Transcript Parlementaire democratie

Parlementaire
democratie
Welk soort parlementaire democratie vind
je nu in Nederland het beste?
Thema B: parlementaire
democratie

§4.1 Het parlement is baas boven baas

Wat moet je weten:
 het onderscheid tussen parlement en regering
 Waaruit bestaat de regering?
Minister-president, ministers + staatssecretarissen en
de koningin

Wat is het parlement?
Eerste en Tweede Kamer (ook:
volksvertegenwoordiging of Staten Generaal)

Het verschil tussen een directe en een indirecte
democratie


Taken van de regering, taken van het parlement
Verschil tussen Eerste en Tweede Kamer
Thema B: parlementaire
democratie
1815-1848
Koningen de
baas

§4.2 Leve de koningin! Leve de
hervorming!

4 verschillende periodes:
1848-1917 Op
weg naar
democratie
1917-1960
Politieke rust
1960-nu
Politieke strijd
Thema B: parlementaire
democratie

1815-1848
Koningen de
baas
Nederland werd een land met een
gezamenlijke regering.
Thema B: parlementaire
democratie
1815-1848
Koningen de
baas

voorheen 7 aparte gewesten (Friesland,
Stad en Lande, Overijssel, Gelre, Utrecht,
Holland en Zeeland) nu samen.

kiesrecht voor een kleine groep rijken.

Nederland was een ‘aristocratie’.
Thema B: parlementaire
democratie
1848-1917 Op
weg naar
democratie

1848-1917: periode van onrust

gegoede burgerij (bourgeoisie) wil meer
politieke invloed

enkele wijzigingen die worden ingevoerd:
 macht van de koning ingeperkt
 kiesrecht wordt uitgebreid naar meer burgers
 vrijheid van meningsuiting wordt vastgelegd
 politieke partijen ontstaan
 Nederland verandert van een aristocratie naar een
oligarchie
Thema B: parlementaire
democratie
1917-1960
Politieke rust

1917-1960: politieke rust

Nederlanders leefden sterk gescheiden van
elkaar.
Thema B: parlementaire
democratie
1960-nu
Politieke strijd

1960-nu: politieke strijd

Van ‘verzuiling’ naar ‘ontzuiling’.

Meer partijen, rol van geloof is kleiner
geworden.

Verschillen tussen partijen worden
benadrukt.