Transcript Powerpoint: Burgerschapsvorming. Jong gedaan, oud geleerd
Jong gedaan, oud geleerd
De burgerschaps vormingsquiz
Jonggedaanoudgeleerdquiz
1. Vanaf welk jaar moeten scholen verplicht aan burgerschapsvorming doen? A. 1999 B. 2006 C. 2008
Jonggedaanoudgeleerdquiz
2. Bij burgerschapsvorming kunnen drie aspecten worden onderscheiden. Dit zijn: participatie, identiteit en … A. mentaliteit B. democratie C. spiritualiteit
Jonggedaanoudgeleerdquiz
3. Wat is het praktische instrument voor burgerschapsvorming in het boek
Jong gedaan, oud geleerd
?
a.
de weegschaal b.
c.
d.
de zesslag de burgerschaps barometer de kilometerteller
Jonggedaanoudgeleerdquiz
4. In de zesslag van burgerschapsvorming gaat het onder andere om het bijbrengen van kennis van Nederlandse politieke partijen. Met welk onderdeel van de zesslag heeft dit te maken?
A. schoolorganisatie B. schoolomgeving C. curriculum (leerplan)
Jonggedaanoudgeleerdquiz
5. Waar gaat het bij burgerschapsvorming uiteindelijk om? A. Het stimuleren van participatie van kinderen.
B. Het bevorderen van de democratie.
C. Sociale integratie van minderheden.
Jonggedaanoudgeleerdquiz
6. Om welk burgerschap gaat het op de illustratie? A. coöperatief burgerschap B. wereldburgerschap C. sociaalburgerschap
Jonggedaanoudgeleerdquiz
7. Met welk meetinstrument kan een school de mogelijkheden van burgerschapsvorming in de schoolomgeving in kaart brengen?
A. burgerschapsladder B. burgerschapsatlas C. burgerschapskompas
Jonggedaanoudgeleerdquiz
8. Als een zwarte school er bewust voor kiest om in de klas Sinterklaas te vieren, dan is dit een voorbeeld van burgerschapsvorming via: A. de schoolcultuur B. de schoolorganisatie C. de schoolomgeving
Jonggedaanoudgeleerdquiz
Een wet
Er moet een wet bestaan die het geluk van mensen regelt.
Iedereen het zijne, allemaal in evenwicht.
De samenleving als volmaakt gedicht.
Een wet die geldt voor alle mensen, zodat datgene wat zij wensen samenvalt met hun bestaan.
Zo’n wet, daar denk ik aan.
Jan de Bas 9. Wat stimuleert het meedoen op een basisschool?
A. Instellen van leerlingenraad.
B. Uitgeven van een schoolgids.
C. Het werken met een leerlingvolgsysteem.
Jonggedaanoudgeleerdquiz
10. Door de visies van aangehaalde pedagogen loopt een rode draad. Wat is deze? A. Iedereen moet democratischer leren handelen zodat de medemens welvarender wordt.
B. Leren door meedoen om met elkaar rechtvaardiger samen te leven en gelukkiger te worden.
C. Samenwerken bevordert de schoolprestaties en het wij-gevoel.