Excentrisch spierwerk

Download Report

Transcript Excentrisch spierwerk

Sportmedisch Congres
K.V. Club Brugge
6 oktober 2011
Excentrisch spierwerk: principe
Concentrische contractie
 spier contraheert en verkort. Oorsprong en
insertie komen dichter bij elkaar.
 Positieve dynamische contractie.
Excentrische contractie
 spier contraheert en verlengt. Oorsprong en
insertie komen verder van elkaar te liggen.
 Negatieve dynamische contractie.
Isometrische contractie
 contractie zonder beweging. Oorsprong en
insertie blijven op dezelfde afstand van
elkaar.
Maximale excentrische kracht > maximale isometrische
kracht
 dit verschil kan oplopen tot zo’n 30 à 40% en
wordt krachtsdeficiet genoemd.
Waarom excentrisch oefenen?
Concentrisch + excentrisch trainen
=>
krachtswinst, zowel voor de totale,
de excentrische als de concentrische
spierkracht. Deze winst is wel heel
snelheidsspecifiek.
=>
spiermassa.
(Roig et al., 2008)
Excentrisch trainen
=> versneld herstel van bvb. achilles- of
patellapeesblessure.
(Rees et al., 2008)
Hoe excentrisch trainen?
 Oefenvormen met enkel excentrische contracties
 concentrische fase omzeilen door andere
spieren te gebruiken of een andere beweging te
maken om de gewenste uitgangspositie te
bekomen.
 Plyometrische training
 combinatie van excentrische en
concentrische contracties.
 zo snel mogelijk overgaan van een
excentrische naar een concentrische
contractie.
Principe: spier die eerst uitgerekt wordt zal
nadien krachtiger kunnen contraheren.
Voetbal – Excentrische contractie?
De spiergroep die het meest blootstaat aan
excentrische belasting tijdens voetbal zijn de M.
Hamstrings (vooral m. biceps femoris)
Reden?  afremmen van de versnelling veroorzaakt
door concentrische contractie van M. Quadriceps
(agonisten/antagonisten).
(Yu B. et al., 2008)
Wanneer?
Tijdens de laatste fase van de swingfase remmen
de hamstrings de knie extensie af (meest
excentrisch) en de late steunfase (minder
excentrisch).
Na hielcontact worden ze een actieve extensor van
de heup (concentrisch).
Hypothese: meeste hamstringletsels bij de
omschakeling van excentrisch naar concentrisch
: zowel zwaaifase/late steunfase
 versnellen/vertragen
 maximale snelheid
Fase 2: linker been (concentrisch heupextensie) en fase 4 rechter been
(excentrisch afremmen knieextensie)
 Ook tijdens de aanvang van de steunfase, treden
vaak hamstringletsels op.
 Normaal fungeert de gluteus maximus als
primaire extensor van de heup.
 Bij inhibitie, zwakte of vertraagde aansturing van
de gluteus maximus, moeten de hamstrings dit
compenseren.
 Te zwakke spier
risico blessures op
einde zwaaifase thv spier-peesovergang en
spierbuik
=> Nood aan excentrische training!!
 Gevolg: blessures door specifieke aanpak
Blessure:
Strain van de M. Hamstrings
• 20%-30% spierletsels voetballers.
• Hoge recidiviteit (20-30 % na 6 wkn)
• letsels: bij excentrische contracties door repetitieve
microtraumata (2/3 biceps fem)
•Vnl. einde swingfase/late steunfase
• Heel vaak RE-INJURY.
•De grootste risicopredictor : OUD HAMSTRINGLETSEL
Risicofactoren
 Oud hamstringletsel!
 Vermoeidheid en spierzwakte
=> Excentrisch afremmen!!!
 Verminderde lenigheid en
spierverkortingen, rompinstabiliteit
 Instabiel bekken
Risicofactoren
 Zwakte/inhibitie van gluteus maximus
(overbelasting hamstrings)
 Plotse krachttoename of versnellingen (voetbal,
sprongsporten, racketsporten, athletiek)
 Onvoldoende opwarming
 Verstoorde Quadriceps/Hamstring-ratio in kracht
(60 % bij 60°/s en 70% bij 240%/s)
 Lage Peak Torque Hamstrings
Peak Torque Hamstrings
Time history of peak eccentric hamstrings torque (T) during the soccerspecific intermittent protocol
(Greig M. et al., 2009)
Peak torque (maximale kracht) van de M.
Hamstrings
 komt voor op het einde van de extensie
 PT neemt af bij blessure van de M. Hamtrings
(naar flexie toe).
 PT verschuift in de richting van extensie na het
volgen van een plyometrisch oefenprogramma.
(Van Ginckel et al., 2008)
 Risico blessure : einde van elke helft + begin
tweede helft
 Oorzaak => vermoeidheid en passieve karakter
‘rust’
geen herstel excentrisch vermogen van Hamstring
 Risico blessure bij toegenomen vermoeidheid
 Oplossing: Excentrisch trainen zodat de
spieren beter bestand zijn tegen deze
vermoeidheid.
: Korte rewarming-up, zoals
fietsen, net voor het einde van de rust.
(Greig M. et al., 2009)
Excentrische oefentherapie bij
profvoetballers.
Positieve gevolgen:
 Blessures
 Prestaties
 Excentrische oefening in cool-down >
excentrische oefening in opwarming (Small, 2009).
DOMS (delayed onset muscle soreness)vermijden:
progressieve integratie excentrische oefeningen
(Brughelli, 2009).
6 weken plyometrische training
 excentrische peak torque van de M. Hamstrings
 angle of peak torque van de M. Hamstrings
oorzaak  co-contractie van de M. Hamstrings in
de rol van stabilisatoren van de knie tijdens
de plyometrische oefeningen.
(Van Ginckel et al., 2008)
Excentrische oefeningen in de
revalidatie
Excentrische contracties versnellen het herstel van
peesletsels (vb. achilles- of patellapees).
Oorzaak: bij excentrische krachtlevering
fluctuerend patroon (ont)lading spier
 Deze fluctuaties: stimulus tot
hervorming van het peesweefsel en dus
bevordering herstel
.
(Rees et al., 2008)
Excentrisch trainen  prikkel voor fibroblasten en de
aanmaak van nieuw collageen weefsel.
=> vezels positioneren zich beter en neovascularisatie
(extra bloedvaatjes) en neurale ingroei verdwijnen.
=> de pees wordt dunner doordat de hoeveelheid
matrix afneemt.
Excentrische trainen  toename van het aantal
sarcomeren in de spiervezels (histologische invloed).
=> angle of peak torque verschuift naar
extensie zodat er minder microtraumata
ontstaan.
(Van Ginckel et al., 2008)
Degeneratieve processen in de pees
nood aan anaërobe belasting
stofwisseling in de pees wordt bevorderd
= krachttraining.
Uit de literatuur blijkt dat een excentrisch
trainingsprogramma de beste resultaten oplevert.
(Mafi et al, 2001; Nugteren, 2003).
 Patellatendinopathie
 excentrisch trainen is effectief op korte termijn
(<15 maanden).
 effect van excentrische training op lange
termijn moet nog onderzocht worden.
 beste resultaat bij langzaam uitgevoerde
unilaterale squat met lichte pijn acceptatie
en graduele verhoging van belasting.
(Phaff S., 2006)
In het voetbal vaak problemen bij volgende
peesstructuren:




M. Quadriceps
M. Hamstrings
Achillespees
M. Adductor
 Deze structuren hebben nood aan excentrische
oefentherapie (zowel curatief als preventief!).
Oefeningen: M. Quadriceps
 Squatten onder een hellingshoek van 25°, terug
opduwen op ander been of met behulp van armen.
 beter dan op vlakke ondergrond want op deze
manier worden heup- en enkelspieren
uitgeschakeld.
=> hogere belasting op patellapees.
(Purdam et al.,2004; Kongsgaard et al.,2006)
het
Met rugzak om de belasting zwaarder te maken, dus pas voor later in
revalidatieproces.
 Staan op een verhoog en voorwaarts afstappen, terug
opstappen met ander been.
 Uitvalspas naar voor, excentrische
werking door afremmen
van de beweging.
 Uitvalssprong naar voor. Idem als vorige oefening,
maar met sprongbeweging ipv een stap naar voor.
 TRX  hangen en steunen op 1 been, dan zachtjes
laten zakken. Rechtkomen op ander been.
Beweging zoals op deze
foto, maar dan met rechter
been gestrekt naar voor en
vertrekkend vanuit staande
positie.
Oefeningen: M. Hamstrings
 Nordic hamstring oefening
 sporter laat zich gecontroleerd zakken en komt
terug naar beginpositie met behulp van de
handen.
 Sporter in buiklig met gebogen knie, thera-band trekt
naar extensie. Sporter laat deze beweging
gecontroleerd toe.
 Sporter op pendelbank, gewicht
duwt been naar extensie.
Sporter laat deze beweging
gecontroleerd toe.
Terug naar beginpositie door
gewicht met de hand (hendel)/
2 benen te verplaatsen.
Oefeningen: M. Triceps Surae Achillespees
 Sporter staat op verhoog met gestrekt been en voet in
plantairflexie. Vanuit deze positie laten zakken zodat
voet in dorsiflexie komt. Zo wordt M. Gastrocnemius
belast.
(bron: Van der Plaat, 2006)
 Idem vorige oefening, maar dan met geplooide knie. Op
deze manier wordt de M. Soleus belast. Opduwen tot
beginpositie met andere voet, idem bij vorige oefening.
(bron: Van der Plaat, 2006)
 Sporter in langzit, voet in plantairflexie. Theraband
rond voet en dan langzaam tot in dorsiflexie laten
komen. Zowel met gestrekt als met gebogen been.
(bron: http://www.mtchuizen.com/tendinoseachilles.php)
 Excentrisch trainen d.m.v. krukje/traptrede van de
Triceps surrae.
 Terug door opduwen ad muur /sportraam
(bron: thesis Everdeen J. et al., 2006)
M. Adductor
1)
2)
Op Flow In gecontroleerde abductie van het been uitvoeren, adductoren
controleren deze beweging.
1)
2)
Met de benen in lichte abductie en exorotatie een squat uitvoeren, met krachtbal
in de handen.
1)
2)
Therapeut trekt het been naar abductie, de sporter laat deze beweging gecontroleerd toe, dit
kan door excentrisch werk van de adductoren.
1)
2)
Therapeut duwt de benen naar abductie, de sporter laat deze beweging
gecontroleerd toe, dit kan door excentrisch werk van de adductoren.
Met de benen in lichte abductie en exorotatie een squat-beweging
uitvoeren met een bal achter de rug.
Oefeningen: schouder
 Excentrische training van de Rotator Cuff (M.
Supraspinatus)
beginpositie
hand naar schouder brengen
en dan recht omhoog steken
laten zakken in
scapulair vlak
(bron: www.revalidatieherentals.be)
 Excentrische training van de Rotator Cuff (M.
Supraspinatus)
1) beginpositie
2) met beide
handen
abductie in
scapulair vlak
3) contralaterale hand lossen
4) zachtjes laten
zakken in
scapulair vlak.
(bron: www.revalidatieherentals.be)
 Excentrisch trainen van de M. Deltoideus.
beginpositie
elevatie hand
halter laten zakken in vlak loodrecht op lichaam
(bron: www.revalidatieherentals.be)
 Excentrisch trainen van de M. Infraspinatus.
beginpositie, met theraband tussen knie en hand,
arm reeds in exorotatie
eerste knie strekken en dan arm rustig van exonaar endorotatie laten komen
(bron: www.revalidatieherentals.be)
Oefeningen tenniselleboog.
 Excentrisch trainen van pols dorsiflexoren.
het gewicht met andere hand optillen naar beginpositie,
zijnde maximale dorsiflexie
het gewicht langzaam en gecontroleerd laten zakken
na het bereiken van de eindstand (palmairflexie) terug naar
beginpositie brengen
(bron: www.tenniselleboog.nl)
 Excentrisch trainen van pols dorsiflexoren.
beginpositie, theraband nog niet onder spanning
theraband trekt naar palmairflexie en dorsiflexoren laten
dit gecontroleerd gebeuren
(bron: www.tenniselleboog.nl)
Buikspieren
1)
2)
De benen op de Flow In, vervolgens gecontroleerd laten uitzakken. De
buikspieren moeten excentrisch werken om dit toe te laten.
1)
2)
De handen zacht vooruit brengen op de Flow In, opnieuw werken de buikspieren
excentrisch om deze beweging gecontroleerd te kunnen uitvoeren.
1)
2)
Therapeut gooit de benen weg, de sporter remt deze beweging af en laat de benen
gecontroleerd zakken.
1)
2)
Sporter zit op de bal. Terwijl hij achterover leunt vangt hij de krachtbal, op deze
manier ondergaan de buikspieren een extra excentrische belasting.