Voedselrelaties Paragraaf 2 Voedselrelaties • Binnen een ecosysteem hebben de verschillende populaties op veel manieren met elkaar te maken. • Vooral voedselrelaties zijn belangrijk. (De meeste.

Download Report

Transcript Voedselrelaties Paragraaf 2 Voedselrelaties • Binnen een ecosysteem hebben de verschillende populaties op veel manieren met elkaar te maken. • Vooral voedselrelaties zijn belangrijk. (De meeste.

Voedselrelaties
Paragraaf 2
Voedselrelaties
• Binnen een ecosysteem hebben de
verschillende populaties op veel manieren
met elkaar te maken.
• Vooral voedselrelaties zijn belangrijk.
(De meeste organismen zijn zelf voedsel
voor andere organismen.)
• Voedselrelaties worden vaak weergegeven
in voedselketens en voedselwebben.
Voedselketens
• Een voedselketen is een reeks soorten
waarbij elke soort een voedselbron is voor
de volgende soort.
• Elke voedselketen heeft een plantensoort
als eerste schakel.
Vissen
Zoöplankton
Inktvissen
Algen
Haaien
• Elk soort organisme in
een voedselketen
noemen we een
schakel. (Planten zijn
altijd de eerste schakel.)
• De pijlen in een
voedselketen wijzen
altijd in de richting
waarin voedsel (of
energie) wordt
doorgegeven.
Voedselweb
• Bijna alle soorten organismen kunnen als
voedsel dienen voor veel andere soorten.
• In één ecosysteem lopen dan ook
meerdere (vaak veel) voedselketens door
elkaar heen.
• Alle voedselrelaties binnen één
ecosysteem samen worden het
voedselweb of voedselnet genoemd.
In een voedselweb (rechts) lopen meerdere voedselketens
(links) door elkaar heen. Elke soort kan immers als voedsel
dienen voor veel andere soorten.
Een voedselweb van een aantal organismen uit de
Noordzee.
In een ecosysteem leven vaak veel soorten organismen.
Voedselwebben zijn dan ook vaak zeer complex.
Voor het bestuderen van de voedselrelaties in een complex
voedselweb wordt vaak een computersimulatie gebruikt.
Planten
• Planten produceren door middel van
fotosynthese hun eigen voedsel met
behulp van zonlicht en water.
• Planten zijn als enige groep organismen
voor hun voedsel niet afhankelijk van (de
resten van) andere organismen.
• Planten zijn producenten.
 Als eerste schakel in iedere voedselketen
staat een plantensoort.
Dieren en hun dieet
• Dieren zijn consumenten.
• Dieren kunnen in groepen worden
ingedeeld op basis van hun dieet:
- Planteneters
- Vleeseters
- Alleseters
- Afvaleters
Planteneters
• Dieren die alleen plantaardig voedsel eten
worden planteneters genoemd.
• Planteneters worden ook wel herbivoren
genoemd.
• Planteneters vinden we als tweede schakel
in een voedselketen (direct boven de
planten die ze eten).
• Planteneters zijn consumenten van de
eerste orde.
Herbivoren
Vleeseters
• Dieren die alleen dierlijk voedsel eten
worden vleeseters genoemd.
• Vleeseters worden ook wel carnivoren
genoemd.
• Vleeseters vormen de derde en volgende
schakels van een voedselketen (eerst
komen altijd een plant en een planteneter).
• Vleeseters zijn consumenten van de
tweede orde (of hoger).
Carnivoren
Alleseters
• Dieren die zowel plantaardig als dierlijk
voedsel eten worden alleseters genoemd.
• Alleseters worden ook wel omnivoren
genoemd.
• Alleseters kunnen we terugvinden als
tweede of verdere schakel in een
voedselketen (consumenten van de eerste
orde of hoger).
Omnivoren
Producenten en consumenten in een voedselketen.
Afvaleters
• De dode resten van planten en dieren die
niet worden opgegeten dienen als voedsel
voor de afvaleters.
• Afvaleters worden ook wel detritivoren
genoemd.
• De resten die de afvaleters achterlaten,
worden verder afgebroken door schimmels
en bacteriën.
Detritivoren
De positie van de mens in de voedselketen.
Schimmels en bacteriën
• De meeste schimmels en bacteriën
voeden zich met (de resten van) dode
organismen.
• Schimmels en bacteriën breken de resten
die afvaleters achterlaten verder af tot:
• water
• koolstofdioxide (CO2)
• voedingszouten
Kringloop van stoffen
• De stoffen die door de reducenten
vrijkomen worden weer door producenten
opgenomen en verbruikt.
• In de natuur worden stoffen steeds weer
gebruikt.  Stoffen maken een kringloop.
• Reducenten maken de kringloop van
stoffen compleet.
Plaats in het voedselweb
CONSUMENTEN
(2de orde)
AFVALETERS
CONSUMENTEN
(1ste orde)
REDUCENTEN
PRODUCENTEN