De scheidende Ondernemer

Download Report

Transcript De scheidende Ondernemer

De scheidende Ondernemer
Enkele gevolgen voor de
inkomstenbelasting
mr. Annamarie Majoor
www.majoorbelastingadvies.nl
Inhoud
•
•
•
•
•
•
Partnerregeling
Huwelijksvermogensrecht
Scheiding en Winst uit onderneming
Scheiding en Winst uit aanmerkelijk belang
Scheiding en TBS
Scheiding en Pensioen
Partner regeling
Art 5a AWR
• Niet van tafel en bed gescheiden Echtgenoten
• Ongehuwde Samenwoners die een notarieel
samenlevingscontract hebben
• A en B zijn getrouwd maar leven duurzaam
gescheiden. B woont samen met C en heeft een
samenlevingscontract. In maart wordt verzoek
echtscheiding ingediend. In september is
echtscheiding formeel rond
• Partner in de loop van het jaar? Dan ook
partner in de eerste maanden als men op
hetzelfde adres staat ingeschreven.
• Geldt ook bij einde partnerschap
– Man en vrouw zijn gehuwd, wonen in hetzelfde huis maar
leven duurzaam gescheiden.Eind 2012 verzoek
echtscheiding ingediend, in aug 2013
echtscheidingsbeschikking.
– Man en vrouw wonen ongehuwd samen. In maart 2013
verbreken ze hun notarieel samenleveingscontract. Verder
varandert er niets
Partnerregeling art 1.2 IB
• Op hetzelfde adres ingeschreven én:
•
•
•
•
•
Samen een kind
Kind van de ander erkend
Opgenomen in pensioenregeling
Samen eigendom woning (hoofdverblijf)
Op woonadres ook kind ingeschreven van ten minste
een van beiden tenzij er een zakelijke
huurovereenkomst is
• In het voorafgaande kalenderjaar reeds partner
Voorbeelden
• A en B hebben in mei 2012 verzoek
echtscheiding ingediend, maar blijven in
hetzelfde huis wonen. In augustus 2013 wordt
de echtscheiding definitief. Medio 2016
verhuist de man naar een huurwoning.
• Man en vrouw wonen ongehuwd samen. Hun
samenlevingscontract wordt in maart 2012
ontbonden
• Man en vrouw zijn getrouwd maar wonen al
jaren duurzaam gescheiden. Hebben beiden
hun eigen woning.
– Tot 2011 kwaificeerden ze niet als partner, want ze
leefden duurzaam gescheiden. Maar miv 2011
kwalificeren ze weer wel als partner.
Huwelijksvermogensregime
• Algehele gemeenschap van goederen
• Huwelijkse voorwaarden
– Koude uitsluiting
– Beperkte gemeenschap
– Periodiek verrekenbeding
– Finaal verrekenbeding
Periodiek verrekenbeding
• Partijen verdelen periodiek onverteerd
gebleven inkomsten
• Inkomsten? Afhankelijk van afspraken. Bijv
arbeidsinkomsten, rente, dividend, winst uit
onderneming
• DGA: opgepotte winsten?
• Niet uitgevoerd? Dan bij einde huwelijk alsnog
verrekening
voorbeeld
•
•
•
Hans en Pauline zijn gehuwd onder huwelijkse voorwaarden. Er is gekozen voor
koude uitsluiting met een periodiek verrekenbeding. Inkomsten uit arbeid worden,
na verrekening van de kosten van de huishouding, bij helfte verdeeld. Hans had bij
aanvang van het huwelijk een vermogen van € 70.000 en het vermogen van
Pauline bedroeg bij aanvang van het huwelijk € 20.000. Na 15 jaar huwelijk
besluiten ze om te gaan scheiden. Ze hebben tijdens het huwelijk nooit periodiek
afgerekend. Hans heeft aan het einde van het huwelijk een vermogen van €
220.000 en het vermogen van Pauline aan het einde van het huwelijk is € 70.000.
Het blijkt onmogelijk om gegevens terug te halen om alsnog alle jaren de
periodieke verrekening met terugwerkende kracht uit te voeren.
Nu wordt gesteld dat de aanwas van het vermogen tijdens het huwelijk voor 50%
aan beide partners toekomt. Het vermogen van Hans is tijdens het huwelijk met €
150.000 toegenomen, het vermogen van Pauline is tijdens het huwelijk met €
50.000 toegenomen. In totaal is het vermogen tijdens het huwelijk dus met €
200.000 toegenomen. Ieder heeft hier voor 50% recht op. Pauline heeft dus een
vordering op Hans van € 50.000, als gevolg van het niet uitvoeren van het
periodieke verrekenbeding.
Finaal verrekenbeding
• Partijen komen bijv. overeen om bij het einde
van het huwelijk ieders vermogen zo te
verdelen als ware er een gemeenschap van
goederen
• Werking kan beperkt worden tot einde
huwelijk door overlijden
Voorbeeld
• Erik en Petra zijn gehuwd onder huwelijkse voorwaarden.
Ze hebben gekozen voor koude uitsluiting met een finaal
verrekenbeding bij scheiden en overlijden.
• Op enig moment besluiten Erik en Petra om te gaan
scheiden. Erik heeft op dat moment een vermogen van
€ 300.000 en Petra heeft op dat moment een vermogen van
€ 60.000. Er wordt nu gedaan alsof er een gemeenschap
van goederen was (let op: er ontstaat niet echt een
gemeenschap van goederen). Ieder zou bij een
gemeenschap van goederen recht hebben op de helft van
het totale gezamenlijke vermogen. Dat zou dus in deze
situatie totaal € 360.000 zijn, waarbij ieder recht heeft op
€ 180.000. Erik moet dus naar aanleiding van de scheiding
nog € 120.000 aan Petra betalen.
Huwelijksvermogenrecht miv 1-1-2012
Veranderingen:
1. Informatieplicht
2. Aangaan/wijzigen hv zonder rechter
3. Ontbinding vanaf moment indienen verzoek
4. Beide echtgenoten zijn bestuursbevoegd voor
zaken niet op naam
5. Beleggingsleer: rendementen op eigen
vermogen vallen niet in de gemeenschap
Vergoedingsrechten
• Introductie beleggingsleer (Art 1.87 BW)
• “indien een echtgenoot ten laste van het
vermogen van de andere echtgenoot een goed
dat tot zijn eigen vermogen zal behoren, verkrijgt
of indien ten laste van het vermogen van de
andere echtgenoot een schuld ter zake van een
tot zijn eigen vermogen behorend goed wordt
voldaan of afgelost, ontstaat voor de
eerstgenoemde echtgenoot een plicht tot
vergoeding”.
• Dat vergoedingsrecht ‘beloopt een gedeelte
van de waarde van het goed op het tijdstip
waarop de vergoeding wordt voldaan’. Ofwel
de echtgenoot/schuldeiser heeft geen
nominale vordering, maar een aan de waarde
van het goed gekoppelde
verbintenisrechtelijke aanspraak jegens de
andere echtgenoot, die gerechtigd is tot dat
goed.
Voorbeelden
• A koopt een woning voor 400.000 euro en betaalt hiervan
300.000 euro uit eigen privémiddelen en 100.000 euro uit
door zijn echtgenoot B beschikbaar gestelde
privémiddelen. De woning wordt eigendom van A. De
andere echtgenoot (B) heeft recht op een vergoeding, die
ingevolge artikel 1:87 lid 2 onder a BW gelijk is aan een
kwart van de waarde van de woning op het tijdstip
waartegen de vergoedingsvordering wordt afgerekend.
• Indien A na tien jaar overgaat tot vergoeding en de waarde
van de woning dan 1 miljoen euro bedraagt, is de
vergoeding voor B 250.000 euro. Indien A echter al na twee
jaar tot voldoening was overgegaan en de waarde van de
woning toen gedaald was tot 200.000 euro, had B slechts
recht op 50.000 euro vergoeding.
voorbeeld
• A en B zijn op huwelijkse voorwaarden
gehuwd. A leent B € 250,000 voor de aankoop
van een tweede woning op zijn naam.
• Tot 2012 had A recht op terugbetaling
€ 250,000
• Vanaf 2012 recht op waardeontwikkeling pand
(positief en negatief)
• Woning is €350,000 waard geworden.
A heeft recht op € 350,000
• Woning is € 150,000 waard geworden.
A heeft recht op € 150,000
• A heeft bedrijfspand van € 200,000.
Verbouwing pand € 100,000. Betaalt zelf
€ 50.000 en krijgt van B ook € 50.000
• Verkrijgt hierdoor het economisch eigendom
van 1/6 woning?
– Overdrachtsbelasting?
– TBS? (verschil tussen oude regeling en
regeling vanaf 2012
Gevolgen bij scheiding?
• A en B gaan scheiden. Door verzoek
echtscheiding geen partner meer, dus einde
tbs.
• Pand is inmiddels €480,000 waard. B heeft
recht op 1/6, dus € 80000
• Afrekenen??
Onduidelijkheid Art 1:87 BW
• Prof. mr. dr. P.G.H. Albert
– WFR 2012/678
– Indirect economisch belang / geen
goederenrechtelijke werking
• mr. dr. N.C.G. Gubbels
– WPNR 2012/6913 p.12
– Direct economisch belang
Geld gebruikt voor investering?
• Met toestemming echtgenoot? Dan
beleggingsleer
• Geen toestemming? Beleggingsleer, maar
nooit minder dan nominaal bedrag
• Partijen kunnen beleggingsleer uitsluiten. Leg
dit (zo nodig notarieel) vast!
Goed uit elkaar houden
• Huwelijksgemeenschap
Moet bij scheiding verdeeld worden
• Verrekenbeding
Alleen verbintenisrechtelijke aanspraak
• Vergoedingsrechten
beleggingsleer
Scheiding en winst uit
onderneming
• Meewerkende partner
– Meewerkaftrek vervalt
– Partner als werknemer
• Ontbinden arbeidsovk
• Evt overdracht (deel) onderneming (art 3.59)
• Gevolgen ondernemer
– Gemeenschap van goederen
– Huwelijkse voorwaarden
Onderneming valt in een
huwelijksgemeenschap
• Gevolgen duurzaam gescheiden gaan leven
– Eenmanszaak
Geen fiscale gevolgen
– Man-vrouw vennootschap
Man gaat alleen met de onderneming door.
Vrouw draagt haar onderneming over aan de
man. Afrekenen? Toepassen art. 3.63?
Ontbinding en verdeling
huwelijksgemeenschap
• Eenmanszaak
– Art 3.59 lid 1 fictieve overdracht
– Art 3.59 lid 2 verplichte doorschuiving: heffing
blijft achterwege
• Drie mogelijkheden:
1. Toedeling aan ondernemer
2. Toedeling verdeeld tussen echtelieden
3. Toedeling aan echtgenoot (niet-ondernemer)
Toedeling aan ondernemer zelf
• Art 3.59 Fiscaal geruisloos
• Maar bij verdeling moet de ondernemer wel
tegen de WEV afrekenen met zijn echtgenoot.
Rekening houden met latente belastingclaim
• Overbedelingsschuld. Is dit een
ondernemingsschuld? HR: nee, want fiscale
positie wijzigt niet.
Toedeling aan beiden
• Als echtgenoot de onderneming als
ondernemer gaat voortzetten, art 3.59 voor
deel dat krachtens huwelijksvermogensrecht
toekomt
– Meer dan de helft naar echtgenoot:
oorspronkelijke ondernemer moet afrekenen over
meerdere
Toedeling aan echtgenoot
• Art 3.59 doorschuiving voor helft
ondernemingsvermogen, over andere helft
afrekenen
• Overbedelingsschuld voor echtgenoot is
ondernemingsvermogen; fiscale positie wijzigt
wel
Man-vrouw vennootschap
• Iedere vennoot behoudt zijn firma aandeel
– Geen fiscale gevolgen
• Evt. een van beiden stille vennoot
• Evt. rechtsvorm wijzigen in CV
Geen fiscale gevolgen, wel aanpassing
vennootschapsovereenkomst
Man-vrouw vennootschap
• Onderneming wordt volledig toebedeeld aan
één vennoot
– Einde samenwerking vóór ontbinding hg:
• Zelfde als bij eenmanszaak
– Einde samenwerking ná ontbinding hg:
• Eerst art 3.59, daarna art 3.63
• Evt. schuld is ondernemingsschuld
FOR
• Bij art 3.59 ook doorschuiving FOR
• Bij art 3.63 alleen als FOR overgaat op partner
Let op!
Beëindiging samenwerking nadat men gescheiden is
gaan leven en echtscheidingdverzoek is ingediend?
Geen partners meer, dus afrekenen over FOR
Let op!
Naar CV? Afrekenen over FOR voorzover dat meer is
dan OV
Onderneming valt niet in een
gemeenschap
• Economisch belang
Gevolgen?
Bijv. geld investeren in onderneming als zodanig
Medegerechtigde?
Bijv. geld investeren in verbouwing bedrijfspand
TBS?
Bij scheiding afwikkeling economisch belang
Doorschuifregeling?
Koude uitsluiting
• Elke gemeenschap uitgesloten, geen enkele
verrekening?
– Als de situatie ongewijzigd blijft (ondernemer
houdt volledige onderneming) dan heeft dit geen
fiscale gevolgen
– Onderneming wordt na de scheiding (mede)
voortgezet door echtgenoot-niet ondernemer?
Dan geen doorschuifmogelijkheid ex art 3.59
• Wel wenselijk? Dan staande huwelijk beperkte
gemeenschap aangaan voor
ondernemingsvermogen.
• In dat geval kan er bij scheiding de helft van
het ondernemingsvermogen geruisloos
doorgeschoven worden (art 3.59)
Man-vrouw vennootschap
• Overdracht firma-aandeel kan geruisloos ogv
art 3.63.
• 3-jaarstermijn geldt dan niet
• Wel afrekenen over FOR (kan alleen aan
partner worden overgedragen)
Verrekenbeding
• Overdracht (deel) onderneming door
verrekenbeding? Dan geen art 3.59
– Voorwaarde art 3.59 is dat een
huwelijksgemeenschap wordt ontbonden
– Evt schuld is geen ondernemingsschuld, maar box
3
Scheiding en aanmerkelijk belang
Wanneer AB?
• Al dan niet tezamen met partner voor
minimaal 5% aandeelhouder
• Meesleep- en meetrekregeling
A en B bezitten elk 4% aandelen in BV Z.
Gehuwd, koude uitsluiting.
A en B zijn beiden ab-houder
Invloed huwelijksvermogensrecht
• Voor partners geldt samentelbepaling
• Gekozen huwelijksgoederenregime bepaalt
wie ab-houder is
• Gemeenschap van goederen: beiden ab-houder
• Huwelijkse voorwaarden: alleen degene die de
aandelen bezit
Gevolgen trouwen? Op grond van huwelijksvermogensrecht kan de
echtgenoot ab-houder worden. Dit itt het objectieve ondernemerschap van
art 3.4 IB
X is 100% ab-houder van BV X. Gaat trouwen in
gemeenschap van goederen
• Art 4.16 lid 1 , e vervreemding 50% aandelen
• Art 4.17 neemt vervreemding terug
• Art 4.39 verkrijgingsprijs wordt
doorgeschoven
• Art 4.38 afrekenen op verzoek
• Art 4.22 waarde aandelen wev
• X heeft 50% aandelen BV Z
• Y heeft 3% aandelen BV Z
• X en Y gaan trouwen, koude uitsluiting
– Y was geen ab-houder, wordt dat nu door het
huwelijk wel.
Einde van fiscaal partnerschap
• Verzoek om echtscheiding ingediend en niet
meer op hetzelfde adres ingeschreven= einde
fiscaal partnerschap.
• Samentelbepaling telt niet meer
• Kan leiden tot fictieve vervreemding
– A en B buiten gemeenschap gehuwd. A heeft 98%
van aandelen, B heeft 2%.
– A en B zijn in gemeenschap van goederen gehuwd.
A en B bezitten ieder 3% aandelen BV X.
Fictieve vervreemding
• Verschil tussen verkrijgingsprijs en WEV
aandelen is belast
• Op verzoek blijft afrekening achterwege (art
4.40)
• Fictief AB-houder kan zelf afrekenmoment
kiezen
• Zodra is afgerekend behoren de aandelen tot
box 3
• Ook verlies uit ab-mogelijk
Gemeenschappelijk
inkomensbestanddeel
• Inkomen uit ab is gemeenschappelijk
inkomensbestanddeel, vrije toerekening
tussen partners
• Geen partner meer, dan geen
samentelbepaling meer
• Wel keuze voor partnerschap in jaar van einde
partnerschap (art 2.17 lid 7)
Verdeling
huwelijksgoederengemeenschap
• Verzoek tot echtscheiding leidt tot ontbonden
gemeenschap
• Vervreemding als de verdeling afwijkt van
gerechtigdheid tot
huwelijksgoederengemeenschap
X en Y waren in gemeenschap van goederen getrouwd
X krijgt alle ab-aandelen toebedeeld? Dan vervreemding van Y
aan X
Doorschuifregeling
• Art 4.17 neemt bij een verdeling de
vervreemding terug als:
– De verdeling binnen twee jaar na het ontbinden
van de huwelijksgoederengemeenschap heeft
plaatsgevonden
– Er geen sprake is van sfeerovergang
Verdeling binnen twee jaar
• Onbinding huwelijksgemeenschap op moment
dat verzoek tot echtscheiding wordt
ingediend.
• Dat was voor 2012 het moment dat de
echtscheiding werd ingeschreven
• Let dus op de termijn!
Afrekenen op verzoek
Art. 4.38
Gezamenlijk verzoek indienen
Bijvoorbeeld als er sprake is van een verlies uit
ab, of als er nog te verrekenen verliezen zijn
Kiezen voor afrekenen betekent geen recht op
enige uitstel- of kwijtscheldingsfaciliteit
Overbedelingsschuld
• Als de overbedelingsschuld is toe te rekenen
aan de verkregen aandelen, dan is de rente
over deze schuld in box 2 aftrekbaar.
• De overbedelingsvordering valt in box 3
• Zijn er ook nog andere zaken verdeeld, dan
pro rata toerekenen
•
•
•
•
•
Huwelijkgemeenschap AB:
Huis
€ 400.000
Hypotheek
€ 200.000
AB-aandelen
€ 600.000
Tweede woning
€ 200.000
A krijgt huis/hypotheek, B krijgt AB-aandelen en
tweede woning. Overbedelingsschuld B 300.000
waarvan 2/3 toe te rekenen is aan de ab-aandelen
Huwelijkse voorwaarden en
verrekenbedingen
• X heeft 100% aandelen BV Z. Getrouwd met Y
op huwelijkse voorwaarden met een finaal
verrekenbeding
• Einde huwelijk: Y heeft recht op
waardeverrekening van de ab-aandelen.
Wordt zij hierdoor ab-houder?
• Nee, onderdelen 4.6 en 4.8 Besluit
BLKB2012/101M
• De overdracht van ab-aandelen aan de andere
echtgenoot is een gewone vervreemding en
dus belast
• Dit geldt dus ook als de aandelen worden
overgedragen om te voldoen aan de
verrekeningsvordering
• Art. 4.17 is niet van toepassing
• Wel evt uitstel van betaling (art 25 lid 9 IW)
Afrekenen voorkomen?
• Voor echtscheiding een beperkte
huwelijksgoederengemeenschap aangaan
voor de ab-aandelen
• Art 4.17 overgang krachtens
huwelijksvermogensrecht is geen
vervreemding
• Deze wijziging kan sinds 1 januari 2012 door
notariële akte
Scheiding en TBS
• Alleen TBS als er sprake is van verbonden
persoon:
– De partner
– Het minderjarig kind
• Bij OTBS ook alle bloed- en aanverwanten in
de rechte lijn
Einde TBS
• Bij echtscheiding vooral omdat er geen sprake
meer is van verbonden persoon
• Eindafrekening
• Onder bepaalde voorwaarden belastingclaim
doorschuiven (art. 3.98d)
Mogelijkheden
• TBS aan ondernemer (3.91)
– Partner/mv-firma
– Geen partner
• TBS aan ab-vennootschap (3.92)
– eigendom vermogensbestanddeel (wel of niet in
huwelijksgemeenschap)
– Wie is ab-houder?
Art. 3.91
• Indienen echtscheidingsverzoek/apart gaan
wonen
– Geen verbonden persoon meer, dan einde tbs
– Afrekenen
– Verzoek om uitstel van betaling (art 25 lid 14 IW)
– Vermogensbestanddeel gaat naar box 3
• Verdelen huwelijksgemeenschap
– Heeft geen fiscale gevolgen
TBS aan ondernemer/niet partner
• A en B zijn in gemeenschap van goederen
getrouwd. Ze hebben een pand dat tegen een
te lage prijs aan de onderneming van hun kind
ter beschikking wordt gesteld=OTBS.
• Beiden voor de helft tbs
• Partijen gaan scheiden, verzoek ingediend en
gaan apart wonen
• Gevolgen?
• Art. 3.95 jo art 3.59 overdracht van de helft
• Lid 2 neemt overdracht terug als deze wordt
voortgezet
Als dan later de huwelijksgemeenschap wordt verdeeld
en alles wordt toebedeeld aan A, dan is de helft van B’s
aandeel geruisloos doorgeschoven. Maar de ander helft
niet! Dus afrekenen over ¼ van het totale pand
huwelijkse voorwaarden
• Koude uitsluiting
– Bij ontbinding huwelijk: Einde verbonden
personen, afrekenen, geen doorschuifregeling,
betalingsregeling, naar box 3
• Finaal verrekenbeding
– Bij ontbinding huwelijk: Einde verbonden
personen, afrekenen, geen doorschuifregeling,
betalingsregeling, naar box 3
– Bij verdeling ogv verrekenbeding: geen gevolgen
TBS aan AB-vennootschap
Gevolgen bij scheiding afhankelijk of abaandelen tot een huwelijksgemeenschap
behoren.
Na indiening echtscheidingsverzoek telt namelijk
alleen nog het eigen ab-bezit
Stel A en B hebben ieder 4% ab-aandelen. Tijdens huwelijk
samentelbepaling, dus beiden ab-houder. Na scheiding ieder 4%,
dus geen ab-houder meer en dus ook einde tbs
Voorbeelden
• Pand en ab-aandelen behoren tot
huwelijksgemeenschap
• Pand behoort tot huwelijksgemeenschap, abaandelen tot privévermogen man.
• AB-aandelen behoren tot huwelijksgemeenschap,
pand tot privévermogen man
• Gevolgen bij ontbinding huwelijk?
Artikel 3.98d
• Verdeling huwelijksgemeenschap waartoe ter
beschikking gesteld vermogensbestanddeel
behoort binnen twee jaar na ontbinding
huwelijksgemeenschap, is gewen
vervreemding mits:
– Tbs wordt voortgezet
• Afrekenen op verzoek
Verdeling huwelijksgemeenschap
(pand en aandelen in gemeenschap)
• Aandelen en pand worden volledig aan man
toebedeeld
– Geen fiscale gevolgen
• Aandelen worden aan de man en pand aan de
vrouw toebedeeld
– Geen artikel 3.98 want vrouw zet tbs niet voort (zij
is geen ab-houder meer)
• Aandelen en pand worden bij helften verdeeld
– Geen fiscale gevolgen
Verdeling huwelijksgemeenschap
alleen pand valt in gemeenschap
ab-aandelen privé vermogen man)
• Toedeling pand aan man
– Vrouw had bij indienen verzoek echtscheiding al
afgerekend. Box 3
• Toedeling pand aan vrouw
– Man moet afrekenen. Geen art 3.98d omdat de
vrouw de tbs niet voortzet.
Verdeling huwelijkgemeenschap
ab-aandelen valt in gemeenschap, pand is privé vermogen
man
• Aandelen worden toebedeeld aan man
– Geen gevolgen, hij blijft de tbs voortzetten
• Aandelen worden toebedeeld aan de vrouw
– Man is geen ab-houder meer, einde tbs, afrekenen
Ongehuwd samenwonenden
• Samenwoning beëindigd? Geen verbonden
personen meer:
– Afrekenen, geen doorschuifregeling,
betalingsregeling
• Als de samenwoner zelf ook ab-houder is, dan
heeft de verbreking van de samenwoning
geen gevolgen
Echtscheiding en pensioen
• Boon/Van Loon arrest (HR 27-11-1981 NJ 1982,503)
– Pensioenrechten moeten bij echtscheiding worden
verrekend (afhankelijk van huwelijksgoederenregime)
– Waarde van de aanspraken ten tijde van de
echtscheiding (dus ook voorhuwelijkse periode)
– Slechts recht op waarde desbetreffende deel, niet op
pensioen zelf
– Mogelijkheden: oa contante afrekening, toedeling
vermogensbestanddeel, recht op toekomstige
uitkering pensioen, lijfrenteverzekering
Wet Verevening pensioenrechten bij
echtscheiding
•
•
•
•
•
Op 1 mei 1995 ingevoerd
Regelend recht
Huwelijksgoederenregime speelt geen rol
Alleen van toepassing op gehuwden
Ook pensioen in eigen beheer valt onder Wet
VPS
• Na melding aan uitvoeringsorgaan heeft men
recht op deel van elke uit te betalen termijn
Artikel 1:94 vierde lid BW
• Pensioenrechten waarop de Wet VPS van
toepassing zijn, vallen niet in de
gemeenschap.
Conversie
• Aanspraak op ouderdoms- en
nabestaandenpensioen worden omgezet in
een ouderdomspensioen op eigen leven
• In sommige gevallen kan conversie worden
afgedwongen (bijv bij leeftijdsverschil van 11
jaar)
Pensioen in eigen beheer
• Na echtscheiding ongewenst: afhankelijk van de
BV van de ex-echtgenoot.
• Kan afstorting bij verzekeraar worden
afgedwongen? JA (HR 9 februari 2007, NJ2007/484)
• Kan problemen opleveren omdat reserve vaak
lager is dan commercieel nodig is.
• Gelden niet meer aanwezig? Kan leiden tot privé
aansprakelijkheid dga
• Continuïteit van onderneming in gevaar door
afstorting? Dan afstorting niet afdwingbaar
Fiscale gevolgen pensioenverdeling
•
Aanspraak op pensioenverzekeraar of conversie
– Overdracht is belaste vervreemding, maar geen sanctie bij vervreemding aan
(gewezen) echtgenoot. Uitkeringen belast
•
Aanspraak op ex-echtgenoot
– Echtgenoot moet deel van zijn uitkering afdragen aan ex-echtgenoot.
Aftrekbaar ogv art 6.3 lid 1 onderdeel a Wet IB ,belast ogv art 3.101
•
Verrekening van pensioenrechten oa:
– Door som ineens (aftrek art 6.3 lid 1 letter d / belast 3.102, derde lid letter a)
– Door pensioenafdracht (aftrek art 6.7 / belast art 3.105)
– Door verhoging alimentatiebetalingen (aftrek als alimentatie / belast als pu)
– Door storting koopsom lijfrente (aftrek als persgeb aftrek/ lijfrenteregime box
1)