Een communistische grootmacht - Hoofdstuk 3

Download Report

Transcript Een communistische grootmacht - Hoofdstuk 3

Een communistische
grootmacht
HOOFDSTUK 3
De Russische Revolutie
 Wat weet je van Rusland?
 Maak een woordspin waarbij je dit laat zien
De Russische Revolutie
De Russische Revolutie
Tsaar Alexander II wordt in 1881 gedood
door een bomaanslag
 Wordt geregeerd door de
tsaar.
 Er heerst een
autocratisch bewind.
 Geen industrie, 80% van
de inwoners is boer.
 Groeiende onvrede onder
de bevolking.
De Russische Revolutie
 Opkomst oppositie
 Er waren regelmatig opstanden gericht tegen de
alleenheerschappij van de tsaren.
 In Rusland werden de ideeën van Karl Marx
populair.
Arbeiders
stonden sterker
als ze
samenwerkten
Karl Marx
Benoemt een
tegenstelling in
de maatschappij
Schreef “das
Kapital” in 1867
De
arbeidersklasse,
tegen de
bezittende klasse
Het proletariaat
tegen de
bourgeoisie
Fase 1
Fase 2
Fase 3
Fase 4
• Klassenstrijd tussen het proletariaat en de
bourgeoisie.
De rijken worden rijker, armen worden armer.
• Revolutie! De bezitlozen komen in opstand
• Dictatuur van het Proletariaat. Tussenfase
• Klassenloze maatschappij waarbij bezit en
welvaart eerlijk worden verdeeld
De Russische Revolutie
 Lenin paste de leer van Marx aan aan de Russische
situatie..
 Er moest een sterke partij komen.
 De bolsjewieken (aanhangers van Lenin) zouden
Rusland dan naar het communisme leiden.
 Andere socialisten (mensjewieken) wilden
samenwerken met andere partijen.
De Russische Revolutie
 ‘ bloedige zondag’ 1905.
 Op deze dag vielen troepen van de tsaar
deelnemers van een protestmars aan.
 Als reactie ontstonden overal kleine revoluties
waarbij de bolsjewieken en mensjewieken de
macht overnamen.
 Gevolg: Tsaar Nicolaas II zag zich genoodzaakt
concessies te doen.
De Russische Revolutie
Oorzaak
Gevolg
De Russische Revolutie
Kleine
revoluties
De tsaar
doet
consessies
De Russische Revolutie
 De concessies waren:
 Er kwam een volksvertegenwoordiging, de Doema.
 De uiteindelijke Doema had door de druk van de
tsaristische familie én censuskiesrecht weinig
macht.
Rusland in WO I
 In het begin stond het volk eensgezind achter de
oorlog.
 Slaat om in negativisme omdat er zeer zware
verliezen werden geleden.
 1 op de 3 soldaten had geen geweer.
 Groot gigantisch voedseltekort.
De Februarirevolutie
 Op 23 februari liep een protest voor ‘brood en
vrede’ uit de hand. Dit gebeurde in Sint Petersburg.
 veel soldaten kozen de kant van de betogers.
 Hierdoor stortte het rijk snel ineen >de tsaar trad
op 2 maart af.
 Gevolg: Er werd een voorlopige regering gevormd
door de mensjewieken.
Op naar de oktoberrevolutie
 Vanuit Zwitserland gaf Lenin aan de voorlopige
regering niet te erkennen en riep de bolsjewieken
op zich voor te bereiden op de revolutie.
 Hij reisde vanuit Zwitserland, via Duitsland (!)
naar St. Petersburg.
Dit gebeurde in april 1917.
 Hij beloofde het volk: land, brood en vrede.
Maak een vergelijkend schema
Februarirevolutie
Oktoberrevolutie
Maak een vergelijkend schema over de 2
revoluties.
Februarirevolutie
Oktoberrevolutie
Tsaar deed afstand van de troon
Machtsovername door de
bolsjewieken, nadat ze de
Voorlopige Regering gevangen
namen.
Doema koos een voorlopige
regering
Lenin kreeg alle macht in handen
Voorlopige regering beloofde een
grondwet en verkiezingen
Uitbreken burgeroorlog
Rusland gaat zich terug trekken
uit WO I
Burgeroorlog
Witten:
- Liberalen
- Generaals
- Grootgrondbezitters
Tegen
Roden:
- Bolsjewieken
- Trotski en Lenin
Een nieuwe staat
 In 1922 werd de Sovjet-Unie opgericht.
 Veranderingen:
- landgoederen, fabrieken en buitenlandse
eigendommen kwamen in handen van de staat.
- Mensen die bezit kwijtraakten kregen geen
compensatie
- De communistische was de enig toegestane partij_
 De Sovjet-Unie werd een éénpartijstaat
Paragraaf 2, een arbeidersparadijs
Een arbeidersparadijs
 Lees paragraaf 2.1
 Maak een schema over de problemen van Rusland
tussen 1917-1922.
Een oorzaak en gevolg schema
 Vergelijk deze daarna met je buurman en buurvrouw
Een arbeidersparadijs
Een arbeidersparadijs
Nationalisatie
Slechte leiding
van de bedrijven
en
boerenbedrijven
door arbeiders
Weinig
opbrengst,
terugkomst
‘oude
bedrijfsleiding’
Rusland na 1917
Een arbeidersparadijs
 Hongersnood in 1921
 Mensen gingen lijden onder het communisme.
 De NEP, Nieuwe Economische politiek, wordt
ingevoerd.
 Zoek voor je zelf op wat de NEP is, en leg dit uit.
 Waarom is dit vreemd binnen het communisme?
Paragraaf 2.2, Vijfjarenplannen
 Lenin overlijdt in 1924
 Beoogd opvolger: Trostki, leider van het Rode leger.
 Stalin werd de opvolger van Lenin.
 Hij was Secretaris-Generaal van de Partij.
Paragraaf 2.2, Vijfjarenplannen
 Wat gebeurt er na de machtsovername?
 Planeconomie
 Vijfjarenplannen
 Collectivisatie in de landbouw
 Afschaffing NEP
 De Grote Zuivering
 Uitbreken WOII, ondanks niet aanvalsverdrag met
Duitsland.
Paragraaf 2.3 Collectivisatie van de landbouw
 Doel collectivisatie: landbouw moderniseren en
productie verhogen.
 Met de producten worden machines gekocht.
 De grote boerderijen noem je kolchozen
Op een kolchoz werk je als een arbeider en woon je in
kazernes
Paragraaf 2.3 Collectivisatie van de landbouw
 Reactie op de collectivisatie:
 De boeren wilden niet meewerken -> Slachtten
massaal hun vee.
 Als reactie hierop werden deze ‘koelakken’
gedeporteerd
Paragraaf 3, het Stalinisme
 3.1 Totalitaire dictatuur
 Stalin zorgde voor vele veranderingen in de Sovjet-
Unie
Dit gebeurde met en onder dwang.
 Welke rol speelde de geheime politie in deze
totalitaire dictatuur?
Twee revoluties in één jaar