en van het federale overheid, en van de waarden te respecteren
door het openbare ambt
– Kennis van behoorlijk bestuur
– Algemene PC vaardigheden
>
De laatste drie categorieën bestaan uit verschillende clusters van technische competenties. Een cluster
groepeert een aantal bij elkaar horende elementen van kennis en kunde. Een lijst van deze clusters met hun
beschrijving is gepresenteerd na de uiteenzetting van de aanpak.
>
Per functie gedefinieerd in een proces, worden de voornaamste clusters van technische competenties bepaald
binnen iedere categorie, noodzakelijk voor het uitoefenen van de functie.
Functieboek FOD Financiën
p. 100
Aanpak voor de bepaling van Technische
competenties
2. Toekennen van een niveau van technische competenties
10/07/2002
>
In een tweede stap wordt voor iedere functie aan ieder van de vier categorieën van technische competenties
een niveau van 1 tot 4 toegekend
– Niveau 1: (Professionele) Basiskennis
– Niveau 2: Professionele kennis
– Niveau 3: Geavanceerd professionele kennis
– Niveau 4: Expertkennis
>
De definitie van deze 4 niveaus verschilt lichtjes naargelang van de categorie. De beschrijving van deze niveaus
zijn opgenomen na de uiteenzetting van de aanpak.
>
Voor fiscale en niet-fiscale wetgeving wordt vanaf niveau 1 van professionele (basis)kennis gesproken. Dit
impliceert, reeds vanaf het eerste niveau, een theoretische én continue vorming met aangepaste testen.
Algemene kennis
Fiscale Wetgeving
Niet-fiscale Wetgeving
Technieken
Basiskennis
Professionele basiskennis
Professionele basiskennis
Basiskennis
Professionele kennis
Professionele kennis
Professionele kennis
Professionele kennis
Geavanceerde professionele
kennis
Geavanceerde professionele
kennis
Geavanceerde professionele
kennis
Geavanceerde professionele
kennis
Expertkennis
Expertkennis
Expertkennis
Expertkennis
1
2
3
4
Functieboek FOD Financiën
p. 101
Aanpak voor de bepaling van Technische
competenties
3. Bepalen van functies zonder/met verwijzing naar niveau van
technische competenties
10/07/2002
>
In de derde stap wordt aangegeven of een functie een verwijzing naar het niveau van technische competenties
vereist.
>
Indien voor de functie enkel een niveau 1 of 2 vereist is voor de categorieën van technische competentie,
spreekt men van basiscompetenties. Aan deze functie wordt geen verwijzing toegekend.
Dergelijke functie is binnen een relatief beperkte inwerkperiode uitwisselbaar binnen de FOD Financiën met
andere functies van dezelfde functiefamilienaam.
>
Voor functies die een niveau 3 of 4 vereisen, wordt een verwijzing naar het vereiste kennisniveau gemaakt
voor de categorie(ën) waarvoor de geavanceerd professionele of expertenkennis is vereist.
>
Vb.
–
–
–
Junior Dossierbeheerders met niveau 1-2 voor de 4 categorieën van technische competenties
 Junior Dossierbeheerders
Dossierbeheerders met
• niveau 1-2
 Dossierbeheerders
• niveau 3 voor Fiscale Wetgeving
 Dossierbeheerders Fiscale Wetgeving 3
Senior Dossierbeheerders
• niveau 1-2
 Senior Dossierbeheerders
• niveau 3 voor Fiscale Wetgeving
 Senior Dossierbeheerders Fiscale Wetgeving 3
• niveau 4 voor Fiscale Wetgeving
 Senior Dossierbeheerders Fiscale Wetgeving 4
Functieboek FOD Financiën
p. 102
Aanpak voor de bepaling van Technische
competenties
4. Uitvoeren van een consistentietoets
10/07/2002
>
Tot slot wordt een consistentietoets uitgevoerd. Er wordt nagegaan of voor functies binnen eenzelfde of
gelijkaardige functiefamilienaam gelijkaardige niveaus van technische competenties zijn gescoord in de
verschillende programma’s. Eenzelfde vergelijking wordt gemaakt over programma’s en pijlers in hun globaliteit.
>
Anomalieën worden verklaard of uitgefilterd door bijsturing van het vereiste niveau van technische competentie.
Functieboek FOD Financiën
p. 103
Omschrijving van de competentieniveaus:
Categorie ‘Algemene kennis’
10/07/2002
>
Niveau 1 - Basiskennis :
De functie heeft een kennis van de algemene organisatie en waarden van de federale overheid en de FOD
Financiën, en past deze toe in zijn dagelijkse activiteiten
>
Niveau 2 – Professionele kennis :
De functie heeft een goede kennis van de algemene organisatie en waarden van de federale overheid en de
FOD Financiën, en gebruikt en verspreidt deze kennis in zijn werkomgeving
>
Niveau 3 – Geavanceerde professionele kennis :
De functie heeft een uitgebreide kennis van de algemene organisatie en waarden van de federale overheid en
de FOD Financiën, en is in staat deze kennis actief toe te passen voor het vervullen van zijn taken in diverse
werkomgevingen (multicontext)
>
Niveau 4 – Expertkennis :
De functie heeft een diepgaande kennis van de algemene organisatie en waarden van de federale overheid en
de FOD Financiën, beheerst de grondslagen, concepten, methodes en processen hieromtrent, kan deze kritisch
analyseren, vervolmaken en/of ontwikkelen, onafhankelijk van de context
Functieboek FOD Financiën
p. 104
Omschrijving van de competentieniveaus:
Categorie ‘(Niet-)Fiscale wetgeving’
10/07/2002
>
Niveau 1 - Professionele basiskennis :
De functie heeft een professionele kennis gericht op de toepassing van de basisbeginselen van een (niet-)
fiscale wetgeving (verworven door werkervaring en studie), en is in staat om elementen uit de werkprocedures
en reglementen hieromtrent toe te passen in zijn dagelijkse activiteiten
>
Niveau 2 – Professionele kennis :
De functie heeft een goede professionele kennis gericht op de toepassing van de (niet-)fiscale wetgeving
(verworven door werkervaring en studie), en is in staat om de procedures en reglementen hieromtrent
zelfstandig toe te passen in één bepaalde werkomgeving
>
Niveau 3 – Geavanceerde professionele kennis :
De functie heeft een uitgebreide professionele kennis gericht op de toepassing van de (niet-) fiscale
wetgeving, en is in staat om de procedures en reglementen hieromtrent zelfstandig toe te passen in diverse
werkomgevingen (multicontext)
>
Niveau 4 – Expertkennis :
De functie heeft een diepgaande professionele kennis gericht op de toepassing van de (niet-) fiscale
wetgeving, beheerst de grondslagen, concepten, methodes en processen hieromtrent, kan deze kritisch
analyseren en bijdragen tot het vervolmaken en/of ontwikkelen ervan, onafhankelijk van de context
Functieboek FOD Financiën
p. 105
Omschrijving van de competentieniveaus:
Categorie ‘Technieken’
10/07/2002
>
Niveau 1 - Basiskennis :
De functie heeft een kennis van de techniek en kan de techniek toepassen voor een duidelijk gedefinieerde
opdracht in een eenvoudige context
>
Niveau 2 – Professionele kennis :
De functie heeft een goede kennis van de techniek en kan deze toepassen om op zelfstandige basis eenvoudige
analyses uit te voeren in een brede operationele context
>
Niveau 3 – Geavanceerde professionele kennis :
De functie heeft een uitgebreide kennis van de techniek en kan op basis van de techniek verbanden leggen
tussen informatie uit verschillende contexten, verregaande conclusies trekken en deze verder gebruiken in
zijn werkzaamheden
>
Niveau 4 – Expertkennis :
De functie heeft een diepgaande kennis van de techniek, en kan deze techniek kritisch analyseren, en
bijdragen tot het verder verfijnen en/of ontwikkelen ervan, onafhankelijk van de context
Functieboek FOD Financiën
p. 106
Categorieën en clusters van technische
competenties (1/2)
10/07/2002
Niet-fiscale wetgeving
Categorieën en Clusters van technische competenties
Algemene kennis
Algemene kennis
Fiscale wetgeving
Fiscale wetgeving - volledige categorie
Personenbelasting
Vennootschapsbelasting
Met zegel gelijkgestelde taksen
BTW
Met inkomstenbelasting gelijkgestelde belastingen
Douanerechten
Accijnzen
Milieubelastingen
Internationale fiscaliteit
Controletechnieken
Griffierecht
Registratierecht
Hypotheekrecht
Zegelrecht
Successierecht
Specifieke fiscale wetgeving - Patrimonium Documentatie
Niet-fiscale wetgeving - volledige categorie
Burgerlijk recht
Institutioneel recht
Financieel recht
Gerechtelijk recht
Strafrecht
Sociaal recht
Handelsrecht
Vennootschapsrecht
Administratief recht
Milieuwetgeving
Domaniale wetgeving
Wetgeving i.v.m. verkeer
"Invorderingsrecht"
Specifieke fiscale wetgeving - Invordering
Invorderingstechnieken
Internationaal recht
Europees Recht
Bescherming privé-leven
Rijkscomptabiliteit en boekhouding
Handelsboekhouding
Specifieke niet-fiscale wetgeving - gecontroleerd door D&A
Onteigeningen
Specifieke niet-fiscale wetgeving mbt immobiliën
Specifieke niet-fiscale wetgeving mbt roerende goederen
Patrimonium Documentatie
Notarieel recht
Specifieke niet-fiscale wetgeving - gecontroleerd en toegepast door
Patrimonium Documentatie
Wet betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten
Recht voor de behandeling van onenigheden
Functieboek FOD Financiën
p. 107
Categorieën en clusters van technische
competenties (2/2)
10/07/2002
Technieken
Wetgevingstechnieken voor R&W
Technieken in verband met de werkmethodes
ICT Audit
Boekhoudkundige audit
Financiële analyse
Organisationele audit
Strategische fraude-analyse
Strategische risico-analyse
Operationele risico-analyse
Statistiek
Labo-technieken
Meettechnieken
CRM technieken
Communicatietechnieken
Sociaal-wetenschappelijk onderzoek
Aanbestedings- en verkoopstechnieken
Materiële vaststellingstechnieken
Onderzoekstechnieken
Kennis van archief- en documentatiebeheer
Applicatie-analyse
Specfieke talenkennis*
Onderhandelingstechnieken
Waarderingstechnieken onroerende goederen
Waarderingstechnieken roerende goederen
Specfieke applicaties
CAD Technieken
Planningtechnieken
Technieken voor gegevensbehandeling
Sectorkennis
Functieboek FOD Financiën
p. 108