4. Voorbeeldoefeningen

Download Report

Transcript 4. Voorbeeldoefeningen

Enkele voorbeeldoefeningen
Definitie: Normaalkracht
Fn
Fz
De zwaartekracht werkt in
op het boek. Als die alleen
op het boek zou inwerken,
zou het boek vallen.
Het boek steunt echter op
de tafel.
De tafel oefent een normaalkracht uit op het boek,
loodrecht of ‘normaal’ op het oppervlak van de tafel
= normaalkracht Fn
•Krachten op een wagen bij het takelen
y
x
Fk
FN
Fz
Een takelwagen trekt een wagen (massa 1200 kg)
omhoog met een constante snelheid van 0,20 m/s. De
hellingshoek is 7,0°. Bepaal de krachten op de wagen.
Verwaarloos de wrijving.
Antwoord: Fz = 11,8 kN , Fk = 1,4 kN en FN = 11,7 kN
•Krachten bij het vertrek met een caravan
y
Fm
FN
x
Fz
Daan vertrekt met zijn auto (massa 1620 kg) en caravan
(659 kg) uit rust met een versnelling van 1,50 m/s².
(a) Bepaal de krachten op het geheel
(b) Bepaal de krachten op de caravan
Antwoord:
(a) Fz = FN = 22,4 kN , Fm = 3,42 kN
(b) Fzc = FNc = 6,46 kN , Ft = 989 N
•Zwiercarrousel
y
Fk
x
Fz
Peter zit in een zwiercarrousel en beschrijft een ECB. De massa
van het geheel (Peter en zijn zitje) is 85,2 kg. De periode is 5,74 s.
De straal van de beschreven cirkel is 9,60 m. Bepaal de krachten
op Peter en zijn zitje.
Antwoord: Fz = 836 N , Fk = 1,29 kN