Hfst 14 Zoektocht naar essentie

Download Report

Transcript Hfst 14 Zoektocht naar essentie

H.14 Bespiegeling vwo
ZOEKTOCHT NAAR
ESSENTIE
CONCEPTUELE KUNSTVANAF 1950
ZOEKTOCHT NAAR ESSENTIE H.14 Besp.VWO
CONCEPTUELE KUNSTVANAF 1950
Kunstenaars worden steeds onafhankelijker. Ze overschrijden bewust de grenzen om hun visie te
geven. Voor het publiek wordt het hierdoor er niet gemakkelijker op. Ogenschijnlijk simpele
kunstwerken kunnen meerdere betekenissen oproepen. Deze conceptuele kunstenaars zijn te
verdelen in twee groepen: a) zij die vooral hechten aan het idee, hun kunst is met name het
denkproces, en b) zij die bezig zijn met vorm en daarin de kleinste bouwstenen onderzoeken.
Waarachtig oninteressant: In 1963 giet Wim T.Schippers een flesje prik
leeg in de zee bij Petten, een ‘waarachtig oninteressant feit’, noemt hij het. Wat is de
boodschap? Kan het banale, het saaie ook kunst zijn? Geen publiek maar wel veel media
aandacht, die in geen enkele verhouding staan tot de handeling zelf.
Het idee krijgt de vorm die het beste past.
Televisie:
Hoepla ( 1967 met Phil Bloom),
Fred Haché, Barend Servet,
Sjef van Oekel
Op zoek naar Yolanda,
We zijn weer thuis.
Fragment
‘Going to the dogs.1981
Zoektocht naar essentie
Leegte en stilte: ’Het kunstobject staat het uitwisselen van ideeën in de weg’, zegt Yves
Klein (1928-1962). Hij wil het publiek laten nadenken over het idee achter een kunstwerk. Het
werk zelf is vluchtig of verdwijnt zelfs, alleen de herinnering eraan blijft.
Het kunstwerk lost langzaam op zoals in ‘Aerostatic Sculpture’, of het verbrandt.
De componist John Cage dwingt ook het publiek tot nadenken. In zijn ‘compositie 4’33’ zitten
de muzikanten zonder te spelen achter hun instrumenten ( 4 min en 33 sec.).
Het publiek wacht af. Slechts de ‘achtergrondgeluiden’ klinken door.
Bestaat absolute stilte wel? Kunnen achtergrondgeluiden net zo interessant zijn? Net als Klein
laat Cage het kunstwerk zelf weg waardoor een diepere betekenis wordt blootgelegd.
Happening
Happenings in New York: Robert Rauschenberg
zet met ‘Factum I en II’ het abstract expressionisme, de
expressie van het individu voor schut. Kunst moet meer het
gewone leven weerspiegelen. ‘Rood staat niet voor passie, rood
is rood’. In de theaterproducties van het duo Cage-Cunningham
komen deze ideeën ook terug. In het werk van John Cage staan
toeval en onvoorspelbaarheid centraal, i.t.t. de seriële muziek
waar alles tot in de kleinste details wordt berekend. Non-Muziek
met gebruik van elektronica.
De choreograaf/danser Merce Cunningham verwerpt eveneens
de expressionistische dans vol symboliek en laat toeval een
grote rol spelen. Hij ziet dans als een uitbreiding van lopen:
bewegingen zijn afgeleid van lopen, wandelen of huppelen. Pas
op de première komen decor (Rauschenberg) muziek ( Cage) en
dans bij elkaar.
Fragment Cage/Cunningham
Happening
Judson Dance Theatre: In New York, het mekka van de avant-garde dans,
wordt de anti-expressionistische dansvorm wordt verder uitgewerkt in pure dans.
In ‘Concert of dance (1962) wordt het gewone, het terloopse benadrukt. Het verbaasde publiek
ziet taferelen die ogenschijnlijk niets met dans te maken hebben.
De dansbewegingen zijn niet ingewikkeld en volgen de muziek niet. Trisha Brown toont in
‘Roof piece’ (1973) haar fascinatie voor de zwaartekracht door de dansers bewegingen te
laten uitvoeren aan kabels, op en langs hoge gebouwen.
Fragment
Trisha Brown
Happening
Theater als levensstijl: In de VS loopt het film- en theaterbezoek door de
opkomst van de televisie sterk terug. Er ontstaan een nieuw circuit van kleine zaaltjes
waar veel geëxperimenteerd wordt. In New York richten Judith Malina en Julian Beck
het ‘Living Theatre’ op. De acteurs gaan tot het uiterste, leven samen, zijn onafhankelijk
en maken nauwelijks onderscheid tussen kunst en leven. Living Theatre maakt fysiek
theater, lichaamstaal belangrijk. Veelal is de boodschap politiek zoals in ‘The Brig’ (1963)
Fragment
Living Theatre
Performance
Beuys: Met ‘Iedereen is een kunstenaar’ daagt Joseph Beuys (1921-1986) iedereen uit af
te wijken van vastgeroeste denkpatronen. Iedereen – die dat wil- is in staat tot creatieve
processen. In zijn werk gebruikt hij dode dieren en materialen met een symbolische waarde
zoals vet, vilt, koper en honing. Deze materialen hebben een relatie met het begrip ‘warmte’
en verwijzen naar zijn ervaringen tijdens de 2e W.O. In zijn performance ‘hoe men een dode
haas kunst uitlegt (1965) hekelt hij de koppige rationaliteit ( en het gebrek aan intuïtieve
kracht) bij sommige mensen. Hij verschijnt vaak op televisie.
Fragment 1
Fragment 2
Performance
Op het randje: In de
performances van het duo
Marina Abramovic en Ulay
speelt de tijdsduur van het
optreden een belangrijke rol. In
‘Balance proof’ (1977) zitten ze
gevangen tussen enerzijds
verbondenheid/afhankelijkheid
van elkaar en anderzijds het
gescheiden zijn door de spiegel.
Pina Bausch: De choreografe
Pina Bausch geeft de muziek bij
haar voorstellingen een heel andere
rol: geen leidraad maar een geheel
zelfstandig functie.( ‘Blauwbaard’
1977). De dansers dansen niet maar
rennen, vallen,kruipen, de heftige
bewegingen geven verlangen,
hulpeloosheid, geweld en verdriet
weer. Zij noemt haar stukken
‘Tanztheater-kunst’. Het is een
mengeling van dans, drama,
performance en muziek. Hoewel het
publiek wel geraakt wordt, is het
niet altijd duidelijk waar het precies
over gaat. Iedereen herkent er wel
iets in.
Fragment Abramovic/Ulay
Fragment ‘Blauwbaard’
Fragment Pina Pausch
Apparaten en landschappen
Op de kermis: In 1961 presenteren zich in Parijs een
aantal kunstenaars op de tentoonstelling: ‘40 graden Boven
Dada’. Onder hen ook een groep die zich ‘Nouveau
Réalistes’ noemt. Een van hen, de Zwitser Jean Tinguely,
bouwt in 1959 een serie gammele machines die geheel
automatisch expressionistische tekeningen maakten. Hij
steekt hiermee de draak met het abstract expressionisme.
In een tijd van mixers, stofzuigers en haardrogers maken
deze machines( ‘méta matics’ ) kunst. Juist omdat die
machines zo piepen en knarsen lijken ze menselijker dan
normale machines.
Méta matic
Apparaten en landschappen
Groot, groter…: De Bulgaarse
kunstenaar Christo werkt aanvankelijk ook met
waardeloze materialen, maar hij is vooral
bekend om zijn grootschalige ondernemingen
waarbij hij grote gebouwen inpakt. Hij zoekt een
breed publiek en de voorpagina’s. Zijn plannen
zijn vaak aanleiding tot grote publieke debatten
over kunst. Het daadwerkelijk – voor een
bepaalde tijd- inpakken lijkt wel een happening
waaraan veel vrijwilligers meedoen. Wat blijft
zijn schetsen,bouwtekeningen foto’s,
videoregistraties e.d.
Running Fence
Rijksdag
PonT Neuf Parijs
Apparaten en landschappen
Grootst!: Het werk van Christo is verwandt aan land-
Stone line
art, maar i.t.t. Christo trekken de land art-kunstenaars juist
weg uit de stad naar afgelegen, soms desolate gebieden,
ver weg van het publiek. Het kunstwerk bereikt het publiek
door foto’s en video’s of doordat sommige onderdelen in het
museum te zien zijn. Richard Long maakt lange
wandelingen in onherbergzame gebieden waarbij hij tekens
achterlaat van menselijk ingrijpen in ongerept landschap.
De natuur zelf zal het werk uiteindelijk weer verloren doen
gaan. Hij brengt ook de natuur in de museumruimte. De
gerangschikte onderdelen van de natuur ( hout, steen enz.)
vormen zo een contrast met cultuur. Beroemd is ook het
werk van Piero Manzoni: ‘Socle du Monde’ (1961)
Line made by walking
Berlin Circle
Land-art
Land art is een stroming waarbij kunstenaars
ingrijpende, kunstzinnig bedoelde, ingrepen
aanbrengen in een landschap bv. door het graven van
grachten en kuilen, het aanleggen van ophopingen op
akkers en weiden en het geordend storten van keien
op een wateroppervlak. Men wil daarbij de menselijke
aanwezigheid duidelijk uitdrukken en stellen dat de
mens door de omgevingsverandering de natuur in
bezit neemt.
Een minder gebruikelijke benaming voor deze
kunstrichting is earth art. Land art kan gezien worden
als een bijzondere vorm van ecological art of
environmental art, waarbij de hele natuur in de kunst
opgenomen wordt.
Walter de Maria
Lightning Field
Robert Smithson
Spiral Jetty
Marinus Boezem
De groen kathedraal (Almere)
Natuur of cultuur
Arte Povera: Piero Manzoni blikt zijn eigen stront
in: ‘Merda d’artista’, made in Italy. Zijn kunst spot met elke
conventie door prijsafspraken en plagiaat. Hij drijft zo de
spot met het romantisch kunstenaarsgenie. Onder invloed
van Manzoni ontstaat in de jaren zestig de Arte Povera.
Zij wijzen de invloeden uit de VS. m.n. de pop-cultuur als
oppervlakkig af en streven naar eerherstel van de Europese
kunst. Bij Arte Povera zijn alle materialen van even grote
waarde of dat nu aarde of goud is. Zij zoeken naar een
logisch samengaan tussen natuur en cultuur.
‘achrome’
‘achrome’
(gravel on canvas)
Artist breath
‘redbreath’
‘Socle du monde’
Natuur of cultuur
Klei en neon: De Arte Povera kunstenaar Mario Merz is gefascineerd door de
vraag in hoeverre de natuur in opgebouwd. In zijn objecten komt vaak een getallenreeks
voor (Fibonacci-reeks). Merz bouwt iglo’s, symbool voor het oerhuis, een tijdelijk
beschutting en bescherming. Hij gebruikt ook neonlicht in zijn installaties als symbool
voor moderne energie in relatie tot de symbolen van oorsprong en groei van de primaire
materialen. Evenals Beuys toont zijn werk een integratie tussen kunst en cultuur en heeft
zijn werk een diepere filosofische lading.
Merz: ‘Denken is kunst,
kunst is maken (niet
spreken), kunst is niet
bedoeld om iets uit te
leggen, maar dat te laten
zijn wat je onmogelijk uit
kunt leggen.’
‘lingotto’
Natuur of cultuur
De kracht van vuur: Ook in het werk van Arte Povera kunstenaar Jannis
Kounellis komen natuur en cultuur samen. Hij is gefascineerd door de zuiverende
werking van vernietiging. Pas wanneer iets kapot gaat of verbrandt besef je de waarde
ervan.In het vuur van de vernietiging bloeit het nieuwe. Zo branden zijn objecten soms,
of dragen zij de sporen ervan. Als rekwisieten in een toneelstuk vertellen de objecten in
zijn installaties samen een verhaal over vergankelijkheid, oermaterialen en het oude
Europa. Zijn werk spreekt zowel ogen, oren als de neus aan.
Zonder titel
Zonder titel
Minder is meer
Minimale schilderkunst: In minimal art is het concept i.t.t. de Arte
Povera juist heel eenvoudig en ligt de nadruk op de vorm in zijn essentie:
eenvoudig, objectief en zonder emotionele lading. Een minimal werk verwijst
nergens anders naar dan naar zichzelf.
Frank Stella maakt abstracte schilderijen waarin hij afrekent met emotie en
diepere theoretische betekenissen. Het is de uitvoering van een vooropgezet
plan. Alle romantiek verdreven, ook al door de gereedschappen als verfroller
en afplaktape.
Quathlamba
Sunset Beach
Minder is meer
Minimale ruimtelijke kunst: De beeldhouwers keren terug
naar de basisvormen als bol,kegel, cilinder en kubus met een
industriële uitstraling: hard, glad en foutloos. Zij besteden hun werk
vaak uit, soms zelfs per telefoon. De Arte Povera kunstenaars moeten
van deze harde ‘Amerikaanse’ werkwijze niets hebben.
In het werk van Donald Judd speelt ritme en herhaling een
hoofdrol. De sculpturen zijn ontdaan van iedere verwijzing,
niet expressief, niet symbolisch en zonder handschrift.
Blijft over: ordening van lijnen, kleuren en vlakken.
Ze zijn er gewoon zonder een verhaal te vertellen.
‘zonder titel’
Minder is meer
Minimale muziek: Waar in de beeldende kunst minimalisme leidt tot een onpersoonlijke stijl, de
minimal music voert ons juist terug naar primitieve culturen. Drumpatronen van Afrikaanse en Indiaanse
stammen bevatten voor hen het hart van alle muziek. Ritme wordt het leidende element.
In ‘C’(1964) van Terry Riley spelen de muzikanten de verschillende ritmes in toon C. Op elkaar gestapelde
tonen, in almaar repeterend ritme hebben een hallucinerend effect.
In ‘Drumming’(1970) van Steve Reich bestaat het instrumentarium praktisch alleen uit percussie.
Vanuit een enkele tik op de bongo wordt steeds iets toegevoegd en zo uitgebouwd dat het ritme
almaar complexer wordt.
In ‘Falling Angels’ van de choreograaf Jiri Kylian wordt minimal music en moderne dans samengevoegd.
Het effect van ‘Drumming’wordt door de gelijktijdige dansbewegingen versterkt.
Dansers en musici in een race met elkaar.
Fragment
Falling Angels
Nieuwe combinaties
Minimale opera: De opera ‘Einstein on the beach’ van Robert Wilson duurt vijf uur.
De aandacht van de bezoekers mag van hem dan ook verslappen als in een droom waarin je
wegzakt. Het stuk kent nauwelijks een verhaal en het herhalen van tekst en muziek roepen
van een gevoel van oneindigheid op vergelijkbaar met de uitgangspunten van de Amerikaanse
minimal art.
De muziek van Philip Glass ondersteund dat gevoel
van tijdloosheid dat Wilson wil oproepen.
Alle elementen zijn aanwezig orkest, koor en solozang
maar worden op een andere manier gebruikt.
Zoals in alle minimale composities is herhaling de
Fragment1 ‘Einstein’
belangrijkste structuur.
Dans op het scherm: Is het dans of
film? De film ‘Rosa danst Rosas’ van Thierry
de Mey verfilmt de dansvoorstelling van Anna
Teresa de Keersmaeker op eigenzinnige
wijze. Hij verplaats het van het theater naar
een leeg schoolgebouw en geeft de camera
een actieve rol. Filmische aspecten zijn even
belangrijk als dansante aspecten. Deze films
krijgen de naam videodans omdat ze vaker
op televisie te zien zijn dan in de bioscoop.
Ritmische montage versterkt het repetatieve
karakter. Invloeden het minimalisme en het
expressionisme van Bausch. De camera
registreert niet slechts, maar danst mee
Video: Rosas danst Rosas
Fragment2 ‘Einstein’
Samenvatting
Zoektocht naar essentie
* Vanaf jaren zestig voeren kunstenaars hun visie tot het uiterste door.
* Betekenis wordt vaak belangrijker dan de verschijningsvorm van kunst.
* New York wordt het centrum van veel experimentele kunst.
* Kunstenaars uit verschillende disciplines werken samen.
* Door opkomst massamedia ontstaat nieuw theatercircuit van kleine zaaltjes.
* Optreden van beeldend kunstenaars d.m.v. performances.
* Verschil tussen kunst en werkelijkheid vaak onduidelijk.
* Kunstenaars gaan zich ook bezighouden met natuur: Arte Povera, Landart.
* Extreem doorvoeren van een artistieke visie: Minimal art.
* Behoefte op zoek te gaan naar de kleinste bouwstenen waaruit kunst is opgebouwd.
* Veel experimenten geven nieuwe impulsen aan de bestaande kunst.