Transcript Dia 1

Hoofdstuk 5: Kerkhervorming
REFORMATIE: HERVORMING DOOR
AFSCHEURING
KATHOLIEKE HERVORMING: INTERNE
HERVORMING
CONTRAREFORMATIE: KATHOLIEK
ANTWOORD OP REFORMATIE
III. Katholieke hervorming
en contrareformatie
Terminologie
• Katholieke Hervorming:
vernieuwing van binnenuit.
• Contrareformatie:
reactie tegen het protestantisme.
8. Eerste uitingen van hervormingswil
in de RK Kerk
Noorden: in greep conflict protestanten vs.
katholieken.
Het katholieke Spanje
• Ferdinand van Aragon en Isabella van
Castilië: de ‘katholieke koningen’.
• 1492: Reconquista van Zuid-Spanje;
Ontdekking van Amerika.
• Francisco Ximénes de Cisneros:
Hervormingen: gras weg voor
reformatie:





kloosters en parochies,
goede prediking,
echter herders,
goede opleiding,
bijbeleditie en –vertaling.
Het aarzelende Rome
de Romeinse Curie
• Uitstel van het concilie: vrees macht.
• Adrianus VI: 1522/23:


Te kort.
Te veel weerstanden.
• Paulus III: samenroeping van het Concilie
1545:


te laat voor verzoening.
standpunten zijn verhard.
Vernieuwing van het kloosterleven
• Nieuwe ordestichtingen:
Oratorium (Philippus Neri)  jongeren.
Theatijnen  opleiding priesters.
Broeders van Johannes de Deo  ziekenzorg.
Barnabieten  onderwijs.
Ursulinen  onderwijs.
• Hervorming van oude orden:
Kapucijnen
Karmelieten en karmelitessen


Teresa van Ávila
Johannes van het Kruis
De extase van de H. Theresia
(door G.L. Bernini)
Jezuïeten
Ignatius en het Gezelschap van Jezus:
Hervorming Kerk en Contrareformatie.
• Ignatius van Loyola:




Soldaat.
Pelgrimstocht.
Parijs.
6 vrienden: 1534: Montmartre.
• Quasi-militaire organisatie:




Onder een ‘generaal’.
Gehoorzaamheid en discipline.
Inzetbaarheid: niet gebonden aan klooster of
koorgebed.
Vierde gelofte.
Ignatius en het Gezelschap van Jezus
• Zielzorg
 Prediking en biecht horen 
politieke rol.
 Colleges en universiteiten.
 Missie Zuid- en MiddenAmerika en Azië: Franciscus
Xaverius.
9. Het concilie van Trente en de
vernieuwing van het kerkelijk leven
Contrareformatie
Het concilie dat er eindelijk kwam
• Trente: compromis-locatie.
• drie fasen: 1545-1548, 1551-1552, 1562-1563.
• Matige interesse van bisschoppen; grote invloed van
theologen.
Concilie van Trente
1. Geloofsdefinities: inhoud geloof
• Twee bronnen van het geloof: Schrift én Traditie.


Uitleg Schrift: enkel door Kerk (= paus).
Vulgata = authentieke tekst.
• Rechtvaardigingsleer: heiligmakende genade én vrije wil.

Genade en goede werken gaan hand in hand.
• Zeven sacramenten.
• Transsubstantiatie; mis als offer.
• Verplicht priestercelibaat, aflaten, vagevuur, heiligenverering.
Document
Het concilie van Trente
1. Geloofsdefinities
• Twee bronnen van het geloof
Sessio IV
Onze Heer Jezus Christus, de Zoon van God, heeft eerst met zijn eigen lippen dit
evangelie verkondigd, dat in het verleden door de profeten in de heilige schriften
aangekondigd was. Dan heeft hij bevolen dat het door zijn apostelen tot ieder schepsel
gepredikt zou worden, als bron van heel de waarheid over ons heil en richtlijn voor ons
gedrag. Het concilie ziet duidelijk dat deze waarheid en deze regel vervat zijn in de
geschreven boeken en ongeschreven tradities die door de apostelen uit Christus’ mond
zelf vernomen zijn, of tot ons zijn gekomen, als het ware doorgegeven door de apostelen
zelf onder inspiratie van de H. Geest. Het voorbeeld van de rechtzinnige vaderen volgend,
aanvaardt en vereert het concilie met dezelfde vrome gezindheid en met dezelfde eerbied
alle boeken van het Oude en het Nieuwe Testament, omdat de ene God de maker van
beide is, en eveneens de door Christus uitgesproken of door de Heilige Geest
meegedeelde tradities over geloof en zeden, die door een ononderbroken opvolging in de
katholieke kerk zijn bewaard.
Document
Het concilie van Trente
1. Geloofsdefinities
• Rechtvaardigingsleer
Sessio VI
Canon 9: Als iemand zegt dat de zondaar door het geloof alleen
gerechtvaardigd wordt, in deze zin dat geen medewerking vereist is om de
genade van de rechtvaardiging te verkrijgen en dat het helemaal niet nodig is
zichzelf door opwekking van zijn eigen wil voor te bereiden en ontvankelijk te
maken: hij weze in de ban.
Canon 12: Als iemand zegt dat het rechtvaardigmakende geloof niets anders is
dan het vertrouwen op de goddelijke barmhartigheid die de zonden omwille
van Christus vergeeft, of dat dit vertrouwen het enige is waardoor wij worden
gerechtvaardigd: hij weze in de ban.
Canon 24: Als iemand zegt dat de ontvangen gerechtigheid niet door goede
werken voor God bewaard en evenmin vermeerderd wordt, maar dat deze
goede werken alleen maar vruchten en tekens van de verkregen
rechtvaardiging zijn en ook geen oorzaak van haar toename: hij weze in de
ban.
Document
Het concilie van Trente
1. Geloofsdefinities
• Sacramenten
Sessio VII
Canon 1: Als iemand zegt dat de sacramenten van de nieuwe wet niet allemaal door
onze Heer Jezus Christus ingesteld zijn of dat er meer of minder dan zeven zijn,
namelijk: doop, vormsel, eucharistie, biecht, heilig oliesel, priesterwijding en
huwelijk, of dat een van deze zeven niet waarachtig en wezenlijk een sacrament is:
hij weze in de ban.
Canon 8: Als iemand zegt dat de genade door de sacramenten van de nieuwe wet
niet door de voltrokken ritus meegedeeld wordt, maar dat het geloof in de
goddelijke belofte nood-zakelijk is om de genade te verkrijgen: hij weze in de ban.
Sessio XXI
Canon 2: Als iemand zegt dat de kerk geen deugdelijke redenen en motieven heeft
gehad om de leken (en zelfs clerici die niet aan de celebratie deelnemen) alleen
maar onder de gedaante van brood te laten communiceren, of dat de kerk hierin
gedwaald heeft: hij weze in de ban.
Concilie van Trente
2. Hervormingsbesluiten: tegen
misbruiken
• Bisschoppen moeten terug echte
herders zijn:




Residentieplicht.
Visitatieplicht.
Degelijke priesteropleiding.
Diocesane synoden en
provinciale concilies.
• Goed opgeleide priesters moeten
in staat zijn te prediken.
Document
Het concilie van Trente
2. Hervormingsbesluiten
• Residentieplicht
Sessio XXIII
Canon 1
Daarom verklaart de hoogheilige vergadering dat allen die als patriarch, primaat, aartsbisschop en bisschop aan het hoofd staan van een kerk, ook als zij kardinalen van de heilige
kerk van Rome zijn, verplicht zijn persoonlijk in hun kerk of diocees te verblijven. ... Omdat
de christelijke liefde, dringende noodzaak, verschuldigde gehoorzaamheid en duide-lijk nut
van de kerk of van de staat sommigen nu en dan nopen en dwingen afwezig te zijn, besluit de
hoogheilige vergadering dat de redenen voor een rechtmatige afwezigheid door de paus of
door de aartsbisschop of – bij diens afwezigheid – door de oudste residerende
suffragaanbisschop, die ook toestemming voor de afwezigheid van de aartsbisschop moet
verlenen, schriftelijk goedgekeurd moeten zijn …
Als iemand echter (wat hopelijk nooit gebeurt) tegen dit decreet in weg zou gaan, besluit de
hoogheilige vergadering dat hij – afgezien van de straffen die onder Paulus III aan nietresiderenden werden opgelegd en opnieuw bekrachtigd, en van de schuld van de doodzonde waarin hij valt – voor de tijd van zijn afwezigheid zijn inkomsten niet zal ontvangen...
Document: Het concilie van Trente
2. Hervormingsbesluiten
• Opleiding
Sessio XXIII
Canon 18
Als de jeugd niet goed geleid wordt, is ze al te zeer geneigd de genoegens van de wereld te volgen, en als ze niet
van jongsaf, vooraleer als zovelen zich slechte gewoonten eigen te maken, geoefend is in vroomheid en
godsdienstigheid, zal ze nooit op een voorbeeldige manier een geregeld kerkelijk leven bereiken, en nood
hebben aan zeer veel, om niet te zeggen uitzonderlijke hulp van de almachtige God. Daarom besluit de hoogheilige vergadering dat alle kerken van bisdommen en aartsbisdommen en de daarboven geplaatste kerken
verplicht zijn om overeenkomstig hun vermogen en de grootte van het diocees een aantal jongens uit de stad,
het bisdom of de provincie (indien er niet voldoende te vinden zijn) in een college bij de kerk zelf of op een
andere door de bisschop aangewezen geschikte plaats te onderhouden, godsdienstig op te voeden en in de
kerkelijke disciplines te onderrichten. In dit college moeten jongens opgenomen worden die minstens twaalf
jaar oud zijn, uit een geldig huwelijk stammen, behoorlijk kunnen lezen en schrijven en van wie men, op hun
aanleg en ambitie afgaand, mag verwachten dat zij zich voor altijd aan kerkelijke diensten zullen wijden. Het
concilie wenst dat vooral de zonen van arme mensen gekozen worden, maar sluit jongeren van welstellender
afkomst niet uit, als ze in hun eigen onderhoud voorzien en blijk geven van de wil om God en de kerk te dienen.
De bisschop moet deze jongens naar hun aantal, hun leeftijd en hun vorderingen in de kerkelijk leer in zoveel
klassen indelen als hem goeddunkt. Hij moet erover oordelen aan wie onder hen hij de kerkelijke dienst
toewijst en wie hij voor het onderricht in het seminarie bestemt. In de plaats van hen die het seminarie
verlaten, moet hij anderen nemen, zodat dit college een voortdurende opleidingsschool voor dienaren van God
is.
Om zich beter in de kerkelijke studies te kunnen inwerken, moeten zij meteen en voortdurend de tonsuur en de
kleding van de geestelijkheid dragen...
Concilie van Trente
3. Boeken door het Concilie
‘besteld’
• Index met verboden
boeken (1564).
• Catechismus Romanus
(1566).
• Romeins brevier
(1568).
• Romeins missaal
(1570).
De vernieuwing van het
kerkelijke leven na Trente
De gewone gelovigen
Eigenlijk gemeenschappelijk met protestanten: zuiverheid leer,
belang goed onderricht gelovigen, moreel gedrag disciplineren.
De bisschoppen
• Carolus Borromaeus (r. 1565-1584): Milaan.


Voerde in twintig jaar tijd alle besluiten van het Concilie uit.
Persoonlijke heiligheid.
• Franciscus van Sales (r. 1599-1622): Genève.



Won velen terug uit het calvinisme.
Richtte samen met Jeanne de Chantal visitandinnen op.
Schreef Inleiding tot het devote leven.
Carolus Borromeus en Franciscus van Sales
De vernieuwing van het kerkelijke
leven na Trente
Priesters
• Priesteropleiding.
• Eigen spiritualiteit.
• In gedrag en kleding onderscheiding
van leken.
• Zondagsheiliging:
 Prediking.
 Catechismusles op zondagmiddag.
 Eucharistische vroomheid: Lof.
Barok:
zelfverzekerde
triomf,
beweegelijk,
krachtig, vitaal.
Peter Paul Rubens
(Siegen 1577 - Antwerpen
1640)
Modello voor de
Hemelvaart van Maria,
ca 1622-25
olieverf/paneel, 87,8 x
59,1,
Den Haag, Mauritshuis
Hoogaltaar
Sint Pieter
Rome
Conclusie: de ‘tridentijnse’ kerk is.
• een Romeinse kerk.
• een klerikale kerk.
• een volksnabije kerk.