invuloefening met powerpoint

Download Report

Transcript invuloefening met powerpoint

Waasmunster
Op heideklas
Een Oost-Vlaamse gemeente
•
Oost-Vlaanderen in België
Waasmunster ligt in de buurt van Sint Niklaas . Het ligt halfweg tussen Gent en
Antwerpen.
Sint Niklaas is de hoofdstad van het “Waasland”.
Het Waasland
• Oorspronkelijk
betekende “waas “:
woest, mistig en
drassig.
• Het Waasland wordt
overal beschreven als
het land van de bolle
akkers en
canadapopulieren.
• Het Waasland is ontstaan uit een heel vochtig gebied.
De landbouwers probeerden op allerlei manieren het
teveel aan water weg te werken. Ze legden hun akkers
bol aan. Zo kon het water vanaf het midden naar de
randen stromen. Daar lagen dan grachten. Ook plantten
ze canadapopulieren. Dat zijn hoge bomen die heel veel
water opzuigen.
• Het echte symbool voor
Waasmunster is echter
de raap. Die werden
vroeger heel veel geteeld
en de bewoners hebben
als bijnaam “ de
Rapeneters “.
Het wapenschild van
Waasmunster stelt een
zeemeermin voor met in
haar linkerhand ….
• een raap !
• De raap werd 5 eeuwen geleden ingevoerd om het vee
ook in de winter eten te kunnen geven. De boeren
konden toen twee maal per jaar oogsten , dankzij de
rapen.
• De raap speelde ook een leuke rol in een verhaal over
keizer Karel. Die was in de 16de eeuw heer en meester in
onze streek.
• Bij een bezoek aan St.-Niklaas kreeg
keizer Karel zo’n schitterende, grote raap
cadeau dat hij de boer er een grote beurs
geld voor gaf. Een paardenkoopman had
dat gezien en dacht dat, als hij de keizer
een schitterend paard zou geven, hij dan
vast ook een beurs zou krijgen. Maar…
Karel aanvaardde dankbaar het paard en
gaf de koopman de raap…
• Je weet dat, zo’n 2000 jaar geleden, de Romeinen in onze streken
op verovering trokken. Ze hadden een goed uitgerust leger. Om
zich vlug te kunnen verplaatsen, legden ze stenen banen aan. Dat
waren de heirbanen. Waasmunster was ook ooit een belangrijke
pleisterplaats op zo’n Romeinse heerweg tussen Antwerpen en
Gent.
• Bij opgravingen werden heel wat voorwerpen uit de
Romeinse tijd gevonden. In de Steenwerkhoeve in
Belsele - niet ver van Waasmunster - werd in 1892 een
’schat’ gevonden. Het ging om een aarden pot met
daarin meer dan 1500 zilveren munten. De munten
vertoonden beeltenissen van keizers en keizerinnen uit
het antieke Rome.
• Je kent misschien het verhaal van Reinaert de vos. Op
het einde van dat verhaal brengt de vos koning Nobel
het hoofd op hol met zijn verzinsel over een schat. Maar
die was er niet! Toen de muntenschat van Belsele
gevonden was, dachten sommigen dat het de schat van
het Reinaert -verhaal was.
• Waasmunster heeft trouwens zijn naam gekregen
doordat er vroeger een klooster (= een munster) stond
op drassige grond. (waas betekent drassig gebied,
weet je nog?). Op de plaats van het vroegere klooster
staat nu de abdij Roosenberg. Dit is nu een modern
bezinningscentrum en een museum.
HEIDE EN BOS
• Het Waasland ligt ten noordoosten van onze provincie,
Oost-Vlaanderen .
•
De bodem van deze streek bestaat vooral uit tamelijk
vruchtbare zandige gronden. Hierop groeien bossen en
heide. Heideachtige planten zijn dwergstruikjes met
altijd groene bladeren zoals vb brem, struikheide…
• In het noordoostelijk deel van Waasmunster liggen
verhoogde landduintjes. De zandlaag is er 2 tot 3 meter
dik.
• Het hobbelig reliëf, waarvan de hoogste punten meer
dan 36 meter boven het zeeniveau uitsteken, wordt
veroorzaakt door verstuivingen en uitwaaiingen van dat
zand.
Heidegebied
• Hoe het groeide.
• Het heidegebied vertoont een open landschap.
Het heeft een arme bodem. Dit betekent dat er
weinig voedselbestanddelen in de grond zitten.
Dat komt doordat men in deze streek, lang
geleden, de eiken- en berkenbossen rooide en
men schapen liet grazen op de gronden. Zo
konden zich geen jonge boompjes ontwikkelen.
De heidestruikjes bleven wel groeien want die
lustten de dieren niet zo. Toch lopen ook deze
plantensoorten het gevaar in de nabije toekomst
uit het beeld te verdwijnen. Want…
• In de loop van de 19de eeuw en in het begin van de 20ste eeuw
werd de heide vervangen door naaldbossen. Het ontstaan van veel
fabrieken ging samen met een stijging van de bevolking. Daardoor
steeg ook de vraag naar snelgroeiend brandhout! Bovendien had
men in de steenkoolmijnen toen veel hout nodig om de mijngangen
te ondersteunen.
• Men had dus veel naaldbomen nodig. Daarom plantte
men ze dicht bij elkaar. Door gebrek aan licht en lucht
vielen vele naalden af en de bodem verzuurde daardoor
steeds meer. Daarom is de onderbegroeiing in
naaldboombossen bijna onbestaand.
•
De belangstelling voor naaldhout is sterk
verminderd. Er zijn immers geen werkende
steenkoolmijnen meer in België. Veel mensen gebruiken
geen hout meer als brandstof. Daardoor zijn er de
jongste jaren meer en meer loofbomen , zoals eiken en
berken, in het landschap verschenen.