G. Junius deel 1
Download
Report
Transcript G. Junius deel 1
Interpretatie bloedonderzoek
G. Junius, DVM, Dip ECVIM – CA
Dierenartsencentrum Hond en Kat
Interpretatie bloedonderzoek
Inleiding
Afname van staal?
Wat onderzoeken?
Interpreteren?
Staalname
Voorkom hemolyse en lipemie
NUCHTER!
Lipemie: glucose/Ca/Creat/TE/leverwaarden:
verhoogd
Jungulair
Minimaliseren van potentiële celbeschadiging
Rode dop – paarse stop – grijze – licht blauwe
Buisjes voldoende vullen en zwenken
Citraat onvoldoende gevuld
Verlengde stollingstijden
EDTA niet voldoende gevuld
Verlaging van de HCT
Serum tube
Cultuur vocht
Paarse tube
Cel analyse
Staalname
Stolling
Stollingsfactoren labiel
Grote vene
Continue bloedvloei
Correct vullen van citraat tube!
Ideaal
Centrifugeren en gecitreerd plasma koel
bewaren
Indien pas onderzoek > 24 uur: invriezen
gecitreerd plasma
Interpretatie bloedonderzoek
Inleiding
Afname van staal
Wat onderzoeken?
Hoe interpreteren?
Interpretatie bloedonderzoek
Inleiding
Wat onderzoeken?
Patiënt
Klinisch onderzoek
Probleemlijst en differentiaal
diagnose
Hoe interpreteren?
Patient!
Neutropenia and thrombocytopenia in
three dogs treated with
anticonvulsants
Three dogs became lethargic and had poor appetites
within 2 months after anticonvulsant treatment was
initiated to control seizures. Dogs were neutropenic,
thrombocytopenic, and anemic and had
splenomegaly. Sensitivity to phenobarbital and related
anticonvulsants may induce life-threatening leukopenia,
thrombocytopenia, and anemia in dogs. Phenobarbital-induced
neutropenia in these 3 dogs may have posed a risk for developing
bacteremia. It is important for clinicians to be aware of adverse
effects so that adequate precautions can be taken. A baseline
hemogram should always be obtained before starting
anticonvulsant treatment, and periodic hemograms
should be obtained to monitor animals. Furthermore,
client education should include instructions on
recognizing signs of bacteremia, thrombocytopenia,
and anemia.
Greyhound, 3 jaar
Ras gerelateerde Tcpenie (klinisch
asymptomatisch)
Greyhounds
Normaal 100 en 150 000
Cavalier King Charles spaniels
Erfelijke macrotrombocytopenie (beta-tubulin defect)
25 – 100 000
Hogere HCT (48 – 64%)
Volwassen waarden: 9-10 maanden leeftijd
Negatieve correlatie met Tc aantal
Hg hogere O2 affiniteit
Hogere bloedviscositeit
Als HCT lager dan 50!
Greyhound, 3 jaar
Lagere WBC aantal – NF en lymfocyt aantal
Ondergrens of juist eronder
Hogere creat
Spiermassa
GFR bepalingen
Geen verlaagde GFR
Greyhound, 3 jaar
Lagere T4
91% van de honden onder de referentiewaarde
cTSH
Lagere TE - Lagere gehalten van globulines
alfa en beta globulines
Haptoglobuline – acid soluble glycoproteine
Geen significant verschil in albumine en gamma
globuline ratio
Greyhound, 3 jaar
Na hoog
Juveniele pancreasatrofie
2009
Exocrien en endocrien pancreas
EPI en IDDM
Stollings!
10% van de greyhounds: VWF < 30%
Greyhound, 3 jaar
10 – 15% van de greyhounds heeft
bloedingen na minimaal invasieve
chirurgie (meestal 36 - 48 uur nadien)
Overmatige bloeding en kneuzingen
Stolling en plaatjes normaal
Thrombo-elastografie
Greyhounds have weaker clots then non
greyhounds
Slower clot kinetics
Verhoogde fibrinolyse? onderzoek
Greyhound, 3 jaar
Postoperative bleeding in retired
racing greyhounds.
Lara-García A, Couto CG, Iazbik MC, Brooks MB.
BACKGROUND: Some retired racing Greyhounds
(RRG) that undergo surgery bleed excessively.
Hypothesis: Greyhounds that bleed excessively will
have one or more preoperative hemostatic
abnormalities that can be used to predict the risk
and severity of postoperative bleeding. ANIMALS:
Eighty-eight RRG undergoing ovariohysterectomy
or castration.. CONCLUSIONS AND CLINICAL
IMPORTANCE: The results indicate that this
excessive postoperative bleeding is not
attributable to a primary or secondary hemostatic
defect, but could result from altered fibrinolysi
Greyhound, 3 jaar
Thromboelastographic tracings in retired racing greyhounds and in
non-greyhound dogs.
Vilar P, Couto CG, Westendorf N, Iazbik C, Charske J, Marín L.
BACKGROUND: Bleeding disorders in patients with normal
coagulation test results are frequently reported in Greyhounds. The
purpose of this study was to compare Greyhounds to nonGreyhounds by thromboelastography (TEG). HYPOTHESIS: TEG
parameters in Greyhounds are different from those in nonGreyhounds.. CONCLUSION: In Greyhounds, clotting
kinetics are slower and clot strength are weaker
than in non-Greyhounds, supporting the increased
tendency to bleed observed after minor trauma or
surgical procedures in the breed. The findings may
also be attributed to blood viscosity or to the
concentration of citrate in the sample (ie,
Greyhounds have higher hematocrit and less
plasma per unit volume).
Thyroid function testing in
Greyhounds.
CONCLUSIONS AND CLINICAL RELEVANCE:
Previously established canine reference
range values for basal serum T4 and fT4
may not be appropriate for use in
Greyhounds. Greyhound-specific
reference range values for basal serum T4
and fT4 concentrations should be applied
when evaluating thyroid function in
Greyhounds. Basal cTSH concentrations in
Greyhounds are similar to non-Greyhound
pet dogs.
Inleiding
1. Welke test is noodzakelijk en welke niet!
Kostprijs – effect op onderzoek/behandeling
2. Septicisme: “clinicians should not believe
all numbers”!!
Patiënt – Klinische klachten! – klinisch onderzoek
Interpretatie labo- onderzoek - patiënt!
Onverwachte resultaten
Zijn ofwel foutief of herbekijken van je diagnose
na controle resultaat eventueel controle op
nieuw staal
Trends over verschillende dagen zijn dikwijls meer
informatief dan een resultaat op 1 dag
Inleiding
3. Referentiewaarden: 90 - 95% of normale
dieren
5% (10%) of tests are outside the reference intervals
Zijn frequent niet optimaal
Are usually derived from limited numbers of adult
animals not segregated by age, sex, or breed
Bv pup eiwitten – Ca - fosfaat
One should interpret minor changes carefully!!!
The clinician should not overinterpret small
changes from reference values
Creat – Tc
Inleiding
4. Geen enkele test is 100% sensitief and 100%
specifiek voor een aandoening
Sensitiviteit
Kan om het oppikken van de aandoening
Specificity
What is the chance that an animal with a positive
test actually has the disease?
Bv specificiteit van de test 95%: 5% vals pos
Inleiding
1. Welke test is noodzakelijk en welke niet!
2. Septicisme: “clinicians should not believe
all numbers”!!
3. Referentiewaarden
90 - 95% of normale dieren
Niet altijd optimaal
4. Geen enkele test is 100% sensitief and
100% specifiek voor een aandoening
Hematologie
Bloedbeeld
Rode
bloedbeeld
Witte bloedbeeld
Trombocyten
Reticulocyten
Reticulocyten
index
Stollingsonderzoek
Hematologie
Rode bloedbeeld
Hg – HCT - Erythrocyten
MCV – MCH - MCHC
Reticulocyten
Reticulocyten index
CHR
Bespreking van parameters – bloeduitstrijkje
Benadering van een patiënt met een
afwijkende HCT - MCV
Erythropoëse
Erythropoëse
Beenmerg
Erythropoëtine
Productie: Nier
Stimulans: hypoxie thv nier
+ effect erythropoëse
T4 – GH – corticoiden
- effect erythropoëse
TNF en IL 1
Afwijkingen
Anemie
Non regeneratieve
Regeneratieve anemie
Erythrocytose: Polycythemie
Erythropoëse
Jonge RBC: reticulocyten
BNM: Proerythroblast naar reticulocyt: 7 dagen
RT blijven in beenmerg: 24-48 uur waarna ze in circulatie
komen en volwassen worden naar RBC: 24 – 48 uur
Hematologie: HCT
Honden
1. Ras
HCT van greyhounds: 52 – 60%
St bernards: HCT: 35 – 40%
Hematologie: HCT
Honden
2. Leeftijdsgebonden afwijkingen
HCT lager bij jonge Ca
Bij geboorte, Hg, HCT en RBC zijn bijna normaal, maar
verminderen erg snel in de eerste 2 maanden: Nadir
tegen de hoge 20 – lage 30%
Na de leeftijd van 2 maanden geleidelijk
stijging van deze waarden en deze bereiken
volwassen waarden tegen de 6 maand – 1
jaar leeftijd
Honden jonger dan 1 jaar hebben lager
aantal erythrocyten –Hgconcentratie– en
erythrocyt indices
Hematologie: HCT
Katten
Vervanging van de foetale RBC bij een leeftijd
van 1-4 maanden
Aantal RBC – HCt en Hb neemt en normale
waarde aan tegen de leeftijd van 1 tot 4
maanden (1 tot 4 maanden)
Hematologie: RBC indices
MCV
MCHC
Zijn “mean values”
Frequent binnen de referentie
Niet zo sensitief!
Je moet al erge afwijkingen hebben in een groot aantal RBC ( >
20% van RBC) alvorens deze waarden gaan afwijken van de
normale referentiewaarden
Not very sensitive
Indien afwijkend zeker gebruiken!!!!!
Hematologie: RBC indices
MCV
Indicatie gemiddelde grootte van de RBC
Macrocytair – normocytair – microcytair
Pasgeboren hoger
Naar adulte waarden tegen de leeftijd van
2-3 maanden
Rasverschillen
Macrocytair
Sommige lijnen van Toy en miniatuur poedels
Erfelijke macrocytose
Microcytair
Japanse akita honden hebben microcytaire
RBC
Hematologie: RBC indices
MCV: gestegen!: Macrocytose
Regeneratieve bloedcelrespons:
hemolyse en bloedverlies
Erfelijke macrocytose poedels: miniatuur – toy
Erfelijke stomatocytose
alaskan malamute, drentse patrijshond,
miniatuur shnauzers
Ras: Greyhound (hogere referentiewaarden
voor HCT en MCV)
FeLV – preleukemie
Zonder polychromasie - +/ -anemie
PRCA – aplastische anemie
Oude staal (> 24 uur) - autoagglutinatie
Stomatocytose
Hematologie: RBC indices
MCV gedaald: MICROCYTOSE
Familiale microcytose in Akitas
Japanse rassen (akita – shiba INu)
Chronisch ijzer tekort
Anemie tgv. inflammatoire aandoening
PSS – hepatic failure
Andere
Pyridoxine deficiëntie - Cu deficiëntie Medicatie en chem. Toxines
Hematologie: RBC indices
MCHC
Geeft de Hg inhoud weer
Hyperchroom
Lipemie
Intravasculaire Hemolyse
Vele Heinz bodies – uitgebreide sferocytose
Normochroom
Normale dieren
Non regeneratieve anemie
Hypochroom: Lage Hg concentratie
Regeneratieve anemie
Fe defcientie
Lever falen (zelden)
Hematologie: RBC indices
CHR
Reticulocyt Hg gehalte
Lage CHR suggestief voor Fe deficientie
Opm
Vals laag in PSS?
CHR: verhoogd: ?
RDW
Beschrijving van de variabiliteit in RBC grootte
Meer gevoelige parameter van verandering in
RBC grootte dan MCV
Geen gemiddelde waarde maar beschrijft de
gehele RBC populatie
Hematologie
Rode bloedbeeld
Hg – HCT - Erythrocyten
MCV – MCH - MCHC
Reticulocyten
Reticulocyten index
Bespreking van parameters – bloeduitstrijkje
Benadering van een patiënt met een
afwijkende HCT - MCV
Hematologie: Reticulocyten
Reticulocyten
Jonge RBC
Worden vrijgesteld uit het BNM oiv EPO
geproduceerd in respons op weefsel hypoxie
Blijven in BNM voor 2 tot 3 dagen alvorens in het perifeer bloed
terecht te komen
In circulatie/milt worden ze volwassen RBC in 24 tot 48 uur
RNA voor hg synthese
Blauwe granules NMB kleuring
Hematologie: Reticulocyten
Reticulocyten
Meestal groter dan volwassen RBC
macrocytose
Polychromatophiel (polychromasie)
Verschillende kleuren - Oranje kleur van Hg en
blauwe RNA
Hond: reticulocyten
Kat: aggregaat RT
Hematologie: Reticulocyten
Reticulocyten
Evaluatie sterkte erythropoësis!
Maximum productie: 4 -7 dagen
Honden: alle reticulocyten: aggregaat vorm
Katten: 2 vormen: aggregaat en punctaat
Enkel de aggregaat reticulocyten recente
beenmergrespons en worden geteld
Punctaat worden geteld als volwassen RBC
Overgangsvorm is moeilijk te classificeren
Reticulocytentelling
Reticulocytose en polychromasie piek
Na 4-5 dagen indien normale
beenmergfunctie
Aandoeningen geassocieerd met
reticulocytose en polychromasie
acuut bloed verlies
hemolyse
beginnende Fe deficiëntie anemie
(jonge)
Combinatie
Reticulocytentelling
Geen reticulocytose of polychromasie
Gedurende eerste 2-3 dagen van een
regeneratieve anemie
Aandoeningen geassocieerd met
gedaalde productie en maturatie
Milde anemie (Hond: HCT:>30% - Kat:
HCT:>20%)
Non regeneratieve anemie
Anemie tgv. chronisch ziek zijn
Beenmerg aandoening
Chronisch bloedverlies (Fe tekort)
Reticulocytentelling
% Reticulocyten
Reticulocyten/volwassen RBC
Graad v stimulatie
% reticulocyten Ca
% reticulocyten Fe
Normaal
1
0- 0,4
mild
1-4
0,5 - 2
matig
5-20
3-4
erg
> 20
>4
Reticulocytentelling
Absolute aantal reticulocyten!
Reticulocyt percentage X RBC
Normaal: 60 – 80,000
Mild: 150,000
Matig: 300,000
Erg: 500,000
regeneratie
Ca RT
Fe aggr RT
Fe punct Rt
geen
60,000
< 40,000
< 200,000
mild
60 - 150,000
40 - 70,000
500,000
matig
150 - 300,000
70 - 100,000
1,000,000
duidelijk
> 500,000
> 200,000
1,500,000
Reticulocytentelling
Gecorrigeerde reticulocyten %
reticulocyten % x gemeten hematocriet
normale hematocriet
> 1% bij Fe en > 2 % bij Ca
Reticulocyten index
gecorrigeerde reticulocyten %
maturatiefactor
Maturatiefactor is niet bekend bij de kat
RI > 1%: regeneratieve anemie
RI > 3%: uitgebreide regeneratieve respons
Reticulocyten
KATTEN
Hematologie: Reticulocyten
Beenmergrespons
Polychromasie
Reticulocyten
MCV
RDW: gestegen reticulocytose
Graad van anisocytose
Regeneratieve anemie (jonge
macrocyten)
Hematologie
Rode bloedbeeld
Hg – HCT - Erythrocyten
MCV – MCH - MCHC
Reticulocyten
Reticulocyten index
Bespreking van parameters – bloeduitstrijkje
Benadering van een patiënt met een
afwijkende HCT - MCV
Bloeduitstrijkje
Zo vlug mogelijk na afname van bloedstaal
Onderzoek in de monolayer
Maken van een bloeduitstrijkje
Bloeduitstrijkje
Bloeduitstrijkje
RBC
Kleur – grootte- vorm en kijken voor
inclusies
RBC hond: centraal opklaring en groter
(7um)dan RBC katten (5,5 um)
Abnormale RBC in laag aantal kan
normaal zijn en worden aangetroffen bij
normale dieren
Bloeduitstrijkje
RBC
Anisocytose
Variatie in cel grootte
Jonge RBC (Reticulocyten) zijn groter
(macrocytair) dan volwassen RBC
Deze gaan ook blauw-grijs kleuren:
polychromasie (blauwe grijze kleur)
Normaal: klein aantal jonge RBC < 1%
Bloeduitstrijkje
RBC
Polychromasie
Grotere – blauwere RBC
Ca: reticulocyten en Fe aggregaat ret
Indicatie voor een verhoogde vrijstelling van
jonge, macrocytaire hypochrome erythroide
cellen vanuit het beenmerg
Poikylocytose
Variabel RBC vormen
Verder differentiëren (acanthocyten –
shistocyten)
Bloeduitstrijkje
RBC
Verschillende vormen
Sferocyten
Kleiner en donkerder – geen centrale opklaring
Grote hoeveelheden: IMHA
Niet altijd aanwezig bij dieren met IMHA
HZ body HA – Zn toxicose
Enkele MAHA
Eccentrocyten
RBC met een shift van hun Hg naar 1 kant
Oxidatieve beschadiging
Studie caldin
Hond: Intoxicaies:look- uien – medicatie
DM – T cell lymfoma – vit k antagonisme
Bloeduitstrijkje
RBC
Acanthocyten/Shistocyten/RBC
fragmentatie/leptocyten/echynocyte (burr cells)
Shistocyten
RBC fragmentatie
Intravasculair trauma/Hgsarcoma/MAHA
Fe deficientie – GMN
HZ Bodies
Smalle circulaire structuren in of protruding from the cell
Zelfde kleur of lichter
Gedenatureerd Hg tgv oxidatieve beschadiging
Howel Jolly bodies/ nRBC /basofiele stippeling
Bloeduitstrijkje
Op bloeduitstrijkje regeneratie index
Polychromasie
Anisocytose met macrocytose
Andere
Howel jolly bodies
Target cellen
Lever/nieraandoeningen
Basofiele stippeling
Pb intoxicatie
Nucleated RBC
Als zonder regeneratie
• Pb intoxicatie – myeloproliferatieve
aandoeningen – miltaandoeningen
(neoplasie)
Bloeduitstrijkje
Bloedplaatjes
Toestellen
Accuraatheid is erg variabel volgens toestel
Vooral Fe: kleine RBC als Tc tellen en grotere Tc als RBC tellen
Klonters: worden niet geteld door analysetoestel en valse
verlaging!
Na citraat tube
Aantal
Normaal tussen de 8 – 29 Tc/100X olie-immersie
1 per olie-immersie – 15 000 werkelijkheid
Plaatjesklontering nakijken: vals aantal!
Vooral bij Fe
Morfologie
Grote plaatjes
Verhoogde productie
Niet echt diagnostisch
Bloeduitstrijkje
Autoagglutinatie – rouleaux
Autoagglutinatie
Immuungemedieerde aggregatie van RBC in druiventroslike
klusters
Echte autoagglutinatie = positieve Coombs reactie
Rouleaux
Linking of RBC into chains zodat het gelijkt op een rolletje
munten
Enige vorm van rouleaux kan bij honden en zelfs meer bij
katten
Indien uitgesproken
Rouleaux is door verhoogd fibrinogeen en globulines
Onststekingsproces
AB geproduceerd door een lymfoide neoplasie
DD rouleaux en agglutinatie
Bloed mixen met eenzelfde hoeveelheid Nacl
Autoagglutinatie
Hematologie
Rode bloedbeeld
Hg – HCT - Erythrocyten
MCV – MCH - MCHC
Reticulocyten
Reticulocyten index
Bespreking van parameters – bloeduitstrijkje
Benadering van een patiënt met een
afwijkende HCT - MCV
Benadering van een patiënt met een
afwijkende HCT
HCT te hoog
Normaal voor het ras
DH
Klinische toestand – Totaal Eiwit
Ev vocht geven
Polycythemie
HCT te laag
Leeftijd van de patiënt
Overhydratatie
Totaal eiwit
Anemie
Benadering van een patiënt met een
afwijkende HCT
HCT te laag
Leeftijd van de patiënt
Overhydratatie
Totaal eiwit
Anemie
Benadering van een patiënt met een
afwijkende HCT
HCT te laag
Anemie
Klassificatie
Graad
Sterkte erythropoëse
Indices
Klinische benadering
Anemie
Klassificatie
Klassificatie adhv ergheid van de
anemie
Klassificatie adhv sterkte van de
erythropoëse
Klassificatie adhv bloed cel volume
en Hg concentratie
Klassificatie van anemie
Klassificatie adhv ergheid van de anemie
Hond
Kat
Mild
30-37
20-26
Matig
20-29
14-19
Erg
13-19
10-13
Zeer erg
< 13
< 10
Klassificatie van anemie
Klassificatie adhv ergheid van de anemie
Milde anemie
is meestal secundair aan andere
problemen en deze herstellen na
oplossen primair probleem
Anemie tgv. chron ontsteking – lever/nier
– endocriene afwijkingen
Zeer erge
BNM aandoeningen
Klassificatie van anemie
Klassificatie adhv sterkte van de erythropoëse
Evaluatie reticulocyten respons
Klassificatie van anemie
Klassificatie adhv bloed cel volume en Hg
concentratie
Macrocytaire hypochrome anemie
Normocytaire normochrome anemie
Beschouwen als regeneratief indien
polychromasie en of reticulocytose
Microcytaire hypochrome anemie
Macrocytaire normochroom
Benadering van een patiënt met een
afwijkende HCT
HCT te laag
Anemie
Klassificatie
Graad
Sterkte erythropoëse
Indices
Klinische benadering
Oorzaken van anemie
Bloedverlies
Bloedafbraak – Hemolyse
Gedaalde of ineffectieve erythropoëse
Combinatie van bloedverlies/hemolyse/ onvoldoende
erythropoiëse
Bloedverlies
intern
extern
Bloedverlies: intern of extern
Verlies van bloed veroorzaakt verlies aan plasma-eiwit (dus
daling in het bloed!)
Het verlies aan plasma-eiwit is vooral uitgesproken bij
extern bloedverlies; bij intern verlies kan heropname de
productie in de lever aanvullen, en zullen minder
uitgesproken dalingen van het eiwit optreden en
vlugger herstel HCT
Bloedverlies: Etiologie
Trauma/chirurgie
Bloedende lesies/tumoren
GI tumoren – GI ulceraties – Hgsarcoma
Parasieten
Haakwormen – vlooien - coccidiose
Stollingsproblemen
TCpenie – TCpathie – verworven en aangeboren
stollingsafwijkingen – VWD - DIS
Bloedverlies
De patiënt met bloedverlies heeft normaal
een regeneratieve anemie, MAAR er zijn 2
uitzonderingen:
Het duurt 3 dagen vooraleer de
reticulocyten stijgen, dus in begin RI<1,
nadien RI>1
Chronisch verlies van bloed (vb. tumor in
maagdarmstelsel) kan ijzergebrek
veroorzaken, en hierdoor RI<1
Bloedverlies
Onmiddellijk na bloedverlies
Plasma eiwit en HCT normaal
Verlies van RBC en plasma
Na 4 uur daling HCT en eiwit
Vocht van interstitium naar vloedvaten
Eiwit eerst (miltcontractie)
Pas echt idee van juiste daling HCT na ten
vroegste 24 uur na optreden van bloeding
Interne bloeding
66% van RBC en eiwit terug gereabsorbeerd
Externe bloeding
Plasma eiwit normaal na 5-7 dagen
HCT wat langer 2-3 weken
Dus als eiwit laag blijft: persisterend bloedverlies
Bloedverlies
Chronisch bloedverlies
Microcytaire hypochrome anemie
Trombocytose
Ureum
Als erg bloeden verlaagd Eiwit
Begin nog een regeneratieve anemie maar als Fe
tekort non regeneratief
Hemolytische anemie
Symptomen van hemolyse
Anemie
Bleke slijmvliezen
Zwakte
Tachycardie en tachypnee/dyspnee
Icterus
DD leveraandoening
Hgemie
Hgurie
Hemolytische anemie
Immuun gemedieerd
MAHA
Heinz body hemolytische anemie, MetHg
Toxische hemolyse
Hypofosfatemia
Bloed parasieten
Bacterieel
Hemofagocyterend syndroom
Erfelijke RBC enzym deficiënties
Combinatie B + H
DIS: stollingsstoornis + MAHA
Niet regeneratieve anemie
Secundaire anemie
Fe deficiëntie anemie
Beenmergaandoeningen
Medicatie geïnduceerde hematologische dyscrasie
Infecties
Niet regeneratieve anemie
Secundaire anemie
Anemie tgv inflammatoire
aandoening
Anemie tgv chronisch nierfalen
Anemie tgv chronisch leverfalen
Hypothyroïdie en
hypoadrenocorticisme
Fe deficiëntie anemie
Niet regeneratieve anemie
Secundaire anemie
Fe deficiëntie anemie
Beenmergaandoeningen
Aplastische pancytopenie
PRCA
Myelofibrose
Myelodysplasie
Leukemie
Hemofagocyterend syndroom
Medicatie geïnduceerde hematologische
dyscrasie
Infecties
Niet regeneratieve anemie
Secundaire anemie
Fe deficiëntie anemie
Beenmergaandoeningen
Medicatie geïnduceerde hematologische dyscrasie
Oestrogenen
Chemotherapie
Fenylbutazone
TMPS
Griseofulvine
Cephalosporines
CA
Fenobarbital (Ca)
Anti thyroidale medicatie
RHEPO
Infecties
Niet regeneratieve anemie
Secundaire anemie
Fe deficiëntie anemie
Beenmergaandoeningen
Medicatie geïnduceerde hematologische
dyscrasie
Infecties
Parvo
FeLV
FIV
Ehrlichiose
Bacteriële septicaemie
Endotoxemie
Benadering van een patiënt met een
afwijkende HCT
HCT te laag
Anemie
Klassificatie
Graad
Sterkte erythropoëse
Indices
Klinische benadering
Diagnostische benadering
1. De ergheid van de anemie
Milde anemie (Hond > 30, Fe > 20)
Frequent secundair probleem: stap n°4
Matig tot erge anemie
Stap n°2
2. Bepaal de beenmergrespons
Regeneratief – non regeneratief
Polychromasie - Reticulocyten ( 4-5 dagen)
RBC indices
Diagnostische benadering
3. Regeneratieve anemie
Hemolyse:
Normaal of verhoogd eiwit!
+/- Icterus
Uitz MAHA – DIS
Indien geen icterus of oorzaak voor hemolyse
DD: Chronisch milde bloeding of een vroegere
bloeding
Bloeduitstrijkje
Coombs – osm. Fragiliteit - agglutinatie
Hgurie: intravasculaire hemolytische anemie
Diagnostische benadering
3. Regeneratieve anemie
Bloedverlies
Neiging voor hypoproteïnemie –
hypoalbuminemie
Intern verlies – chronisch mild bloedverlies
lijkt op hemolytische anemie
Kijken voor Tcpenie en stollingsafwijkingen
Locaal proces
Diagnostische benadering
4. Non regeneratieve anemie
Microcytaire (hypochrome) anemie
Meestal Fe deficiëntie anemie
Macrocytaire normochrone RBC kat
Zonder reticulocytose
FeLV geïnduceerde myelodysplasie
Normochrone normocytaire anemie
Niet specifiek
Graad van anemie!!!!!!!!!!!!!!!!!
Beenmergevaluatie
Diagnostische benadering
4. Non regeneratieve anemie
Beenmergevaluatie
Diagnostische benadering
4. Non regeneratieve anemie
Zoek naar indicatie ontsteking - Lever en
nierparameters - endocriene aandoeningen
Milde normocytaire normochrome anemie
Indien indicatie leukemie of dysplastische
veranderingen
Beenmerg
Tcpenie
Ehrlichia
Pancytopenie – bicytopenie
Ehrlichia – parvo
medicatie
Beenmerg
Hematologie: HCT
HCT te hoog
Normaal voor het ras
DH
Klinische toestand – Totaal
Eiwit
Ev vocht geven
Polycythemie
Polycythemie
Classificatie
Relatieve
Absoluut
Primaire
Secundaire
Appropriate
inappropriate
Atypische
Polycythemie
Relatieve erythrocytose
Verhoogde HCT door gedaald plasmavolume of
miltcontractie (epinefrine - voorbijgaand)
Laatste eerder in katten en eventueel kan dit gezien
worden bij bepaalde rassen Greyhond – deerhound –
Afghaan – I wofshond
(Frequent) verhoogde Plasmaproteïnen
concentratie
Zonder verhoogde beenmergproductie: normaal
beenmerg
Eventueel prerenale azotemie
Voorbijgaand – fysiologische leucocytosis
DH – hemoconcentratie – miltcontractie
Polycythemie
Absolute erythrocytose
Absolute verhoging van het aantal circulerende RBC tgv
een verhoogde beenmergproductie
Primaire
Secundaire erythrocytose tgv
verhoogde EPO productie
Atypische
Polycythemie
Absolute erythrocytose
Primaire
Clonale proliferatie erythroide
precursorcellen met maturatie en
differentiatie in morfologisch normale RBC
De proliferatie is niet gecontroleerd door
het normale feedback mechanisme en
wordt niet gestuurd door EPO
PV: chronische Myeloproliferatieve
aandoeningen
EPO: normaal – laag
Arteriele PO2: normaal – licht gedaald
Uitgesproken verhoogde HCT > 60%
Beenmerg: erythroide hyperplasie
splenomegalie – hepatomegalie – trombosis – bloedingen en
epilepsie
Polycythemie
Absolute secundaire
erythrocytose
Hoog EPO
Appropriate: laag arterieel PO2 (<< 90%)
Cong. CV aandoeningen (Re – Li shunt)
Chron. Erge longaandoeningen
Wonen op hoogte
Carboxy en methg
Inappropriate: normaal arterieel PO2 (> 90%)
Geen systemische hypoxie
Niertumoren
Andere tumoren (levertumoren)
Locale nieraandoeningen
Goedaardige cysten - Pyelonefritis – hydronefrose
Endocriene aandoeningen
Hyperthyroidie – phaeocromocytoma – Cushing -
hyperandrogenisme
Polycythemie
Diagnostische aanpak
Exclusie labo fout – is de erythrocytose continu
Evaluatie voor relatieve erythrocytose
DD: miltcontractie – stress – kijk voor DH en hemoconcentratie
Controle nierwaarden en eiwitten
Normalisatie na oplossen van DH
Kleur slijmvliezen
Donkerrood – cyanosis
Polycythemie
Diagnostische aanpak
Cardiopulmonaire aandoening
Bloedgassen: hypoxemie: Po2<80 mmHg – O2 saturatie< 92%
Indien geen hypoxemie: Nierlesies
Indien geen nierafwijkingen, zoek voor neoplasie elders
EPO bepaling
Beenmerg: morpholigie RBC en voorllopers?