Geluidsreceptoren Aard van de prikkel: geluid Wat is geluid? Geluiden zijn trillingen. Geluid Toonhoogte Geluidssterkte Geluid = trillingen Resonantie Gehoorspectrum • Ontstaan vanuit een trillend voorwerp (geluidsbron): viool, stem, fluit,

Download Report

Transcript Geluidsreceptoren Aard van de prikkel: geluid Wat is geluid? Geluiden zijn trillingen. Geluid Toonhoogte Geluidssterkte Geluid = trillingen Resonantie Gehoorspectrum • Ontstaan vanuit een trillend voorwerp (geluidsbron): viool, stem, fluit,

Geluidsreceptoren
Aard van de prikkel: geluid
Wat is geluid?
Geluiden zijn trillingen.
Geluid
Toonhoogte
Geluidssterkte
Geluid = trillingen
Resonantie
Gehoorspectrum
• Ontstaan vanuit een trillend voorwerp
(geluidsbron): viool, stem, fluit, ……
• Verplaatsen zich via middenstof: gassen,
vloeistoffen, vaste stoffen.
• Ontvangen door geluidsreceptoren
(fonoreceptoren) in het oor.
Geluidsbron
Middenstof
Golven = trillingen doorheen
middenstof
Geluidsreceptoren
Wat is toonhoogte?
Tonen: geluiden die we kunnen horen.
Geluid
Toonhoogte
Geluidssterkte
Resonantie
Gehoorspectrum
Toonhoogte of frequentie: aantal trillingen per
seconde.
 Uitgedrukt in Hertz (Hz)
 1Hz = 1 trilling per seconde
Lage toon
Hoge toon
Wat is geluidssterkte?
Geluid
Toonhoogte
Geluidssterkte
Geluidssterkte = geluidsintensiteit = volume:
hoeveelheid trillingsenergie, uitwijking van de
trilling;
 Uitgedrukt in decibel (dB);
 Decibelschaal.
Resonantie
Gehoorspectrum
Hoge geluidssterkte
Lage geluidssterkte
Wat is resonantie?
Geluid
Toonhoogte
Geluidssterkte
Resonantie
Gehoorspectrum
Resonantie: een trillend voorwerp brengt een
ander voorwerp aan het trillen.
Voorbeelden:
• Vensters trillen mee als een vliegtuig overvliegt.
• Deur rammelt als er geboord wordt in de muur.
• Krachtige stem kan kristallen glas doen barsten.
Resonantie aantonen met twee identieke stemvorken
Wat is het gehoorspectrum van de mens?
Geluid
Toonhoogte
Geluidssterkte
Resonantie
Gehoorspectrum
Ons gehoorspectrum: frequenties tussen 16 Hz
en 20 000 Hz;
 Verschillen van persoon tot persoon;
 Verkleint met ouder worden.
• Grootste gevoeligheid: tussen 2 000 en 4 000 Hz;
• Ultrageluiden (> 20 000 Hz) horen we niet;
• Infrageluiden (< 16 Hz) horen we niet.
Echolocatie: geluid uitzenden en echogeluid
opvangen  voorwerpen lokaliseren.
→ Bv.: vleermuizen, dolfijnen, sommige walvissen.
Geluidsbron: aanstrijken snaren  trillen van de snaren
Trillende snaren van een viool
Geluidsbron: spreken of zingen  trillen van de stembanden
Trillende stembanden
Geluidsbron: fluiten  trillen van lucht
Trillende luchtkolom in fluit
luchtdruk
1 golflengte = 1 trilling
tijd
Lage toon, lage frequentie
luchtdruk
1 golflengte = 1 trilling
tijd
Hoge toon, hoge frequentie
Verschil in geluidssterkte
Decibelschaal: speciale schaal die per 10 dB erbij komt,
geluidsintensiteit wordt telkens tienmaal groter.
120 dB: pijngrens
Geluid = pijnlijk  gehoorschade
80 dB: gevaargrens
Langdurige blootstelling  gehoorschade
0 dB: gehoordrempel
Decibelschaal
•
•
•
Klankkasten naar elkaar toegekeerd en eentje aanslaan.
Geluid dempen met je hand bij aangeslagen stemvork  geluid gaat
verder bij de niet-aangeslagen stemvork
De niet aangeslagen stemvork trilt mee of resoneert.
Dolfijn maakt gebruik van echolocatie in het water om een prooi te vinden.