Transcript ntbinden van Krachten

Opdracht:
Ontbind de kracht F in twee
krachten F1 en F2.
Krachtenschaal:
In de tekening stelt 1 cm
steeds 15 N voor
1
F
2
1) Teken met je geodriehoek een stippellijn bij de pijlpunt
van F en evenwijdig met een werklijn.
1) Teken met je geodriehoek een stippellijn bij de pijlpunt
van F en evenwijdig met een werklijn.
2) Teken met je geodriehoek een stippellijn bij de pijlpunt
van F en evenwijdig met de andere werklijn.
1) Teken met je geodriehoek een stippellijn bij de pijlpunt
van F en evenwijdig met een werklijn.
2) Teken met je geodriehoek een stippellijn bij de pijlpunt
van F en evenwijdig met de andere werklijn.
3) Teken met je geodriehoek de kracht F1 van het
aangrijpingspunt tot de stippellijn. Zet er F1 bij.
1) Teken met je geodriehoek een stippellijn bij de pijlpunt
van F en evenwijdig met een werklijn.
2) Teken met je geodriehoek een stippellijn bij de pijlpunt
van F en evenwijdig met de andere werklijn.
3) Teken met je geodriehoek de kracht F1 van het
aangrijpingspunt tot de stippellijn. Zet er F1 bij.
4) Teken met je geodriehoek de kracht F2 van het
aangrijpingspunt tot de stippellijn. Zet er F2 bij.
1) Teken met je geodriehoek een stippellijn bij de pijlpunt
van F en evenwijdig met een werklijn.
2) Teken met je geodriehoek een stippellijn bij de pijlpunt
van F en evenwijdig met de andere werklijn.
3) Teken met je geodriehoek de kracht F1 van het
aangrijpingspunt tot de stippellijn. Zet er F1 bij.
4) Teken met je geodriehoek de kracht F2 van het
aangrijpingspunt tot de stippellijn. Zet er F2 bij
5) Meet de lengte van de pijlen 1 en 2 en bereken de
grootte van F1 en F2 met een krachtentabel.
1) Teken met je geodriehoek een stippellijn bij de pijlpunt
van F en evenwijdig met een werklijn .
1
F
2
1
F
2
1
F
2
1
F
2
1
F
2
1
F
2
1
F
2
1
F
2
1
F
2
1
F
2
1
F
2
1
F
2
1
F
2
1) Teken met je geodriehoek een stippellijn bij de pijlpunt
van F en evenwijdig met een werklijn.
1
F
2
2) Teken met je geodriehoek een stippellijn bij de pijlpunt
van F en evenwijdig met de andere werklijn.
1
F
2
1
F
2
1
F
2
1
F
2
1
F
2
1
F
2
1
F
2
1
F
2
1
F
2
1
F
2
1
F
2
1
F
2
1
F
2
1
F
2
1
F
2
2) Teken met je geodriehoek een stippellijn bij de pijlpunt
van F en evenwijdig met de andere werklijn.
1
F
2
3) Teken met je geodriehoek de kracht F1 van het
aangrijpingspunt tot de stippellijn. Zet er F1 bij.
1
F
2
1
F
2
1
F
2
1
F
2
1
F
2
3) Teken met je geodriehoek de kracht F1 van het
aangrijpingspunt tot de stippellijn. Zet er F1 bij.
1
F1
F
2
4) Teken met je geodriehoek de kracht F2 van het
aangrijpingspunt tot de stippellijn. Zet er F2 bij.
1
F1
F
2
1
F1
F
2
1
F1
F
2
1
F1
F
2
4) Teken met je geodriehoek de kracht F2 van het
aangrijpingspunt tot de stippellijn. Zet er F2 bij.
1
F1
F
F2
2
5) Meet de lengte van de pijlen 1 en 2 en bereken de
grootte van F1 en F2 met een krachtentabel.
1
F1
F
F2
Dus pijl 1 is 3 cm en pijl 2 is 4 cm
2
1
F1
F
F2
Lengte van de pijl (cm)
Grootte van de kracht (N)
1
15
2
4
3
1
F1
F
F2
Lengte van de pijl (cm)
Grootte van de kracht (N)
2
1
4
3
15
60
45
1
F1
F
F2
1
4
3
Lengte van de pijl (cm)
Grootte van de kracht (N) 15
60
45
Dus de grootte van F1 = 45 N en van F2 = 60 N.
2
2
F
1
2
F
1
2
F
1
F
2
F2
1
F
2
F2
F1
De lengte van pijl 1 is 6 cm en van pijl 2 is 5,5 cm.
1
F
2
F2
F1
Lengte van de pijl (cm)
Grootte van de kracht (N)
1
15
6
5,5
1
F
2
F2
F1
Lengte van de pijl (cm)
Grootte van de kracht (N)
1
6
5,5
15
90
82,5
1
F
2
F2
F1
Lengte van de pijl (cm)
Grootte van de kracht (N)
1
6
5,5
15
90
82,5
Dus de grootte van F1 = 90 N en van F2 = 82,5 N.
1
1
2
1
2
1
2
F1
1
2
F1
F2
1
2
F1
F2
1
Lengte van de pijl (cm)
Grootte van de kracht (N)
1
15
3
45
4
60
Dus de grootte van F1 = 45 N en van F2 = 60 N.
2
Wil je dit thuis nog een keer bekijken, gaan dan naar de st Jozefsite, docenten, vaklokalen, natuurkunde, klas 4, Hst 7 constructies.