Transcript foto

Fotograferen
en
het maken van een
fotoreportage
Leo Jo Estercam
[email protected]
CvB lidnr. 60649
Wat gaan we leren?
Hoe je “goede” foto’s kan maken en deze
dan presenteren
“Moeilijke” en nieuwe woorden die te
maken hebben met fotografie
Een tijdslijn
Wat is een foto?
Wat is een
digitale
foto?
Digitale
toestellen
Hoe neem ik een
“goede”
foto?
Hoe maak ik
een foto-reportage
op de computer?
Een tijdslijn
Wat is een foto?
De foto
Wat is een
digitale
foto?
Digitale
toestellen
De camera
Hoe neem ik een
“goede”
foto?
De sensor
Hoe maak ik
een foto-reportage
op de computer?
De foto



Het woord “foto” komt
van het Grieks en
betekent “licht”
Fotografie is
afbeeldingen maken van
voorwerpen door
gebruik te maken van
licht
Een fotograaf is
iemand die voor zijn
beroep foto’s maakt
De camera




Voor het maken van foto’s
heb je een camera nodig
Een camera is een kastje
waarin door een gat (of lens)
voorwerpen op een van de
wanden worden afgebeeld
Een omgekeerd (en
verkleind) beeld van dit
voorwerp verschijnt dan
precies tegenover dat gaatje
op de achterwand
Het woord “camera” komt
van het Latijn (“camera
obscura” = donkere kamer)
De sensor


Op de achterwand van een fototoestel is er
een gevoelige plaat, de CCD of sensor
De sensor meet het licht van het beeld en
stuurt het door naar de gegevensdrager of
geheugen, je “flash kaartje”
Sensor : Latijn voor voelen
CCD = Charge Coupled Device
Een tijdslijn
Wat is een foto?
Wat is een
digitale
foto?
Digitale
toestellen
Hoe neem ik een
“goede”
foto?
Hoe maak ik
een foto-reportage
op de computer?
Wat is een digitale foto?
Het licht valt op de sensor
 De sensor meet de sterkte of intensiteit van
Rood, Groen en Blauw licht
 Elke kleur krijgt een waarde in Volt
 Die waarde wordt dan doorgegeven aan het
programma in het toestel dat er een kleiner
bestandje van maakt
 dit proces noemt digitaliseren
 Het formaat noemt jpg (joint photographic experts group)

Een tijdslijn
Wat is een foto?
Wat is een
digitale
foto?
Digitale
toestellen
Hoe neem ik een
“goede”
foto?
Hoe maak ik
een foto-reportage
op de computer?
Digitale toestellen

We kennen nu de volgende fototoestellen




Compactjes
GSM’s
Spiegel reflex toestel
Technische camera’s
Toestellen

(vervolg)
Wat is het verschil ?

Het compactje en de GSM




Spiegel reflex toestel






Minder duur, vanaf 100 € tot 400 €
Klein
Vaste lens op het toestel
In de prijsklasse 500 tot 3,000 €
Groter en zwaarder
Verwisselbare lenzen
Tot 24 mega pixels
Voor de alerte amateur
Technisch camera




Zeer duur, vanaf 12,000 €
Enorm veel mogelijkheden
Vanaf 36 mega pixels
Voor professioneel gebruik
Toestellen

(vervolg)
Waarom ben ik steeds te laat als ik een
foto maak van iemand die springt ?


Een compact toestel neemt niet direct een
foto wanneer je de ontspanner indrukt
Het toestel neem ongeveer 1 tot 2
seconden om het beeld scherp te stellen en
het licht te meten; daarna wordt pas de
foto gemaakt.
Een tijdslijn
Wat is een foto?
Wat is een
digitale
foto?
Digitale
toestellen
Hoe neem ik een
“goede”
foto?
Hoe maak ik
een foto-reportage
op de computer?
Hoe neem ik een “goede”
foto?

Waar moet ik op letten?
Het kader
Type van foto
Het gezichtspunt/
het perspectief
De horizon
Sluitertijd het diafragma
Type van foto
2 types:

een momentopname (‘snapshot’ in het
Engels) maken
 Je neemt maar een foto zonder na te denken

een opgebouwde scène of een
geënsceneerde foto
 Hierbij ga je letten op wat er allemaal in het
beeld staat, je doet aan compositie
Het gezichtpunt of
perspectief
Afhankelijk van de hoogte van je camera, krijg je
een ander gezichtspunt of perspectief
 soorten:

Normaal perspectief


Vis- of kikkerperspectief


Kijken op ooghoogte
Kijken vanop de grond, zoals een kikker jij zou zien
Vogelperspectief

Kijken uit de hoogte, zoals vogels jullie zien.
Het gezichtpunt of
perspectief
Portretten en perspectief
 Bij een kikkerperspectief zal de kin zeer groot
worden
 Bij een vogelperspectief zal het voorhoofd
veel groter worden
Let er op dat je het onderwerp op zijn/haar
ooghoogte fotografeert, ga desnoods op je
buik liggen of ga op een stoel staan !
Voorbeelden van perspectief
Vogelperspectief
Accent op het
voorhoofd
Kikkerperspectief
 Accent op de kin
Ooghoogte perspectief
Het kader
een kader vormt de omranding van iets
 denk maar aan het kader rond een schilderij




goede foto’s hebben een kader dat aangenaam is voor ons oog
de compact toestellen hebben een kader waarvan de verhouding
staat van 3 tot 4 of 4 tot 5
De reflex toestellen hebben een kader van 3 op 2 (de 36x24 formaat
van de analoge film)
Het kader
Je kan je foto horizontaal
of verticaal nemen
 meestal ga je
horizontaal te werk

maar als je onderwerp
verticaal is, kan je beter
verticaal te werk gaan
In het kader

Opbouw in het kader of de compositie



De compositie is het ordenen van beelden
volgens een bepaalde strategie
(werkmethode of regel)
Het gaat over het verdelen van de
verschillende onderwerpen in een foto
Er zijn 2 belangrijke regels waarmee alle
kunstenaars werken: de Gulden Snede en
de slaklijn van Fibonacci
Het kader

Ons oog kijkt in een
kader naar de 4
sterke punten

Gulden snede

slaklijn van Fibonacci
Het kader
Let dus op het volgende als je een foto
maakt:
1.
2.
3.
4.
5.
Heb ik 1 of meerdere onderwerpen; kies er
dan één
Staat mijn onderwerp op zo’n sterk punt?
Als het onderwerp een mens of dier is, kijkt
het dan naar mij, is er oogcontact?
Als het onderwerp naar rechts kijkt moet het
links in beeld en vice versa.
Sta ik niet te hoog of te laag?
De horizon

Plaats steeds je horizon op 1/3 van je
beeld




Ofwel bovenaan, als je onderwerp beneden
staat
Ofwel beneden, als je de lucht of een vliegend
voorwerp wil fotograferen
NOOIT in het midden
STEEDS horizontaal, nooit scheef !
Enkele voorbeelden
Wat is hier fout ?
Is dit juist ? Waarom ?
Centraal, laag en hoge horizon
Wachten op het moment 
Oogcontact en ruimte
Ooghoogte
Sterke punten (Gulden snede)
Uitdrukking
Fibonacci – Gulden Snede
Sluitertijd en
diafragma
Het diafragma is de iris van het oog van de
camera





Net zoals je eigen iris, kan het diafragma groot en
klein worden
De waarden lopen van
1 - 1.4 - 2 - 2.8 - 4 - 5.6 - 8 - 11 - 16 - 22 tot 32
Hoe groter het getal, hoe kleiner de opening !
De sluitertijd bepaalt de lichthoeveelheid die de sensor
bereikt en wordt uitgedrukt in seconden
De waarden lopen van
1 - 1/2 - 1/4 - 1/8 - 1/15 - 1/30 - 1/60 - 1/125 - 1/250 1/500 tot 1/1000 sec
Sluitertijd en
diafragma

Het koppel Sluitertijd/Diafragma
Deze twee zijn omgekeerd evenredig:
 Hoe langer de sluitertijd, hoe kleiner het
diafragma
 Hoe korter de sluitertijd, hoe groter het
diafragma
Sluitertijd en
diafragma
Effect van de sluitertijd en het diafragma op de foto


Bij een korte sluitertijd kan je bewegende beelden
maken net alsof ze “bevroren” zijn
Bij een lange sluitertijd ga je beweging zien op de foto
Hoe kleiner het diafragma hoe meer diepte in je foto;
dit noemt men de “scherpte-diepte”
 Hoe groter het diafragma hoe minder diepte in je foto
 Let wel op dat bij lange sluitertijd je zelf ook kan
bewegen en dan is je foto ‘bewogen’
 Dit mag niet!

Sluitertijd en
diafragma

Het koppel Sluitertijd/Diafragma

Op de meeste compactjes kan je instellen welke scène je
gaat fotograferen; doe dat, het staat er niets voor niets op !

Je hebt meestal de keuze tussen een reeks pictogrammen:







Avond portret
Zonsondergang
Sportopname
Macro of van zeer dichtbij (close-up)
Groots landschap
Portret
en A voor automatisch.
 Gebruik dit zeker in het begin !
Enkele geheugensteuntjes

Zet je camera in het begin op automatische
wijze voor



Scherpstellen
Licht meten
ISO waarde
ISO waarde is de lichtgevoeligheid van de CCD, deze gaat van 100 tot 3,600 en zelfs 100,000
Een tijdslijn
Wat is een foto?
Wat is een
digitale
foto?
Digitale
toestellen
Hoe neem ik een
“goede”
foto?
Hoe maak ik
een fotoreportage
op de computer?
Het maken van een foto
reportage met een computer



Hiervoor moeten wij een programma op
de computer installeren
Met dit programma kan je een
reportage maken met je foto’s
Er bestaan verschillende pakketten met
verschillende prijskaartjes
Nieuwe woorden








Sensor : gevoelige plaat in de
digitale camera
Intensiteit : sterkte van het licht
Volt : eenheid van stroom
Ontspanner : knop op het
fototoestel die, wanneer hij
ingedrukt wordt, een foto zal
maken
Perspectief : gezichtspunt dat
een diepte weergeeft
Compositie : opbouw in de
kader
Alert : aandachtige, wakkere
Pictogram : een afbeelding van
een woord
En Vice Versa : en omgekeerd
Omgekeerd evenredig : als het ene
groter wordt, gaat het andere
kleiner worden
Sluitertijd : tijd in seconden dat de
sensor belicht wordt
Diafragma : opening van de lens
Mega : miljoen
Pixel : fotocelletje dat de
lichtintensiteit kan meten in Volt
Geënsceneerd : opgebouwd, in een
scène gebracht
DEEL 2
Het maken van de reportage
Verdeling van de taken

Wie? Wat? Waar ? Wanneer?
We maken een schema van welke onderwerpen we
willen in beeld brengen







De omgeving van de kleedkamer
Het schminken
De repetitie zelf
De instructeurs in beeld brengen
...
We verdelen de onderwerpen onder de leerlingen;
iedereen maakt enkel foto’s van zijn onderwerp !
Ongeveer 10 tot 20 beelden, niet meer.
Op stap nu om de foto’s te maken
DEEL 3
Foto's analyzeren
Foto’s analyzeren




We brengen de foto’s naar de klas
Al de foto’s worden in mapjes geplaatst per
leerling
We bekijken map per map de foto’s en
selecteren drie foto’s per leerling gebaseerd
op wat we geleerd hebben in de theorie.
We maken een foto van iedere leerling die
mee deed
Foto’s analyzeren

(vervolg)
We bekijken de foto's per maker en beslissen
of ze voldoen aan de eisen:
 Onderwerp – jouw taak volbracht ?
 Compositie
 Licht en kleur
Tonen


De gastlezer of de leraar maakt nu de
presentatie
De presentatie zal getoond worden
tijdens het 'Visueel Festival' en de
'open-deur' dagen van de school.
En nu aan de slag
en
Veel plezier ermee
misschien
Vragen
En
antwoorden ?