Tensie meten bij verpleegk vaardigheden bloeddruk meten

Download Report

Transcript Tensie meten bij verpleegk vaardigheden bloeddruk meten

Tensie meten
De bloeddruk,
hoe, wat, waar, waarmee
Wat is bloeddruk




De druk die permanent aanwezig is in de
bloedvaten
Zowel in de arteriën als de venen
De druk is nodig om het bloed door zowel
arteriën als de venen rond te pompen.
Ook voor de stofwisseling, nierfunctie, etc.
is een bepaalde bloeddruk nodig
Doel bloeddrukmeten




Verzamelen van bloeddrukgegevens
die nodig zijn om een beeld te
krijgen van de gezondheidssituatie
van de cliënt.
Dit kan volgens de auscultatieve
methode van Riva Rocci = RR
met Aneroid bloeddrukmeter
Met een automatische bloedrukmeter
Algemene opmerkingen






Er zijn verschillende soorten bloeddrukmeters zoals bij voorbeeld
bloeddrukmeters met een manometer of een kwikkolom alsook
zichzelf oppompende bloeddrukmeters. De polsbloeddrukmeter
wordt hier niet besproken.
Bij de bloeddrukmeter hoort een standaard manchet (met haak of
klittenband). Bij kinderen is het nodig een smaller manchet te
gebruiken.
Bij corpulente cliënten is het soms nodig een breder manchet te
gebruiken.
Er zijn zo’n zes maten in de handel
Systolische druk (hoogst meetbare arteriële druk) ontstaat
wanneer de linker kamer van het hart zich samentrekt om bloed
in de aorta te pompen. Normaal waarde is minder dan 160
Diastolische druk (laagst meetbare arteriële druk) ontstaat,
wanneer de linker kamer zich ontspant om weer vol te stromen
met bloed. Normaal waarde is minder dan 90. Deze druk is dus
permanent aanwezig
Bloeddrukmanchet





De bloeddrukmanchet bestaat uit stevig, niet-elastisch textiel,
waarin zich een opblaasbare, rechthoekige rubber ballon bevindt.
Wanneer de manchet te smal is ten opzichte van de bovenarm
dan is er meer druk in de manchet nodig om de slagader dicht te
drukken.
Hierdoor wordt de bloeddruk overschat.
Bij een grote manchet die voldoende lang is (liefst de arm
omcirkelt), zal de bloeddruk bij dikke armen niet te hoog worden
gemeten.
Bij de goede bloeddrukmeters is aangegeven welke manchet voor
welke armomtrek gebruikt mag worden (bijvoorbeeld de normale
manchet voor bovenarmen die kleiner zijn dan 32 cm in omtrek
en de grote manchet voor bovenarmen die groter dan 32 cm in
omtrek zijn).
Een te kleine bloeddrukmanchet geeft onterecht een te hoge
bloeddrukwaarde aan.
Hoe werkt een bloeddrukmeter?









De traditionele bloeddrukmeter waarbij de arts of de
verpleegkundige een stethoscoop gebruikt maakt gebruik van
tonen.
Als de manchet wordt opgepompt wordt de druk rond de
bovenarm zo hoog dat de slagader die in de arm loopt
dichtgedrukt wordt.
Er stroomt op dat moment geen bloed meer naar de onderarm.
Degene die door de stethoscoop luistert hoort op dat moment
niets.
De manchet wordt vervolgens langzaam ontlucht waardoor de
druk afneemt.
Op het moment dat de druk laag genoeg is om net bloed door de
slagader te laten stromen worden tonen gehoord door de
stethoscoop.
Dit is de bovendruk, de systole.
Nu wordt de manchet nog verder ontlucht totdat de tonen
helemaal verdwijnen.
Dit is de onderdruk, de diastole
Soorten bloedrukmeters

Een bloeddrukmeter is een
apparaat waarmee de
bloeddruk gemeten kan
worden. De Italiaanse arts
Scipione Riva-Rocci (18631937) ontwikkelde, naar
het voorbeeld van een
prototype in 1891
ontwikkeld door de
Oostenrijkse hoogleraar
Siegfried "Ritter" von
Basch (1837-1905), als
eerste een bloeddrukmeter
met manchet om de
bloeddruk bij patiënten te
meten.
Kwikbloeddrukmeter


Een kwikbloeddrukmeter is een manometer waarmee de
bloeddruk kan worden gemeten, die nog gebruik maakt van
metallisch kwik dat uit een reservoir omhoog wordt geduwd
in een stijgbuis, waar de hoogte kan worden afgelezen in
millimeters.
Omdat kwik een zwaar metaal is met giftige dampen, en de
hoeveelheid kwik die in het milieu vrijkomt van
overheidswege zoveel mogelijk wordt beperkt, zijn ze niet
meer te koop, hoewel er hier en daar wellicht zelfs anno
2005 nog wel een enkele wordt gebruikt. Rond 1980 waren
ze nog algemeen. De bloeddruk wordt echter in Nederland
standaard nog wel steeds in mm Hg uitgedrukt.

Kwikbloeddrukmet
er volgens EUnorm, de meter
heeft een
onbreekbaar
kwikreservoir met
overdrukbeveiligin
g.
Korotkow tonen




Met behulp van de stethoscoop in de
elleboogplooi wordt geluisterd naar de
zogenoemde Korotkow-tonen.
Dat zijn de tonen die ontstaan als het
bloed door de slagaders wordt gepompt.
Met behulp van de stethoscoop kan dan
een kloppend geluid gehoord worden.
Korotkow was een Russische arts die dit
fenomeen voor het eerst ontdekte.
Aneroid bloeddrukmeter


Zonder kwik
Later door
technicus te
controleren en af
te regelen
Automatische bloeddrukmeters






Automatische bloeddrukmeters werken over het algemeen
anders dan de twee gewone meters.
Hierbij worden trillingen in de bloedvatwand gemeten.
Dit wordt ook wel de oscillometrische meetmethode
genoemd. Oscillare is het Latijnse woord voor
‘schommelen’.
Bij oscillometrie worden de slingeringen van de vaatwand
gemeten die ontstaan tijdens het dichtdrukken en weer
opengaan van de slagader in de arm (ook weer door druk
op en af te bouwen in de bloeddrukmanchet.
De maximale slingering die herkend wordt, komt goed
overeen met het niveau van de gemiddelde slagaderlijke
bloeddruk (Mean Arterial Pressure = MAP).
De bovendruk (systole) en onderdruk (diastole) worden
vervolgens berekend op basis van deze MAP.
Automatische bloeddrukmeters


Er zijn drie soorten elektronische
bloeddrukmeters: voor de bovenarm, de pols, en
de vinger.
Een bloeddrukmeter waarbij de manchet over de
bovenarm gaat, is het meest geschikt.
Bij pols- en vingerbloeddrukmeters ontvangende
sensoren de drukgolven van het bloed slechter.
Verder zijn de metingen nauwkeuriger bij meters
met een automatisch pompje dan bij meters
waarbij u zelf moet pompen.

Een automatische
bloeddrukmeter
geschikt voor
thuisbloeddrukmeti
ng
Regels voor een
bloeddrukmeting:







Gebruik alleen een betrouwbare gevalideerde
bloeddrukmeter
Als de client last heeft van hartritmestoornissen
(een onregelmatige hartslag) dan kunt je geen
gebruik maken van een automatische
bloeddrukmeter
Gebruik de juiste manchetgrootte
Meet altijd op hetzelfde tijdstip
Meet altijd op dezelfde wijze: zittend of liggend
Meet altijd aan dezelfde arm (de arm waarbij de
bloeddruk het hoogst is)
Laat de cliënt zitten of liggen en neem 2-3
minuten rust in acht voor de feitelijke meting.






Meet in een ontspannen houding
Cliënt niet met een volle blaas meten
Lees, ingeval van een zich zelf oppompende
bloeddrukmeter, voor het meten altijd de
gebruiksaanwijzing
De manchet tijdens de meting op harthoogte van
de cliënt houden
Tijdens de meting de cliënt niet laten bewegen
Tijdens de meting niet spreken (dit omdat de
bloeddrukmeter trillingen meet en stemgeluid
ook trillingen afgeeft)



Tussen twee opeenvolgende
metingen aan dezelfde arm moet
ten minste 1 minuut rust in acht
worden genomen
Noteer de gemeten waarden
direc
meet de bloeddruk altijd 2 keer en
bereken hiervan het gemiddelde.
Benodigdheden



Bloeddrukmeter
Stethoscoop
Pen en papier.
Voorbereiding


Zorg voor privacy
Vertel de cliënt het doel van de
handeling; wat er gaat gebeuren en
dat alles pijnloos kan verlopen, of
indien deze dit niet kan begrijpen:
noem de naam van de cliënt en
vertel dat er iets gaat gebeuren.
Werkwijze




Laat de cliënt in ontspannen houding
zitten of liggen (na inspanning of
emoties eerst een kwartier rust laten
nemen)
Controleer de stethoscoop
Plaats de bloeddrukmeter ter hoogte
van het hart van de cliënt
Laat de arm op het bed of de tafel
rusten
Werkwijze vervolg





Ontbloot de arm van de cliënt tot boven de
elleboog en zorg er voor dat er geen stuwing in
de arm ontstaat
Verwijder de lucht uit de manchet
Breng de luchtvrije manchet op een gestrekte
arm aan, 5 cm boven de elleboogholte, glad en
stevig om de bovenarm (er mogen geen
kledingstukken tussen de huid en de manchet
zitten)
Sluit het ventiel van de ballon
Zet de vingers op de pols en pomp de manchet
op tot de pols niet meer voelbaar is
Werkwijze vervolg 2






Plaats het membraan op de arteria brachialis
(bovenarmslagader) in de elleboogholte
Laat door het langzaam openen van het ventiel
de kwikdruk dalen
Lees de systolische druk af op het moment dat de
tonen weer hoorbaar zijn (dus wanneer het bloed
weer door de slagader stroomt)
Verminder de druk langzaam en lees de
diastolische druk af op het moment dat de laatste
harttoon verdwijnt
Laat de rest van de lucht snel ontsnappen en
maak de manchet los
Evalueer de handeling met de cliënt
Hoe vaak meten?






Er is al eerder gezegd dat er na een eenmalig gevonden hoge
bloeddruk niet gesproken mag worden van hypertensie.
Er is afgesproken dat daar meerdere metingen over een bepaalde
tijd voor nodig zijn.
Als regel zijn er drie tot vijf metingen nodig over een periode van
enkele weken en liefst onder vergelijkbare omstandigheden.
Daarbij is het ook belangrijk dat de patiënt echt uitgerust en op
zijn gemak is.
Wanneer de bloeddruk bij drie verschillende metingen ernstig
verhoogd blijkt te zijn, mag van hypertensie gesproken worden.
Worden licht of matig verhoogde bloeddrukwaarden gevonden,
dan moet dit bij vijf verschillende metingen het geval zijn voordat
van hypertensie gesproken mag worden.
Wat is witte-jassenhypertensie?





Letterlijk betekent witte-jassenhypertensie dat de patiënt
een hoge bloeddruk krijgt als er een witte jas, een dokter of
een verpleegkundige, in de buurt is.
Kennelijk voelt de patiënt zich dan zeer ongemakkelijk.
Als de patiënt zelf de bloeddruk opmeet, of wanneer een
ander vertrouwd persoon dat doet, dan blijkt de bloeddruk
ineens normaal te zijn.
Lange tijd is gedacht dat witte-jassenhypertensie
onschuldig was. De laatste tijd is echter duidelijk geworden
dat een deel van de mensen met witte-jassenhypertensie
later een echt verhoogde bloeddruk krijgt of dat zich wel
degelijk complicaties van hoge bloeddruk ontwikkelen.
Mogelijk zijn deze mensen zeer stressgevoelig en reageren
ze heel vaak, dus niet alleen bij de dokter, met een
bloeddrukverhoging op emotionele situaties.
24-uursbloeddrukregistratie



De 24-uursbloeddrukregistratie wordt de laatste tijd vaak
toegepast omdat men dan in korte tijd kan zien hoe het
verloop van de bloeddruk is.
Met een apparaat - dat bestaat uit een manchet, een door
batterijen aangedreven luchtpompje en een elektronisch
geheugen - kan iedere 10 tot 30 minuten de bloeddruk
gemeten worden terwijl de patiënt zit, slaapt of met
zijn/haar gewone bezigheden bezig is.
Een typisch voorbeeld van een 24-uursbloeddrukregistratie
bij een patiënt met witte-jassenhypertensie kan zijn dat de
bloeddruk bij meting door de huisarts steeds flink verhoogd
is, terwijl deze bij de 24-uursmeting weliswaar hoog is,
maar niet in ernstige mate.
Hypertensie




Van alle volwassenen in Nederland in de leeftijd 20- 60 jaar
heeft 1 op de 5 een verhoogde bloeddruk. In Nederland
betekend dit met een bevolking van 16 miljoen dat er meer
dan 1 miljoen mensen hypertensie hebben.
Bij kinderen komt een hoge bloeddruk nauwelijks voor
(uitzonderingen zijn kinderen met bijv. obesitas) en bij
ouderen is het normaal om een hogere bloeddruk te
hebben.
Bij mannen komt een hoge bloeddruk in de leeftijd tot 55
jaar het meest voor, vanaf 55 – 75 is het percentage
vrouwen met een hoge bloeddruk hoger (na de
menopauze) en bij de leeftijdcategorie 75+ ligt het
percentage bij de vrouwen veel hoger dan mij mannen.
Volgens de WHO (world health organisation) worden 62%
van de beroertes en 49% van de hartaanvallen veroorzaakt
door een te hoge bloedruk


Etiologie (oorzaken)
In 95% van de gevallen is er geen duidelijk
aanwijsbare oorzaak te noemen. Dit wordt
essentiele of primaire hypertensie genoemd.
Bij 5% van de gevallen is er wel een oorzaak aan
te wijzen. Dit wordt secundaire hypertensie
genoemd.






De oorzaken van een secundaire
hypertensie kunnen zijn:
nierziekten
stoornis in het hormoonhuishouding
vernauwing van de aorta
anticonceptiepil
hyperinsulinemie (stofwisselingsstoornis
waarbij de insulinespiegel in het bloed
chronisch verhoogd is)













Vaak is er dus geen duidelijke oorzaak aan te wijzen voor
hypertensie, wel zijn een aantal factoren te noemen die het
risico vergroten:
roken
overgewicht
overmatig dropgebruik (zout)
te veel zout
weinig lichaamsbeweging
stress
overmatig alcoholgebruik
te hoog cholesterolgehalte
diabetes
erfelijkheid
gebruik van bepaalde medicijnen
veel verzadigde vetten eten
Symptomatologie





In de eerste 15 – 20 jaar geeft een hoge
bloeddruk weinig tot geen klachten, het is
een sluimerende aandoening. Intussen
kunnen verschillende organen beschadigd
raken zoals:
ogen
hart
nieren
hersenen
Symptomen die kunnen optreden
zijn:









duizeligheid
hoofdpijn
vlekjes voor de ogen zien
oorsuizingen
hartkloppingen
neusbloedingen
kortademigheid
krampen
spierzwakte
• Vaak worden de symptomen pas opgemerkt als er
sprake is van een extreem hoge bloeddruk
Optimale bloedruk






De bloeddruk wordt uitgedrukt in millimeters
kwik (mmHg)
Een optimale bloeddruk waarde is: <120/80
mmHg
Gemiddeld ligt de bloeddruk onder de 140/90
mmHg (Nederlands Huisartsen Genootschap)
Er is sprake van hypertensie: >140/90 mmHg
(tot 60 jaar)
Er is sprake van hypertensie: >160/90 mmHg
(ouder dan 60)
Voor mensen met diabetes, nierziekten, en
mensen die zwanger zijn gelden andere waarden.
Therapie


Niet medicamenteuze therapie:
De nadelige leef- en eetgewoonten
die men heeft, moeten veranderen
zoals stoppen met roken, gezond
eten, voldoende bewegen, afvallen
etc.
Medicamenteuze therapie:

Als er is gekozen voor een therapie met medicamenten zal de
patiënt één of meerdere keren per dag zijn medicatie in moeten
nemen.
Er zijn 7 groepen aan medicijnen tegen hypertensie:








Diuretica (plastabletten)
Bètablokkers
Calciumantagonisten
ACE- remmers
Angiotensine II- antagonisten
Alfablokkers
Centraal aangrijpende antihypertensiva
Van deze groepen worden Diuretica en Bètablokkers het meest
door de arts voorgeschreven.
Waneer een voorgeschreven medicatie niet voldoende helpt kan
de dosis verhoogd worden of er kan nog een andere medicatie
aan toegevoegd worden uit een andere groep
Prognose/ beloop






Een hoge bloeddruk is van zichzelf niet levensbedreigend
maar kan wel schade aan hart- en bloedvaten veroorzaken.
Hierdoor heeft de patiënt een verhoogd risico op hart- en
vaatziekten, hartfalen, nierfalen, beroerte, hartaanval of
oogbeschadigingen.
Door gebruikmaken van zowel de medicamenteuze als de
niet- medicamenteuze therapie kan dit risico verlaagd
worden.
De medicatie is levenslang, wanneer er gestopt wordt met
het innemen van de medicatie zal de bloeddruk weer
stijgen en nemen de risico’s weer toe.
Het regelmatig laten controleren van de bloeddruk is
noodzakelijk.
Op deze wijzen kan bij veranderingen de medicatie
aangepast worden.
Complicaties hypertensie






Wanneer de bloeddruk al gedurende een lange periode te
hoog is kan dit schade aan richten aan veel organen:
Hart (vernauwing van de kransslagaders waardoor o.a een
hartinfarct kan ontstaan)
Bloedvaten (de bloedvaten kunnen verwijd worden en
hebben kans om te scheuren)
Hersenen (een herseninfarct of een hersenbloeding)
Benen (een vernauwing in de bloedvaten waardoor pijn kan
ontstaan tijdens lopen, etalagebenen genoemd)
Nieren (beschadiging van nieren waardoor deze zijn functie
minder goed kan uitoefenen)