Fiscale aspecten van (echt)scheiding

Download Report

Transcript Fiscale aspecten van (echt)scheiding

Studiekring Utrecht
Fiscale aspecten van
(echt)scheiding
10 september 2013
Mr Frank van den Barselaar MFP
Agenda
• Even voorstellen…
• Fiscale knelpunten bij (echt)scheiding
• De dga en (echt)scheiding:
– De kasgeldvennootschap bij (echt)scheiding
– De actieve vennootschap bij (echt)scheiding
• Wat u verder wilt (zolang het met geld en echtscheiding
te maken heeft)
Over Frank van den Barselaar
• Werkzaam als fiscaal jurist, financieel planner en
vermogensstructureerder bij:
•
•
•
•
1997-2002:
2002-2005:
2005-2009:
2009-heden:
PricewaterhouseCoopers (PwC)
Deloitte
Zantboer + Partners (mede-oprichter)
Frank about money (oprichter)
• Dienstverlening 100% gericht op (echt)scheidingen,
met name ter ondersteuning familierechtadvocaten
• Docent specialisatieopleiding vFAS en (vele) andere
instellingen.
• Standplaats Breda, maar landelijk opererend
Echtscheiding: mijn benadering
Civiel
Juridisch
Fiscaal/
Financieel
Alimentatie
kinderpartner-
Vermogensafwikkeling
verdelen
verrekenen
vergoeden
Pensioen
Overig?
bedrijfsopvolging
ontslag
…
Schenking
Waarde regeling:
Geld, voorwaarden en risico's
Fiscale knelpunten in de
scheidingspraktijk
Knelpunt 1: een (veel voorkomende) fout…
“Al hetgeen dat door partijen is voldaan voor de
ingangsdatum van de betaling van partneralimentatie op
grond van het convenant, wordt gezien als kosten van de
huishouding.”
Fiscaal is sprake van “partneralimentatie” vanaf het
moment van duurzaam gescheiden leven. Er worden dus
vaak onterecht geen bedragen opgevoerd en afgetrokken.
Knelpunt 2: netto bedoeld, bruto vastgelegd
Een gemeenschappelijke lijfrenteverzekering wordt bij de
verdeling toegedeeld aan één van beiden waarbij rekening
wordt gehouden met een belastinglatentie:
Lijfrenteverzekering
Belastinglatentie (30%)
Totaal
Aanspraak (ieder 50%)
Over- onderbedeling
Totaal
€ 20.000
€ 6.000€ 14.000
Man
€0
€0
€ 7.000
€ 7.000
Vrouw
€ 20.000
€ 6.000€ 14.000
€ 7.000
€ 7.000-
Knelpunt 2: netto bedoeld, bruto vastgelegd
Deze afspraak is belast bij de man (art. 3.102 lid 2 Wet
IB2001) en aftrekbaar bij de vrouw (art. 6.3 lid 1 onder d
Wet IB 2001):
Lijfrenteverzekering
Belastinglatentie (30%)
Totaal
Aanspraak (ieder 50%)
Over- onderbedeling
Totaal
€ 20.000
€ 6.000€ 14.000
Totaal vermogensafwikkeling
Belastingheffing (42%)
Totaal
Man
€0
€0
€ 7.000
€ 7.000
Vrouw
€ 20.000
€ 6.000€ 14.000 a
€ 7.000
€ 7.000- b
€ 7.000
€ 2.940€ 4.060
€ 7.000 a+b
€ 2.940
€ 9.940
Knelpunt 3: fiscale barrières
“De vrouw het huis zonder uitbetaling van de overwaarde,
de man geen alimentatieplicht of behoud van het gehele
pensioen.”
Dit is fiscaal een afkoop van partneralimentatie of
verrekening van pensioenrechten en leidt tot heffing
bij de vrouw over de helft van de overwaarde en
(mogelijk) tot aftrek bij de man.
Drie problemen, één oplossing
“Indien en voor zover een afspraak in deze overeenkomst
voor één der partijen leidt tot een persoonsgebonden
aftrekpost in de zin van art. 6.3 Wet op de
inkomstenbelasting 2001 wordt deze aftrekpost met een
beroep op art. 2.17 lid 7 Wet IB2001 toegerekend aan de
andere partij. De aftrekpost als gevolg van de periodieke
betaling van de onderhoudsbijdrage uit hoofde van art. 1
van deze overeenkomst blijft hierbij buiten beschouwing.”
Ps: let nog wel op het betalingsmoment van een afkoop
van partneralimentatie en de timing van indiening
scheidingsverzoek.
De mogelijkheden van deze bepaling
in het jaar van scheiding
- Een netto afkoop van partneralimentatie;
- De netto verrekening van
pensioenvereveningsaanspraken (zie voorbeeld hierna);
- Een netto schenking van een alimentatieplichtige aan
een alimentatiegerechtigde => eventueel door verlenging
van de alimentatietermijn en afkoop van de jaren na 12
jaar.
Kortom: vrijwel iedere regeling is in onderling overleg
fiscaal neutraal te realiseren.
Knelpunt 4: Afkoop ouderhoudsverplichting
Artikel 3. 101 lid 1 onder c Wet IB 2001: periodieke
uitkeringen die in rechte vorderbaar zijn niet de
tegenwaarde voor een prestatie vormen.
Artikel 3: 102 Wet IB2001: Al hetgeen wordt ontvangen ter
vervanging van een periodieke uitkering is progressief
belast.
Artikel 6.3 lid 1 onder a Wet IB2001: Afkoopsommen van
familierechtelijke uitkeringen die worden voldaan aan de
gewezen echtgenoot.
Gevolg: mogelijk wel heffing, geen aftrek!
Knelpunt 5: verschil verdelen/verrekenen
“verdelen” is vaak (voorwaardelijk) gefaciliteerd. Zie
bijvoorbeeld voor aanmerkelijk belang, IBondernemingen en lijfrenteverzekeringen.
Overdracht ter uitvoering van een verrekenbeding is niet
gefaciliteerd. Het creëren van een beperkte
huwelijksgemeenschap in het zicht van scheiding ter
besparing overdrachtsbelasting werkt, maar voor de
inkomstenbelasting wekt dit meestal niet. Er is alleen
een (onvolledige) tegemoetkoming voor de overdracht
van lijfrenteverzekeringen ter voldoening van een
verrekenvordering.
Knelpunt 6: belaste schenking of niet
Het huwelijksvermogensrecht gaat uit van een subjectieve
waarde/ redelijkheid en billijkheid terwijl voor de
schenkbelasting een objectieve bevoordeling als
voorwaarde wordt gesteld.
Voorbeeld: Partijen zijn gehuwd in gemeenschap van
goederen. De man erft grond onder een
uitsluitingsclausule waarop vervolgens een woonhuis is
gebouwd. De woning is door natrekking van de man en
de vrouw heeft een (toen nog) nominaal
vergoedingsrecht. Als de gehele waarde van de woning
wordt gedeeld, is dit dan een belaste schenking?
De kasgeldvennootschap
bij (echt)scheiding
Draagkracht uit de
kasgeldvennootschap
De verkrijgingsprijs bedraagt 20. De
belastinglatentie bedraagt 25% van het restant ofwel
245. De belastinglatentie wordt niet contant
gemaakt.
beleggingen
Balans
1000 eigen vermogen
1000
totaal
1000 totaal
1000
Stel: de vennootschap verwacht een rendement van
6%. Wat is de invloed hiervan op de draagkracht van
de aandeelhouder?
Draagkracht uit kasgeldvennootschap
Het rendement kan als dividend of als salaris in de
draagkrachtberekening worden betrokken:
Salaris
af: IB (box I)
Dividend (na vpb)
AB heffing
Toename draagkrachtruimte
beschikbaar voor alimentatie
Toename (bruto) draagkracht
salaris
dividend
60
-31,2
48
-12
28,8
36
17,28
21,6
36
45
Het verschil wordt veroorzaakt door het verschil in
(aangenomen) belastingheffing over het rendement.
Dividend is hier per saldo lager belast waardoor meer
draagkracht resteert.
Draagkracht uit kasgeldvennootschap
- De houder van de aandelen kan de beleggingen in de BV
aanhouden, maar deze kan ook kiezen voor liquidatie van
de vennootschap of het uitlenen van de beleggingen aan
“privé”.
- Voor de gevolgen zie schema “draagkracht uit de
kasgeldvennootschap” plus (concept) artikel in reader;
- Wat gebeurd er als de belastingtarieven of het rendement
wijzigt?
- Welke structuur en welk rendement is een redelijk
uitgangspunt? Op welke wijze zou het risico van een
afwijkend rendement moeten worden meegewogen?
Opinie en vragen over vrij belegbaar
vermogen in de BV
- Ten aanzien van vrij belegbaar vermogen kan de dga zelf
kiezen voor een fiscale structuur en het beleggingsbeleid.
In redelijkheid mag van hem verwacht worden dat hij
een optimale keus maakt.
- Mag een alimentatiegerechtigde eisen dat een bepaald
beleggingsbeleid wordt gevolgd dat past bij haar doelrisicoprofiel?
- Alternatief voor continu aanpassing van de draagkracht
adhv het werkelijke rendement, is het (in de onderlinge
verhoudingen) fixeren van structuur en rendement.
Structurering in privé en een risicomijdend rendement
ligt dan voor de hand.
Actieve vennootschappen bij
(echt)scheiding
De scheiding van de dga
- De verschillende elementen worden los van elkaar
besproken, terwijl zij aantoonbaar samen hangen.
- Risico wordt gedeeld door de mogelijkheid van wijziging
van alimentatie, afstortingsplicht of aflossingsschema’s.
Wijziging via de rechter is vaak inefficient.
De DGA-analyse
- Voor beleggingen bestaan algemeen beschikbare
uitgangspunten mbt risico en rendement en heeft men
keuzevrijheid. Voor individuele bedrijven en het
vermogen dat erin vast zit, ligt dit anders.
- Risico is bepalend voor de houdbaarheid en
werkbaarheid van een regeling: afspraken moeten ook bij
een (reëel) tegenvallend resultaat werken.
- (alleen) een waarderingsrapport is derhalve
onvoldoende!
alimentatie
DGA
vermogensafwikkeling
pensioenaanspraak
aandeelhouder
RC/leenverhouding
dienstbetrekking
Holding
WerkMaatschappij
Expartner
Het hele financiële plaatje
1. Bereken op basis van verschillende prognoses de
(kasstroom en resultaats)ontwikkeling van de
onderneming en de situatie van beide betrokkenen;
2. Analyseer de gevolgen van juridische standpunten voor
alle situaties van alle betrokkenen;
3. Herhaal stap twee tot een werkbare en acceptabele
regeling is gevonden.
Het hele plaatje: analysehulp
Ik heb een rekenprogramma ontwikkeld waarin de
bedrijfswaardering/prognose wordt gekoppeld aan de
persoonlijke financiële situatie van beide betrokkenen bij
verschillende standpunten over waardering,
pensioenafstorting en alimentatie.
Onderdeel hiervan is een risico-analyse met (tot) 72
draagkrachtberekeningen, een liquiditeitsprognoses voor
alle betrokkenen en analyses vanuit bancair, fiscaal en
financieel perspectief.
Risico en scheiding (EB2010):
“Financieel risico en echtscheiding”
Hoeveel draagkracht kunt u
verdragen?
1. Een vennootschap heeft goede resultaten, maar ook
hoge aflossingsverplichtingen. Hoe bereken ik de
draagkracht?
2. Een vennootschap wordt eerst betrokken in
vermogensafwikkeling en vervolgens in de
draagkrachtberekening.
1.Goede resultaten, hoge
verplichtingen
800.000
700.000
600.000
500.000
400.000
300.000
200.000
100.000
0
2012
2013
I vrouw
2014
2015
2016
I man/BV
2017
2018
II vrouw
2019
2020
2021
II man/BV
2022
Goede resultaten, hoge verplichtingen
1. De dga kan de gevraagde alimentatie niet betalen door
de investerings- en aflossingsverplichtingen. Een
hogere betalingsplicht dan hij voorstelt is niet
werkbaar;
2. Door aflossingen en investeringen kan (de waarde van)
de onderneming groeien. Het voorstel van de man leidt
tot een onevenwichtige vermogensgroei.
Wat dan wel (nieuw!):
“Draagkracht van de dga”
Stelling:
“De beste
investeringsaftrek die
een ondernemer kan
krijgen, is de verlaging
van de
alimentatieplicht tot
60% van het
investeringsbedrag.”
2. Eerst waarde, dan draagkracht?
500.000
450.000
400.000
350.000
300.000
250.000
200.000
150.000
100.000
50.000
0
2012
2013
I vrouw
2014
2015
2016
I man/BV
2017
2018
II vrouw
2019
2020
2021
II man/BV
2022
Eerst vermogen, dan draagkracht?
1. De dga heeft zelfs bij acceptatie van zijn standpunt in de
alimentatieberekening een minder gunstige
vermogensontwikkeling dan de ander;
2. Dit wordt veroorzaakt door een dubbeltelling die nu aan
de hand van de analyses zichtbaar wordt.
Wat dan wel: artikel (EB2008):
“Echtscheiding van de dga:
een fundamentele beschouwing”
Stelling:
“Een dga kan beter zijn
bedrijf verkopen en in
loondienst gaan dan
scheiden en de waarde
delen/verrekenen +
partneralimentatie voldoen
over de resultaten.”
Denk verder aan….
- De invloed van externe financiers (banken en/of mede
aandeelhouders). Geld kan vast zitten en ook na de
scheiding kan men (mede) aansprakelijkheid zijn voor
schulden of verplichtingen van anderen;
- Fiscale randvoorwaarden en heffingen op alle niveau’s;
- Risico: de kans dat (en de mate waarin) de werkelijkheid
afwijkt van de verwachtingen.
De DGA-analyse
Een volledige DGA-analyse maakt gebruik van minstens
drie rekenmodellen: een prognose van de onderneming,
een draagkrachtschatting en financiële planningssoftware.
Voor vandaag heb ik ten behoeve van een demonstratie een
vereenvoudigd model ontworpen in één spreadsheet. Dit
leent zich voor het vergelijken van eenvoudige standpunten.
Iedere analyse is anders/maatwerk!!
Afsluiting
Succes met het begeleiden van uw cliënten
U kunt altijd bellen:
076 51 381 50
Of e-mailen
[email protected]