Transcript File

Beckhoff
 BC9050 met Twincat
F. Rubben, Ing.
© 2011
1
Beckhoff
2
Hardware: BC9050 voeding

24Vdc
Voor de buscontroller en
 Voor de K-bus

3
Hardware: netwerk?
De bouw van het netwerk zal bepalen hoe het IP-adres van de controller
wordt ingesteld.
4
Hardware: BC9050 – ip-adres?
Bij netwerken met een router is DHCP interessant.
DIP 1 OFF
DIP 2 ON
Ook BootP kan gebruikt worden.
Bij rechtstreeks aansluiten aan de PC (met een cross cable)
wordt er gebruik gemaakt van een ingestelde IP-adres van de
controller:
5
Hardware: BC9050 – ip-adres?
Bij rechtstreeks aansluiten aan de PC (met een cross cable)
wordt er gebruik gemaakt van een ingestelde IP-adres van de
controller:
IP:
172.16.21.xxx
Subnetmask:
255.255.0.0
De triple X staat voor het ingestelde adres via de rode DIPswitches (binair gecodeerd)
6
Hardware: BC9050 – ip-adres?
De triple X staat voor het ingestelde adres via de rode DIPswitches (binair gecodeerd)
B.v.
DIP-1: ON
 1.1
DIP-2: OFF
 0.2
DIP-3: ON
 1.4
DIP-4: OFF
 0.8
DIP-5: OFF
 0.16
DIP-6: ON
 1.32
DIP-7: OFF
 0.64
DIP-8: OFF
 0.128
XXX is dan gelijk aan:
 1 + 4 + 32 = 37
Het adres van de controller is dan: 172.16.21.37
7
Hardware: BC9050 – ip-adres?
8
Controle ip-adressen

Configuratie bij testen:
SWITCH
PC
Ip-adres toe te kennen in
dezelfde range als PLC!!!
PLC
Ingesteld met DIP-switches
DIP1-2-3 ON, rest OFF
172.16.21.7
9
Controle ip-adressen

Instellen ip-adres PC? (Windows)

Naar Netwerkverbindingen gaan.
10
Controle ip-adressen
Netwerk kiezen dat
verbonden is met de
PLC
Klik met rechts.
11
Controle ip-adressen

Selecteer eigenschappen
Scroll naar Internet-protocol.
Selecteer en klik op ‘Eigenschappen’.
12
Controle ip-adressen

Men kan nu een
IP-adres zelf toekennen aan de PC.

Let op dit moet in
dezelfde range zijn
als het IP-adres van
de PLC.
De range wordt bepaald
door het subnetmask.
13
Controle ip-adressen

subnetmask bij de PLC:

255.255.0.0

Een 0:


Een 255:


Dit wil zeggen dat er 255 keuzes zijn voor deze positie bij
het kiezen van een ip-adres.
Dit wil zeggen dat er géén keuzes zijn voor deze positie bij
het kiezen van een ip-adres.
Een 252:

Van de 8 bits die 255 voorstellen zijn de 2 minst significate
vrij te kiezen. M.a.w. er zijn 3 mogelijkheden op deze positie
nog te kiezen.
14
Controle ip-adressen

subnetmask bij de PLC = subnetmask bij de PC!


IP-adres PLC:


255.255.0.0
172.16.21.7
Keuze IP-adres PC:

172:




172.x.y.z
bij de subnetmask PLC staat er 255 => geen keuze
X = 16
 IP-adres PC:
172.16.y.z
21:



bij de subnetmask PLC staat er 255 => geen keuze
W = 172
 IP-adres PC:
168:


vorm IP-adres: w.x.y.z
bij de subnetmask PLC staat er 0 => er zijn dus 255 keuzes; geen 0.
Y = bijvoorbeeld 21 (mag ook 22 of 12 of … zijn)
 IP-adres PC:
172.16.21.z
7:


bij de subnetmask PLC staat er 0 => er zijn dus 255 keuzes; BUITEN 7 en 0.
X = bijvoorbeeld 69 (mag ook 33, 6 of … zijn)
 IP-adres PC:
172.16.21.69
15
Controle ip-adressen

Het IP-adres wordt dus ingevuld:
16
Controle ip-adressen

Sluit de kaders af.
17
Controle ip-adressen

Hoe weet men dat de PC en de PLC nu
elkaar zien???

Ga naar “UITVOEREN”.
18
Controle ip-adressen

Klik in de tekstbalk en noteer er “cmd”
om het commandovenster in DOS te
openen. Druk “OK”.
19
Controle ip-adressen

Het volgende venster verschijnt.
U kan er nu allerlei commando’s
ingeven.
20
Controle ip-adressen

Om het huidige ip-adres te kennen, kan
men “ipconfig” typen.
21
Controle ip-adressen

Bij het drukken van “ENTER”-knop krijgt
men het IP-adres van alle
netwerkadapters te zien:
22
Controle ip-adressen

In dit geval is het IP-adres nog niet vernieuwd.

Oplossing:


Controleer of alle vensters in de windowsomgeving gesloten zijn.
type “ipconfig /renew”
OK.
23
Controle ip-adressen

Tip:

Wil je je eigen MAC-adres kennen? Om
bijvoorbeeld aan een router toegang te
vragen ofzo

Typ dan:

“ipconfig /all”
24
Controle ip-adressen

Hoe het adres van de PC testen online?

In het CMD-venster typt men nu het adres van de
PC zelf:


Typ: “ping 172.16.21.69”
(met het getal als het adres PC in ons voorbeeld)
Of typ: “ping 127.0.0.0”
Er is antwoord.
Verbinding OK!
25
Controle ip-adressen

Hoe kan nu de verbinding tussen PC en
PLC getest worden?

In het CMD-venster typt men nu het adres
van de PLC:

Typ: “ping 172.16.21.7”
(met het getal als het adres PLC in ons
voorbeeld)

Druk enter en wacht (in spanning) af…
26
Controle ip-adressen

Resultaat zou als volgt moeten zijn:

Er is antwoord! De PLC en de PC zitten in
hetzelfde netwerk… (oef…)
27
Controle ip-adressen
Voila, proficiat.
 De PLC en de PC zitten in hetzelfde
netwerk.


Configureren en programmeren kan nu
beginnen!
28
29
30
Software?

TWINCAT: verschillende onderdelen

TWINCAT & BC9050:

System Manager
&

PLC Control
31
PLC Control
32
PLC Control

Als er nog programma’s geopend zijn,
sluit deze allemaal.
33
PLC Control

Maak nu een nieuw programma
34
PLC Control
35
PLC Control

New POU
Kies type:
 Kies de taal.
 LET OP: Er moet altijd één en slechts één
‘MAIN’ aanwezig zijn!!!

36
PLC Control

IL:


LD:


Sequential Function Chart
ST:


Function Block Diagramma
SFC:


Ladder
FBD:


Instruction List
Structured Text
CFC:

C… Function Chart
37
PLC Control
Aanmaken lokale variabelen
Ladderdiagramma
38
PLC Control

Eerst worden de variabelen aangemaakt.

Merk op de manier van typen.

naamVariabele AT %IX0.0: BOOL;

Dit is een ingangsbit
39
PLC Control

Een eenvoudig programma:

als de schakelaar niet ingeschakeld is dan
zal de relais werken.

Men kan niet op het laddernetwerk
rechtstreeks klikken. Bovenaan moet men
op de contacten klikken.
40
PLC Control

In het voorbeeld zijn de nodige contacten
nu aanwezig.

Maar de naam is er niet. Hoe een naam
aan de variabelen toekennen?

Selecteer de vraagtekens en druk F2.
41
PLC Control
F2
42
PLC Control

Resultaat:

Sla het project op.

PAS Vervolgens  Reduild ALL
43
PLC Control
44
PLC Control
45
PLC Control
46
TWINCAT: System Manager
47
TWINCAT: System Manager
Begin met een nieuwe configuratie.
48
TWINCAT: System Manager
49
TWINCAT: System Manager
Voeg een PLC als target toe.
Het programma moet immers op de PLC draaien!
50
TWINCAT: System Manager

Doorzoek het Ethernet…
51
TWINCAT: System Manager
52
TWINCAT: System Manager
Selecteer de PLC die gebruikt zal worden.
53
TWINCAT: System Manager
Maak een naam naar keuze (eventueel)
Kies voor IP-adres.
54
TWINCAT: System Manager
55
TWINCAT: System Manager

Bij de BC9050 alles BLANK laten.

Tenzij er al “Administrator” of “admin”
staat.
56
TWINCAT: System Manager
Als de route toegevoegd is, dan zal er een ‘X’ verschijnen.
57
TWINCAT: System Manager
58
TWINCAT: System Manager

Kies nu het “Target System”. Klik dan
OK.
59
TWINCAT: System Manager
Het nieuwe target
staat hier vermeld.
60
TWINCAT: System Manager
Locatie programma werd bepaald.
 PLC nog niet geconfigureerd.

Klik met rechtermuistoets op “I/O Devices”.
61
TWINCAT: System Manager

Klik dan op “Scan Devices…”
62
TWINCAT: System Manager
63
TWINCAT: System Manager
Een ethernetmodule en
Een module voor de K-bus
64
TWINCAT: System Manager

Controle Ethernetmodule:
Bekijk of het IP-adres klopt en dergelijke.
Zodat men zeker is dat men de juiste PLC programmeert (als er
meerdere in het netwerk zouden zitten).
65
TWINCAT: System Manager

Confugeren van de K-busmodule

Huidige opstelling PLC:

Na de BC9050 zitten er 2 terminals:

KL1859:
 Terminal met 8 DI en 8 DO.

KL9010:
 End terminal.
 Vergelijkbaar met eindelusweerstand.
 Noodzakelijk.
66
TWINCAT: System Manager

Bij het testen vond de System Manager de
KL1859 niet uit zichzelf.

Deze zal dus manueel moeten toegevoegd worden.
67
TWINCAT: System Manager
68
TWINCAT: System Manager
69
TWINCAT: System Manager
70
TWINCAT: System Manager
71
TWINCAT: System Manager

Sla deze configuratie op.
72
TWINCAT: System Manager

Het reeds geschreven PLC-programma moet nu nog
in “SYSTEM MANAGER” komen.
Klik op
“PLC – Configuration”
73
TWINCAT: System Manager
74
TWINCAT: System Manager

Kies het juist .tpy project

Indien niet teruggevonden?

Ga naar PLC Control
 Sla bestand opnieuw op (Save As…)
 Rebuild ALL
75
TWINCAT: System Manager
76
TWINCAT: System Manager

Men kan nu de variabelen uit het programma linken
aan de fysische uitgangen.
Klik op “Linked to…”
77
TWINCAT: System Manager
78
TWINCAT: System Manager
79
TWINCAT: System Manager

Herhaal nu ook voor de uitgang.
80
TWINCAT: System Manager

Bij inputs kan men controleren of er een
link is.
81
TWINCAT: System Manager

Ook bij de IO vindt men de links terug:
82
TWINCAT: System Manager

Voila, men is nu gereed om ONLINE te
gaan…

Toggle Op de functie om de PLC (of het
Target System) in RUN MODE te zetten.
83
TWINCAT: System Manager
Klik op “Generate Mappings”
84
TWINCAT: System Manager
(validate configuration eventueel)
Zeker klikken op Activate Configuration.
Staat nu nog
In Config Mode
85
TWINCAT: System Manager

Na klikken op “Activate Configuration”
krijgt men de volgende pop-up:
86
TWINCAT: System Manager

Er wordt nu gevraagd om het “TwinCAT
System” in ‘Run Mode’ te mogen
herstarten:
87
TWINCAT: System Manager
Wees geduldig.
Even verschijnt er ‘Timeout’. (geel)
Na een tijdje zou er een groene balk
moeten verschijnen. “RUN”
88
TWINCAT: System Manager

Groene balk te zien?  “Target System” (PLC
BC9050 in dit geval) is actief.

NU:

PLC-programma nog downloaden en in run
plaatsen!
89
PLC Control

Choose run-time target

Kies de PLC waar het programma op moet
draaien  PORT SELECTEREN!
Vervolgens PLC online zetten
 Indien nodig programma downloaden
 Tot slot PLC in RUN zetten (ook al ben je
online!!!)

90
PLC Control
91
92
93
94