Odd Fellows - van de Sande in lezingen

Download Report

Transcript Odd Fellows - van de Sande in lezingen

De tijd, die grote beeldhouwer
ofwel
Is er een vaststaande waarheid over liefde en vriendschap?
IOOF
Groningen, 21 november 2013
De tijd, die grote beeldhouwer

Twee thema’s uit de interessante essaybundel van Yourcenar:
1. De beeldhouwer kiest een stuk steen, hakt er stukken af en maakt
een beeld. Later, door allerlei invloeden gaan er meer stukken af,
tot het weer een stuk steen is.
Dit is de allegorie voor de rol van de beeldhouwende cultuur tegenover de grote
gelijkmaker: de natuur. Daarmee ook voor de rol van uw orde
2. De grote abt Bede (AD 700) vergeleek het leven met een vogeltje dat
‘s winters een warme gezellige slotzaal in en weer uit vliegt
Is dat niet een mooi beeld van de orde: een warme gezellige slotzaal, of is het de
orde zelf die het vogeltje is?
Het zijn deze vragen waar we ons mee gaan bezighouden:
1. Wat is de opdracht van de orde anders dan het scheppen en volhouden van een
vorm voor een inhoud? Kan deze vorm zonder verlies veranderen?
2. De orde biedt iets aan zijn leden, maar de maatschappij biedt iets aan de orde.
Moet de orde naar de maatschappij luisteren of is dat omgekeerd?
Een ruwe tijdslijn

Volgens Tönnies (1875) twee tijdperken:
• Gemeinschaft en Gesellschaft
•
ofwel: Natuurgedomineerd vs Cultuurgedomineerd
Dat beeld is te nuanceren als het om groepsvorming gaat:
•
•
•
•
200.000 bC-1300 AD
1300 - 1700
1700 - 1950
1950 - 2010
Gemeinschaft
Belangengroepen
Verenigingsleven
Individualisering
ENKELE CLUBHUIZEN voor mannen

Enkele succesvolle moderne clubhuizen

U heeft wellicht een probleem?
Wat hebben deze succesvollen gemeen?

IMAGE
Aantrekkelijk zijn voor nieuwe (jonge) leden
Goede PR (Afgestemd op individualisme)
NUT
Mogelijkheid tot beleven plezier (Utile dulce)
Mogelijkheden tot netwerken
AFWISSELING
Actief beleid, zowel serieus als speels (voorkom inslapen!)
Veel feest-achtige gelegenheden (Nieuw! Spannend!)
Menging geslachten en leeftijden (evt Reunisten)
STATUS
Status van club (club = Instituut)
Statusverhoging leden: Sociale identiteit
Club nieuw leven inblazen: 2 strategieen

Makkelijk: Dingen makkelijker maken
•
•
•
•
•
•
Meer geld investeren. Subsidies & sponsors verwerven
Communicatie digitaliseren
Informatie via internet verspreiden
Nieuwe leden werven door media-campagnes
Marketing-achtige technieken (premies, kortingen)
Reclame en voorlichting
Moeilijk: Dingen aantrekkelijker maken
•
•
•
•
•
Waarde lidmaatschap verhogen (entreesom, initiatie, status)
Beginselen aanpassen aan tijd (zonder opoffering kern)
Doelen opnieuw bezien: Zijn die wellicht geëvolueerd/gesleten?
Side payments (Netwerk!) reëel laten zijn
Versterking identificatie/loyaliteit
De mens reist langs twee sporen
© 2012 JP van de Sande RuG
NATUUR
Voortplanting
Kinderzorg
Erbij horen
Verkennen
Status
Agressie
Communicatie
Eten/Drinken
Voorraad maken
Territorium maken
Jagen
Bouwen
Ruilen
Lichaamsverzorging
Uitrusten
Migratie
Spel
CULTUUR
RELATIES EN OPVOEDING
MANIEREN VAN SAMENLEVEN (bv.
Organisatietypen of Stad vs platteland)
IDEALEN, WAARDEN, WAARDERINGEN
HELDEN, VERHALEN, SPROOKJES
REGERING, POLITIEK SYSTEEM,
RECHTSPRAAK
REGELS, NORMEN, GEWOONTES,
FOLKLORE
WETENSCHAP, GODSDIENST, FILOSOFIE
OORLOGVOERING, VESTINGBOUW
TAAL, POËZIE, ROMANS
ETEN, DRINKEN, GENIETEN, FESTIVALS
TECHNIEK, GENEESMIDDELEN,
APPARATEN, WAPENS
KUNST, GEBOUWEN, SIERADEN
HANDEL, BANKWEZEN
KLEDING, COSMETICA, BADEN
VERHOUDINGEN MET ANDERE
GROEPEN MENSEN, VACANTIE
SPELLETJES,SCHAKEN, GAMING, SPORT
Groepen kennen ook twee sporen
© 2012 JP van de Sande RuG
CULTUUR
NATUUR
Niets dierlijks is ons vreemd
Instincten en emoties
Weinig impulscontrole
Veel informele groepen
Langzame ontwikkeling
Permanente groepen
Ratio beïnvloedt gedrag
Normen & Waarden
Kosten-Baten analyse
Veel formele groeperingen
Snelle planning
Wisselende netwerken
Samenleving: Gemeinschaft
Behoefte aan erbij horen
Groepsdoelen
Plicht; Eer; Traditie
Conservatief; Stabiliteit
Religie; Magie
Strong ties
Samenleving: Gesellschaft
Behoefte aan vrijheid
Individualistische doelen
Vrijheid; Geld; Vernieuwing
Progressief; Schijnverandering
Ideologie; Techniek
Weak ties
Specifieke reacties op crisis
Sociale steun zoeken/geven
Toename cohesie
Strijd zoeken met vijand
Acceptatie van lot
Specifieke reacties op crisis
Steun professional zoeken
Toename isolement
Zoeken rationele oplossing
10
Verzet tegen lot
Ferdinand Tönnies
Samenvatting: de club

WAT IS DAT: EEN CLUB?
“Een regelmatig bijeenkomende groep mensen die een of ander voorwendsel hebben, maar die het
vooral begonnen lijkt om het plezier van bij elkander zijn.”
Vooral bij mannen is dat voorwendsel nodig, vrouwen doen het makkelijker en natuurlijker.
Ondergrens van clubs dus gevormd door onregelmatig bijeenkomende groepen waarin men nauwelijks
plezier beleeft. Bovengrens duidelijke taakgroepen, met of zonder plezier
VORMEN VAN CLUBS
Op welke wijzen vinden we het clubwezen terug?
In jacht- en oorlogs-clubs zoals we ze in primitieve culturen aantreffen, maar ook in allerlei gebieden
van het dagelijks leven en van het kinderspel, in mannenhuizen, in koffiehuizen en cafés, in de
padvinderij, in liefdadigheid en aanverwante gebieden, zoals de Service clubs, in het welbegrepen
eigenbelang, zoals beleggersclubs, in politiek en religie, en in de bevordering van cultuur.
Ideaal is een clubhuis, maar het kan ook zonder
Bij enigerlei grootte of bezit: leiding dan wel coordinatie nodig
BELANGRIJKSTE VOORDELEN VAN CLUBS
Beleven plezier (in de ruimste zin)
Treffen gelijkgezinden
Sociale identiteit
Beleven plezier
Samenvatting: de maatschappij

Onze maatschappij is sterk aan het veranderen.
1. De banden tussen mensen zijn minder sterk en persoonlijke
interactie wordt vervangen door boodschappen uitgewisseld door
mensen die niet in elkaars aanwezigheid zijn.
2. De hoeveelheid algemene regels neemt dramatisch toe maar in het
priveleven juist af. Vrijblijvendheid is de norm
3. De verschillen tussen de geslachten zijn cultureel veel minder
duidelijk geworden, zodat mannen een sterkere rol in huishouden
en opvoeding kregen
4. De productiedruk is enorm opgevoerd, waardoor een dergelijke
norm ook in de vrije tijd lijkt te gaan gelden (quality time)
5. Loyaliteit is geen vanzelfsprekendheid meer, banden worden
makkelijk aangeknoopt en even makkelijk ontbonden
conclusies

Goed
Goed
Goedom
Bezig
Goed
Bezig Goed Bezig
1. Bezig
Mensen
zijnBezig
ontworpen
zichzelf
te redden
2. De wereld was nog nooit zo veilig als nu
3. PSH is een belangrijk medicijn, en dient verstandig
gedoseerd
Goed Bezig
Goed Bezig Goed Bezig Goed Bezig Goed Bezig
4. Het is normaal dat mensen bij het werk, wat dat ook maar
is, tevens hun eigen belangen in het oog houden
5. Lever U niet uit aan ambtenaren op ministeries, noch aan de
Goed Bezig
Goed Bezig
Goed Bezig Goed Bezig
softe mafia,
noch aanEINDE
de hard liners
6. Het is goed om locaal te werken: kennen en gekend worden
is het parool
7. Maar op locaal niveau ziet men helaas te weinig rampen,
Goed Bezig
Goed
Bezig niet
Goed
Bezig
Goed Bezig Goed Bezig
zodat de
ervaring
groot
is
8. Over de grens kijken heeft zo zijn leuke kanten
9. U bent goed bezig
Goed Bezig
Goed Bezig
Goed Bezig
Goed Bezig
Goed Bezig
Een stukje geschiedenis (zelf
vergroten)

De club als natuurlijk en cultureel verschijnsel
HISTORIE
Clubs vinden we door de gehele menselijke geschiedenis. Clubs waren altijd een mannenzaak. Vrouwen hadden natuurlijk ook clubs, maar die noemden zich niet zo, ze kwamen gewoon
bij elkaar en zaten onder het werk lekker te kletsen.
De oervorm van de mannenclub is fraai gedefinieerd door de geleerde Dr Johnson:
Een vereniging van mannen die onder bepaalde omstandigheden met een bepaald doel bij elkaar komt.
De vrouwenclub zou dan zijn: een samenkomst van vrouwen die het gezellig willen hebben tijdens hun bezigheden.
Kenmerkend voor zo’n mannengroep is verder dat hij niet gebaseerd was op familiebanden, maar werd gevormd voor een bepaald doel, meestal de jacht of de oorlog, wat er toentertijd
trouwens vaak op neerkwam dat een poging werd gedaan maagden uit de naburige nederzetting te roven en vervolgens wraak werd genomen voor dit soort jacht-excessen.
Was het doel bereikt, dan vierde men dat het doel bereikt was. Dat vieren kon overigens lang duren en gebeurde vaak in daartoe bestemde optrekken..
Dergelijke clubs vinden we heden ten dage nog bij primitieve volkeren en ze blijken daar dikwijls te beschikken over een eigen clubhuis: het zogenaamde mannenhuis (zie Dörfer:
Erscheinungsformen des Männerhauses in Melanesien).
Dat mannen huis werd buiten tijden van jacht en oorlog gebruikt voor gezellig verkeer en soms zelfs als slaapzaal.
U ziet al wel dat veel clubactiviteiten tijdsgebonden zijn: maagden worden allang niet meer geroofd, waarschijnlijk omdat ze er niet meer zijn. De vormen van het clubleven zijn
daarmee ook deels tijdsgebonden. Het wezen echter is van alle tijden, want diep verankerd in de menselijke natuur.
Kennelijk is de neiging tot clubvorming bij mannen onderweg in de genen vastgelegd, want voor zolang als we iets concreets weten over onze geschiedenis, zolang wordt er al melding
gemaakt van mannenclubs. Een sterk bij clubs horend fenomeen is de selectieve toelating: men moet eerst bewijzen het doel te onderschrijven en de juiste culturele
achtergrond te hebben. Dit kan in de lichte vorm van coöptatie, van ballotage, een proefperiode of een groentijd. Vaak wordt de proefperiode afgesloten met entreeceremonie.
OUDHEID
Een uitgebreid artikel in de 7e druk van de Encyclopedia Brittanica (1912) gaat in op het clubwezen in de Griekse en Romeinse oudheid. Het bleek daar te bloeien en groeien en
vertoonde vele verschijningsvormen. Zo kenden de Grieken de "Hetaireia", die anders dan de naam doet vermoeden, geen club van hoerelopers was, maar eerder een soort
ondersteuningsclub voor een politiek figuur, die onwettige middelen niet schuwde.
Verder vond men clubs van handeldrijvenden, noemt Solon clubs van zeerovers, en waren er nogal wat religieuze clubs die zich niet zelden overgaven aan orgiastische festiviteiten.
Ook de Romeinen weerden zich heftig aan het clubfront: Clubvorming vond plaats op basis van handel, religie, politiek, of hulp voor zieke medeburgers. Ook militaire clubs kwamen
voor. Bovendien begrafenisclubs en zelfs al Gilden. In feite waren de Romeinse clubs zoiets als onze maatschappen of vennootschappen, dus vaak nogal doelgericht. Het
latijnse woord voor club is ‘societas”, (maat- of vennoot-schap)
Vaak hadden ze een formeel bestuur, met een prefect, curatoren en een Questor voor de penningen. Altijd hadden deze clubs naast hun eigenlijke doel een gezelligheidsfunctie.
MODERNERE CLUBS
De middeleeuwen laten we in dit verhaal redelijk duister, hoewel de gilden, de schutterijen en de rederijkerskamers, die in die tijd ontstonden, duidelijk clubachtige kenmerken hadden:
regelmatige bijeenkomsten, een bestuur, en een doel, vaak onderlinge steun. Ze waren dikwijls gebonden aan een bepaalde stand of klasse en leken nog sterk op de klassieke
clubs. Vermaak was slechts bijvangst.
De eerste meldingen van clubs in moderne zin vinden we al voor 1700 in Engeland. Het waren meestal informele vriendenclubs die samenkwamen om te drinken, te eten en bij te praten.
Het woord club, verwant aan ons woord klomp, ontstond in deze tijd (Aubrey, 1659). Het duidde op de groep, maar eigenlijk op de pot in de vorm van een klomp voor het bij elkaar
leggen van geld (clubbing) om de vertering te betalen.
De eerst bekende club heette de Bread street club en deze telde onder zijn leden tal van beroemdheden, ik noem Sir Walter Raleigh, en de schrijvers Shakespeare, Beaumont, Selden en
Donne.
Deze opkomst van het clubwezen viel samen met het begin van het koffiedrinken en het koffiehuis bezoek. Langzamerhand begonnen clubs ook cultureler te worden: politieke en
letterkundige clubs ontstonden, zoals de koffieclub, de Kalfskop club en de Groene band club. Kenmerkend was een cultuur van debatten en vrijdenkerij. In het clubwezen
kan men daardoor de oorsprong van de verlichting herkennen.
vervolg

AMERIKA
Anders was dit in Amerika, dat door zijn Angel Saksische oorsprong een enorm actief clubleven kent. Dit waren meestal mannenclubs, beginnend met de Vrijmetselarij en de Odd
Fellows (1825). Daardoor wellicht geïnspireerd ontstonden clubs met namen als Elks (1868), Rotarians (1905), Kiwanis (1915), Lions (1917 ), of Round Table,. Maar ook
damesclubs, zoals de Daughters of the American revolution (1890) of de Soroptimists (1925) komen voor. Dergelijke clubs bouwden clubhuizen en als rechtgeaarde
Amerikanen vonden ze dat een doel centraal moest staan, meestal het ondersteunen van weduwen en wezen, en dan bij voorkeur hun eigen weduwen en wezen.
Dit soort clubs, service clubs genoemd, was sterk geïnspireerd door de in de 18 e eeuw ontstane orde der vrijmetselaren. Dus: inwijdingsrituelen, verheven titels (Exalted ruler) en een
hoog, breed, en diep doel.
NEDERLAND
Ook Nederland deed natuurlijk mee met de rage, maar zoals gewoonlijk zo’n vijftig jaar later. Tussen 1750 en 1800 telde Nederland honderden genootschappen, zoals patriottische,
letterkundige, menslievende en kunstzinnige genootschappen. Bekende namen zijn Felix Meritis, Diligentia, Harmonia, Concordia, of Pulchri, die allemaal in de loop van de
19e eeuw hun clubhuizen bouwden.
Deels waren deze te beschouwen als voortzettingen van de oude rederijkerskamers.
Uit deze initiatieven weer kwam rond 1800 een modernere vorm voort, die niet een bepaald onderwerp had en evenmin duidelijke doelen, maar slechts het gezelligheidsleven in ruimste
zin nastreefde: de Herensociëteit.
Opvallend daarbij is het grote aantal sociëteiten dat de naam ‘de Harmonie’ droeg, wellicht een reactie op de nogal onharmonische tijd van revoluties en oorlogen, die net voorbij was.
Ook lijkt de populariteit van de naam verband te houden met de rond 1800 populaire stroming van het dierlijk magnetisme (Mesmer), die in Frankrijk door vele
genootschappen met harmonische namen bedreven werd.
Naast de naam Harmonie komen tegenwoordig natuurlijk ook nog andere namen voor, maar in feite verrassend weinig. We kennen de Witte in Den Haag (1802 /1870), de Grote
Sociëteiten van Rotterdam, Tiel, Maastricht, Groningen en ‘‘‘s-Hertogenbosch , en de grote Club (1872) in Amsterdam, waar we ook de Kring (1922) vinden. We kennen de
Vereeniging (1869) in Utrecht en Haarlem, de Vergenoeging (1795) in Middelburg en talloze studentensociëteiten, waarvan de eersten, (Minerva & Mutua Fides, 1815) in
navolging van de Herensociëteiten, in de 19e eeuw werden gesticht.
Kenmerkend voor deze sociëteiten was dat ze naast het gesprek van mannen onder elkaar, en het netwerken, al of niet tijdens het ombreren of biljarten, maar altijd met een glaasje erbij,
ook een wat wijdere horizon hadden, zoals muziek (vooral bij Harmonie genaamden), toneel, of kunst, met name de letterkunde.
Naast sociëteiten kenden Nederland natuurlijk ook andere clubs. Zo werd de vrijmetselarij hier in 1734 opgericht, de orde van de OddFellows in 1877, of de Rotarians in 1934.
Maatschappelijke veranderingen
Onze maatschappij is de afgelopen eeuw zeer sterk veranderd. Opvallend is vooral dat in onze moderne westerse maatschappij het individualisme zozeer aan het toenemen is. Oorzaak is
de enorme toename van aantal mensen, waardoor oude verbindingsvormen steeds moesten veranderen, gepaard aan een sterk verminderde noodzaak tot continue
samenwerking dankzij techniek. Tenslotte, door toenemende apartheid, zullen jongeren zich niet meer zo makkelijk bij groep ouderen aansluiten.
Heeft dit ook gevolgen voor het clubleven? Jazeker: de oude vertrouwde club kwijnt
Toch vinden we ook in moderne mij. nog clubachtige vormen, maar dan veel vrijblijvender: bv. Communities op internet (Facebook), in het werk (het nieuwe werken), of op vacantie
(Club Med). Clubs zoals de onze zijn niet meer helemaal ‘zeitgemaesz’ en er zal dus, om te blijven bloeien, iets strategisch moeten gebeuren. Tactiek en reclame helpt hier
niet meer
Een van die strategieën kan zijn een aanpassing van het denken over plezier.
BETEKENIS VAN PLEZIER
Het CENTRALE kenmerk is dat een club er voor het plezier van zijn leden is. Een club waar je ongaarne heen gaat, daar ga niet heen, tenzij je er, als snob bijvoorbeeld, een geheime
bedoeling naast hebt. (Marx: een club die iemand als ik als lid wil hebben, daar hoef ik niet bij te horen).
Het aardige van clubs is echter dat ze redelijk vrij zijn van dit soort soms nare bijbedoelingen.
Het is geen wonder dat je voor de club moet betalen. Een Engelsman drukte dat eens zo uit: a club is “a place where twenty men pay for the pleasure of one”.
Alle twintig denken in het normale geval dat ze die ene zijn!