Plaagdieren bij zorgkunde

Download Report

Transcript Plaagdieren bij zorgkunde

Plaagdieren
Hoofdluis, vlo, schaamluis, etc.
hoofdluis

Hoofdluis is heel besmettelijk omdat
hoofdluis gemakkelijk kan overlopen naar
een ander hoofd als je met de hoofden
tegen elkaar komt.
Ook kan een luis via jassen, kragen,
kammen, sjaal of hoofdkussen naar een
ander hoofd overstappen.
Hoofdluizen kunnen niet vliegen, springen
of zwemmen.
hoofdluis
Neten op haar
Hygiëne




Het oplopen van hoofdluis heeft niets te maken met hygiëne, zelfs
de schoonste hoofden worden besmet met hoofdluis.
Vooral kinderen worden veelal besmet omdat die (op scholen) veel
meer lichamelijk contact hebben met elkaar dan volwassenen.
Jassen hangen op school vaak dicht tegen elkaar dit werkt ook nog
eens extra mee met het verspreidingsgevaar.
Hoofdluis veroorzaakt soms jeuk, maar meestal merk je er niets
van.
De neten en luizen zitten meestal op warme donkere vochtige
plekken op de hoofdhuid.
(achter de oren en in de nek)
Hoofdluis kunt u makkelijk aantonen door het haar van uw kind met
een luizenkam te kammen boven een witte wasbak of een stuk wit
papier.
Tegen deze witte achtergrond steken de luizen roodbruin tot grijs
af.
Wering & Bestrijding


Onderzoek de mensen in de omgeving op hoofdluis en
vermijd het gezamenlijk gebruik van kleding en
kammen.
Daarna


Nat kammen (bij voorkeur met 50 % azijn in het water) met de
metalen netenkam om de luizen en neten uit het haar te
kammen.
De eitjes van de luis (neten) zitten echter vast met een
lijmbandje aan het haar, waardoor deze, ook met een netenkam,
lastig te verwijderen zijn. Niet verwijderde neten vormen een
bron van herbesmetting, het is dus belangrijk deze goed te
verwijderen.
tips







Behandel alle met luizen geïnfecteerde personen
tegelijk.
Neten gaan door de behandeling met de shampoo of
lotion dood, maar blijven wel aan de haren kleven.
Wanneer je na de behandeling nog neten vindt, duidt dit
niet persé op een nieuwe infectie.
Was al het beddengoed en kleding van de besmette
personen op minstens 60°C.
Stop kleding die niet (op deze temperatuur) kunt
gewassen kan worden in plastic zakken en laat ze twee
weken afgesloten staan.
Luizen kunnen zonder gastheer maximaal 24 uur in
leven blijven.
Ook afgevallen neten zullen door gebrek aan warmte
niet altijd uitkomen of door gebrek aan een eerste
maaltijd niet overleven.
daarna



Er zijn lotions en shampoos
verkrijgbaar en volg de
gebruiksaanwijzingen zoals
weergegeven op deze
middelen.
Behandel de besmette hoofden
iedere dag met de luizen- en
netenkam en gebruik naast de
lotions ook een luizenshampoo
>> neten- of Niskakammen
luizenlevensloop






De vrouwelijke luis legt dagelijks zo’n vier tot acht eitjes, de neten.
Deze worden met een soort lijm vlak boven de hoofdhuid stevig aan
de haren bevestigd.
Na ongeveer zeven dagen springen de neten open en komen er
nieuwe luizen te voorschijn.
Een jonge luis is na 7-10 dagen volwassen en klaar om zelf weer
eitjes te leggen.
Hij leeft dan ongeveer één maand en legt in die tijd zo’n 250 eitjes.
Snel ingrijpen is bij hoofdluis dus erg belangrijk.
Een vrouwtjesluis leeft ongeveer 22 - 38 dagen. De levensduur van
een mannetjes luis is 23 – 30 dagen. Zonder eten (bloed) kan een
luis ongeveer twee dagen overleven.




Een jonge luis is zilverachtig van kleur. De luis voedt zich
drie tot zes keer per dag met bloed van zijn gastheer en
het zijn juist deze bijtplekken die jeuken.
Dit wordt veroorzaakt door het speeksel dat de luis
tijdens de beet in het wondje achterlaat. Door zijn
voeding zal het diertje in 7 tot 10 dagen donkerbruin
kleuren en voldoende volwassen zijn om, als het een
vrouwtje is, haar eieren te leggen.
Eenmaal volwassen is de luis 3 mm. De eieren, welke
"neten" worden genoemd, worden dicht bij de hoofdhuid
tegen de haarschacht geplakt of gekit en zijn goed te
herkennen.
Het zijn ovale gladde balletjes met altijd dezelfde vorm,
ze zijn ongeveer 1 mm groot, iets kleiner dan een
sesamzaadje, en kunnen van roomkleurig tot
bruinkleurig zijn. Wanneer ze na 7 tot 10 dagen
uitkomen, begint het hele proces weer van voor af aan.



Een luisbesmetting wordt niet altijd direct
opgemerkt, omdat niet iedereen direct last heeft
van de bijtplekken, bovendien voel je de luis niet
lopen.
Het leven van een hoofdluis duurt, mits hij
voeding krijgt, maximaal ongeveer 30 dagen,
niet zo lang dus, maar in die 30 dagen kan een
enkel vrouwtje ongeveer 100 neten produceren.
Een besmetting met hoofdluis kan dus
epidemieachtige gevolgen hebben als er niet
goed tegen opgetreden wordt.
Geschiedenis


Uit archeologisch onderzoek is gebleken
dat hoofdluis van alle tijden is! Zo zijn er
in grotten in de woestijn van Judea
(Israel/Westelijke Jordaanoever) neten
gevonden van ongeveer 7.000 voor
Christus.
Ook bij de Egyptische mummies en bij
opgegraven resten van Vikingen zijn neten
gevonden.
Vlooien
Vlooien (orde Siphonaptera
oftewel 'zuigende
vleugellozen') zijn
parasitaire insecten die
op of zeer nabij hun
gastheer (zoogdieren en
vogels) leven en zich
voeden met diens bloed.
Er zijn enige duizenden
soorten vlooien
beschreven.
Vlooienbeten


Een vlooienbeet verloopt aanvankelijk
nagenoeg ongemerkt; wel treedt na
verloop van tijd vaak een sensibilisatie op
tegen het speeksel dat de vlo inspuit in de
bijtwond om het bloed niet te laten stollen
(anticoagulans).
Na dat tijdstip worden vlooienbeten
duidelijke jeukbulten, soms zelfs
uitgebreide bladders, met soms een rood
puntje in het midden waar de beet zat.



Deze zijn in typische gevallen gelokaliseerd in
groepjes op de onderbenen, in het sokgebied of
onder de broeksriem, en daardoor te
onderscheiden van de meer verspreid geplaatste
muggenbulten.
Duurt de blootstelling aan vlooienbeten voort,
dan kan men weer gedesensibiliseerd raken en
treden er geen jeukbulten meer op.
Wel veroorzaken vlooien dan nog jeuk als ze
zich tussen de huid en de kleren verplaatsen.


Veel mensen krijgen jeuk als ze aan
vlooien denken of erover lezen.
Mensen met katten die na een periode van
warm weer van vakantie terugkomen (als
er dus niet gestofzuigd is) worden wel
eens massaal besprongen door
kattenvlooien bij het weer betreden van
het huis.
Neveneffecten


Kattenvlooien zijn een tussengastheer van
de lintwormen hymenolepis nana en
Dipylidium caninum.
Rattenvlooien brengen de pestbacil
Yersinia pestis over en waren dus een
tussengastheer bij de grote
pestepidemieën uit het verleden.
Bestrijding


Bij het niet goed bestrijden van vlooien,
ontstaat er snel een vlooienplaag. Vlobestrijdingsmiddelen (ook voor voor
huisdieren) hebben vrijwel geen
bijwerkingen en doden de vlo soms al
binnen enkele uren.
Vlooienbestrijdingsmiddelen zijn in twee
soorten te verdelen:

Vlododende middelen


Deze middelen moeten aan twee voorwaarden
voldoen: ze mogen niet giftig zijn voor de gastheer
(het huisdier) en ze moeten de vlo zo snel mogelijk
doden, voordat deze zich kan voortplanten. Bekende
middelen zijn: Frontline, Advantage, Cyflee,
Stronghold en Scaliborbanden en wasmiddelen.
Middelen die de voortplanting van de vlo
stoppen

Door de voortplanting van de vlooien te stoppen,
wordt hun levenscyclus doorbroken en sterft de
vlooienpopulatie uit. Het enige werkzame middel is
lufenuron.
Schurftmijt (Sarcoptes scabiei D. )

De schurftmijt is met het blote oog
bijna niet te zien ± 0,3 mm. De mijt
graaft gangetjes in de bovenste laag
van de hoornhuid, vaak te zien als een
soort blaasjes, over het algemeen op
plaatsen waar de huid dun is, zoals
tussen de vingers, binnenkant pols,
enkels enz. Wordt van mens tot mens
overgebracht via intensief huidcontact,
ook kan het door besmette
handdoeken
beddengoed of kleding worden
verspreid.
Schade: Geïrriteerde jeukende huid,
die vaak wordt opengekrabd,
waardoor
weer ontstekingen kunnen ontstaan.
Schurft




Deze ziekte is een
huidafwijking die wordt
veroorzaakt door de
schurftmijt
Is in het westen door
verbeterde hygiëne
zeldzaam is geworden,
kan worden overgebracht
door kleding, beddegoed,
maar vooral door
seksueel contact.
Schurft wordt dan ook
gerekend tot de SOA's.

schurftmijt
Diagnose




Schurft is (moeilijk) te herkennen aan een huiduitslag met vooral
rode bultjes. Op en bij deze bultjes zijn de gangen van de mijten
soms zichtbaar als witte streepjes van enkele millimeters lang.
Tussen de vingers, rond de tepels en rond de navel zijn plaatsen
waar ze vrij geregeld zijn aan te treffen. Het is echter zeker niet
ongebruikelijk bij iemand die al weken overal jeuk heeft ook bij
goed zoeken geen enkele gang aan te kunnen treffen.
Door de allergische reactie van het lichaam gaan de plekken hevig
jeuken, waarna de patiënt gaat krabben.
Schurft komt vooral voor op (tegen krabben) beschutte plekken van
de huid, zoals de strekzijde van ellebogen, liezen, tepels, penis en
scrotum.




De definitieve diagnose wordt gesteld door het aantonen van de
mijt onder de microscoop; dit is niet altijd mogelijk.
Sterke aanwijzingen zijn soortgelijke gevallen van jeuk onder
intieme bekenden (schurft is de enige echt besmettelijke vorm van
jeuk) en in de anamnese valt vooral ook op dat de jeuk 's avonds in
bed voor de patiënten ondraaglijk wordt, met andere woorden als er
een wat warm en iets vochtig milieu heerst.
In Nederland is schurft vrij zeldzaam; in Groot-Brittannië wordt het
in sommige streken nog haast dagelijks gezien. Vrij geregeld wordt
het in Nederland geïmporteerd, maar veel Nederlandse huisartsen
zullen nog nooit een geval zijn tegengekomen.
Dat is ook de reden waarom het vaak onterecht als een allergische
reactie wordt afgedaan. (Dat is overigens niet onjuist: het IS een
allergische reactie, maar een waarvan de oorzaak kan worden
aangepakt)
schurft
Maatregelen


Er bestaan crèmes tegen schurft
zoals een smeersel met het
insecticide Lindaan of permetrine.
Het is belangrijk huisgenoten
(ook zonder klachten) mee te
behandelen, en ook maatregelen
te treffen om herbesmetting
vanuit beddegoed, kleding of
huisraad te voorkomen. Schurft is
bij tijdige behandeling
betrekkelijk onschuldig. Een
gangbaar gevolg kan eventueel
een geïrriteerde of ontstoken huid
zijn door het vele krabben.
Na behandeling met
mijtendodende zalf gaat de jeuk
pas over als de laatste gangen in
de huid zijn weggesleten, wat nog
meerdere weken kan duren.
Hiervoor kan men eventueel
corticosteroiden bevattende
zalven geven om de jeuk wat te
stillen.
Schaamluis (Phthirus pubis L. )

Schaamluis heeft een wat bredere bouw als de andere luissoorten. Wordt
overgebracht door lichamelijk (seksueel) contact en soms door besmet
beddengoed
en kleding. Komt voor in de schaamstreek, okselhaar, borsthaar, baard snor
en bakkebaarden.
Schade: Uitwerpselen zorgen voor vervuiling. Het speeksel geeft jeuk en
soms blaasjes.



Omdat de schaamluis zich vooral verspreidt door
lichamelijk contact, wordt de luis als
geslachtsziekte gezien.
Een andere benaming voor schaamluizen in deze
betekenis is ook wel platjes.
Er zijn nog wel meer luizen die op de mens
leven, deze behoren tot het geslacht Pediculus,
voorbeelden zijn de kleerluis (Pediculus
humanus corporis) en de bekendere hoofdluis
(Pediculus humanus capitis).
Algemeen

De schaamluis is een zuigende
luis die over de hele wereld
voorkomt en leeft van
menselijk bloed. De ontlasting
van de luis is daarom bruin en
het duidelijkste teken dat men
is besmet. De luis zelf is
namelijk zeer klein; 1 tot 3
millimeter, en is zeer moeilijk
te zien omdat de luis naar de
basis van de haren kruipt en
zich daar met de tang-achtige
poten goed vastklampt.
Besmetting



De schaamluis leeft met name op warme,
vochtige plaatsen, zoals schaamhaar, maar ook
okselhaar en in de baard; luizen in het
hoofdhaar zijn altijd hoofdluizen.
De poten van de schaamluis zijn namelijk
gebouwd om wat dikkere haren vast te houden.
Net zoals de hoofdluis kan de schaamluis ook via
besmette kleding, beddengoed of handdoeken
etc. worden overgebracht. Een besmetting met
schaamluis heeft dus zeker niet altijd
geslachtsgemeenschap als oorzaak.
Symptomen




De schaamluis is niet gevaarlijk en kan geen
ziektes verspreiden, in tegenstelling tot de kleeren hoofdluis.
Het enige symptoom is jeuk, die echter tot
ontstekingen kan leiden als men teveel krabt; de
luis zelf veroorzaakt geen infecties.
Wel veroorzaken de beten kleine geïrriteerde
plekjes, de een is echter gevoeliger dan de
ander.
Krabben is overigens sterk af te raden; ook
wimpers en wenkbrauwen zijn geschikte
plaatsen voor de schaamluis.
Bestrijdingmiddelen



De bestrijding van de schaamluis is gelijk aan die van de
hoofdluis; uitkammen met een fijne kam, of wassen met
een speciale anti-luizen shampoo.
Hierin zit meestal de stof permethrine, die ook wel
gebruikt wordt om kippen en andere dieren te ontluizen.
Het probleem bij de bestrijding zijn de eitjes, ook wel
neten genoemd, die zeer klein zijn, en eveneens zeer
bestendig tegen allerlei invloeden. Een snelle en
rigoureuze methode is kaalscheren, waardoor de luis
letterlijk dakloos wordt en zich niet of moeilijk meer kan
vastklampen, maar deze methode biedt geen
bescherming tegen eventuele besmetting.



De schaamluis is al sinds mensenheugenis een
plaag; al in de middeleeuwen werd het insect
bestreden.
In de scheepvaart was het lange tijd gebruikelijk
de matrozen allemaal maar een behandeling te
geven tegen platjes om te voorkomen dat
binnen korte tijd het hele schip ermee besmet
raakte.
Hiervoor werden vroeger poeders gebruikt, en
ook insmeren met bepaalde oliesoorten schijnt
de luis te doden.
Amerikaanse kakkerlak
(Periplaneta americana L. )

Glanzend roodbruin met
lichtgele vlekken op vleugels
en rugschild. Lichtschuw,
alleseter. Prefereert
temperatuur tussen 25 en
33°C, donkere warme vochtige
plaatsen.
Schade: Bevuiling van
voeding, verspreiden bacteriën
en mijten en kunnen
zodoende voedselvergiftiging
veroorzaken. Scheiden
allergenen af.
Duitse kakkerlak (Blatella
gemanica L.)


Lichtbruin, 2 donkere
lengtestrepen op rugschild. Is
de meest voorkomende
kakkerlak in Nederland.
Alleseter. Lichtschuw leeft op
donkere, warme wat
vochtige plaatsen.
Schade: Bevuiling van
voeding, verspreiden bacteriën
en mijten en kunnen
zodoende voedselvergiftiging
veroorzaken. Verspreiden een
onaangename geur door
uitscheiding via de rugklier.
Scheid allergenen af.
Bruinband kakkerlak (Supella
longipalpa F. )

Lijkt op duitse kakkerlak maar
mist de 2 lengtestrepen op het
rugschild. Heeft
een lichte dwarsstreep op
rugschild en achterlijf. Is niet
lichtschuw. Optimale
temperatuur 30 °C. Komt ook op
drogere plaatsen zoals achter
schilderijen.
Voedselvoorkeur,
zetmeelhoudende producten.
Schade: Bevuiling van voeding,
verspreiden bacteriën en mijten
en kunnen
zodoende voedselvergiftiging
veroorzaken. Eet ook stijfsel van
behang en lijm
van boeken. Scheidt allergenen af.
Kamervlieg
(Musca domestica L. )

Lengte ± 0,7 cm. Eieren
komen tot ontwikkeling in
rottend organisch materiaal.
Wijfje legt tussen de 600 en
2000 eitjes. Vliegen komen af
op allerlei voedsel
dat ze alleen in vloeibare vorm
kunnen opnemen.
Schade: Het bevuilen van
oppervlakten. Brengen
ziektekiemen over via
uitwerpselen, poten haren en
monddelen. Zijn in grote
aantallen hinderlijk.
Papiervisje (Ctenolepisma
longicaudatum E. )

Behorend tot de zgn. franjestaarten
bedekt met fijne schubben 2 lange
antennen
aan de kop en 3 lange aanhangsels
aan het achterlijf. Verplaatst zich met
snelle kronkelachtige bewegingen.
Donkergrijs van kleur met spikkels op
de
rug. Duidelijke haren aan de zijkanten.
Voorkeur voor relatief droge en
warme plaatsen, ca 24 ºC. Lichtschuw.
Voed zich met koolhydraten
bevattende
producten zoals zetmeel, cellulose,
suikers e.d.
Schade: Kan bij grote aantallen veel
schade aanrichten aan papier, behang,
boeken, schilderijen, postzegels maar
ook aan kleding en wandbedekking
van
synthetisch materiaal.
Bedmijt (Cimex lectularius
L. )


Afgeplat lichaam, ovaalvormig,
roodachtig van kleur. Grootte
0,4-0,9 cm.
Verbergt zich in slaapkamers in
naden kieren of matrasranden.
Schade: Zuigt ’s nachts bloed
bij de mens. Vogelmijten
kunnen, wanneer een
nest verlaten is, ook
binnendringen in huizen en
bloed zuigen bij mensen. De
beet veroorzaakt huidirritatie.
Verspreiden van ziekten is
mogelijk.
Huisstofmijt
(Dermatophagoides
pteronyssinus T. )

Kleur witachtig. Grootte
0.3 mm, is met het blote
oog praktisch niet te zien.
De huisstofmijt leeft in
huisstof, vloerbedekking,
matrassen e.d. Voedt zich
met huidschilfers.
Schade: Veel mensen
zijn allergisch voor de
uitwerpselen van de
huisstofmijt, wat men
door het inademen van
huisstof binnenkrijgt.

schade door
papiervisje
Teek (Ixodus ricinus L. )


Familie van de spin, heeft ook 8 poten.
Voorzijde van het lichaam meestal
donker, achterzijde roodachtig. Indien
volgezogen met bloed neemt de omvang
flink toe. Leeft meestal in bosachtige
omgeving, bosranden in lang gras en
lage struiken, vaak in de buurt van
wildpaden en andere veelbelopen routes.
Daar laat de teek zich vallen of klampt
letterlijk een voorbijganger aan,
kleding of haren. Vervolgens wordt een
geschikte plek (meestal dunne
huid) gezocht om bloed te zuigen.
Schade: Huidirritatie kan voorkomen, maar
lang niet altijd. De teek kan
ernstige ziekten overbrengen, in Nederland
voornamelijk de ziekte van Lyme.
Een uitstekende site over teken en de
ziekten die ze over kunnen brengen is
www.saag.nl
Lymeziekte ofLyme-borreliose


Lymeziekte, Lyme-borreliose ook wel (minder
juist) ziekte van Lyme genoemd, is een
infectieziekte die veroorzaakt wordt door
Borrelia burgdorferi, een spiraalvormige bacterie
(spirocheet) van drie tot acht micrometer. Het is
een vectorziekte die wordt overgedragen door
de schapenteek Ixodes ricinus.
De ziekte is niet vernoemd naar de ontdekker
maar naar het plaatsje Old Lyme in Connecticut,
waar in 1975 een epidemie van deze ziekte
optrad.
Oorzaak





Teken dragen soms de bacterie Borrelia burgdorferi bij zich. Door een
tekenbeet kan een mens met deze borrelia geïnfecteerd worden. Hierna
ontstaat een symptomencomplex dat Lyme-borreliose of lymeziekte wordt
genoemd.
Een teek kan verwijderd worden met een tekenpincet.
Lyme-borreliose wordt veroorzaakt door de bacterie Borrelia burgdorferi
(Bb). Hoewel de ziekteverschijnselen al aan het begin van de vorige eeuw
in Europa zijn beschreven, werd B. burgdorferi pas in 1982 ontdekt.
Inmiddels is duidelijk dat er diverse varianten van deze bacterie bestaan,
die zeer waarschijnlijk verschillende ziekteverschijnselen veroorzaken. Bij
huidverschijnselen is vaak sprake van B. afzelii, bij neuroborreliose van B.
garinii[1]. In de VS komt een variant voor die vooral gewrichtsklachten
veroorzaakt; de soorten in Europa geven vaker huidverschijnselen. De
microbiologie van Borreliasoorten is zeer complex en de kennis op dit
gebied vertoont nog vele lacunes.
Per jaar verschijnen er echter vele tientallen wetenschappelijke publicaties
over dit onderwerp. Uit recent onderzoek is gebleken dat B. burgdorferi bij
ongunstige omstandigheden kan overgaan in een kystevorm die minder
gevoelig is voor de werking van de meest gebruikte antibiotica
Lyme in Nederland
Jaarlijks worden er in
Nederland ongeveer
1,2 miljoen mensen
gebeten door een
teek. Hiervan krijgen
er ongeveer 17.000
(bijna 1,5%)
Erythema migrans
Ziekteverschijnselen




Lyme-borreliose is een systeemziekte met een grillig verloop en vele
verschijningsvormen.
De wetenschappelijke informatie vertoont nog lacunes en is deels
tegenstrijdig. Het is inmiddels wel mogelijk de bacterie te kweken
en in een hoog percentage van de gevallen lukt het het DNA van de
bacterie aan te tonen door middel van een PCR-reactie. Toch
ontbreekt nog een door iedereen erkende gouden standaard voor
het stellen van de diagnose.
Dit geldt overigens ook voor de definitie van genezing of voor het
vaststellen van het effect van behandeling.
Met de toename van de kennis en de technieken wordt lymeborreliose wel steeds meer een 'gewone' bacteriële infectie die
detecteerbaar en behandelbaar is.
Stadium 1: Lokale huidinfectie;
erythema migrans (EM)
Erythema migrans

De lokale huidinfectie begint als een
rood plekje, meestal na 4-10 dagen en
bijna altijd binnen drie maanden na
een tekenbeet. De afwijking breidt zich
in de loop van dagen tot weken tot
een (5-40 cm in diameter) min of meer
ronde of ovale rode plek, vaak met
centrale verbleking. De plek is meestal
pijnloos, jeukt meestal niet en is niet
verheven, behalve soms aan de
randen. Voorkeurlokalisatie: romp,
benen, oksels en liezen. Deze afwijking
wordt erythema (chronicum) migrans
genoemd. Bij de lokale huidinfectie
wordt soms een griepachtig
ziektebeeld met malaise, koorts,
keelpijn en spierpijn gezien. Dit beeld
kan ook in een latere fase van de
ziekte gezien worden.
Stadium 2: Vroege
gedissemineerde infectie






Na de tekenbeet kan Borrelia burgdorferi in de bloedbaan terecht komen,
hetgeen tot een gedissemineerde infectie leidt.
In tegenstelling tot wat eerder gedacht werd, zijn er sterke aanwijzingen
dat de bacterie al binnen enkele etmalen kan dissemineren en onder andere
het centrale zenuwstelsel kan infiltreren [bron?].
Via de bloedbaan wordt de bacterie in het lichaam verspreid, maar de
bacterie is meestal slechts kort in de bloedbaan aanwezig.
Hoewel de bacterie in elk orgaan terecht kan komen, ontstaan de meeste
ziekteverschijnselen in het zenuwstelsel, de gewrichten en het hart.
Het blijkt dat de helft van de patiënten met een gedissemineerde infectie
geen tekenbeet of erythema migrans heeft opgemerkt.
Daardoor kan het voorkomen dat de ziekteverschijnselen niet direct met
een Borrelia burgdorferi infectie in relatie worden gebracht.
Aandoeningen van het
zenuwstelsel (neuroborreliose)



De meest voorkomende acute aandoeningen van het
zenuwstelsel zijn ontsteking van hersenzenuwen en/of
ruggenmergzenuwen, met name een nervus
facialisparese die een halfzijdige gezichtsverlamming
geeft (zie Bellse parese), al dan niet in combinatie met
een hersenvliesontsteking.
De verschijnselen van de hersenvliesontsteking zijn
meestal gering.
Meestal hebben patiënten geen hoofdpijn, koorts,
sufheid of nekstijfheid zoals bij andere, acute vormen
van hersenvliesontsteking.
Symptomen



Bij volwassenen kunnen de volgende symptomen optreden: plots erg ziek worden,
hoge koorts met sufheid, hevige hoofdpijn eventueel met lichtschuwheid of
overgeven, de kin niet op de borst kunnen brengen, kleine puntbloedingen in de huid
van met name de benen. Als twee of meer van deze symptomen optreden, dient de
patiënt onverwijld door een arts te worden gezien. De puntbloedinkjes (petechiën)
zijn een laat symptoom.
Bij kinderen zijn de eerste symptomen, zo blijkt uit een grootschalig onderzoek[1],
meestal die van bloedvergiftiging: hoge koorts, maar koude handen en voeten, pijn
in de benen (hinder bij staan en lopen!) en een ongewone bleekheid van de huid.
Bij baby's kan een meningitis nog verraderlijker verlopen: niet meer willen drinken,
lusteloos, kreunen, bleek, pijn bij verluieren, huidbloedinkjes (een laat symptoom).
Soms is koorts niet aanwezig. Baby's met dergelijke symptomen, of die minder dan
de helft van de normale dagelijkse voeding binnenkrijgen of -houden moeten door
een arts worden gezien.

Allergie na
wespensteek