ICT-competentieprofiel lerarenopleiders

Download Report

Transcript ICT-competentieprofiel lerarenopleiders

ICT in de lerarenopleiding
ICT competenties – Van visie naar praktijk
Een interENW/RP studiedag
Programma
10u00
10u05
10u30
11u45
verwelkoming
ICT ontwikkelingsprofiel
Intervisie: sterkte-zwakte analyse
Plenaire reflectie
12u10
Walking lunch: best practices
13u40
Parallelsessies:
(Koffiepauze: 14u40-14u55)
1. Dagdagelijkse ICT in de klaspraktijk
2. Een krachtigere didactiek m.b.v. creatief ICT gebruik
3. Over minder onderwijzen en meer Blended Learning
15u20
15u45
Plenair: hoe verder ?
Einde
Programma
10u00
10u05
10u30
11u45
verwelkoming
ICT ontwikkelingsprofiel
Intervisie: sterkte-zwakte analyse
Plenaire reflectie
12u10
Walking lunch: best practices
13u40
Parallelsessies:
(Koffiepauze: 14u40-14u55)
1. Dagdagelijkse ICT in de klaspraktijk
2. Een krachtigere didactiek m.b.v. creatief ICT gebruik
3. Over minder onderwijzen en meer Blended Learning
15u20
15u45
Plenair: hoe verder ?
Einde
Programma
10u00
10u05
10u30
11u45
verwelkoming
ICT ontwikkelingsprofiel
Intervisie: sterkte-zwakte analyse
Plenaire reflectie
1. Dagdagelijkse ICT in de klaspraktijk,

Boris Mets
Jo Van Den Hauwe

12u10
Walking lunch: best practices
13u40
Parallelsessies:
(Koffiepauze: 14u40-14u55)
1. Dagdagelijkse ICT in de klaspraktijk
Inhoudelijke input:
Bram Faams Klascement
Luk Van Landuyt (ENW AUGent)
2. Een krachtigere didactiek m.b.v. creatief
ICT gebruik,

Moderator ENW AUGent
Bram Bruggeman
2. Een krachtigere didactiek m.b.v. creatief ICT gebruik
3. Over minder onderwijzen en meer Blended Learning
Moderatoren Elant

Inhoudelijk input en subgroep coaching:
Geert Kraeye (Artevelde BALO)
Nancy Verliefde (ENW AUGent)
15u20
15u45
Plenair: hoe verder ?
Einde
3. Blended Learning,
Luc Vandeput, KHLeuven
Het waarom van ICT in het onderwijs ?
Daarom …
http://photoblog.nbcnews.com/_news/2013/03/14/17312316-witnessing-papal-history-changes-with-digital-age?lite
Onderzoek apestaartjaren.be 2012
Versterken /verrijken van de didactiek
ICT competente lerenden vormen
Algemeen projectdoel
•Professionalisering van
lerarenopleiders op het vlak van ICT
•met het oog op afleveren van ICT
competente leraren voor de 21ste
eeuw
Totale projectaanpak
ICT ontwikkelingsprofiel
2. Ontwikkelingsproces
Basisdocumenten
- ICT eindtermen
- Basiscompetentieprofiel
- Ontwikkelingsprofiel
lerarenopleiders VELOV 2012
Experten
- ENW experten
- Strategische teams
- Experten competentie
formulering
- Implementatietrajecten
- Representativiteitsanalyse
Ontwikkelingsproces
Internationaal
onderzoek
- NL: Kennisbasis ICT (2009),
- NL ICT bekwaamheid leraren
(2012)
- UNESCO, GESCI…
A. ICT-gerelateerde competenties van lerarenopleiders
“De lerarenopleider kan de ICT competenties van de leraar zelf toepassen en ertoe bijdragen dat de aanstaande
leraar kan:”



didactisch-pedagogisch handelen

ICT-competente en mediawijze lerenden vormen

ICT inzetten ter ondersteuning en versterking van leer-en ontwikkelingsprocessen

ICT zinvol organiseren in de (digitale) leeromgeving
professionaliseren – innoveren – onderzoeken
werken in school en ruimere context
B. Opleidingsdidactiek
3. ICT ontwikkelingsprofiel
A. ICT-GERELATEERDE COMPETENTIES VAN LERARENOPLEIDERS
De lerarenopleider kan de ICT competenties van de leraar zelf toepassen en ertoe bijdragen dat de
aanstaande leraar kan:
A.1



didactisch-pedagogisch handelen
in samenwerking met het schoolteam ICT-competente en mediawijze lerenden vormen.
het didactisch-pedagogisch onderwijsleerproces met ICT ondersteunen en versterken.
ICT zinvol organiseren in de (digitale) leeromgeving.
A.2 professionaliseren – innoveren - onderzoeken
 ICT inzetten voor de eigen professionalisering en het vernieuwen van de eigen onderwijspraktijk.
A.2 Professionele ontwikkeling: professioneel ontwikkelen en innoveren “voor en door” ICT






ICT-toepassingen die relevant zijn voor de eigen leergebieden/vakken opvolgen, evalueren en inzetten.
de ICT-eindtermen zelf toepassen op het eigen niveau van functioneren.
zich –in afstemming met het team- professionaliseren op het vlak van ICT-competenties en dit
toepassen in de lespraktijk.
de eigen vakbekwaamheid versterken via digitale platforms en vakspecifieke digitale
informatiebronnen.
de eigen klaspraktijk vernieuwen door middel van ICT op basis van nascholing, ervaring, creativiteit en
opvolging van onderwijsonderzoek.
op een professionele wijze werken met behulp van ICT (flexibel, zelfredzaam, onderzoekend,
innoverend).
A.3 werken in School en ruimere context
 ICT inzetten binnen de schoolorganisatie en de maatschappelijke context
A.3 School en ruimere context: ICT inzetten binnen de school- en ruimere onderwijscontext
B. OPLEIDINGSDIDACTIEK
A. OPLEIDINGSDIDACTIEK

A. ICT-GERELATEERDE COMPETENTIES VAN LERARENOPLEIDERS
A. ICT-GERELATEERDE COMPETENTIES VAN LERARENOPLEIDERS



Een lerarenopleider kan de ICT competenties van de leraar zelf toepassen en er bovendien toe
bijdragen dat een aanstaande leraar kan:


A.1 Didactisch –pedagogisch
leerlingen ICT competent en mediawijs vormen








leerlingen motiveren om op een positieve-kritische wijze ICT te gebruiken.
leerlingen laten oefenen en leren op een zelfstandige en gedifferentieerde manier met behulp van ICT.
met leerlingen kansen creëren om met behulp van ICT ideeën creatief vorm te geven.
leerlingen motiveren en ondersteunen bij het opzoeken, verwerken, beheren, delen en voorstellen van
informatie met behulp van ICT.
leerlingen motiveren en ondersteunen bij het communiceren en (samen)werken op een veilige,
verantwoorde en doelmatige manier met behulp van ICT.
leerlingen laten experimenteren met en reflecteren over diverse ICT -toepassingen en media. (vanaf
secundair).
leerlingen vormen tot bewuste ICT-gebruikers, met aandacht voor ergonomie, ecologie,
nauwkeurigheid, respect voor intellectuele eigendom en voor apparatuur .
leerlingen stimuleren om ICT zo in te zetten zodat dit verrijkend is voor zichzelf, voor anderen of voor de
maatschappij.
ICT inzetten ter ondersteuning en versterking van leer- en ontwikkelingsprocessen




bij het creëren van een krachtige leeromgeving ICT-toepassingen op een doelmatige manier selecteren,
functioneel integreren en waar nodig aanpassen of (laten) ontwerpen.
de (digitale) leeromgeving effectief, efficiënt, aantrekkelijk en gedifferentieerd inrichten met behulp
van ICT.
de evolutie van leerlingen digitaal zichtbaar maken en opvolgen.
op een gepaste manier ICT-toepassingen aanwenden in communicatie met leerlingen.
ICT zinvol organiseren in de (digitale) leeromgeving

ICT zinvol en efficiënt organiseren in de (digitale) leeromgeving, rekening houdend met de beschikbare
ICT-infrastructuur, de grootte en diversiteit van de leergroep.
efficiënt rapporteren en communiceren over leerlingen met collega’s, administratie, directie, ouders,
externen met behulp van ICT.
bijdragen in de ontwikkeling en vernieuwing van het ICT-beleidsplan van de school.
in teamverband ICT middelen kiezen, aanpassen en ontwikkelen.
met behulp van ICT contacten leggen, communiceren en (efficiënt) samenwerken met externen die
onderwijsbetrokken initiatieven aanbieden.
deelnemen aan het maatschappelijk debat over nieuwe media in een onderwijscontext .
zichzelf en de leerlingen/studenten in contact brengen met diverse culturen en cultuuruitingen met
behulp van ICT.
OPLEIDINGSDIDACTIEK
B. A.OPLEIDINGSDIDACTIEK
Een lerarenopleider kan:


samen met aanstaande leraren reflecteren over het gedemonstreerd didactisch gebruik van ICT in de
eigen les en hierbij de transfer maken naar de toepassing bij hun toekomstige doelgroep (leerlingen
Basisonderwijs/Secundair onderwijs).
(in afstemming met het team) aanstaande leraren begeleiden bij het aanleren van de ICT gerelateerde
competenties (didactisch-pedagogisch, professionele ontwikkeling, school en ruimere context).
3. ICT ontwikkelingsprofiel
A. ICT-GERELATEERDE COMPETENTIES VAN LERARENOPLEIDERS
De lerarenopleider kan de ICT competenties van de leraar zelf toepassen en ertoe bijdragen dat de
aanstaande leraar kan:
A.1



didactisch-pedagogisch handelen
in samenwerking met het schoolteam ICT-competente en mediawijze lerenden vormen.
het didactisch-pedagogisch onderwijsleerproces met ICT ondersteunen en versterken.
ICT zinvol organiseren in de (digitale) leeromgeving.
A.2 professionaliseren – innoveren - onderzoeken
 ICT inzetten voor de eigen professionalisering en het vernieuwen van de eigen onderwijspraktijk.
A.2 Professionele ontwikkeling: professioneel ontwikkelen en innoveren “voor en door” ICT






ICT-toepassingen die relevant zijn voor de eigen leergebieden/vakken opvolgen, evalueren en inzetten.
de ICT-eindtermen zelf toepassen op het eigen niveau van functioneren.
zich –in afstemming met het team- professionaliseren op het vlak van ICT-competenties en dit
toepassen in de lespraktijk.
de eigen vakbekwaamheid versterken via digitale platforms en vakspecifieke digitale
informatiebronnen.
de eigen klaspraktijk vernieuwen door middel van ICT op basis van nascholing, ervaring, creativiteit en
opvolging van onderwijsonderzoek.
op een professionele wijze werken met behulp van ICT (flexibel, zelfredzaam, onderzoekend,
innoverend).
A.3 werken in School en ruimere context
 ICT inzetten binnen de schoolorganisatie en de maatschappelijke context
A.3 School en ruimere context: ICT inzetten binnen de school- en ruimere onderwijscontext
B. OPLEIDINGSDIDACTIEK
A. OPLEIDINGSDIDACTIEK

A. ICT-GERELATEERDE COMPETENTIES VAN LERARENOPLEIDERS
A. ICT-GERELATEERDE COMPETENTIES VAN LERARENOPLEIDERS



Een lerarenopleider kan de ICT competenties van de leraar zelf toepassen en er bovendien toe
bijdragen dat een aanstaande leraar kan:


A.1 Didactisch –pedagogisch
leerlingen ICT competent en mediawijs vormen








leerlingen motiveren om op een positieve-kritische wijze ICT te gebruiken.
leerlingen laten oefenen en leren op een zelfstandige en gedifferentieerde manier met behulp van ICT.
met leerlingen kansen creëren om met behulp van ICT ideeën creatief vorm te geven.
leerlingen motiveren en ondersteunen bij het opzoeken, verwerken, beheren, delen en voorstellen van
informatie met behulp van ICT.
leerlingen motiveren en ondersteunen bij het communiceren en (samen)werken op een veilige,
verantwoorde en doelmatige manier met behulp van ICT.
leerlingen laten experimenteren met en reflecteren over diverse ICT -toepassingen en media. (vanaf
secundair).
leerlingen vormen tot bewuste ICT-gebruikers, met aandacht voor ergonomie, ecologie,
nauwkeurigheid, respect voor intellectuele eigendom en voor apparatuur .
leerlingen stimuleren om ICT zo in te zetten zodat dit verrijkend is voor zichzelf, voor anderen of voor de
maatschappij.
ICT inzetten ter ondersteuning en versterking van leer- en ontwikkelingsprocessen




bij het creëren van een krachtige leeromgeving ICT-toepassingen op een doelmatige manier selecteren,
functioneel integreren en waar nodig aanpassen of (laten) ontwerpen.
de (digitale) leeromgeving effectief, efficiënt, aantrekkelijk en gedifferentieerd inrichten met behulp
van ICT.
de evolutie van leerlingen digitaal zichtbaar maken en opvolgen.
op een gepaste manier ICT-toepassingen aanwenden in communicatie met leerlingen.
ICT zinvol organiseren in de (digitale) leeromgeving

ICT zinvol en efficiënt organiseren in de (digitale) leeromgeving, rekening houdend met de beschikbare
ICT-infrastructuur, de grootte en diversiteit van de leergroep.
efficiënt rapporteren en communiceren over leerlingen met collega’s, administratie, directie, ouders,
externen met behulp van ICT.
bijdragen in de ontwikkeling en vernieuwing van het ICT-beleidsplan van de school.
in teamverband ICT middelen kiezen, aanpassen en ontwikkelen.
met behulp van ICT contacten leggen, communiceren en (efficiënt) samenwerken met externen die
onderwijsbetrokken initiatieven aanbieden.
deelnemen aan het maatschappelijk debat over nieuwe media in een onderwijscontext .
zichzelf en de leerlingen/studenten in contact brengen met diverse culturen en cultuuruitingen met
behulp van ICT.
OPLEIDINGSDIDACTIEK
B. A.OPLEIDINGSDIDACTIEK
Een lerarenopleider kan:


samen met aanstaande leraren reflecteren over het gedemonstreerd didactisch gebruik van ICT in de
eigen les en hierbij de transfer maken naar de toepassing bij hun toekomstige doelgroep (leerlingen
Basisonderwijs/Secundair onderwijs).
(in afstemming met het team) aanstaande leraren begeleiden bij het aanleren van de ICT gerelateerde
competenties (didactisch-pedagogisch, professionele ontwikkeling, school en ruimere context).
3. ICT ontwikkelingsprofiel
A. ICT-GERELATEERDE COMPETENTIES VAN LERARENOPLEIDERS
De lerarenopleider kan de ICT competenties van de leraar zelf toepassen en ertoe bijdragen dat de
aanstaande leraar kan:
A.1



didactisch-pedagogisch handelen
in samenwerking met het schoolteam ICT-competente en mediawijze lerenden vormen.
het didactisch-pedagogisch onderwijsleerproces met ICT ondersteunen en versterken.
ICT zinvol organiseren in de (digitale) leeromgeving.
A.2 professionaliseren – innoveren - onderzoeken
 ICT inzetten voor de eigen professionalisering en het vernieuwen van de eigen onderwijspraktijk.
A.2 Professionele ontwikkeling: professioneel ontwikkelen en innoveren “voor en door” ICT






ICT-toepassingen die relevant zijn voor de eigen leergebieden/vakken opvolgen, evalueren en inzetten.
de ICT-eindtermen zelf toepassen op het eigen niveau van functioneren.
zich –in afstemming met het team- professionaliseren op het vlak van ICT-competenties en dit
toepassen in de lespraktijk.
de eigen vakbekwaamheid versterken via digitale platforms en vakspecifieke digitale
informatiebronnen.
de eigen klaspraktijk vernieuwen door middel van ICT op basis van nascholing, ervaring, creativiteit en
opvolging van onderwijsonderzoek.
op een professionele wijze werken met behulp van ICT (flexibel, zelfredzaam, onderzoekend,
innoverend).
A.3 werken in School en ruimere context
 ICT inzetten binnen de schoolorganisatie en de maatschappelijke context
A.3 School en ruimere context: ICT inzetten binnen de school- en ruimere onderwijscontext
B. OPLEIDINGSDIDACTIEK
A. OPLEIDINGSDIDACTIEK

A. ICT-GERELATEERDE COMPETENTIES VAN LERARENOPLEIDERS
A. ICT-GERELATEERDE COMPETENTIES VAN LERARENOPLEIDERS



Een lerarenopleider kan de ICT competenties van de leraar zelf toepassen en er bovendien toe
bijdragen dat een aanstaande leraar kan:


A.1 Didactisch –pedagogisch
leerlingen ICT competent en mediawijs vormen








leerlingen motiveren om op een positieve-kritische wijze ICT te gebruiken.
leerlingen laten oefenen en leren op een zelfstandige en gedifferentieerde manier met behulp van ICT.
met leerlingen kansen creëren om met behulp van ICT ideeën creatief vorm te geven.
leerlingen motiveren en ondersteunen bij het opzoeken, verwerken, beheren, delen en voorstellen van
informatie met behulp van ICT.
leerlingen motiveren en ondersteunen bij het communiceren en (samen)werken op een veilige,
verantwoorde en doelmatige manier met behulp van ICT.
leerlingen laten experimenteren met en reflecteren over diverse ICT -toepassingen en media. (vanaf
secundair).
leerlingen vormen tot bewuste ICT-gebruikers, met aandacht voor ergonomie, ecologie,
nauwkeurigheid, respect voor intellectuele eigendom en voor apparatuur .
leerlingen stimuleren om ICT zo in te zetten zodat dit verrijkend is voor zichzelf, voor anderen of voor de
maatschappij.
ICT inzetten ter ondersteuning en versterking van leer- en ontwikkelingsprocessen




bij het creëren van een krachtige leeromgeving ICT-toepassingen op een doelmatige manier selecteren,
functioneel integreren en waar nodig aanpassen of (laten) ontwerpen.
de (digitale) leeromgeving effectief, efficiënt, aantrekkelijk en gedifferentieerd inrichten met behulp
van ICT.
de evolutie van leerlingen digitaal zichtbaar maken en opvolgen.
op een gepaste manier ICT-toepassingen aanwenden in communicatie met leerlingen.
ICT zinvol organiseren in de (digitale) leeromgeving

ICT zinvol en efficiënt organiseren in de (digitale) leeromgeving, rekening houdend met de beschikbare
ICT-infrastructuur, de grootte en diversiteit van de leergroep.
efficiënt rapporteren en communiceren over leerlingen met collega’s, administratie, directie, ouders,
externen met behulp van ICT.
bijdragen in de ontwikkeling en vernieuwing van het ICT-beleidsplan van de school.
in teamverband ICT middelen kiezen, aanpassen en ontwikkelen.
met behulp van ICT contacten leggen, communiceren en (efficiënt) samenwerken met externen die
onderwijsbetrokken initiatieven aanbieden.
deelnemen aan het maatschappelijk debat over nieuwe media in een onderwijscontext .
zichzelf en de leerlingen/studenten in contact brengen met diverse culturen en cultuuruitingen met
behulp van ICT.
OPLEIDINGSDIDACTIEK
B. A.OPLEIDINGSDIDACTIEK
Een lerarenopleider kan:


samen met aanstaande leraren reflecteren over het gedemonstreerd didactisch gebruik van ICT in de
eigen les en hierbij de transfer maken naar de toepassing bij hun toekomstige doelgroep (leerlingen
Basisonderwijs/Secundair onderwijs).
(in afstemming met het team) aanstaande leraren begeleiden bij het aanleren van de ICT gerelateerde
competenties (didactisch-pedagogisch, professionele ontwikkeling, school en ruimere context).
3. ICT ontwikkelingsprofiel
A. ICT-GERELATEERDE COMPETENTIES VAN LERARENOPLEIDERS
De lerarenopleider kan de ICT competenties van de leraar zelf toepassen en ertoe bijdragen dat de
aanstaande leraar kan:
A.1



didactisch-pedagogisch handelen
in samenwerking met het schoolteam ICT-competente en mediawijze lerenden vormen.
het didactisch-pedagogisch onderwijsleerproces met ICT ondersteunen en versterken.
ICT zinvol organiseren in de (digitale) leeromgeving.
A.2 professionaliseren – innoveren - onderzoeken
 ICT inzetten voor de eigen professionalisering en het vernieuwen van de eigen onderwijspraktijk.
A.2 Professionele ontwikkeling: professioneel ontwikkelen en innoveren “voor en door” ICT






ICT-toepassingen die relevant zijn voor de eigen leergebieden/vakken opvolgen, evalueren en inzetten.
de ICT-eindtermen zelf toepassen op het eigen niveau van functioneren.
zich –in afstemming met het team- professionaliseren op het vlak van ICT-competenties en dit
toepassen in de lespraktijk.
de eigen vakbekwaamheid versterken via digitale platforms en vakspecifieke digitale
informatiebronnen.
de eigen klaspraktijk vernieuwen door middel van ICT op basis van nascholing, ervaring, creativiteit en
opvolging van onderwijsonderzoek.
op een professionele wijze werken met behulp van ICT (flexibel, zelfredzaam, onderzoekend,
innoverend).
A.3 werken in School en ruimere context
 ICT inzetten binnen de schoolorganisatie en de maatschappelijke context
A.3 School en ruimere context: ICT inzetten binnen de school- en ruimere onderwijscontext
B. OPLEIDINGSDIDACTIEK
A. OPLEIDINGSDIDACTIEK

A. ICT-GERELATEERDE COMPETENTIES VAN LERARENOPLEIDERS
A. ICT-GERELATEERDE COMPETENTIES VAN LERARENOPLEIDERS



Een lerarenopleider kan de ICT competenties van de leraar zelf toepassen en er bovendien toe
bijdragen dat een aanstaande leraar kan:


A.1 Didactisch –pedagogisch
leerlingen ICT competent en mediawijs vormen








leerlingen motiveren om op een positieve-kritische wijze ICT te gebruiken.
leerlingen laten oefenen en leren op een zelfstandige en gedifferentieerde manier met behulp van ICT.
met leerlingen kansen creëren om met behulp van ICT ideeën creatief vorm te geven.
leerlingen motiveren en ondersteunen bij het opzoeken, verwerken, beheren, delen en voorstellen van
informatie met behulp van ICT.
leerlingen motiveren en ondersteunen bij het communiceren en (samen)werken op een veilige,
verantwoorde en doelmatige manier met behulp van ICT.
leerlingen laten experimenteren met en reflecteren over diverse ICT -toepassingen en media. (vanaf
secundair).
leerlingen vormen tot bewuste ICT-gebruikers, met aandacht voor ergonomie, ecologie,
nauwkeurigheid, respect voor intellectuele eigendom en voor apparatuur .
leerlingen stimuleren om ICT zo in te zetten zodat dit verrijkend is voor zichzelf, voor anderen of voor de
maatschappij.
ICT inzetten ter ondersteuning en versterking van leer- en ontwikkelingsprocessen




bij het creëren van een krachtige leeromgeving ICT-toepassingen op een doelmatige manier selecteren,
functioneel integreren en waar nodig aanpassen of (laten) ontwerpen.
de (digitale) leeromgeving effectief, efficiënt, aantrekkelijk en gedifferentieerd inrichten met behulp
van ICT.
de evolutie van leerlingen digitaal zichtbaar maken en opvolgen.
op een gepaste manier ICT-toepassingen aanwenden in communicatie met leerlingen.
ICT zinvol organiseren in de (digitale) leeromgeving

ICT zinvol en efficiënt organiseren in de (digitale) leeromgeving, rekening houdend met de beschikbare
ICT-infrastructuur, de grootte en diversiteit van de leergroep.
efficiënt rapporteren en communiceren over leerlingen met collega’s, administratie, directie, ouders,
externen met behulp van ICT.
bijdragen in de ontwikkeling en vernieuwing van het ICT-beleidsplan van de school.
in teamverband ICT middelen kiezen, aanpassen en ontwikkelen.
met behulp van ICT contacten leggen, communiceren en (efficiënt) samenwerken met externen die
onderwijsbetrokken initiatieven aanbieden.
deelnemen aan het maatschappelijk debat over nieuwe media in een onderwijscontext .
zichzelf en de leerlingen/studenten in contact brengen met diverse culturen en cultuuruitingen met
behulp van ICT.
OPLEIDINGSDIDACTIEK
B. A.OPLEIDINGSDIDACTIEK
Een lerarenopleider kan:


samen met aanstaande leraren reflecteren over het gedemonstreerd didactisch gebruik van ICT in de
eigen les en hierbij de transfer maken naar de toepassing bij hun toekomstige doelgroep (leerlingen
Basisonderwijs/Secundair onderwijs).
(in afstemming met het team) aanstaande leraren begeleiden bij het aanleren van de ICT gerelateerde
competenties (didactisch-pedagogisch, professionele ontwikkeling, school en ruimere context).
3. ICT ontwikkelingsprofiel
A. ICT-GERELATEERDE COMPETENTIES VAN LERARENOPLEIDERS
De lerarenopleider kan de ICT competenties van de leraar zelf toepassen en ertoe bijdragen dat de
aanstaande leraar kan:
A.1



didactisch-pedagogisch handelen
in samenwerking met het schoolteam ICT-competente en mediawijze lerenden vormen.
het didactisch-pedagogisch onderwijsleerproces met ICT ondersteunen en versterken.
ICT zinvol organiseren in de (digitale) leeromgeving.
A.2 professionaliseren – innoveren - onderzoeken
 ICT inzetten voor de eigen professionalisering en het vernieuwen van de eigen onderwijspraktijk.
A.2 Professionele ontwikkeling: professioneel ontwikkelen en innoveren “voor en door” ICT






ICT-toepassingen die relevant zijn voor de eigen leergebieden/vakken opvolgen, evalueren en inzetten.
de ICT-eindtermen zelf toepassen op het eigen niveau van functioneren.
zich –in afstemming met het team- professionaliseren op het vlak van ICT-competenties en dit
toepassen in de lespraktijk.
de eigen vakbekwaamheid versterken via digitale platforms en vakspecifieke digitale
informatiebronnen.
de eigen klaspraktijk vernieuwen door middel van ICT op basis van nascholing, ervaring, creativiteit en
opvolging van onderwijsonderzoek.
op een professionele wijze werken met behulp van ICT (flexibel, zelfredzaam, onderzoekend,
innoverend).
A.3 werken in School en ruimere context
 ICT inzetten binnen de schoolorganisatie en de maatschappelijke context
A.3 School en ruimere context: ICT inzetten binnen de school- en ruimere onderwijscontext
B. OPLEIDINGSDIDACTIEK
A. OPLEIDINGSDIDACTIEK

A. ICT-GERELATEERDE COMPETENTIES VAN LERARENOPLEIDERS
A. ICT-GERELATEERDE COMPETENTIES VAN LERARENOPLEIDERS



Een lerarenopleider kan de ICT competenties van de leraar zelf toepassen en er bovendien toe
bijdragen dat een aanstaande leraar kan:


A.1 Didactisch –pedagogisch
leerlingen ICT competent en mediawijs vormen








leerlingen motiveren om op een positieve-kritische wijze ICT te gebruiken.
leerlingen laten oefenen en leren op een zelfstandige en gedifferentieerde manier met behulp van ICT.
met leerlingen kansen creëren om met behulp van ICT ideeën creatief vorm te geven.
leerlingen motiveren en ondersteunen bij het opzoeken, verwerken, beheren, delen en voorstellen van
informatie met behulp van ICT.
leerlingen motiveren en ondersteunen bij het communiceren en (samen)werken op een veilige,
verantwoorde en doelmatige manier met behulp van ICT.
leerlingen laten experimenteren met en reflecteren over diverse ICT -toepassingen en media. (vanaf
secundair).
leerlingen vormen tot bewuste ICT-gebruikers, met aandacht voor ergonomie, ecologie,
nauwkeurigheid, respect voor intellectuele eigendom en voor apparatuur .
leerlingen stimuleren om ICT zo in te zetten zodat dit verrijkend is voor zichzelf, voor anderen of voor de
maatschappij.
ICT inzetten ter ondersteuning en versterking van leer- en ontwikkelingsprocessen




bij het creëren van een krachtige leeromgeving ICT-toepassingen op een doelmatige manier selecteren,
functioneel integreren en waar nodig aanpassen of (laten) ontwerpen.
de (digitale) leeromgeving effectief, efficiënt, aantrekkelijk en gedifferentieerd inrichten met behulp
van ICT.
de evolutie van leerlingen digitaal zichtbaar maken en opvolgen.
op een gepaste manier ICT-toepassingen aanwenden in communicatie met leerlingen.
ICT zinvol organiseren in de (digitale) leeromgeving

ICT zinvol en efficiënt organiseren in de (digitale) leeromgeving, rekening houdend met de beschikbare
ICT-infrastructuur, de grootte en diversiteit van de leergroep.
efficiënt rapporteren en communiceren over leerlingen met collega’s, administratie, directie, ouders,
externen met behulp van ICT.
bijdragen in de ontwikkeling en vernieuwing van het ICT-beleidsplan van de school.
in teamverband ICT middelen kiezen, aanpassen en ontwikkelen.
met behulp van ICT contacten leggen, communiceren en (efficiënt) samenwerken met externen die
onderwijsbetrokken initiatieven aanbieden.
deelnemen aan het maatschappelijk debat over nieuwe media in een onderwijscontext .
zichzelf en de leerlingen/studenten in contact brengen met diverse culturen en cultuuruitingen met
behulp van ICT.
OPLEIDINGSDIDACTIEK
B. A.OPLEIDINGSDIDACTIEK
Een lerarenopleider kan:


samen met aanstaande leraren reflecteren over het gedemonstreerd didactisch gebruik van ICT in de
eigen les en hierbij de transfer maken naar de toepassing bij hun toekomstige doelgroep (leerlingen
Basisonderwijs/Secundair onderwijs).
(in afstemming met het team) aanstaande leraren begeleiden bij het aanleren van de ICT gerelateerde
competenties (didactisch-pedagogisch, professionele ontwikkeling, school en ruimere context).
3. ICT ontwikkelingsprofiel
A. ICT-GERELATEERDE COMPETENTIES VAN LERARENOPLEIDERS
De lerarenopleider kan de ICT competenties van de leraar zelf toepassen en ertoe bijdragen dat de
aanstaande leraar kan:
A.1



didactisch-pedagogisch handelen
in samenwerking met het schoolteam ICT-competente en mediawijze lerenden vormen.
het didactisch-pedagogisch onderwijsleerproces met ICT ondersteunen en versterken.
ICT zinvol organiseren in de (digitale) leeromgeving.
A.2 professionaliseren – innoveren - onderzoeken
 ICT inzetten voor de eigen professionalisering en het vernieuwen van de eigen onderwijspraktijk.
A.2 Professionele ontwikkeling: professioneel ontwikkelen en innoveren “voor en door” ICT






ICT-toepassingen die relevant zijn voor de eigen leergebieden/vakken opvolgen, evalueren en inzetten.
de ICT-eindtermen zelf toepassen op het eigen niveau van functioneren.
zich –in afstemming met het team- professionaliseren op het vlak van ICT-competenties en dit
toepassen in de lespraktijk.
de eigen vakbekwaamheid versterken via digitale platforms en vakspecifieke digitale
informatiebronnen.
de eigen klaspraktijk vernieuwen door middel van ICT op basis van nascholing, ervaring, creativiteit en
opvolging van onderwijsonderzoek.
op een professionele wijze werken met behulp van ICT (flexibel, zelfredzaam, onderzoekend,
innoverend).
A.3 werken in School en ruimere context
 ICT inzetten binnen de schoolorganisatie en de maatschappelijke context
A.3 School en ruimere context: ICT inzetten binnen de school- en ruimere onderwijscontext
B. OPLEIDINGSDIDACTIEK
A. OPLEIDINGSDIDACTIEK

A. ICT-GERELATEERDE COMPETENTIES VAN LERARENOPLEIDERS
A. ICT-GERELATEERDE COMPETENTIES VAN LERARENOPLEIDERS



Een lerarenopleider kan de ICT competenties van de leraar zelf toepassen en er bovendien toe
bijdragen dat een aanstaande leraar kan:


A.1 Didactisch –pedagogisch
leerlingen ICT competent en mediawijs vormen








leerlingen motiveren om op een positieve-kritische wijze ICT te gebruiken.
leerlingen laten oefenen en leren op een zelfstandige en gedifferentieerde manier met behulp van ICT.
met leerlingen kansen creëren om met behulp van ICT ideeën creatief vorm te geven.
leerlingen motiveren en ondersteunen bij het opzoeken, verwerken, beheren, delen en voorstellen van
informatie met behulp van ICT.
leerlingen motiveren en ondersteunen bij het communiceren en (samen)werken op een veilige,
verantwoorde en doelmatige manier met behulp van ICT.
leerlingen laten experimenteren met en reflecteren over diverse ICT -toepassingen en media. (vanaf
secundair).
leerlingen vormen tot bewuste ICT-gebruikers, met aandacht voor ergonomie, ecologie,
nauwkeurigheid, respect voor intellectuele eigendom en voor apparatuur .
leerlingen stimuleren om ICT zo in te zetten zodat dit verrijkend is voor zichzelf, voor anderen of voor de
maatschappij.
ICT inzetten ter ondersteuning en versterking van leer- en ontwikkelingsprocessen




bij het creëren van een krachtige leeromgeving ICT-toepassingen op een doelmatige manier selecteren,
functioneel integreren en waar nodig aanpassen of (laten) ontwerpen.
de (digitale) leeromgeving effectief, efficiënt, aantrekkelijk en gedifferentieerd inrichten met behulp
van ICT.
de evolutie van leerlingen digitaal zichtbaar maken en opvolgen.
op een gepaste manier ICT-toepassingen aanwenden in communicatie met leerlingen.
ICT zinvol organiseren in de (digitale) leeromgeving

ICT zinvol en efficiënt organiseren in de (digitale) leeromgeving, rekening houdend met de beschikbare
ICT-infrastructuur, de grootte en diversiteit van de leergroep.
efficiënt rapporteren en communiceren over leerlingen met collega’s, administratie, directie, ouders,
externen met behulp van ICT.
bijdragen in de ontwikkeling en vernieuwing van het ICT-beleidsplan van de school.
in teamverband ICT middelen kiezen, aanpassen en ontwikkelen.
met behulp van ICT contacten leggen, communiceren en (efficiënt) samenwerken met externen die
onderwijsbetrokken initiatieven aanbieden.
deelnemen aan het maatschappelijk debat over nieuwe media in een onderwijscontext .
zichzelf en de leerlingen/studenten in contact brengen met diverse culturen en cultuuruitingen met
behulp van ICT.
OPLEIDINGSDIDACTIEK
B. A.OPLEIDINGSDIDACTIEK
Een lerarenopleider kan:


samen met aanstaande leraren reflecteren over het gedemonstreerd didactisch gebruik van ICT in de
eigen les en hierbij de transfer maken naar de toepassing bij hun toekomstige doelgroep (leerlingen
Basisonderwijs/Secundair onderwijs).
(in afstemming met het team) aanstaande leraren begeleiden bij het aanleren van de ICT gerelateerde
competenties (didactisch-pedagogisch, professionele ontwikkeling, school en ruimere context).
3. ICT ontwikkelingsprofiel
A. ICT-GERELATEERDE COMPETENTIES VAN LERARENOPLEIDERS
De lerarenopleider kan de ICT competenties van de leraar zelf toepassen en ertoe bijdragen dat de
aanstaande leraar kan:
A.1



didactisch-pedagogisch handelen
in samenwerking met het schoolteam ICT-competente en mediawijze lerenden vormen.
het didactisch-pedagogisch onderwijsleerproces met ICT ondersteunen en versterken.
ICT zinvol organiseren in de (digitale) leeromgeving.
A.2 professionaliseren – innoveren - onderzoeken
 ICT inzetten voor de eigen professionalisering en het vernieuwen van de eigen onderwijspraktijk.
A.2 Professionele ontwikkeling: professioneel ontwikkelen en innoveren “voor en door” ICT






ICT-toepassingen die relevant zijn voor de eigen leergebieden/vakken opvolgen, evalueren en inzetten.
de ICT-eindtermen zelf toepassen op het eigen niveau van functioneren.
zich –in afstemming met het team- professionaliseren op het vlak van ICT-competenties en dit
toepassen in de lespraktijk.
de eigen vakbekwaamheid versterken via digitale platforms en vakspecifieke digitale
informatiebronnen.
de eigen klaspraktijk vernieuwen door middel van ICT op basis van nascholing, ervaring, creativiteit en
opvolging van onderwijsonderzoek.
op een professionele wijze werken met behulp van ICT (flexibel, zelfredzaam, onderzoekend,
innoverend).
A.3 werken in School en ruimere context
 ICT inzetten binnen de schoolorganisatie en de maatschappelijke context
A.3 School en ruimere context: ICT inzetten binnen de school- en ruimere onderwijscontext
B. OPLEIDINGSDIDACTIEK
A. OPLEIDINGSDIDACTIEK

A. ICT-GERELATEERDE COMPETENTIES VAN LERARENOPLEIDERS
A. ICT-GERELATEERDE COMPETENTIES VAN LERARENOPLEIDERS



Een lerarenopleider kan de ICT competenties van de leraar zelf toepassen en er bovendien toe
bijdragen dat een aanstaande leraar kan:


A.1 Didactisch –pedagogisch
leerlingen ICT competent en mediawijs vormen








leerlingen motiveren om op een positieve-kritische wijze ICT te gebruiken.
leerlingen laten oefenen en leren op een zelfstandige en gedifferentieerde manier met behulp van ICT.
met leerlingen kansen creëren om met behulp van ICT ideeën creatief vorm te geven.
leerlingen motiveren en ondersteunen bij het opzoeken, verwerken, beheren, delen en voorstellen van
informatie met behulp van ICT.
leerlingen motiveren en ondersteunen bij het communiceren en (samen)werken op een veilige,
verantwoorde en doelmatige manier met behulp van ICT.
leerlingen laten experimenteren met en reflecteren over diverse ICT -toepassingen en media. (vanaf
secundair).
leerlingen vormen tot bewuste ICT-gebruikers, met aandacht voor ergonomie, ecologie,
nauwkeurigheid, respect voor intellectuele eigendom en voor apparatuur .
leerlingen stimuleren om ICT zo in te zetten zodat dit verrijkend is voor zichzelf, voor anderen of voor de
maatschappij.
ICT inzetten ter ondersteuning en versterking van leer- en ontwikkelingsprocessen




bij het creëren van een krachtige leeromgeving ICT-toepassingen op een doelmatige manier selecteren,
functioneel integreren en waar nodig aanpassen of (laten) ontwerpen.
de (digitale) leeromgeving effectief, efficiënt, aantrekkelijk en gedifferentieerd inrichten met behulp
van ICT.
de evolutie van leerlingen digitaal zichtbaar maken en opvolgen.
op een gepaste manier ICT-toepassingen aanwenden in communicatie met leerlingen.
ICT zinvol organiseren in de (digitale) leeromgeving

ICT zinvol en efficiënt organiseren in de (digitale) leeromgeving, rekening houdend met de beschikbare
ICT-infrastructuur, de grootte en diversiteit van de leergroep.
efficiënt rapporteren en communiceren over leerlingen met collega’s, administratie, directie, ouders,
externen met behulp van ICT.
bijdragen in de ontwikkeling en vernieuwing van het ICT-beleidsplan van de school.
in teamverband ICT middelen kiezen, aanpassen en ontwikkelen.
met behulp van ICT contacten leggen, communiceren en (efficiënt) samenwerken met externen die
onderwijsbetrokken initiatieven aanbieden.
deelnemen aan het maatschappelijk debat over nieuwe media in een onderwijscontext .
zichzelf en de leerlingen/studenten in contact brengen met diverse culturen en cultuuruitingen met
behulp van ICT.
OPLEIDINGSDIDACTIEK
B. A.OPLEIDINGSDIDACTIEK
Een lerarenopleider kan:


samen met aanstaande leraren reflecteren over het gedemonstreerd didactisch gebruik van ICT in de
eigen les en hierbij de transfer maken naar de toepassing bij hun toekomstige doelgroep (leerlingen
Basisonderwijs/Secundair onderwijs).
(in afstemming met het team) aanstaande leraren begeleiden bij het aanleren van de ICT gerelateerde
competenties (didactisch-pedagogisch, professionele ontwikkeling, school en ruimere context).
3. ICT ontwikkelingsprofiel
A. ICT-GERELATEERDE COMPETENTIES VAN LERARENOPLEIDERS
De lerarenopleider kan de ICT competenties van de leraar zelf toepassen en ertoe bijdragen dat de
aanstaande leraar kan:
A.1



didactisch-pedagogisch handelen
in samenwerking met het schoolteam ICT-competente en mediawijze lerenden vormen.
het didactisch-pedagogisch onderwijsleerproces met ICT ondersteunen en versterken.
ICT zinvol organiseren in de (digitale) leeromgeving.
A.2 professionaliseren – innoveren - onderzoeken
 ICT inzetten voor de eigen professionalisering en het vernieuwen van de eigen onderwijspraktijk.
A.2 Professionele ontwikkeling: professioneel ontwikkelen en innoveren “voor en door” ICT






ICT-toepassingen die relevant zijn voor de eigen leergebieden/vakken opvolgen, evalueren en inzetten.
de ICT-eindtermen zelf toepassen op het eigen niveau van functioneren.
zich –in afstemming met het team- professionaliseren op het vlak van ICT-competenties en dit
toepassen in de lespraktijk.
de eigen vakbekwaamheid versterken via digitale platforms en vakspecifieke digitale
informatiebronnen.
de eigen klaspraktijk vernieuwen door middel van ICT op basis van nascholing, ervaring, creativiteit en
opvolging van onderwijsonderzoek.
op een professionele wijze werken met behulp van ICT (flexibel, zelfredzaam, onderzoekend,
innoverend).
A.3 werken in School en ruimere context
 ICT inzetten binnen de schoolorganisatie en de maatschappelijke context
A.3 School en ruimere context: ICT inzetten binnen de school- en ruimere onderwijscontext
B. OPLEIDINGSDIDACTIEK
A. OPLEIDINGSDIDACTIEK

A. ICT-GERELATEERDE COMPETENTIES VAN LERARENOPLEIDERS
A. ICT-GERELATEERDE COMPETENTIES VAN LERARENOPLEIDERS



Een lerarenopleider kan de ICT competenties van de leraar zelf toepassen en er bovendien toe
bijdragen dat een aanstaande leraar kan:


A.1 Didactisch –pedagogisch
leerlingen ICT competent en mediawijs vormen








leerlingen motiveren om op een positieve-kritische wijze ICT te gebruiken.
leerlingen laten oefenen en leren op een zelfstandige en gedifferentieerde manier met behulp van ICT.
met leerlingen kansen creëren om met behulp van ICT ideeën creatief vorm te geven.
leerlingen motiveren en ondersteunen bij het opzoeken, verwerken, beheren, delen en voorstellen van
informatie met behulp van ICT.
leerlingen motiveren en ondersteunen bij het communiceren en (samen)werken op een veilige,
verantwoorde en doelmatige manier met behulp van ICT.
leerlingen laten experimenteren met en reflecteren over diverse ICT -toepassingen en media. (vanaf
secundair).
leerlingen vormen tot bewuste ICT-gebruikers, met aandacht voor ergonomie, ecologie,
nauwkeurigheid, respect voor intellectuele eigendom en voor apparatuur .
leerlingen stimuleren om ICT zo in te zetten zodat dit verrijkend is voor zichzelf, voor anderen of voor de
maatschappij.
ICT inzetten ter ondersteuning en versterking van leer- en ontwikkelingsprocessen




bij het creëren van een krachtige leeromgeving ICT-toepassingen op een doelmatige manier selecteren,
functioneel integreren en waar nodig aanpassen of (laten) ontwerpen.
de (digitale) leeromgeving effectief, efficiënt, aantrekkelijk en gedifferentieerd inrichten met behulp
van ICT.
de evolutie van leerlingen digitaal zichtbaar maken en opvolgen.
op een gepaste manier ICT-toepassingen aanwenden in communicatie met leerlingen.
ICT zinvol organiseren in de (digitale) leeromgeving

ICT zinvol en efficiënt organiseren in de (digitale) leeromgeving, rekening houdend met de beschikbare
ICT-infrastructuur, de grootte en diversiteit van de leergroep.
efficiënt rapporteren en communiceren over leerlingen met collega’s, administratie, directie, ouders,
externen met behulp van ICT.
bijdragen in de ontwikkeling en vernieuwing van het ICT-beleidsplan van de school.
in teamverband ICT middelen kiezen, aanpassen en ontwikkelen.
met behulp van ICT contacten leggen, communiceren en (efficiënt) samenwerken met externen die
onderwijsbetrokken initiatieven aanbieden.
deelnemen aan het maatschappelijk debat over nieuwe media in een onderwijscontext .
zichzelf en de leerlingen/studenten in contact brengen met diverse culturen en cultuuruitingen met
behulp van ICT.
OPLEIDINGSDIDACTIEK
B. A.OPLEIDINGSDIDACTIEK
Een lerarenopleider kan:


samen met aanstaande leraren reflecteren over het gedemonstreerd didactisch gebruik van ICT in de
eigen les en hierbij de transfer maken naar de toepassing bij hun toekomstige doelgroep (leerlingen
Basisonderwijs/Secundair onderwijs).
(in afstemming met het team) aanstaande leraren begeleiden bij het aanleren van de ICT gerelateerde
competenties (didactisch-pedagogisch, professionele ontwikkeling, school en ruimere context).
Intervisie: sterkte-zwakte analyse
Van het didactisch-pedagogisch luik
Welke bijdrage lever jij in de opleiding van Aanstaande Leraren op het vlak van ICT ?

Leer jij zelf ICT competenties aan aan je studenten / AL ?

Leer jij AL aan hoe ze hun leerlingen ICT competent en mediawijs kunnen vormen ?

Bied je zelf een voorbeeldrol op het vlak van versterken van je krachtige leeromgeving a.h.v.
ICT ?
Online sterkte-zwakte analyse
3. ICT ontwikkelingsprofiel
A. ICT-GERELATEERDE COMPETENTIES VAN LERARENOPLEIDERS
De lerarenopleider kan de ICT competenties van de leraar zelf toepassen en ertoe bijdragen dat de
aanstaande leraar kan:
A.1



didactisch-pedagogisch handelen
in samenwerking met het schoolteam ICT-competente en mediawijze lerenden vormen.
het didactisch-pedagogisch onderwijsleerproces met ICT ondersteunen en versterken.
ICT zinvol organiseren in de (digitale) leeromgeving.
A.2 professionaliseren – innoveren - onderzoeken
 ICT inzetten voor de eigen professionalisering en het vernieuwen van de eigen onderwijspraktijk.
A.2 Professionele ontwikkeling: professioneel ontwikkelen en innoveren “voor en door” ICT






ICT-toepassingen die relevant zijn voor de eigen leergebieden/vakken opvolgen, evalueren en inzetten.
de ICT-eindtermen zelf toepassen op het eigen niveau van functioneren.
zich –in afstemming met het team- professionaliseren op het vlak van ICT-competenties en dit
toepassen in de lespraktijk.
de eigen vakbekwaamheid versterken via digitale platforms en vakspecifieke digitale
informatiebronnen.
de eigen klaspraktijk vernieuwen door middel van ICT op basis van nascholing, ervaring, creativiteit en
opvolging van onderwijsonderzoek.
op een professionele wijze werken met behulp van ICT (flexibel, zelfredzaam, onderzoekend,
innoverend).
A.3 werken in School en ruimere context
 ICT inzetten binnen de schoolorganisatie en de maatschappelijke context
A.3 School en ruimere context: ICT inzetten binnen de school- en ruimere onderwijscontext
B. OPLEIDINGSDIDACTIEK
A. OPLEIDINGSDIDACTIEK

A. ICT-GERELATEERDE COMPETENTIES VAN LERARENOPLEIDERS
A. ICT-GERELATEERDE COMPETENTIES VAN LERARENOPLEIDERS



Een lerarenopleider kan de ICT competenties van de leraar zelf toepassen en er bovendien toe
bijdragen dat een aanstaande leraar kan:


A.1 Didactisch –pedagogisch
leerlingen ICT competent en mediawijs vormen








leerlingen motiveren om op een positieve-kritische wijze ICT te gebruiken.
leerlingen laten oefenen en leren op een zelfstandige en gedifferentieerde manier met behulp van ICT.
met leerlingen kansen creëren om met behulp van ICT ideeën creatief vorm te geven.
leerlingen motiveren en ondersteunen bij het opzoeken, verwerken, beheren, delen en voorstellen van
informatie met behulp van ICT.
leerlingen motiveren en ondersteunen bij het communiceren en (samen)werken op een veilige,
verantwoorde en doelmatige manier met behulp van ICT.
leerlingen laten experimenteren met en reflecteren over diverse ICT -toepassingen en media. (vanaf
secundair).
leerlingen vormen tot bewuste ICT-gebruikers, met aandacht voor ergonomie, ecologie,
nauwkeurigheid, respect voor intellectuele eigendom en voor apparatuur .
leerlingen stimuleren om ICT zo in te zetten zodat dit verrijkend is voor zichzelf, voor anderen of voor de
maatschappij.
ICT inzetten ter ondersteuning en versterking van leer- en ontwikkelingsprocessen




bij het creëren van een krachtige leeromgeving ICT-toepassingen op een doelmatige manier selecteren,
functioneel integreren en waar nodig aanpassen of (laten) ontwerpen.
de (digitale) leeromgeving effectief, efficiënt, aantrekkelijk en gedifferentieerd inrichten met behulp
van ICT.
de evolutie van leerlingen digitaal zichtbaar maken en opvolgen.
op een gepaste manier ICT-toepassingen aanwenden in communicatie met leerlingen.
ICT zinvol organiseren in de (digitale) leeromgeving

ICT zinvol en efficiënt organiseren in de (digitale) leeromgeving, rekening houdend met de beschikbare
ICT-infrastructuur, de grootte en diversiteit van de leergroep.
efficiënt rapporteren en communiceren over leerlingen met collega’s, administratie, directie, ouders,
externen met behulp van ICT.
bijdragen in de ontwikkeling en vernieuwing van het ICT-beleidsplan van de school.
in teamverband ICT middelen kiezen, aanpassen en ontwikkelen.
met behulp van ICT contacten leggen, communiceren en (efficiënt) samenwerken met externen die
onderwijsbetrokken initiatieven aanbieden.
deelnemen aan het maatschappelijk debat over nieuwe media in een onderwijscontext .
zichzelf en de leerlingen/studenten in contact brengen met diverse culturen en cultuuruitingen met
behulp van ICT.
OPLEIDINGSDIDACTIEK
B. A.OPLEIDINGSDIDACTIEK
Een lerarenopleider kan:


samen met aanstaande leraren reflecteren over het gedemonstreerd didactisch gebruik van ICT in de
eigen les en hierbij de transfer maken naar de toepassing bij hun toekomstige doelgroep (leerlingen
Basisonderwijs/Secundair onderwijs).
(in afstemming met het team) aanstaande leraren begeleiden bij het aanleren van de ICT gerelateerde
competenties (didactisch-pedagogisch, professionele ontwikkeling, school en ruimere context).
3. ICT ontwikkelingsprofiel
A. ICT-GERELATEERDE COMPETENTIES VAN LERARENOPLEIDERS
De lerarenopleider kan de ICT competenties van de leraar zelf toepassen en ertoe bijdragen dat de
aanstaande leraar kan:
A.1



didactisch-pedagogisch handelen
in samenwerking met het schoolteam ICT-competente en mediawijze lerenden vormen.
het didactisch-pedagogisch onderwijsleerproces met ICT ondersteunen en versterken.
ICT zinvol organiseren in de (digitale) leeromgeving.
A.2 professionaliseren – innoveren - onderzoeken
 ICT inzetten voor de eigen professionalisering en het vernieuwen van de eigen onderwijspraktijk.
A.2 Professionele ontwikkeling: professioneel ontwikkelen en innoveren “voor en door” ICT






ICT-toepassingen die relevant zijn voor de eigen leergebieden/vakken opvolgen, evalueren en inzetten.
de ICT-eindtermen zelf toepassen op het eigen niveau van functioneren.
zich –in afstemming met het team- professionaliseren op het vlak van ICT-competenties en dit
toepassen in de lespraktijk.
de eigen vakbekwaamheid versterken via digitale platforms en vakspecifieke digitale
informatiebronnen.
de eigen klaspraktijk vernieuwen door middel van ICT op basis van nascholing, ervaring, creativiteit en
opvolging van onderwijsonderzoek.
op een professionele wijze werken met behulp van ICT (flexibel, zelfredzaam, onderzoekend,
innoverend).
A.3 werken in School en ruimere context
 ICT inzetten binnen de schoolorganisatie en de maatschappelijke context
A.3 School en ruimere context: ICT inzetten binnen de school- en ruimere onderwijscontext
B. OPLEIDINGSDIDACTIEK
A. OPLEIDINGSDIDACTIEK

A. ICT-GERELATEERDE COMPETENTIES VAN LERARENOPLEIDERS
A. ICT-GERELATEERDE COMPETENTIES VAN LERARENOPLEIDERS



Een lerarenopleider kan de ICT competenties van de leraar zelf toepassen en er bovendien toe
bijdragen dat een aanstaande leraar kan:


A.1 Didactisch –pedagogisch
leerlingen ICT competent en mediawijs vormen








leerlingen motiveren om op een positieve-kritische wijze ICT te gebruiken.
leerlingen laten oefenen en leren op een zelfstandige en gedifferentieerde manier met behulp van ICT.
met leerlingen kansen creëren om met behulp van ICT ideeën creatief vorm te geven.
leerlingen motiveren en ondersteunen bij het opzoeken, verwerken, beheren, delen en voorstellen van
informatie met behulp van ICT.
leerlingen motiveren en ondersteunen bij het communiceren en (samen)werken op een veilige,
verantwoorde en doelmatige manier met behulp van ICT.
leerlingen laten experimenteren met en reflecteren over diverse ICT -toepassingen en media. (vanaf
secundair).
leerlingen vormen tot bewuste ICT-gebruikers, met aandacht voor ergonomie, ecologie,
nauwkeurigheid, respect voor intellectuele eigendom en voor apparatuur .
leerlingen stimuleren om ICT zo in te zetten zodat dit verrijkend is voor zichzelf, voor anderen of voor de
maatschappij.
ICT inzetten ter ondersteuning en versterking van leer- en ontwikkelingsprocessen




bij het creëren van een krachtige leeromgeving ICT-toepassingen op een doelmatige manier selecteren,
functioneel integreren en waar nodig aanpassen of (laten) ontwerpen.
de (digitale) leeromgeving effectief, efficiënt, aantrekkelijk en gedifferentieerd inrichten met behulp
van ICT.
de evolutie van leerlingen digitaal zichtbaar maken en opvolgen.
op een gepaste manier ICT-toepassingen aanwenden in communicatie met leerlingen.
ICT zinvol organiseren in de (digitale) leeromgeving

ICT zinvol en efficiënt organiseren in de (digitale) leeromgeving, rekening houdend met de beschikbare
ICT-infrastructuur, de grootte en diversiteit van de leergroep.
efficiënt rapporteren en communiceren over leerlingen met collega’s, administratie, directie, ouders,
externen met behulp van ICT.
bijdragen in de ontwikkeling en vernieuwing van het ICT-beleidsplan van de school.
in teamverband ICT middelen kiezen, aanpassen en ontwikkelen.
met behulp van ICT contacten leggen, communiceren en (efficiënt) samenwerken met externen die
onderwijsbetrokken initiatieven aanbieden.
deelnemen aan het maatschappelijk debat over nieuwe media in een onderwijscontext .
zichzelf en de leerlingen/studenten in contact brengen met diverse culturen en cultuuruitingen met
behulp van ICT.
OPLEIDINGSDIDACTIEK
B. A.OPLEIDINGSDIDACTIEK
Een lerarenopleider kan:


samen met aanstaande leraren reflecteren over het gedemonstreerd didactisch gebruik van ICT in de
eigen les en hierbij de transfer maken naar de toepassing bij hun toekomstige doelgroep (leerlingen
Basisonderwijs/Secundair onderwijs).
(in afstemming met het team) aanstaande leraren begeleiden bij het aanleren van de ICT gerelateerde
competenties (didactisch-pedagogisch, professionele ontwikkeling, school en ruimere context).
Intervisie: sterkte –zwakte analyse
Opdracht in groep van 16 (4 subgroepjes van 4)
1. Invullen online sterkte-zwakte analyse (individueel 10’)
URL: enwaugent.be/projecten/ict
- kies sterkte-zwakte analyse
2. Delen van ervaring in een groepje van 4 (2x 15 minuten)
aanleren van een ICT eindterm (15’)
het didactisch handelen: versterken van je onderwijs a.v ICT (15’)

Wanneer zet jij ICT in je onderwijs in om het effectief, efficiënt, aantrekkelijk en gedifferentieerd te maken ?
3. Invullen online stemmingspol (Individueel 5’)
4. Nabespreking met moderator van stemmingspol (15’)
Groepsindeling :
Groep 1:
Oude Infirmerie : Geert Kraeye en Jo Van Den Hauwe
Groep 2:
Priorzaal: Bram Bruggeman (ENW AUGent) en Els Castelein (SoE)
Groep 3:
Vermeylen (voorin): Nancy Verliefde (ENW AUGent) en Jeroen Thys (SoE)
Groep 4:
Vermeylen (achterin): Luk Van Landuyt (ENW AUGent) en Boris Mets
(Elant) en Sofie Goethals (Elant)
Hoe verder ? Tools voor implementatie
Persoonlijk Ontwikkelingsplan : resultaats- en competentiegericht
POPE:\POP_RCM.doc
Resultaats- en competentiegerichte doelen
Wat kan ik zelf bijdragen aan de ICT leerlijn ?

Wat leer ik aan mijn studenten/AL op het vlak van ICT competenties, vb. leren goed
opzoeken van informatie

Leer ik mijn AL hoe ze ICT eindtermen kunnen aanleren aan hun leerlingen ?

Ben ik zelf een voorbeeldrol in didactisch handelen versterken / verrijken met ICT ?

Wat leer ik mijn studenten op het vlak van didactisch handelen handelen versterken /
verrijken met ICT ?
 resultaatsgerichte/ teamdoelen

Welke ICT competenties wil ik voor mezelf verbeteren ? (administratieve, professionele,
didactische, … )
 persoonlijke ontwikkelingsdoelen
Wat doen wij verder nog ?






Draaiboek ICT beleidsplan
ICT wijzer
Onderzoek bij pas afgestudeerden (Ugent).
Informatie –en uitwisselingsplatform
Verzorgen van studiedagen Digitale Didactiek
Begeleiden van lerarenopleidingen