Afstuderen? Schrijven!

Download Report

Transcript Afstuderen? Schrijven!

Afstuderen? Schrijven!
Dank voor jullie aandacht!
Schrijven in vijf stappen
2. Onderdelen van een eindwerk
3. Ideeën formuleren en structureren
1.
Inhoud
Tiggeler, E. Check je tekst: tips en
checklists om snel beter te schrijven.
Den Haag: Sdu uitgevers, 2010.
Pollefliet, L. Schrijven: van verslag tot eindwerk. Do’s &
don’ts. Gent: Academia Press, 2011.
Schatplichtig aan…
Stap 1: Oriënteren (hopelijk al gedaan)
- Doel?
Informeren, instrueren, overtuigen, aanzetten
-
Onderwerp?
Wat is de inhoud?
Wat is de centrale vraag?
Kan die vraag worden opgesplitst in deelvragen?
Wat wil de ander weten over de centrale boodschap?
Publiek?
- Randvoorwaarden?
-
1. Schrijven in vijf stappen: stap 1
Stap 2: Voorbereiden
1.
2.
-
de brainstormmethode
centrale vragen en subvragen
bv. probleemstructuur
Waarom is het een probleem?
Wat zijn de oorzaken?
Wat kan gedaan worden om het probleem op
te lossen / te voorkomen?
1. Schrijven in vijf stappen: stap 2
-
bv. maatregelstructuur
Wat is de maatregel precies?
Waarom is de maatregel nodig?
Hoe wordt de maatregel uitgevoerd?
Wat zijn de effecten van de maatregel?
-
bv. evaluatiestructuur
Wat zijn de kenmerken?
Wat zijn de beoordelingscriteria?
Wat zijn de positieve aspecten?
Wat zijn de negatieve aspecten?
Wat is het totaaloordeel?
1. Schrijven in vijf stappen: stap 2
-
bv. onderzoekstructuur
Wat wordt er precies onderzocht?
Met welk doel?
Volgens welke methode?
Met welke resultaten?
Wat zijn de conclusies?
1. Schrijven in vijf stappen: stap 2
Stap 3: opstellen van tekstschema
1. Schrijven in vijf stappen: stap 3
Stap 4: uitvoeren – het schrijven zelf
1. Eerste versie = kladversie
Schrijf snel en associatief. Eerst makkelijke
delen, dan moeilijkere. Inhoud!
2. Tweede versie = het echte werk
Let op formuleringen, volledigheid, structuur,
logica, taal- en tikfouten.
3. Laatste ronde = eindredactie
Schrijf inleiding & slot
Lay-out, opmaak, witruimtes
1. Schrijven in vijf stappen: stap
vier
Stap 5: reflecteren
Las enkele dagen rust in.
- Schrijven is schrappen.
- Gebruik checklist.
- Laat iemand anders je tekst lezen:
-
- structuur? (buitenstaander)
- taal? (niet per se je moeder)
1. Schrijven in vijf stappen: stap
vijf

Kaft

Blanco blad

Woord vooraf:
- dankbetuigingen: rol bij kennisoverdracht,
interpretatie van idee, typewerk, morele
ondersteuning, …
- kort
- ‘ik-vorm’
2. Onderdelen van een eindwerk
 Inleiding:
- max. 3 pagina’s
- kan volgende onderdelen bevatten:
- probleemstelling & begrenzing van je eindwerk
- verantwoording van je keuze / redenen voor
onderzoek
- methode van onderzoek
- hoofdlijnen van de uiteenzetting
- voornaamste bronnen van informatie
- meer achtergrond voor niet-deskundige lezers
(Abstract: max. 100-150 woorden, eventueel met
kernwoorden – ‘tags’)
2. Onderdelen van een eindwerk

-
Inhoudsopgave
Pas op het einde maken
Geen onderstrepingen
Onderverdeling: niet meer dan vier niveaus
(voorlooppuntjes)
Hoofdstukken: decimaal nummeren met
Arabische cijfers bv. Hoofdstuk 1
(lijst met afkortingen: alfabetisch
– in tekst zelf eerst voluit schrijven )
2. Onderdelen van een eindwerk

Corpus: eigenlijke tekst
Figuren: tekeningen, grafieken, foto’s
- harmonie en eenvoud
- Nederlands
- zelfde bladzijde
- duidelijke identificatie (eigen nummering,
titel/bijschrift, eventuele bron)
bv. Figuur 15: Verschil in betooglijn (Claes & Gerritsen, 2005)
bv. Grafiek 8: Concentratieniveau bij leerlingen en docent (De Bruycker, 2006)
2. Onderdelen van een eindwerk
Voetnoten:
- verklarende voetnoot
- als bronvermelding (Chicagostijl)

-
-
Conclusie:
Overzicht van bevindingen / bespreking
resultaten
Geen nieuwe gegevens
Kort en duidelijk
Sluit aan op inleiding
2. Onderdelen van een eindwerk

Lijst met figuren en tabellen

Bronvermelding en referentielijst:
- Vermeld steeds volledige bron
- Citaten: “dubbele aanhalingstekens”
(correcte bron)
- enkel kernachtige uitspraken
- raadpleeg meerdere bronnen en verwerk
die tot eigen visie
- beter te veel dan te weinig
2. Onderdelen van een eindwerk

Citeren
“Tegenwoordig krijgt men in onderwijs,
maatschappij en bedrijfsleven in toenemende
mate te maken met internationalisering, wat
als gevolg heeft dat communicatie verloopt
volgens nieuwe en veranderende culturele en
professionele regels en gebruiken” (Anseel,
Beirens & Feys, 2008).
Citeren, parafraseren, verwijzen

Parafraseren met citaat
F. Anseel wijst er dat een laatste barrière
van effectieve communicatie
‘communicatieangst’ is. “Mensen die
hieraan lijden, kampen met buitensporige
angst en spanning wanneer ze verbaal
en/of schriftelijk moeten communiceren”
(2008). Bijgevolg is het belangrijk…
Citeren, parafraseren, verwijzen

Parafraseren
F. Anseel wijst erop dat er mensen zijn die
extreme angsten doorstaan wanneer ze
schriftelijk en/of mondeling communiceren
(2008). Bijgevolg is het belangrijk …

Verwijzen
Bepaalde mensen doorstaan extreme
angsten wanneer ze schriftelijk en/of
mondeling communiceren (Anseel 2008).
Bijgevolg is het belangrijk …
Citeren, parafraseren, verwijzen
MLA-stijl (APA, IEEE, Chicago)
In de tekst:
Het wezenlijke verschil in denkprocessen en gedragingen
tussen man en vrouw is te verklaren door het verschil in
hersenstructuur (Jansseunissen 56).
In de referentielijst achteraan:
Jansseunissen, R. Typisch mannelijk en typisch vrouwelijk.
2e druk. Gent: Academische Uitgeverij, 1993.
Refeersysteem

Referentielijst / literatuurlijst / literatuuropgave / literatuur /
bronnen
Geeft bij een tekst een overzicht van alle bronnen (schriftelijke,
mondelinge, elektronische en niet-elektronische) die werden
geraadpleegd, geciteerd, geparafraseerd of samengevat

Bijlage / appendix / addendum / aanhangsel
- een bijlage, geen deel van het eindwerk
- verwijzing vanuit de tekst (met nummer)
- steeds belangrijker
- nummering en groepering (formulieren, grafieken, flowcharts)
vb. interviews, vragenlijsten, flowcharts, screenshots, …

Blanco blad - kaft
2. Onderdelen van een eindwerk

-
Toon en stijl:
formele, zakelijke, wetenschappelijke stijl
Gebruik steeds dezelfde toon en stijl in de
verwerking van al je bronnen.
Gebruik woorden uit hetzelfde register.
Gebruik geen spreektaal.
3. Ideeën formuleren en
structureren
NIET:
Wat er juist bedoeld wordt met een
generieke GUI is het volgende. Het is
blijkbaar erg, erg gemakkelijk om slechte
en lelijke code te schrijven in PHP. Al zijn
er sommigen die zeggen dat JSP-code
zelfs nog erger is. Je moet je in het
algemeen geen zorgen maken over het
type van een bepaalde variabele, PHP is
slim genoeg om dat zelf uit te maken.
3. Ideeën formuleren en
structureren
WEL:
Wat wordt er bedoeld met een generieke
GUI? Blijkbaar is het eenvoudig om een
foute code in PHP te schrijven. Sommigen
beweren dat het nog gemakkelijker is om
een foute JSP-code te schrijven. PHP
bepaalt zelf het juiste type van een
bepaalde variabele.
3. Ideeën formuleren en
structureren

Passiefconstructie:
Nadruk wordt gelegd op de proef, de
resultaten … niet op de persoon die deze
proef opstelt of op de persoon die deze
resultaten bereikt heeft. (JIJ dus)
3. Ideeën formuleren en
structureren
NIET:
In het eerste deel van deze bachelorproef
zal ik een inleiding geven in de materie.
Daarna bespreek ik de huidige situatie.
WEL:
In het eerste deel van deze bachelorproef
wordt een inleiding gegeven in de
materie. Daarna wordt de huidige situatie
belicht.
3. Ideeën formuleren en
structureren
Alternatieven voor passiefconstructie:
dynamische werkwoorden
Aan de vormgeving wordt veel aandacht besteed.
De vormgeving krijgt veel aandacht.
In hoofdstuk 2 worden de meningen van de
geïnterviewden weergegeven.
Hoofdstuk 3 bevat de meningen van …
3. Ideeën formuleren en
structureren

Dynamische werkwoorden in plaats van
naamwoordstijl
NIET: Dank aan de heer Janssens voor het
beantwoorden van mijn vragen en het
nalezen van mijn masterproef.
WEL: Dank aan de heer Janssens omdat hij
mijn vragen beantwoordde en deze
masterproef nalas.
3. Ideeën formuleren en
structureren
Vermijd:
- Betreft – constructies
- Zijn + …end
STROEF: Wat betreft de
onderzoeksprocedure zijn de meningen
gelijklopend.
VLOTTER: De meningen over de
onderzoeksprocedures lopen gelijk.
3. Ideeën formuleren en
structureren
Vermijd verder:
- ‘ik’, ‘wij’, ‘jij’, ‘jullie’
- ‘men’
- Bv. Men kent deze problemen overal, ook
in Nederland.
 Ook Nederland kent deze problemen.
Een verslag is geen dagboek!
3. Ideeën formuleren en
structureren
Zinsbouw:
 Eén nieuwe gedachte per zin/alinea.
 Varieer de zinslengte.
 Varieer zinsbouw
 Schrijf volwaardige zinnen.
3. Ideeën formuleren en
structureren