Collectieve waardeoverdracht en het bereik van artikel 84 PW

Download Report

Transcript Collectieve waardeoverdracht en het bereik van artikel 84 PW

Collectieve waardeoverdracht en het bereik
van artikel 84 PW
Vereniging voor Pensioenrecht
11 september 2013
Jorn de Bruin
CWO en het bereik van artikel 84 PW
1. CWO
2. CWO op verzoek werkgever (83 PW)
3. CWO bij liquidatie (84 PW)
4. Duiding CWO binnen kaders van BW
5. CWO in de praktijk
6. Aantastingsverbod (20 PW)
7. Bereik van 84 PW
8. Blik op de toekomst
9. Conclusie
1. CWO
Waardeoverdracht
“iedere handeling waarbij de waarde van opgebouwde
pensioenaanspraken of
pensioenrechten wordt aangewend ten
behoeve van
(i) andere pensioenaanspraken of pensioenrechten bij dezelfde of
een andere
pensioenuitvoerder; of
(ii) dezelfde pensioenaanspraken of pensioenrechten bij een andere
pensioenuitvoerder”
Artikel 83 en 84 PW
NB: buiten bestek: 90 PW
Collectieve waardeoverdracht?
1. CWO
Drie smaken
1. Interne collectieve waardeoverdracht
2. Externe collectieve waardeoverdracht, pensioenaanspraken en
pensioenrechten wijzigen niet
3. Externe collectieve waardeoverdracht, pensioenaanspraken en
pensioenrechten wijzigen wel
2. CWO op verzoek van werkgever (83 PW)
1. De pensioenuitvoerder is op verzoek van de werkgever bevoegd tot collectieve waardeoverdracht indien:
a. de waardeoverdracht ertoe strekt in verband met de beëindiging van de uitvoeringsovereenkomst tussen de werkgever
en de overdragende pensioenuitvoerder de waarde onder te brengen bij de ontvangende pensioenuitvoerder met wie de
werkgever een uitvoeringsovereenkomst heeft gesloten;
b. de werkgever wordt overgenomen als gevolg van een overgang van een onderneming als bedoeld in artikel 662 van Boek
7 van het Burgerlijk Wetboek, en de overnemende onderneming een uitvoeringsovereenkomst heeft gesloten of gaat sluiten
met een andere pensioenuitvoerder of dezelfde pensioenuitvoerder; of
c. de waardeoverdracht ertoe strekt in verband met een collectieve wijziging van de pensioenovereenkomsten de waarde
van pensioenaanspraken of pensioenrechten aan te wenden bij dezelfde pensioenuitvoerder overeenkomstig die gewijzigde
pensioenovereenkomsten.
2. Bij een collectieve waardeoverdracht als bedoeld in het eerste lid wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
a. de deelnemers, gewezen deelnemers, gewezen partners of de pensioengerechtigden hebben geen bezwaren jegens de
pensioenuitvoerder kenbaar gemaakt tegen de waardeoverdracht nadat zij over het voornemen schriftelijk zijn geïnformeerd;
b. de overdrachtswaarde wordt door de overdragende pensioenuitvoerder zodanig vastgesteld dat de voor mannen en vrouwen
te verwerven pensioenrechten gelijk zijn waarbij aan het vereiste van collectieve actuariële gelijkwaardigheid op basis van
dezelfde grondslagen wordt voldaan; en
c. het voornemen tot waardeoverdracht aan een pensioenuitvoerder wordt door de overdragende pensioenuitvoerder uiterlijk
drie maanden voor de beoogde datum van waardeoverdracht schriftelijk gemeld aan de toezichthouder en de toezichthouder
heeft binnen die periode geen verbod tot waardeoverdracht opgelegd.
3. Het tweede lid, onderdeel b, is met betrekking tot:
a. uitkeringsovereenkomsten van toepassing op pensioenaanspraken die vanaf 1 januari 2002 zijn opgebouwd;
b. premieovereenkomsten en kapitaalovereenkomsten van toepassing op pensioenaanspraken die vanaf 1 januari 2005 zijn
opgebouwd.
4. Op pensioenaanspraken die voor de in het derde lid genoemde data zijn opgebouwd is de eis van individuele actuariële
gelijkwaardigheid, bedoeld in artikel 71, vierde lid, van toepassing, tenzij in de pensioenovereenkomst is overeengekomen dat de
voorwaarden, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, van toepassing zijn.
5. Voorzover het bij de toepassing van het eerste lid pensioenaanspraken betreft die als gevolg van een premievrije voortzetting van
die pensioenaanspraken worden opgebouwd is onderdeel b van het tweede lid van toepassing indien het recht op die premievrije
voortzetting is ontstaan op of na 1 januari 2002.
6. Elk beding strijdig met dit artikel is nietig.
7. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld aan het vaststellen van de overdrachtswaarde
2. CWO op verzoek van werkgever (83 PW)
Pensioenuitvoerder is alleen bevoegd:
• Op verzoek werkgever
• In specifieke situatie
• Bij einde UO
• OvO
• collectieve wijziging van pensioenovereenkomst
• Geen bezwaren begunstigden ontvangen
• Collectieve actuariele gelijkwaardigheid
• Geen verbod DNB
3. CWO bij liquidatie 84 PW
1. De pensioenuitvoerder is verplicht tot waardeoverdracht aan een andere pensioenuitvoerder bij liquidatie van
de eerstgenoemde pensioenuitvoerder.
2. In geval van een waardeoverdracht als bedoeld in het eerste lid gelden de volgende voorwaarden:
a. het voornemen tot waardeoverdracht aan een pensioenuitvoerder wordt door de overdragende
pensioenuitvoerder uiterlijk drie maanden voor de beoogde datum van waardeoverdracht schriftelijk gemeld
aan de toezichthouder en de toezichthouder heeft binnen die periode geen verbod tot waardeoverdracht
opgelegd;
b. de overdrachtswaarde wordt zodanig door de overdragende pensioenuitvoerder vastgesteld dat de voor
mannen en vrouwen te verwerven pensioenrechten gelijk zijn, waarbij aan het vereiste van collectieve
actuariële gelijkwaardigheid op basis van dezelfde grondslagen wordt voldaan.
3. Het tweede lid, onderdeel b, is met betrekking tot:
a. uitkeringsovereenkomsten van toepassing op pensioenaanspraken die vanaf 1 januari 2002 zijn
opgebouwd;
b. premieovereenkomsten en kapitaalovereenkomsten van toepassing op pensioenaanspraken die vanaf 1
januari 2005 zijn opgebouwd.
• 4. Op pensioenaanspraken die voor de in het derde lid genoemde data zijn opgebouwd is de eis van individuele
actuariële gelijkwaardigheid, bedoeld in artikel 71, vierde lid, van toepassing tenzij in de pensioenovereenkomst
is overeengekomen dat de voorwaarden, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, van toepassing zijn.
• 5. Voorzover het bij de toepassing van het eerste lid pensioenaanspraken betreft die als gevolg van een
premievrije voortzetting van die pensioenaanspraken worden opgebouwd is onderdeel b van het tweede lid van
toepassing indien het recht op die premievrije voortzetting is ontstaan op of na 1 januari 2002.
• 6. Elk beding strijdig met dit artikel is nietig.
• 7. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld aan het vaststellen van de
overdrachtswaarde.
3. CWO bij liquidatie (84 PW)
Pensioenuitvoerder is verplicht:
• Zonder inmenging van externen
• Bij liquidatie
• In liquidatie?
• Begunstigden hebben geen bezwaarmogelijkheid
• Collectieve actuariele gelijkwaardigheid
• Geen verbod DNB
4. Duiding CWO binnen kaders BW
Is CWO in te passen binnnen kaders BW?
• Gevolgen CWO
• Verbintenis(sen) tussen begunstigde(n)en overdragende uitvoerder
(gedeeltelijk) vervallen
• Tegelijkertijd ontstaan (veelal andere) verbintenissen tussen
begunstigde(n) en verkrijgende uitvoerder
• Contractsoverneming (ex 6:159 BW)?
• Schuldoverneming (ex 6:155 – 158 BW)?
• Schuldvernieuwing? (ex 6:160 BW)?
 Rechtshandeling sui generis (een PW eigen rechtshandeling)
5. CWO in de praktijk
Overdracht van activa door pensioenfonds
• PW zwijgt op dit punt  activa/passiva transactie
• Overdracht in kind of in cash?
• Wisselende dekkingsgraden beinvloeden inkoopsom
• Bandbreedte afspreken
• Doorlopen vergt langere periode (drie maanden DNB)
• Alternatief: overdracht onder ontbindende voorwaarde goedkeuring
DNB  risico dat verbod volgt…
• Afstemmen beleggingsbeleid op verkrijgende uitvoerder?
• DNB: pensioenfonds dan niet in control (ex 143 PW)
• Kan men anders over denken…
6. Aantastingsverbod (20 PW)
Belangrijk verschil artikel 83 PW / 84 PW?
• Het aantastingsverbod van artikel 20 PW maakt een uitzondering voor 83
PW
• Maar niet voor artikel 84 PW
Dus CWO ex 84 PW, geen wijziging van aanspraken en rechten?
• Wetsgeschiedenis PW maakt geen melding van hoe en waarom en
zwijgt over onderscheid.
• Bevat slechts een tabel
6. Aantastingsverbod (20 PW)
7. Bereik van artikel 84 PW
Maar heeft artikel 84 PW toegevoegde waarde als alle
aanspraken volledig gelijk dienen te blijven?
Simpelweg in praktijk vaak niet mogelijk
Beperkt de mogelijkheden om te komen tot liquidatie
Alternatief voor liquiderend fonds
1.
Waardeoverdracht ex artikel 83 PW
• Bezwaarmogelijkheid
2. Waardeoverdracht ex artikel 84 PW voor begunstigden die geen
bezwaar hebben gemaakt
3. Bezwaarmakers blijven achter in vrijwel leeg fonds
4. Opnieuw waardeoverdracht ex artikel 83 PW
In theorie: bezwaarmakers kunnen liquidatie frustreren
Mijns inziens onacceptabele beperking op vrijheid van fonds
7. Bereik van artikel 84 PW
Kan mijns inziens niet de bedoeling zijn
• Lutjens en Sessink staan wel strikte uitleg artikel 84 PW voor
• DNB past ruimere uitleg toe:
• Op hoofdlijenen dienen aanspraken zoveel mogelijk gelijk te blijven
• Maar beperkte wijzigingen in aanspraken zijn te billijken
Uitholling bescherming begunstigde?
• Collectieve actuariele gelijkwaardigheid
• Verbod DNB
• Adviesrecht deelnemersraad (if any)/ andere statutaire
medezeggenschaprechten
• Bestuur dient belangen te behartigen begunstigden
8. Blik op de toekomst
Wet Versterking Bestuur Pensioenfondsen:
• Indien van toepassing: adviesrecht verantwoordingsorgaan (ex 115a lid
3PW)
• Indien van toepassing: goedkeuringsrecht Raad van Toezicht (ex 104 lid 3
PW)
• Indien van toepassing: goedkeuringsrecht belanghebbendenorgaan
(ex artikel 115c lid 9 PW)
Consultatiedocument WIRA
• Bezwaarmogelijkheid vervalt volledig bij interne collectieve
waardeoverdracht
Maakt liquidatie langs de alternatieve route makkelijker, maar
Is tegelijkertijd een tamelijk radicale oplossing
9. Conclusie
Interpretatie van DNB lijkt mij redelijke wetstoepassing
Dus collectieve waardeoverdracht ex 84 PW:
• Wijzigingen beperkt van aard zijn
• Redelijkerwijs nodig om CWO in liquidatie te bewerkstelligen
Expliciet dus geen betoog om via artikel 84 PW in te
varen
Verdere verduidelijking van de wetgever is gewenst,
bijvoorbeeld als onderdeel van de WIRA….
• Vragen?
• Dank voor uw aandacht
Jorn de Bruin
Van Doorne N.V.
E [email protected]
17