ondergrond - KOBO-HO

Download Report

Transcript ondergrond - KOBO-HO

Kennis- en Onderwijscentrum
Bodem en Ondergrond
Leergang Oriëntatie Bodem en
Ondergrond
Oriëntatie Bodem en Ondergrond
Overzicht modulen:
1. Integrale (duurzame) gebiedsontwikkeling excursie
2.1 Bodem en ondergrond
2.2 Watermanagement
3.1 Draagfunctie
3.2 Ondergronds bouwen
4.1 Archeologie
4.2 Geologie/ geomorfologie
5.1 Leefomgevingvraagstukken
5.2 Integrale gebiedsontwikkeling
Module 3.1
Draagfunctie
3
Fasen gebiedsontwikkeling
4
Kwaliteiten ondergrond
5
Inhoudsopgave 3.1
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Fasen gebiedsontwikkeling
Voorbeelden funderingen en bouwrijp maken
Problemen
Grondeigenschappen
Relatie ondergrond – funderingen
Casus funderingen
Bouwrijp maken
Maatregelen bouwrijp maken
Relatie ondergrond – bouwrijp maken
Verschillende disciplines
6
Markthal Rotterdam
7
Markthal Rotterdam
8
Markthal Rotterdam
9
Paalfunderingen
10
Paalfunderingen
11
Fundering op staal
Uitvoering wapening strookfundering
parkeercomplex Van Heekplein te Enschede
12
Calamiteit: stabiliteit
13
Calamiteit: zettingen
Zettingen
14
Invloed
Kabels,
Leidingen,
Riolering
Bouwkuip
Ondergrond - Fundering - Omgeving
Draagkrachtige laag (zand)
Tunnel
Archeologische vondsten
Slappe laag (veen of klei)
Tunnel
Draagkrachtige laag (zand)
15
Bodemopbouw in Nederland
16
Eigenschappen van de grond
Mechanisch-fysische eigenschappen van de grond worden
bepaald door de verhouding van
Korrels
Water
Lucht
17
Grondsoorten
De volgende grondsoorten komen in Nederland
het meest voor:
• Zand & grind
• Klei, leem, löss & silt
• Veen
18
Grondsoorten
zand
Fijn zand en
zavel
klei
veen
Draagkracht en
begaanbaarheid
groot
matig tot groot
klein tot matig zeer klein
Samendrukbaarheid
klein
klein
matig
zeer groot
Vochthoudend
vermogen
klein
groot
groot
groot
Doorlatendheid
groot
matig
klein tot groot
klein
Eigenschappen zijn van belang voor het bouwrijp maken en voor funderingen
19
Relatie: fundering – ondergrond
Bezwijkmechanisme – zetting “z”
Zand
z
z
z
z
Klei / veen
20
Relatie: fundering – ondergrond
Bezwijkmechanisme - stabiliteit
Glijden; afschuiven
Kantelen
21
Relatie: fundering – ondergrond
Welke funderingen zijn er?
Fundering op palen
Fundering op staal
Strokenfundering
Poer
Plaat
Combinatie
Plaat-paal-fundering
Verschillende
paaltypes
Wanneer wordt welke fundering toegepast?
Afhankelijk van de ondergrond
22
Relatie: fundering – ondergrond
Doorsnede
Poer
Strook
Plaat
Paal
Bovenaanzicht
23
Relatie: fundering – ondergrond
Vereenvoudigde belastingsspreiding
onder een stroken fundering
F
1/3 B
B
Spanning onder de fundering is:
 = F/ (B*1)
1/3 B
1/3 B
De belastingsspanning “B” m onder de fundering is:
 = F/(3B *1)
24
Relatie: fundering – ondergrond
Vereenvoudigde belastingsspreiding
onder een stroken fundering
F
B
2 à 3 keer B
Vuistregel:
De invloedsdiepte van een
belasting op de ondergrond is
ca. 2 à 3 keer de
funderingsbreedte B
25
Relatie: fundering – ondergrond
Zettingen
w1
w1
zand
Zettingsgedrag bij zand:
Alleen een primaire zetting w1
w2
klei
Zettingsgedrag bij klei en veen:
Eerst een primaire zetting w1
Dan een secundaire zetting w2 (in de tijd)
26
Relatie: fundering – ondergrond
Zettingen – ongelijkmatig  stabiliteit?
w1

zand
w1
klei
27
Relatie:
Grondsoort sondering
Interpretatie van een sondering
Conusweerstand
Wrijvingsweerstand
Wrijvingsgetal = fw / fc
>8<
Veen
Klei
>1<
Zand
28
Relatie: fundering – ondergrond
Op welk niveau(diepte) is
welke fundering mogelijk?
Fundering op staal
Invloedsdiepte
Paalfunderingen
Hoe ziet de grondopbouw
eruit?
 interpretatie sondering
Waar zit(ten) de
draagkrachtige laag(lagen)?
 Ontwerp + berekening
29
Vraagstuk:
Funderingsinschatting
Interpreteer de sondering!
Welke fundering is mogelijk?
Wat is het aanlegniveau?
Voor welke constructie kan de
fundering gebruikt worden?
30
Vraagstuk: antwoord
Funderingsinschatting
Fundering op staal
•
Interpreteer de
sondering!
•
Welke fundering is
mogelijk?
•
Wat is het
aanlegniveau?
•
Voor welke
constructie kan de
fundering gebruikt
worden?
zand 1
Invloedsdiepte?
Paalfunderingen
klei
veen
zand 2
klei
zand 3
31
Casus Fundering
Welke fundering past bij dit
geluidsscherm ?
grond =?
32
Casus funderingen
• 2 à 3 Sonderingen;
• Interpreteren en een
funderingsadvies “diepe of
lage fundering”;
grond =?
33
Sondering 1
34
Sondering 2
35
qc [MPa]
0
2.0
4.0
Rf [%]
6.0
8.0
10.0
12.0
14.0
16.0
18.0
20.0 9.0 8.0 7.0 6.0 5.0 4.0 3.0 2.0 1.0
5.0
Sondering 3
4.0
3.0
2.0
1.0
0
-1.0
-2.0
-3.0
-4.0
-5.0
33.410
>
-6.0
-7.0
-8.0
-9.0
-10.0
-11.0
-12.0
-13.0
-14.0
Depth in m to NAP
-15.0
-16.0
-17.0
-18.0
0
0.05
0.10
fs [MPa]
0.15
0.20
0.25
0.30
0.35
Location:
U2
hmp 118.420-r
Sleeve area [cm2]: 150
0.50
X: 151544 m , Y: 409717 m
Client:
3186962
Tip area [cm2]: 10
0.45
Position:
Project ID:
Cone No: 0
0.40
Ground level: Test no:
3.30
Project:
118.420
Date:
Scale:
Page:
Fig:
Rijkswaterstaat
1 : 100
Rondweg 's Hertogenbosch - Verbreding A2
1/1
File:
S118420.cpd
36
Bouwrijp maken
Bouwrijpfase
Woningbouwfase
Woonrijpfase
Beheersfase
37
Zettingen
Wat zijn de gevolgen van zettingen
Zetting versnellen door:
• Toepassen tijdelijke overhoogte
• Toepassen verticale drainage
38
Toepassen overhoogte
39
Verticale drainage
Uitvoering verticale drainage
40
Bouwrijp maken
De belangrijkste werkzaamheden bij
bouwrijp maken:
• Ophogen
• Ontwateren
• Afwateren
41
Ophogen, begin situatie
42
Ophogen: Integraal ophogen
43
Ophogen: cunettenmethode
44
Relatie:
ondergrond – bouwrijp maken
Zand
Veen
Draagkracht en
begaanbaarheid
Groot: geen/weinig
maatregelen
Klein: veel maatregelen
bijv. ophogen
Samendrukbaarheid
Klein: nauwelijks
zetting
Groot: veel zetting.
Rekening mee houden bijv.
door zettingen te
versnellen
Vochthoudend vermogen
Klein: voor tuinen en
groen
grondverbetering
Groot: geen maatregelen
Doorlatendheid
Goed: geen
maatregelen
Slecht: evt. drainage
aanleggen
45
Bouwrijp maken Houten
bodemopbouw
ophogen
ontwateren
Lichte kleigrond met
goede ontwatering
Cunettenmethode
Geen of amper
ontwatering
Lichte kleigrond met
hoge
grondwaterstand
Cunettenmethode
Drainage onder de
wegen en in de
groenstroken
Zware klei met een
hoge
grondwaterstand
Integraal 1 m ophogen
Drainage systeem in
de ophooglaag
Zware klei op veen
met hoge
grondwaterstand
Integraal 1 m ophogen
Drainage systeem in
de ophooglaag
46
Informatie over de ondergrond:
Bronnen
47
De verschillende disciplines
• Invloed keuze locatie op maatregelen bouwrijp
maken en wijze van funderen
• Invloed gebouw op ondergrond en omgekeerd
(hoe funderen)
• Aanwezigheid archeologische vondsten
Fasen gebiedsontwikkeling
49
Antwoord
veen 1
Sondering 1
klei 1
veen 2
Paalfunderingen
Zand met
ertussen kleine
kleilagen
50
Antwoord
klei 1
Sondering 2
veen 1
klei 2
veen 2
Paalfunderingen
zand
51
qc [MPa]
0
2.0
4.0
Rf [%]
6.0
8.0
10.0
12.0
14.0
16.0
18.0
20.0 9.0 8.0 7.0 6.0 5.0 4.0 3.0 2.0 1.0
Antwoord
5.0
4.0
veen
3.0
2.0
1.0
zand
0
Sondering 3
-1.0
-2.0
-3.0
klei
-4.0
fundering op staal
-5.0
33.410
>
-6.0
-7.0
Paalfunderingen
-8.0
-9.0
-10.0
-11.0
-12.0
-13.0
-14.0
Depth in m to NAP
-15.0
-16.0
-17.0
-18.0
0
0.05
0.10
fs [MPa]
0.15
0.20
0.25
0.30
0.35
Location:
U2
hmp 118.420-r
Sleeve area [cm2]: 150
0.50
X: 151544 m , Y: 409717 m
Client:
3186962
Tip area [cm2]: 10
0.45
Position:
Project ID:
Cone No: 0
0.40
Ground level: Test no:
3.30
Project:
118.420
Date:
Scale:
Page:
Fig:
Rijkswaterstaat
1 : 100
Rondweg 's Hertogenbosch - Verbreding A2
1/1
File:
S118420.cpd
52