Les 5 Diffusie, osmose en plasmolyse

Download Report

Transcript Les 5 Diffusie, osmose en plasmolyse

Diffusie, osmose en
plasmolyse.
Diffusie


Diffusie is een passieve vermenging van twee
ongelijksoortige vloeistoffen, gassen, of
warmte tot een volkomen homogeen mengsel,
waarbij een concentratiegradiënt de drijvende
kracht is.
Simpeler gezegd: De concentratie van een
bepaalde stof (in een andere stof) “wil” overal
gelijk zijn.
Voorbeelden diffusie



Een druppel kleurstof in water.
Een suikerklontje in een kopje thee.
Een wolkje rook in een lokaal.
Diffusie door een celmembraan
Gassen
Hydrofobe
Moleculen
Benzeen
Kleine Polaire
Moleculen
Grote Polaire
Moleculen
Geladen
Moleculen
Aminozuur
Polair = oplosbaar in water dus Hydrofiel
Ion
Nog een keer diffusie!

Een doorlaatbare wand
Hoog
Laag
Gelijkmatige verspreiding over de
beschikbare ruimte.
Gelijk
Gelijk
Wat beïnvloed de diffusiesnelheid?
Concentratieverschil
 Afstand waarover diffusie plaatsvindt
 Oppervlakte waarover diffusie plaatsvindt
Vb. Ademhaling opname O2 in de longen




Temperatuur
Vaste stof (langzaam), Vloeistof (sneller), Gas
(snelst)
Wrijving, een hogere viscositeit (stroperigheid)
verlaagt de diffusiesnelheid
Osmose

Osmose is een natuurkundig proces op basis van diffusie
waarbij een vloeistof waarin stoffen zijn opgelost stroomt
door een zogenaamd halfdoorlatend membraan (een
semi-permeabele wand), dat wel de vloeistof doorlaat
maar niet de opgeloste stoffen.

Simpeler gezegd: Osmose is diffusie door een
halfdoorlaatbare (semi-permeabele) wand
Osmose in het lab.
Waar staat M voor?
M staat voor Molair en betekent dat de
concentratie van de oplossing 1 mol per Liter is.
Een mol staat voor een vast aantal moleculen.
Namelijk 6,02214 × 1023 deeltjes.
1 mol water = 6,02214 × 1023 moleculen H2O.
1 mol goud = 6,02214 × 1023 moleculen goud.
De massa van 1 mol water = 18,016 gram
De massa van 1 mol goud = 197,0 gram
Zie Binas tabel 99
Dus
massa moleculen (m)
Aantal mol (n) = massa van 1 mol van deze
moleculen (molaire massa M)
Molariteit van een oplossing = de concentratie van
deze oplossing, dus het aantal mol per liter.
Dus wat gebeurde er in het plaatje?
Suiker kan
niet door de
semipermeabele
membraan
maar het
water wel!
2 mol suiker per liter
0 mol suiker per liter
Concentratie is
gelijk dus
wel waterverplaatsing maar
netto
geen toeof
afname.
Om de
concentraties
gelijk te
krijgen gaat
het water dus
naar de plek
met de
hoogste
concentratie.
Meer de zak Concentratie buiten de ‘cel’ hoger dus water gaat de cel
in dan eruit. uit naar de plek met de hoogste osmotische waarde
Hypotone
oplossing
Osmose voorbeeld
Hypertone
oplossing
Semi-permeabel
Isotone oplossing
membraan
Hypotoon = Relatief lagere osmotische waarde
Isotoon = Gelijke osmotische waarde
Hypertoon = Relatief hogere osmotische waarde
Plasmolyse

Plasmolyse is de benaming voor het loslaten
van de celmembraan van de celwand. Dit proces
kan optreden wanneer bij een cel te veel water
uit de cel gaat door osmose.
Normale cellen rode ui.
Geplasmolyseerde cellen
Maak de oefenopgaven!
en
n=m/M
n