Transcript PP-presentatie

Het paard als therapeut
therapeutisch paardrijden:
werkt het eigenlijk wel?
jelle drost
13-4-2015
1
Samen Zeyn
Leiderschapsontwikkeling
www.zeyn.nu
Waarom paarden als
spiegel?
•
Een paard kan niet liegen.
•
Een paard (ver)oordeelt niet.
•
U kunt een paard niet controleren.
•
Een paard leeft in het NU moment.
•
Een paard is heel duidelijk in zijn communicatie.
Paarden gebruiken geen woorden om te communiceren. Ze gebruiken hun lichaamstaal. Hun
lichaamstaal kan niet verkeerd geïnterpreteerd worden. Ze is heel duidelijk. Er bestaat geen
verwarring. Er zijn geen misverstanden. U weet meteen waar u staat.
Denk hier even over na … heeft u ooit een menselijke coach ontmoet die niet kan liegen,
die niet (ver)oordeelt, die niet gemanipuleerd kan worden, die altijd in het NU moment leeft
en die altijd duidelijk is in zijn communicatie?
Onderzoek en effectmeting
• Dijkstra, A. (2010)
Effectonderzoek naar Equitherapie bij jongeren in een residentiele
hulpverlening. Groningen, Rijksuniversiteit Groningen
• Huitema, E. (2011)
Pilot Equitherapie. Leeuwarden, Stichting Zorgpks
Chiron Fryslan (www.chiron-fryslan.nl)
13-4-2015
4
Effectmeting
• Geen uitval (zorgtrouw)
• Probleemreductie
• Doelrealisatie
• Cliënttevredenheid
• Kwaliteit van bestaan
13-4-2015
5
Onderzoeksresultaten
• Positieve ontwikkeling (0 < 1)
• Plezierige ervaring
• Toename zelfvertrouwen
Conclusie en discussie
• Onderzoeksgroepen te klein
• Therapie te kort
• Doelgroepen definiëren
• Methodiekafbakening
• Doelafstemming doelgroep en methodiek
• Observatieprotocol
13-4-2015
7
Fasen tijdens therapie
Chiron Fryslan (www.chiron-fryslan.nl)
• Contact maken
• Poetsen en opzadelen
• Warming-up
• Werken
• Wensoefening
• Verzorgen en beloning geven
• Afscheid nemen
13-4-2015
8
Doelstellingen
Praktijk EquiTrust
trefwoord
lopen
wijken
afstand
longeren loswerken fysiotherapie
fysiothera
trefwoord
lopen
wijken
afstand
longeren loswerken pie
controle
x
controle
x lichaamshouding
x
lichaamshouding
x non-verbaal
x
non-verbaal
communiceren
x
x
communiceren
zelfvertrouwen
x impulsregulatie
x
zelfvertrouwen
emoties x
impulsregulatie
leidersr
x
emoties
ol
instructies
soc.
x
leidersrol
Vaardigheden
x
instructies
ontspannen
x
soc. vaardigheden
vertrouwen
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
ontspannen
x
vertrouwen
x
[email protected]
Doelgroepen
[email protected]
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Gedragsproblemen
Schoolgerelateerde problematiek
Opvoedingsproblemen
Angst / faalangst
Sociaal emotionele problematiek
ADHD (hyperactiviteit)
ADD (o.a. slechte concentratie, niets kunnen afmaken)
NLD (Niet verbale leerstoornis)
Autisme (Asperger, PDD-NOS)
Wie maakt contact?
Onderzoeksinstrumenten
• Strengths and Difficulties Questionnaire (SDQ)
• Goal Attainment Scaling (GAS)
Strengths and Difficulties Questionnaire (SDQ)
Vragenlijst Sterke Kanten en Moeilijkheden
•
•
•
•
25 vragen
Verschillende leeftijdsgroepen (3-4; 4-16; 11-16)
Follow-up versies
Ouders, leerkrachten en jongere (alleen 11-16 jr.)
•
•
•
•
•
Houdt rekening met gevoelens van anderen
Aardig tegen jongere kinderen
Is snel angstig
Heeft veel zorgen
Wordt gepest door andere kinderen
(www.sdqscore.net)
[email protected]
13-4-2015
14
Goal Attainment Scaling
Yperen, T. van & Steege, M. van der (2007)
Voor het goede doel. Amsterdam: SWP
• Meten van doelrealisatie
•
•
•
•
Hulpverlener en cliënt spreken indicatoren af
Hulpverlener en cliënt stellen normen vast
Met indicatoren en normen evalueren na afgesproken tijd
Scores:
- 1: situatie ongunstiger
0: situatie als bij start
+ 1: situatie gunstiger, maar doel niet gehaald
+ 2: situatie veel gunstiger, doel gehaald
Goal Attainment Scale
GAS
+2 (bereikt)
+1 (stap op weg)
0 (beginsituatie)
-1 (achteruitgang)
1e beoordelaar
2e beoordelaar
3e beoordelaar
4e beoordelaar
Techniek van het doelen stellen
• Zo concreet mogelijk
• Aansluitend bij de wensen en mogelijkheden en krachten van
cliënt en hun omgeving
• Productdoelen (toetsbare eindtermen)
• Procesdoelen (werkpunten)
• Middelen en onderbouwing
• Evaluatie/toetsing
• Eenvoudig en overzichtelijk
13-4-2015
17
SMARTIES
•
•
•
•
•
•
•
•
S
M
A
R
T
I
E
S
13-4-2015
-
Specifiek
Meetbaar
Aanvaardbaar
Realistisch
Tijdgebonden
Inspirerend
Eigen aandeel
Samenwerken
18
Factor en percentage effect
(Lambert, 1992)
• Cliënt- en omgevingsfactoren
40%
• Algemeen werkzame factoren
30%
• Placebo-effect
15%
• Methodiek
15%
Algemeen werkzame factoren
• Onderling gerelateerd
• Drie invalshoeken:
- cliënt (kind, jongere, volwassene, gezin)
- interventie (methode, techniek, theorie)
- uitvoering (werker, organisatie)
Algemeen werkzame factoren
• Aansluiten bij motivatie van de cliënt
• Goede structurering van de interventie
• Aansluiting type interventie en probleem client
• Professionaliteit van de hulpverlener
• Programmatrouw
• Goede kwaliteit relatie cliënt-hulpverlener
• Goede werkomstandigheden hulpverlener
[email protected]
13-4-2015
22
Houding Therapeut
• De cliënt is de moeite waard
• Echte betrokkenheid tonen
• Richten op wat goed gaat
• Respect voor perspectief cliënt
• Kennis en informatie geven
• Vertrouwen in veranderbaarheid
• Inspelen op krachten van cliënt
• Terugval zien als noodzakelijke heroriëntatie
doelen en werkwijze
13-4-2015
24
Dank voor uw aandacht
[email protected]
13-4-2015
25