powerpoint 3D

Download Report

Transcript powerpoint 3D

H1: Wereld
Het noorden tegenover het zuiden
Ontwikkeling
Mindmap
Ontwikkeling (herhaling 2e klas)
 Welvaart meten:
BNP/hoofd
Koopkracht
Verdeling beroepsbevolking:
 Landbouw
 Industrie
 Diensten
Ontwikkeling (herhaling 2e klas)
 Welzijn meten:
Basisbehoeften:
 Wonen
 Gezondheidszorg
 Onderwijs
 Eten / drinken
1 Choi en Rosanne aan de koffie
We lezen gezamelijk de tekst
Maak uit het werkboek (A) van paragraaf 1
tijdens de les de volgende opdrachten
(na15 minuten bespreken we deze na):
6a
3b
5b
Huiswerk:
L aantekeningen Ontwikkeling
M par 1: opgaven 1,2a t/m h,j, 3 t/m 6
 Opm: bij opgave 6b en 6e moet ongelijkheid staan (i.p.v.
regionale ongelijkheid)
2 Noord-Zuidverhoudingen
Steeds grotere verschillen tussen centrum
en periferie.
Verklaring verschillen:
 1 Ontwikkelingen binnen rijke en arme landen
Na WOII rijke landen snelle ontwikkeling:
 Politieke rust
 Technologische vooruitgang
 Goed onderwijs
 Goede infrastructuur
 Afname bevolkingsgroei
Net onafhankelijke kolonies maakten moeizame
ontwikkeling door
2 Relaties tussen de rijke en arme landen
Rijke landen hebben grote invloed op de
internationale arbeidsverdeling en de
ontwikkelingen in de armere landen.
Internationale arbeidsverdeling:
taakverdeling in de productie van goederen
Rangorde economische en politieke
macht:
Wereldtriade:
Eerste generatie NIC’s
Tweede generatie NIC’s
BRIC-landen
Sub-Sahara Afrika
Global shift
Economisch zwaartepunt wereldhandel
verschuift; grotere invloed NIC’s en BRIClanden
Productie naar periferie
Dit komt door:
Beter vervoer
Handelsbarrieres verdwenen
MNO’s kunnen makkelijker gebruik maken
van lage lonen
Rangorde in geldstromen
Rijke landen bepalen of er geld gaat naar
arme landen en onder welke voorwaarden
Dit gaat via het IMF en/of de Wereldbank
Millenniumdoelen
Huiswerk:
Lz. Par 2
M 1 t/m 5
Filmpje (nog) bij par.2
Kloof tussen arm en rijk:
http://www.wereldinbeeld.be/
3 De globalisering en het Zuiden
Oneerlijke handel tussen Noord en Zuid:
Exportsubsidie
Protectiemaatregelen
Importbelastingen
• Tarievenescalatie: belastingen lopen op naarmate
producten verder bewerkt zijn
Verborgen protectie:
• Hoge kwaliteitseisen
• Aparte verpakkingseisen
• invoerquota
B.v. Katoen
Filmpje: Het effect van Amerikaanse
katoensubsidies op Afrikaanse
katoentelers
http://www.wereldinbeeld.be/
De globalisering en het Zuiden
?
• exportsubsidies
• protectiemaatregelen (tarievenescalatie)
Gedrag Multinationals
Vestiging in Zuiden:
Lagere lonen (kostengerichte globalisering)
Grotere afzetmarkt (marktgerichte globalisering)
Voordelen ontwikkelingsland:
Directe en indirecte werkgelegenheid
Welvaart groeit
Export diverser
Meer relaties met Noorden
Nadelen voor ontwikkelingsland:
MNO’s betalen weinig belasting
Winst naar Noorden
Uitschuiving
Ongezonde / onzekere
arbeidsomstandigheden; moeilijk te
controleren (subcontractors)
v.b. Productie in China
3. Het leven in Chinese fabrieken
http://www.wereldinbeeld.be/
Het Vliegende Ganzenmodel
Als je op een bepaalde
plek goedkoper kunt
produceren dan elders,
kent dit gebied een
comparatief voordeel.
Comparatieve voordelen verschuiven, dus mno’s verhuizen.
Het Vliegende Ganzenmodel
Dit land heeft nu
wel / geen
geen
comparatieve
voordelen voor de
productie van textiel.
Huiswerk:
Lz par 3
M 1 t/m 6
L par 2
Mondelinge overhoring par. 2
De rangorde in de wereldhandel
Tot welke groep horen deze gebieden en dit land?
de wereldtriade
De rangorde in de wereldhandel
Tot welke groep horen deze gebieden en dit land?
de BRIC-landen
De rangorde in de wereldhandel
Tot welke groep horen deze gebieden en dit land?
de babytijgers
De rangorde in de wereldhandel
Tot welke groep horen deze gebieden en dit land?
sub-Sahara Afrika
De rangorde in de wereldhandel
Tot welke groep horen deze steden en landen?
de Aziatische tijgers of newly industrialized countries (NIC's)
De rangorde in de productie
Hoofdkantoor
mno blijft vaak
in wereldtriade.
De verschuiving van productiewerk van de wereldtriade naar
de lagelonenlanden heet global shift.
Deze global shift is mogelijk geworden door:
• beter vervoer (containers)
• verdwijnen handelsbarrières.
Nabespreken huiswerk:
Par 2, WbA, blz. 9
Vraag 4a, is stelling II juist?
Vraag 4b, zoeken in trefwoordenregister
Banken – Wereld – kaart? (atlas
gebruiken)
Vraag 5a
Vraag 5a, is stelling II juist? (atlas
gebruiken)
4 Goedbedoelde hulp en oneerlijke handel
Dit is een voorbeeld van
• fair trade
• ontwikkelingshulp
• ontwikkelingssamenwerking?
We zijn allemaal hier, meneer.
Bemester, pestcontroleur,
zaadadviseur en bodemtester maar ik vraag me af wie die man
is die daar staat!
Goedbedoelde hulp en oneerlijke handel
Dit is een voorbeeld van
• fair trade
• ontwikkelingshulp
• ontwikkelingssamenwerking?
Producent van Max Havelaarbananen.
http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/2004
0531_handel01
http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/2005
1101_fairtrade01
http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/2008
1030_returntosender01
Fair trade
Zonder fair trade
bouwen arme landen
een enorme schuld
op.
De legendaomschrijving kan vervangen
worden door het begrip schuldendienst.
Arme landen en het IMF
Arme landen met een grote
schuldendienst krijgen van het
IMF alleen nog geld als ze:
• bezuinigen op overheidsuitgaven
• privatiseren.
Dit leidt tot grotere armoede
en kan tot sociale onrust leiden.
Ontwikkeling van de hulp
Nederland gaat van
ontwikkelingshulp
via ontwikkelingssamenwerking naar
steeds meer steun
voor fair trade.
Of alle landen zich in navolging van de NIC-landen
kunnen ontwikkelen zonder hulp is nog de vraag.