Hfst 13 Hollen of stilstaan

Download Report

Transcript Hfst 13 Hollen of stilstaan

H.13 Bespiegeling vwo
HOLLEN OF STILSTAAN
HERBEZINNING NA DE TWEEDE WERELDOORLOG
HOLLEN OF STILSTAAN
H.13 Besp. VWO
HERBEZINNING NA DE TWEEDE WERELDOORLOG
Europa bouwt aan een nieuwe toekomst. Consumptie,materialisme en welvaart. Avant-garde.
Vervagen van de scheiding tussen kunst, vermaak, commercie en ideologie.
Centrale vraag: Hoe nu verder met de kunst? Verschillende wegen worden ingeslagen:
inspiratie door ‘het kind’, ‘primitieve’ culturen, nieuwe technieken, realisme, kunst als spel.
Amerika staat veelal model voor het nieuwe welvaartsdenken.
De hel: Jean-Paul Sartre (1905-1980) verwoordt het
gevoel van een twijfel tussen machteloosheid en wilskracht en
tussen materialisme en idealisme. Existentialisme: realiseer
je je bestaan: accepteer de werkelijkheid van het leven, je
bent vrij, maak zelf keuzes. Ieder mens voor zich bepaalt hoe
en wat hij doet om zijn leven verder te vormen en te sturen.
Zwarte kleding weerspiegeld deze levensvisie.
In ‘Huis clos’ een eenakter uit 1944 biedt hij ons een blik in
het hiernamaals. (die creëren we zelf)
Jean-Paul Sartre
Parijs in zwart-wit: Ed van der Elsken
(1925-1990) ‘Een liefdesgeschiedenis in Saint
Germain-des-Prés’(1957) In dit fotoboek laat hij het
leven van artistiekelingen en intellectuelen zien in
Parijs rond 1950. Donkere zwart/wit foto’s, hevige
contrasten, snapshots, ruw afgesneden portretten.
Het zijn expressieve beelden in een desolate wereld.
Parijs was de magneet voor jonge Europese
kunstenaars.
Nieuwe theatervormen
Absurd theater: ‘Wachten op Godot’ (1953) van Samuel Beckett (1906-1989) is een
toneelstuk dat nergens over lijkt te gaan. Twee mannen wachten bij een boom op een zekere
meneer Godot. Die komt echter niet. Beckett illustreert in dit stuk op eigen wijze het
existentialisme. Net als in ‘Huis clos’, zijn de hoofdpersonen op zoek. In zijn werk is invloed van
Albert Camus; De absurde taak van de mythologische koning Sisyfus is even zinloos als het
zoeken naar de zin van het leven. Dat de mens bestaat is op zich al zinvol.
De absurdistische theaterstukken – zonder logische opbouw, zonder betekenisvolle tekst- die in
Parijs worden opgevoerd zijn even onlogisch en absurd als het leven zelf.
Nieuwe theatervormen
Theater van de Wreedheid : Antonin Artaud: klassiek theater waarin alles om de
tekst draait is krachteloos. In zijn ‘theater van de wreedheid’ staat niet de taal maar licht, geluid
en beweging centraal. Oergevoel. Wreed in de zin van rauw, lichamelijk en schokkend.
Zijn gedachtegoed wordt opgepikt door o.a. Tatsumi Hijikata (1928-1986). Zijn
dansvoorstelling Verboden kleur(1959) veroorzaakt een schandaal. Deze nieuwe dansvorm
noemt hij ‘Ankoku Butoh’, dans van de sombere ziel.
Butoh is een intellectuele mengvorm van Artaud, Ausdruckstanz en het traditionele Japanse
danstheater. Leven en dood zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Thema: doodsangst.
In de jaren 70 ontwikkeld Butoh zich tot een internationale stijl. Kenmerken: stuiptrekken, naar
binnen draaien van de knieën, wegdraaien van de ogen, sidderen en beven. De Butoh danser
lijkt angst, vertwijfeling en wanhoop uit te drukken. Dansers zijn vaak naakt, kaal en bedekt met
wit poeder.
Butoh Fragment 1
Butoh Fragment 2
Nieuwe theatervormen
Marat/Sade: In Marat/Sade (1964) van Peter Brook zien we het theater van de wreedheid
ook in toneelvorm. Het is een raamvertelling die zich afspeelt in een gesticht waarin
zwakzinnigen toneelstukken opvoeren ter vermaak van de Parijse adel. Centrale – historischefiguren hierin zijn de revolutionair Marat en de sadistische markies de Sade.
Geluid, gebaar, mise-en-scène en tekst zijn gelijkwaardig aan elkaar. Veel improvisatie.
Toeschouwers worden regelmatig op ‘t verkeerde been gezet.
Een theaterstuk moet je aan het denken zetten. Het is niet om je te
(ont)roeren. Ik prefereer het idee van verwarring die je achterlaat in een nog
grotere staan van verwarring. Peter Brooke
Nieuwe start voor de Europese film
Verhalen naar het leven : Na de Tweede Wereldoorlog wordt Europa overspoeld
met Amerikaanse films die tijdens de oorlog niet te zien waren. De vooroorlogse Europese
filmindustrie is weggebombardeerd en veel regisseurs technici en acteurs zijn gevlucht. De
achterblijvers zijn gedwongen van de grond af een nieuwe Europese film te ontwikkelen.
Europa kan niet concurreren met de grote filmmaatschappijen uit Hollywood. Daarom
ontwikkeld zich een kleinschaliger filmindustrie, die meer ruimte biedt voor kunstzinnige
experimenten. Lichte ( 16mm) camera’s geven vrijheid.
Europese films zijn veel minder rond grote sterren gebouwd, de Europese sterren hoeven niet
altijd ‘knap’ te zijn en hebben soms geen enkele acteuropleiding gehad, verhalen zijn vaak
minder afgerond. De bioscoopbezoeker krijgt een kortstondige blik in het leven van de
personages.
Van grote invloed zijn de Italiaanse en Franse cinema. In Italië ontstaat een stijl waarin het
realisme voorop staat. In Frankrijk ontstaan intellectuele films die soms een spel spelen met
de toeschouwer.
Fotografie:Het Neorealisme staat voornamelijk als filmische
stroming te boek, maar er heeft zich na WOII ook een
belangrijke fotografische pendant ontwikkeld met fotografen als
Federico Patellani, Pietro Donzetti, Mario Giacomelli, Mario de
Biasi en Franco Pinna.
Het gebruik van de 'methode' van het Neorealisme (filmmakers
lieten bijvoorbeeld gewone mensen zichzelf 'spelen') leidde tot
verhitte debatten over de scheidslijnen tussen engagement en
journalistiek, tussen documentaire en kunst een
discussieonderwerp dat ook in onze tijd regelmatig terugkeert.
foto: Federico Patellani
De mijnwerkers in Carbonie,
Sardinië 1950
Nieuwe start voor de Europese film
Neorealisme: La Terra Trema
In de naoorlogse Italiaanse cinema ontwikkelt zich het neorealisme. Eén van de
belangrijkste regisseurs is Luchino Visconti (1906-1976). In zijn ‘La Terra Trema’ (De aarde
beeft,1948) spelen echte vissers hun eigen leven in hun eigen dorp.Visconti gebruikt geen
technische trucs, opgenomen in gewoon daglicht op locatie. Montage beperkt tot het meest
noodzakelijke. Het stempel van de regisseur mag niet op de realiteit van het verhaal drukken.
Filmfragment 1
Filmfragment 2
Nieuwe start voor de Europese film
Nouvelle Vague: A bout de souffle
Eind jaren vijftig nieuwe generatie Franse filmmakers. Zij
beschouwen film als spel waarbij zoveel mogelijk filmische
vormgevingsmiddelen kunnen worden ingezet. I.t.t. tot het
Italiaanse neorealisme neemt de Franse nouvelle vague
(Nieuwe Golf) een loopje met de werkelijkheid. Jean Luc
Goddard filmt met de handzame 16-mm.camera. ‘A bout
de souffle’ (Ademloos 1959) speelt zich af op de troittoirs
van de Champs Élysées. Jumpcutmontage zorgt voor een
onwezenlijke sfeer. Nouvelle vague is in veel opzichten
tegengesteld aan het neo-realisme. De film springt door de
tijd, acteurs kijken recht in de camera en spreken soms
rechtstreeks tot de kijker. Door ‘kunstmatigheid’ gaat de
kijker niet in het verhaal op.
Fragment1
Fragment2
Wiskunde, elektronica en jazz
Serialisme en elektronica : Ook in de muziek nieuwe ideeën. Invloeden van
Schönberg: twaalftonenreeks ontwikkeld zich tot seriële muziek: noten, toonduur,
sterkte, klankkleur en aanslag worden in reeksen vastgelegd. Zeer wiskundige manier
van componeren. Resultaat lijkt juist ongeordend en toevallig, dit maakt het luisteren
naar deze muziek complex. Karlheinz Stockhausen: ‘Gruppen’(1955) is zo complex dat
er drie orkesten tegelijk voor nodig zijn.
Een andere invloed is het gebruik van electronica.
In ‘Kontakte’(1959) spelen een slagwerker en een
pianist samen met een bandopname. De analoge
‘warme’ geluiden zijn als verkeersborden in de
‘koude’ electronische omgeving.
Musique Concrète: Maurice Béjart
(1927) laat in zijn ‘Symfonie voor een eenzaam
mens’(1955) de nieuwe ideeën over muziek en
dans bij elkaar. Muziek is hier vooral geluid en
dans vooral abstracte beweging. Een
expressieve mix van acrobatiek, Grahamdans en
klassiek ballet.
Pierre Schaeffer en Pierre Henry leveren de
onheilspellende elektronische muziek. In deze
geluidscollage zijn bizarre klanken, geschreeuw,
vervormde/ bewerkte alledaagse
(concrete) geluiden te horen. Zij noemen hun
collages ‘musique concrète.
Fragment: Béjart,
Heliogabale
Wiskunde, elektronica en jazz
Van swing tot free jazz: In de Vs ontwikkelt de jazz zich van dans- tot luistermuziek. Rond
de 2e W.O. waaide de ‘swing’ al over naar Europa.
Jonge zwarte muzikanten ontwikkelen in kleine bandjes een ongepolijste nieuwe stijl: de bebop.
Altsaxofonist Charlie Parker (1920-1955): In ‘Birdsnest’ soleert hij snel op het razende tempo van de
drums en contrabas.. De onregelmatigheid van bebop maakt het wat minder toegankelijk. Bepob kent een
kleine aanhang van ‘artistiekelingen’. ( Jules Deelder: ’We waren jong en vatbaar voor legenden. We wouen
moderne jazz. We droegen buitenissige kledij. We waren ‘vuile addestiekelingen’.)
De uitzinnige bebop kent in cool jazz zijn tegenhanger: minder snel en uitgelaten dan de bebop, helderheid
en pure klank staan hierin voorop, ritme krijgt minder nadruk.
Free jazz (1960) van Ornette Coleman heft alle
conventies in één klap op. Regels van ritme,
akkoord en solo worden door elkaar gesmeten.
Vrije solo’s, collectieve improvisatie.
Van amusementsmuziek heeft de jazz definitief de
status van kunstmuziek bereikt.
Am. Kunst: abstract expressionisme
Daad als kunstwerk: In de jaren vijftig ontstaat de eerste echt Amerikaanse
kunststroming: abstract expressionisme. Hierin spelen de Europese ideeën over het
onderbewuste een rol. Jackson Pollock (1912-1956) werkt in trance in en om het doek
onder de tonen van de free jazz. Zo ontstaan overall-composities. Grote doeken met veel
lagen over elkaar ‘geschilderd’ laten zo een abstracte ‘kosmische’ ruimte zien. Ondanks alle
chaos is er ook evenwicht. In deze werken is het door de surrealisten toegepaste automatisme
zichtbaar. Niet het schilderij maar de handeling zelf staat centraal. Actionpainting.
Jackson Pollock
(1912-1956)
Ocean greyness
She-wolf
No.32 (1950)
(drippings)
Jackson Pollock
(1912-1956)
Lavender mist
Am. Kunst: abstract expressionisme
De oervrouw: In het werk van
Willem de Kooning (Rotterdam19041997) is het expressionisme ook goed te
zien. I.t.t. Pollock overweegt de Kooning
zorgvuldig wat hij doet, om vervolgens het
schilderij met passie aan te pakken en het
totale doek doet veranderen. Hij zoekt de
balans tussen de abstractie van kubisme
en het levendige expressionisme. In 1950
een serie vrouwenfiguren waarin een
mengeling van verschillende
vrouwbeelden: hoer, femme fatale, en
moeder. Am. Pin-ups als inspiratiebron.
Vrouw 1
Willem De Kooning
(1904-1997)
Door to the
river
Woman
Willem De Kooning
Excavation 1950
Robert Motherwell
(1915-1991)
Robert Motherwell studeerde filosofie wat een van de redenen was dat hij nooit figuratief
heeft gewerkt. Hij voelde zich door zijn vertrouwdheid met de logische analyse als "een vis in
het water" bij abstracties en het denken in abstracte structuren. Zijn werk is zowel expressief
als ingetogen en sober, en vaak symbolisch van aard. Motherwell: "I think modern art is the
Symbolist movement“ Hij was een belangrijk woordvoerder van de New-Yorkse avant-garde.
Elegies to the Spanish Republic (uit een serie die
ruim 200 werken omvat)
Am. Kunst: abstract expressionisme
Vlakten van kleur:
In de colourfield painting
worden enkele grote kleurvlakken naast elkaar gezet. Het
schilderij ‘Who’s afraid of red yellow and blue’ van
Barnett Newman lijkt eenvoudig te bestaan uit
onpersoonlijk kleurvlakken maar zijn in werkelijkheid
opgebouwd uit vele transparante verflagen met penseel
geschilderd. Hierdoor ontstaat een ongrijpbare bijna driedimensionale ruimte die – als je dicht genoeg erbij durft te
staan- de toeschouwer omhult en als het ware opslokt.
Barnett Newman
( 1905-1970)
Adam
Chartres
Mark Rothko
(1903-1970)
Colourfield-painting
Rond 1947 brak hij met het surrealisme en wendde
hij zich tot de totale abstractie. Zijn doeken
bevatten, op een egaal gekleurde ondergrond,
twee of drie rechthoeken in verschillende kleuren.
Zijn werk nodigt de toeschouwer uit tot meditatie.
Rothko Chapel
Geschilderde bevrijding
Vragende kinderen: De politieke verdeling
van Europa na de 2e W.O. is ook in de kunst te zien:
in het kapitalistische westen abstracte kunst, in het
communistische oosten figuratieve kunst. Jonge
Europese kunstenaars zoek echter naar een totaal
nieuw fundament. De oorlog heeft immers bewezen
dat alle opvattingen over kunst van tafel kunnen
worden geveegd.
In 1948 schaffen Karel Appel (1921) en een aantal
andere jonge West-Europese kunstenaars al die
wetten en regels van de kunst dan ook af. Zij
noemen zich Cobra. Tegelijk met de bevrijding van
Europa, bevrijden zij de kunst. Zij laten zich
inspireren door ‘het kind’ dat nog puur en
onbedorven in zijn denken en handelen is, maar ook
door volkskunst en de (Scandinavische) wereld van
sage en legende. Cobra staat voor Kopenhagen,
Brussel en Amsterdam.
Pedersen:
‘den Adende’
Appel: ‘Schreeuw van de vrijheid’
Karel Appel
( 1921)
‘Vragende kinderen’ (1948) is een assemblageschilderij
dat door kinderhanden lijkt te zijn gemaakt, direct
materiaal- en kleurgebruik.
Cobrakunstenaars zijn ook geïnteresseerd in het
‘collectief geheugen’, dat bij iedereen dezelfde
beelden in het onderbewuste vasthoudt.
Slapende
stad
De kat
Lucebert
(1924-1994)
Schilder, dichter. Van hem is de
dichtregel Alles van waarde is weerloos
(te zien op het dak van de Willem de
Kooning academie te Rotterdam)
Lucebert: Keizer der Vijftigers.
Geschilderde bevrijding
Terugkeer:. Amsterdam wordt een van de vele plaatsen in Europa waar de avant-garde
voet aan de grond krijgt. Ook Ed van der Elsken verlaat Parijs en vestigt zich in Amsterdam.
De internationale kunst komt echter vaak in botsing met de ‘gewone burgerij’.
De documentaire “De werkelijkheid van Karel Appel’(1961) van Jan Vrijman laat Appel in zijn
atelier zien. Deze film en de uitspraak van Appel “Ik rotzooi maar wat aan’’ is koren op de molen
van hen die kunst toch al een onzinnig tijdverdrijf vinden voor domme kliederaars.
Sandberg maakt van het Stedelijk Museum een museum van internationale allure door veel
nieuwe avant-garde kunst aan te kopen.
Fragment Appel
Samenvatting
Hollen of stilstaan
* Periode na W.O.II tijd van herbezinning.
* Het Parijse existentialisme weerspiegelt de geest van de tijd.
* Absurd theater vol miscommunicatie en zinloze activiteiten.
* Kunstenaars worden steeds onafhankelijker; oude en nieuwe ideeën worden uitgevoerd.
* Theater van de wreedheid.
* Ook in de muziek terugblikken als vooruitkijken: seriële muziek- moderne elektronica.
* In de V.S. opkomst van de avant-gardekunst.
* Jazz ontwikkeld zich tot kunstmuziek: expressieve free jazz.
* Opkomst in V.S. van het Abstract Expressionisme.
* In Europa: ontstaan van Cobra.
* Kleinschalige Europese filmindustrie: neorealisme-Nouvelle Vague.