Alcohol, tabak, drugs en internet

Download Report

Transcript Alcohol, tabak, drugs en internet

Voorlichting middelen
IrisZorg
Verslavingszorg en maatschappelijke opvang
:
Programma
• Drugs: effecten; risico’s
• Signaleren
• Motiverende
gesprekstechnieken
IrisZorg
Doelstelling
Het bevorderen van verantwoord omgaan met alcohol, drugs
en gokken,
zodat er zo min mogelijk nadelige gevolgen zijn voor
het lichamelijke, psychische en sociale welzijn van de persoon
en van zijn omgeving.
Drugs
Definitie
Drugs zijn psycho-actieve stoffen die van invloed
zijn op het centrale zenuwstelsel
en die om deze reden gebruikt worden
Drugs
3 categorieën
1 verdoven (sederen; dempen)
2 opwekken (stimuleren; oppeppen)
3 waarneming veranderen (trippen;
hallucineren)
Drugs
Verdovend
alcohol
opiaten (o.a. heroïne)
GHB
cannabis
(hasj en wiet)
Drugs
Stimulerend
cafeïne
(energy-drank!)
cocaïne
amfetamine
XTC
Drugs
Waarnemingsveranderend
cannabis (hasj & wiet)
XTC
paddo’s
truffels
LSD
Signaleren
Totaalbeeld
1
2
3
4
5
meer dan één signaal
tegelijkertijd of opeenvolgend optredend
gedurende langere tijd
roept bezorgdheid op
geeft overlast
Signaleren
uiterlijke kenmerken
1.
2.
3.
4.
5.
Strak staan
Spierkrampen in kaken (kauwen)
Grote, uitpuilende ogen
Verstoorde motoriek (tics)
Kleding/gadgets
Signaleren
gedrag:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Verstoorde motoriek (beweeglijk)
Onopvallend proberen te zijn
Afwezige blik
(Te) energiek
Neus ophalen
Luidruchtig
Handtastelijk
Snel prikkelbaar (kort lontje)
Psychische signalen
1 onverklaarbare stemmingswisselingen
2 somber / depressief
3 afstandelijk / onverschillig
4 (sneller) prikkelbaar / agressief
5 bagatelliseren van gebruik
6 angstig / achterdochtig
7 vergeetachtig
8 stiekem gedrag
9 veelvuldig voorkomen van ongelukjes
10 concentratieproblemen
Lichamelijke signalen
1 misselijkheid / hoofdpijn
2 gebrek aan eetlust of juist veel eten
3 gewichtsverlies (drugs) / opgeblazen (alcohol)
4 droge mond (cannabis & pepmiddelen)
5 slapeloosheid (stimulerende middelen)
6 snel vermoeid
7 slome, trage bewegingen
8 voortdurend neus ophalen (snuiven)
9 vergrote / verkleinde pupillen, rode ogen
10 vage maag- en darmklachten, braken
11 transpiratieaanvallen
12 trillen
13 infecties
Sociale signalen
1 relatieproblemen
2 sociaal isolement
3 verzuim school / werk
4 geen / weinig interesse in de omgeving
5 sterk wisselende prestaties
6 onnauwkeurig met afspraken / nalatigheid
7 verandering van vriendenkring
8 veelvuldig praten over middelen en gebruik
9 ‘lachkicks’
10 financiële problemen / geld lenen
11 kleding / gadgets
Permanente STADIA VAN VERANDERING
uitgang
Consolidatie Terugval
Start
Actieve verandering
Beslissing
Voorbeschouwing
Overpeinzing
Tussentijdse
uitgang
Prochaska & DiClemente (1982)
In gesprek gaan.
Niet doen:
• - te snel adviseren
• - afkeuren/beschuldigen
• - etiketteren
In gesprek gaan.
Wel doen:
• Oprechte interesse tonen
• Onbevooroordeeld
• Open vragen stellen
• Neutrale/positieve woordkeuze
Vragen?
@iriszorg.nl