Transcript Teamvoorlichting autisme

Autisme
Autisme
Naam school
Datum presentatie
Namen Abers die de presentatie geven
Autisme
agenda
• Inleiding
• Filmpje
• Powerpoint
• Opdracht
• Mogelijkheid om de tentoonstelling te bekijken.
• Plenaire afsluiting
• Verwachte eindtijd:
Autisme
Verschijningsvormen van ASS
•
•
•
•
•
De Autistische stoornis
Het syndroom van Asperger
Het syndroom van Rett
De desintegratieve stoornis
PDD-NOS (Pervasive Development Disorder, Not
Otherwise Specified
• MCDD ( Multiple Complex Development Disorder)
Autisme
Wat is de prognose?
• Autisme is een levenslange handicap
• Verschuivingen tijdens verschillende
ontwikkelingsfases
Autisme
Andere voorkomende
ontwikkelingsproblemen
• Spraak en taal
• Afwijkend omgaan met zintuiglijke prikkels
Autisme
Verstandelijke
ontwikkeling
Leerproblemen
Angst
Andere voorkomende
ontwikkelingsproblemen
Gedrag in
alledaagse
situaties
Motoriek
Autisme
Cognitief
1. Centrale Coherentie theorie (CC)
2. Theory Of Mind (TOM)
3. Executive Function (EF)
Autisme
Centrale Coherentie Theorie
Autisme
Uitingsvormen
•
Communicatie
•
Voorstellingsvermogen
•
Sociale interactie
Autisme
Leerstijl van kinderen met ASS
•
•
•
•
•
•
•
Fragmentarisch leren
Contextspecifiek leren
Stroef en rigide denken
Specifieke en beperkte interesses
Concreet denken
Informatie stap voor stap verwerken
Het ontbreken van een intrinsieke motivatie
Autisme
Structureren-stimuleren-zelfreguleren
Wie?
Wat?
Hoe?
Structuur aanbrengen
Wanneer ?
Waar?
Autisme
Effectieve communicatie
•
•
•
•
•
•
Concreet en expliciet taalgebruik
Positieve boodschappen
Visuele ondersteuning
Korte zinnen en instructies
Gerichte en concrete vragen
Wachttijd inbouwen bij beantwoorden van
vragen
Autisme
Wat moet je kunnen en willen leren?
•
•
•
•
•
•
Afstand nemen
Kijken naar de ander in relatie tot…
Kijken naar jezelf in relatie tot…
Instrumentele relatie
Structurerend vermogen
Ethisch bewustzijn
Autisme
Verdere informatie
Boeken:
Websites:
Autisme
Opdracht
• Maak tweetallen.
• De een neemt de ansichtkaart voor zich, zonder die aan de
ander te laten zien.
• De ander neemt de kleurpotloden
• Degene met de kaart vertelt aan de ander wat er te zien is op
de kaart, heel gedetailleerd.
• Degene met de kleurpotloden tekent zo goed mogelijk wat
hem verteld wordt.
• De tekenaar mag alleen verduidelijking vragen. Bijvoorbeeld:
zijn de planken van het hek horizontaal of vertikaal
aangebracht.