Omtrek en oppervlakte

Download Report

Transcript Omtrek en oppervlakte

Wat is omtrek?
Omtrek is:
Alle buitenranden van een figuur meten
en alle maten optellen!
Voorbeeld
20 cm
De omtrek van het
figuur hiernaast is:
15 cm
15 cm
20 cm
20 + 15 + 20 + 15 = 70 cm
Nog een voorbeeld
De omtrek is:
25 cm
15 cm
25 + 15 + 15 + 25 + 20 =
20 cm
15 cm
100 cm
25 cm
Wat is oppervlakte?
Je kunt simpel zeggen:
Oppervlakte is de hoeveelheid papier
die je nodig hebt om een heel figuur te
bedekken.
De eenvoudigste manier:
Op ruitjespapier met vierkantjes van 1 cm²
Tel het aantal hokjes. Dan weet je de
oppervlakte in cm².
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
Je telt 24 hokjes dus de oppervlakte is
24 cm²
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
Dus de oppervlakte is 15 cm²
Oppervlakte van een rechthoekige driehoek
Teken eerst een
rechthoek erom
Tel de oppervlakte
van de rechthoek en
schrijf dat op
De oppervlakte van
de driehoek is de
oppervlakte van de
rechthoek : 2
Voorbeeld
Opprechthoek = 20 cm²
Oppdriehoek = 20 : 2
= 10 cm²
Oppervlakte van een gewone driehoek
Maak er 2
rechthoekige
driehoeken van
Teken er 2
rechthoeken om
Bereken van beide
driehoeken de
oppervlakte en tel
deze 2 op
Oppervlakte van een gewone driehoek
Maak er 2 rechthoekige
driehoeken van
Teken er 2
rechthoeken om
Opprechth 1 = 20
Oppdrieh 1 = 20 : 2 = 10
Opprechthoek 2 = 8
Oppdrieh 2 = 8 : 2 = 4
Opphele drieh = 10 + 4
= 14 cm²
1
2
Oppervlakte van een gewone driehoek
Teken er een rechthoek omheen
De 3 driehoeken die er bijgekomen
zijn moeten van de rechthoek
afgehaald worden om de oppervlakte
uit te kunnen rekenen
Opprechthoek 1= ……
Oppdriehoek 1= …: 2
1
2
Opprechthoek 2= ……
Oppdriehoek 2 = …: 2
Opprechthoek 3= ……
Oppdriehoek 3 = …: 2
3
Oppgrote rechthoek = 30 cm2
Oppgrote driethoek = Opprechthoek - Oppdriehoek 1 - Oppdriehoek 2 - Oppdriehoek 3
Oppervlakte van een gewone driehoek
De 3 driehoeken die er bijgekomen
zijn moeten van de rechthoek
afgehaald worden om de oppervlakte
uit te kunnen rekenen
Opprechthoek 1= 12 cm2
Oppdriehoek 1 = 12 : 2 = 6 cm2
1
2
Opprechthoek 2= 10 cm2
Oppdriehoek 2 = 10 : 2 = 5 cm2
Opprechthoek 3= 12 cm2
Oppdriehoek 3 = 12 : 2 = 6 cm2
3
Opprechthoek = 30 cm2
Oppgrote driehoek = Opprechthoek - Oppdriehoek 1 - Oppdriehoek 2 - Oppdriehoek 3
Oppgrote driehoek = 30 - 6 - 5 - 6 = 13 cm2
DUS:
Omtrek is randen meten en optellen,
eenheid is mm, cm, dm, m enz.
Oppervlakte is hokjes tellen,
eenheid is mm², cm², dm², m² enz.
Bij een driehoek eerst inlijsten, daarna de
helft van de oppervlakte van de rechthoek
nemen.