Abiotisch factoren

Download Report

Transcript Abiotisch factoren

Biotoopstudie
Abiotische en biotische factoren
Wat z ijn abiotische factoren?
Abiotische factoren
Invloed van
abiotische factoren
Biotische factoren
Biotoop
Abiotisch factoren: alle omgevingsfactoren
(temperatuur, vochtigheid, licht, betreding) uit de
niet-levende natuur die invloed hebben op de
leefomstandigheden in een bepaald gebied.
• Bodemhardheid;
• Waterdoorlatendheid van de bodem;
• Bodemvochtigheid;
• Bodemtemperatuur;
• Lichtsterkte.
Invloed van abiotische factoren
Abiotische factoren
Invloed van
abiotische factoren
Biotische factoren
Biotoop
Abiotische factoren zijn niet op alle plaatsen
hetzelfde  variatie aan planten en dieren!
Aanpassingen in de duinen
• Overzomeren als zaad;
• Droogteslaap;
• Verdamping beperken;
• Waterreserve aanleggen.
Aanpassingen in het bos
• Hoeveelheid licht verschilt  etagegroei;
• Smalle kruinen;
• Schaduwplanten;
Etagegroei
• Voorjaarsbloeiers.
Wat zijn biotische factoren?
Abiotische factoren
Invloed van
abiotische factoren
Biotische factoren
Biotoop
Biotisch factoren: organismen (levende factoren)
hebben invloed op het leven van andere
organismen.
Biotische factoren in de duinen
• Besdragende struiken;
• Konijnen;
• Fazanten;
• Vos;
• …
Biotische factoren in het bos
• Bomen;
• Eekhoorns;
• Boommarters;
• …
Vos
Boommarter
Wat is een biotoop?
Abiotische factoren
Invloed van
abiotische factoren
Biotoop: plaats met eigen biotische en abiotische
omgevingsfactoren waar een specifieke
levensgemeenschap van planten en dieren
voorkomt.
Biotische factoren
Biotoop
Loofbos
Duinen
Bodemhardheid meten (valpen en pvc-buis)
 Valpen laten vallen doorheen pvc-buis.
 Hoe dieper de pen in de grond zakt, hoe lager de bodemhardheid.
 Eenheid: centimeter (cm).
Waterdoorlaatbaarheid meten (pvc-ring en flesje water)
 Water gieten in de pvc-ring en ga na hoe lang het duurt voor het water in
de grond gaat.
 Hoe sneller het water in de grond gaat, hoe groter de doorlaatbaarheid.
 Eenheid: seconde (s).
Vochtigheidsmeter
 Plaats sensor van vochtigheidsmeter in de bodem en lees na 1 minuut af.
 Hoe hoger de waarde, hoe groter de bodemvochtigheid.
 Eenheid: procent (%).
Temperatuursensor
Bodemthermometer
 Plaats sensor van de bodemthermometer in de bodem en lees na 1
minuut af.
 Hoe hoger de waarde, hoe groter de bodemtemperatuur.
 Eenheid: graden Celsius (°C).
Lichtsensor
Lichtmeter (luxmeter)
 Richt de lichtsensor naar de zon en lees de waarde af.
 Hoe hoger de waarde, hoe groter de lichtsterkte.
 Eenheid: lux.
Duinen met specifieke abiotische en biotische factoren
Loofbos met specifieke abiotische en biotische factoren
Kandelaartje
(voorjaarsbloeier)
Duinsterretjesmos
Muurpeper
(vetplanten)
Duindoorn met kleine blaadjes
• Voorjaarsbloeiers vormen hun
zaden al in de zomer  na zomer
kieming.
• Vetplanten slaan water op in de
bladeren (dikke bladeren).
• Planten met kleine blaadjes
beperken de verdamping.
• Sommige mossen doen een
droogteslaap bij te weinig water en
komen terug tot leven bij voldoende
water.
Etagegroei
De hoeveelheid licht verschilt in een bos  planten die minder licht nodig
hebben, bevinden zich op een lagere etage.
Bomen (smalle kruinen)
groeien naar het licht toe.
Varens en schaduwplanten voelen
zich goed thuis in het bos.
Bosanemoon
(voorjaarsbloeier)
De hoeveelheid licht verschilt in een bos:
 Bomen groeien snel naar het licht: smalle kruinen;
 Schaduwplanten voelen zich thuis in de schaduw onder de bomen;
 Voorjaarsbloeiers bloeien in het voorjaar als er in het bos nog veel licht
invalt en zaden zijn al verspreid in de zomer.
Vos (roofdier)
Vrouwtjesfazant verscholen in de struiken
• Vos beïnvloedt het leven van de
fazanten.
• Besdragende struiken zorgen voor
het voedsel van de fazant, maar is
ook een schuilplaats voor de fazant.
Mannetjesfazant verscholen in de struiken
Eekhoorn eet vruchten.
• De vruchten van beuken en eiken
vormen voedsel voor de eekhoorns.
• Eekhoorns vormen dan weer voedsel
voor de boommarters.
Boommarter jaagt op eekhoorns.