Livius, AUC, II, 10

Download Report

Transcript Livius, AUC, II, 10

2. HORATIUS COCLES HOUDT DE ETRUSKEN TEGEN (II, 10)
a. Horatius Cocles spoort de Romeinen aan de brug af te breken
(10.1-4)
• Cum hostes adessent,
• pro se quisque in urbem ex agris demigrant;
• urbem ipsam saepiunt praesidiis.
• Toen de vijanden aanwezig waren,
• trokken (trekken) ze ieder voor zich weg naar de stad uit de
akkers;
• de stad zelf beschermen ze met garnizoenen.
•
•
•
•
Alia muris, alia Tiberi obiecto videbantur tuta:
pons sublicius iter paene hostibus dedit,
ni unus vir fuisset, Horatius Cocles;
id munimentum illo die fortuna urbis Romanae habuit.
• Sommige delen schenen veilig door muren, andere delen door
de Tiber die in de weg ligt:
• de brug op houten palen gaf bijna toegang aan de vijanden,
• als er niet één man was geweest, Horatius Cocles;
• die dag had het lot van de Romeinse stad hém als bolwerk/dit
bolwerk.
• videbantur tuta - pons sublicius: asyndeton, nadruk op sterke
tegenstelling
• Qui, positus forte in statione pontis,
• cum captum repentino impetu Ianiculum atque inde citatos decurrere
hostes vidisset
• trepidamque turbam suorum arma ordinesque relinquere,
• reprehensans singulos, obsistens obtestansque deum et hominum
fidem, testabatur
• nequiquam deserto praesidio eos fugere;
• Deze, toevallig op wacht(post) van de brug geplaatst,
• toen hij had gezien dat de Janiculum door een plotselinge aanval was
ingenomen en dat vandaar snel de vijanden naar beneden renden
• en dat de angstige menigte van zijn mannen hun wapens en
gelederen verlieten,
• bezwoer hen een voor een tegenhoudend, blokkerend en zich
beroepend op de trouw van goden en mensen,
• dat ze vergeefs, nadat ze hun post hadden verlaten, vluchten;
• Nequiquam: als we de vijand hier niet tegenhouden, staat die meteen
in het stadscentrum.
• si transitum pontem a tergo reliquissent,
• iam plus hostium in Palatio Capitolioque quam in Ianiculo fore.
• als ze de brug, na die overgegaan te zijn, achter zich zouden
hebben gelaten,
• (bezwoer hij dat) er spoedig meer vijanden op de Palatijn en
het Capitool zouden zijn dan op de Janiculum.
• Itaque monere, praedicere ut pontem ferro, igni, quacumque vi
possint, interrumpant:
• se impetum hostium, quantum corpore uno posset obsisti,
excepturum.
• Dus spoorde hij (hen) aan, beval (hun) om de brug met ijzer,
vuur, welk geweld ook maar af te breken:
• dat hij de aanval van de vijanden, voor zover die met één
lichaam kon worden tegengehouden, zou opvangen.
• Itaque monere, praedicere ut pontem ferro, igni, quacumque vi
possint, interrumpant:
Asyndeton en trikolon onderstrepen de snelheid van handelen.
• Horatius doet dus 2 aansporingen: verlaat de brug niet; daarna:
breek de brug af.
b. Horatius Cocles daagt de Etrusken uit (10.5-9)
• Vadit inde in primum aditum pontis,
• insignisque inter conspecta cedentium pugnae terga
• obversis comminus ad ineundum proelium armis,
• ipso miraculo audaciae obstupefecit hostes.
• Vervolgens begeeft hij zich naar de eerste toegang van de brug,
• en opvallend te midden van de in het oog springende ruggen
van hen die zich onttrekken aan het gevecht,
• met de wapens in de aanslag om man tegen man het gevecht te
beginnen,
• verbijsterde hij door juist het wonder van moed de vijanden.
• In primum aditum pontis: de vijand zit op de Janucilum, dus ligt
de eerste toegang via de brug aan die kant.
• Insignis: Horatius Cocles valt op doordat hij als enige niet vlucht.
• Duos tamen cum eo pudor tenuit,
• Sp. Larcium ac T. Herminium, ambos claros genere factisque.
• Toch hield eergevoel twee (mannen) met hem tegen,
• Spurius Larcius en Titus Herminius, beiden beroemd door
afkomst en daden.
• Pudor: van Spurius Larcius en Titus Herminius.
• Cum his primam periculi procellam et quod tumultuosissimum
pugnae erat, parumper sustinuit;
• Met dezen hield hij korte tijd de eerste storm van het gevaar en,
dat wat het meest chaotische (deel) van het gevecht was, uit;
• deinde eos quoque ipsos, exigua parte pontis relicta,
• revocantibus qui rescindebant, cedere in tutum coegit.
• daarna dwong hij ook henzelf, toen een klein deel van de brug
achtergelaten/over was,
• toen zij die (de burg) afbraken hen terugriepen, naar een veilige
plaats te gaan.
• Eos ipsos = Spurius Larcius en Titus Herminius.
• Circumferens inde truces minaciter oculos ad proceres
Etruscorum,
• nunc singulos provocare, nunc increpare omnes:
• Terwijl hij vervolgens zijn grimmige ogen dreigend rond liet
gaan naar de voornaamsten van de Etrusken,
• daagde hij ze nu eens één voor één uit, dan weer maakte hij
allen verwijten:
• Chiasme: singulos provocare – increpare omnes
• servitia regum superborum, suae libertatis immemores,
• alienam oppugnatum venire.
• dat zij als slaven van trotse koningen, hun eigen vrijheid
vergetend,
• kwamen om die van een ander te belagen.
• Cunctati aliquamdiu sunt, dum alius alium, ut proelium
incipiant, circumspectant;
• pudor deinde commovit aciem, et clamore sublato
• undique in unum hostem tela coniciunt.
• Ze aarzelden een tijdje, terwijl de een de ander in de gaten
houdt om het gevecht te beginnen;
• eergevoel bracht vervolgens de strijd in beweging, en na
geschreeuw te hebben aangeheven,
• werpen ze van alle kanten wapens naar één vijand.
• Pudor: van de Etrusken
• In unum hostem = Horatius Cocles.
c. Dankzij Horatius wordt de brug op tijd gesloopt (10.10-10.13)
• Quae cum in obiecto cuncta scuto haesissent,
• neque ille minus obstinatus ingenti pontem obtineret gradu,
iam impetu conabantur detrudere virum,
• Toen deze allemaal in het voorgehouden schild waren blijven
steken,
• en hij niet minder vasthoudend, stevig wijdbeens staand, de
brug bezet hield,
• probeerden ze nu (eindelijk) met een aanval de man te
verdrijven,
• conabantur – impf – poging en tijdsduur
• cum simul fragor rupti pontis,
• simul clamor Romanorum, alacritate perfecti operis sublatus,
pavore subito impetum sustinuit.
• toen tegelijkertijd het gekraak van het breken van de brug,
• tegelijkertijd het geschreeuw van de Romeinen, aangeheven uit
blijdschap over het voltooien van het werk,
• door een plotselinge angst de aanval tegenhield(en).
• sustinuit – perf – tijdsduur buiten beschouwing, éénmalig.
• pavore subito – angst van de Etrusken
• Tum Cocles ‘Tiberine pater’ inquit,
• ‘te sancte precor,
• haec arma et hunc militem propitio flumine accipias.’
• Toen zei Cocles: ‘Vader Tiber,
• (tot) u, heilige, smeek ik,
• moge u deze wapens en deze soldaat in uw genadige rivier
opnemen.’
•
•
•
•
Ita sic armatus in Tiberim desiluit
multisque superincidentibus telis
incolumis ad suos tranavit,
rem ausus plus famae habituram ad posteros quam fidei.
•
•
•
•
Aldus sprong hij, zo gewapend, in de Tiber
en terwijl vele wapens boven (op hem) vielen,
zwom hij ongedeerd naar de overkant naar de zijnen,
nadat hij een daad had gedurfd die meer roem zou hebben bij
het nageslacht dan geloof(waardigheid).
• rem ausus plus famae habituram ad posteros quam fidei: Livius
gelooft het zo net nog niet dat het precies zo is gegaan.
• Grata erga tantam virtutem civitas fuit;
• statua in comitio posita;
• agri quantum uno die circumaravit, datum.
• De staat/burgerij was dankbaar jegens zo grote moed;
• er werd een standbeeld op het Comitium geplaatst;
• zoveel land als hij in één dag met een ploeg kon
omgeven/beploegen, werd hem gegeven.
• deze hele zin wordt samengevat door r. 12 publicos honores.
• Privata quoque inter publicos honores studia eminebant;
• nam in magna inopia pro domesticis copiis unusquisque ei
aliquid,
• fraudans se ipse victu suo, contulit.
• Ook privésympathieën vielen in het oog te midden van publieke
eerbewijzen;
• want ondanks de grote armoede droeg iedereen in verhouding
tot zijn eigen voorraden iets voor hem bij,
• zichzelf berovend van zijn eigen levensonderhoud.
• privata studia – van iedereen krijgt Horatius Cocles iets.
• in magna inopia – veroorzaakt door de oorlog met
Porsenna/Etrusken.