Transcript Slide 1

Actualiteiten vennootschapsbelasting 2012

Simon Strik

Onderwerpen

• • • • • Flex-BV Overnameholdingrenteaftrekbeperking Renteaftrek in 2012 Objectvrijstelling vaste inrichting Dubbele uitzak

Fiscale aspecten flex-BV

Stand van zaken

• • • 1 maart 2012: – – Memorie van antwoord 31058 Memorie van antwoord 32426 Inwerkingtreding: aangekondigd waarschijnlijk 1 6—2012 Geen wijzigingen in fiscale wetgeving – Alleen art. 2 Besluit fiscale eenheid 2003 wordt aangepast – Alle lagere regelgeving wordt nog uitgekamd, ook beleidsbesluiten

Overzicht

• • • • Rol fiscaliteit bij modernisering ondernemingsrecht – Rammelend beoordelingskader Flexibele aandelen – Focus parlementaire behandeling en literatuur Flexibele statuten – Fiscaliteit prohibitief incorporatie aandeelhouders overeenkomst!

Flexibele uitkeringsregels – Fiscale prikkel tot onverantwoorde uitkering!

5

Modernisering ondernemingsrecht

Voormalig wetsvoorstel personen vennootschap Wetsvoorstel flexibele bv 6

Fiscaliteit en flexibele aandelen (1)

• Deelnemingsvrijstelling (art. 13-2 Vpb) – 5% nominaal gestort kapitaal – Manipulaties?

7

Fiscaliteit en flexibele aandelen (2)

• Fiscale eenheid (art. 15-1 Vpb) – Juridische en economische eigendom van ≥ 95% nominaal gestorte kapitaal: deze voorwaarde blijft – Art. 2 Besluit fiscale eenheid wordt aangepast: ook vereist ten minste 95% van de stemrechten

Fiscaliteit en flexibele aandelen (3)

• • Verbondenheid (art. 10a-4 Vpb) – Ten minste 1/3 belang – HR 8 april 2011, V-N 2011/19.15

Mva: – Uitgangspunt: zowel het financiële belang als de zeggenschap – Uitermate vaag – in principe uitgaan van een maximaal belang van 100% als de zeggenschap en het financiële belang evenredig zijn verdeeld: dus maximaal drie personen kunnen dan verbonden zijn – Kan hoger uitvallen bij niet evenredige verdeling

HR 8 april 2011, V-N 2011/19.15

10

Fiscaliteit en flexibele aandelen (4)

• • • Investeringsaftrekvennootschappen (art. 8-8 Vpb) – – ≥ 1/3 nominaal gestorte aandelenkapitaal MvA: dit is en blijft het enige criterium; soort maakt niet uit Handel in lege vennootschap (art. 40 IW) – ≥ 1/3 geplaatste aandelenkapitaal – MvA: dit is en blijft het enige criterium; soort maakt niet uit Aandelenuitreikingseis bij bedrijfsfusie (art. 14 Vpb) – Besluit: adequate tegenprestatie – Verhouding tot EU-fusierichtlijn?

– HR 28-10-2011, nr. 10/04618, V-N 2011/55.16

11

HR 28-10-2011, nr. 10/04618, V-N 2011/55.16

Bedrijfsfusie en adequate tegenprestatie

12 12

Fiscaliteit en flexibele aandelen (5)

• Aanmerkelijk belang (box 2) – ≥ 5% geplaatste kapitaal – Verschil in stemrecht → afzonderlijke aandelensoort?

– HR 16-12-2011, nr. 10/00610, V-N 2011/67.7

– MvA: volgt Hoge Raad. Art. 4.7 wordt niet aangepast • Dit heeft uitermate nadelige gevolgen voor het ab en de flex-BV 13

HR 16 december 2011, nr. 10/00158, V-N 2011/67.6

• Vraag: – soort-ab alleen in geval van vermogensrechtelijk verschillen?

– Ook in andere gevallen (niet-vermogensrechtelijke verschillen)?

– HR: • Er is sprake van beperkte gelijkstelling • Gelijkstelling geldt niet voor alle verschillen in stemrecht • Geen gelijkstelling indien verschil bestaat met betrekking tot besluitvorming omtrent uitkeringen van winst/vermogen van de vennootschap

Soort-ab

• Soort-aannmerkelijk belang – Art. 4.7 Wet IB 2001 • Lid 2: aandelen die zich uitsluitend onderscheiden – – – – Benoemingsrecht Recht de naam vp te bepalen Of een daarmee vergelijkbaar recht Bijzondere aanbiedingsregeling of een daarmee vergelijkbare regeling • Behoren tot dezelfde soort

Opsomming fiscale paragraaf soortab (box 2) • • • • • De aandelen hebben eigen winstreserves De aandelen verschillen in nominale waarde, tenzij zij in verhouding tot hun nominale bedrag in dezelfde mate delen in de winstreserves en de aan de aandelen verbonden rechten overigens identiek zijn Aan de aandelen zijn verschillende stemrechten verbonden De aandelen kennen verschillende preferenties (bijvoorbeeld bij dividenduitkering of bij liquidatie) Aan de aandelen zijn speciale rechten toegekend om belangrijke economische beslissingen te nemen 16

Fiscaliteit en flexibele statuten

• • Nieuw art. 2:192-1-a BW – Verplichtingen van verbintenisrechtelijke aard jegens de bv – Verplichtingen van verbintenisrechtelijke aard jegens derden – Verplichtingen van verbintenisrechtelijke aard tussen aandeelhouders Oude wijn in nieuwe zakken: nieuw art. 2:192-1-b/c BW – Kwaliteitseis: MvA: dit resulteert niet in een aparte soort – Kwaliteitseis plus aanbiedingsregeling: resulteert in beginsel niet in aparte soort – What’s new? → flexibele prijsclausule in statuten 17

Flexibele statuten en belastingplicht bv

• Transformeert bv tot fiscaal transparant vehikel als de aandeelhouders aansprakelijk zijn voor alle schulden van de bv ex art. 2:192-1-a BW (nieuw)?

– Van Schilfgaarde (WPNR 2009/6822): ja, dat hoop ik – – Kinnegim (WFR 2011/116): ja Nota naar aanleiding van het verslag: nee, het gaat om een mix van factoren: • • • De bv is een institutionele rechtspersoon De bv heeft een in aandelen verdeeld kapitaal Bij winstverdeling is een uitdelingsbesluit vereist – Hoofdelijke aansprakelijkheid aandeelhouders: idem , want deze aansprakelijkheid is niet ‘extern’.

18 18

Wie heeft er een ab?

19 19

• • • Fiscaliteit en incorporatie aandeelhoudersovereenkomst Contractuele verplichtingen en box 2 – Voorbeeld parlementaire behandeling: smurfin – Minister MvA: ja, smurfin’s aandelen zijn aparte soort want verplichting is ook een bijzondere ‘gerechtigdheid tot een vermogensbestanddeel’ is (namelijk een verplichting) Kwaliteitseisen en box 2 – – Voorbeeld parlementaire behandeling: Oom Dagobert MvA: neen, Dagobert’s aandelen zijn geen aparte soort op grond van arrest HR Aanbiedingsplichten en box 2 – Voorbeeld parlementaire behandeling: Calimero – MvA: in principe geen aparte soort 20 20

Kwesties

• • • Hoe moet worden omgegaan met prijsclausules die juist de werkelijke waarde beogen vast te stellen?

– MvA: geen aparte soort Hoe moet worden omgegaan met ‘persoonlijke vrijstelling’ ex art. 2:192a BW (nieuw) mbt een verplichting?

– MvA: eerst nagaan of die verplichting leidt tot een aparte soort • Neen: dan geen aparte soort • Ja: dan wel Waarom fiscaal een onderscheid tussen ‘gewone’ en ‘geïncorporeerde’ aandeelhoudersovereenkomst?

– MvA: minister blijft hieraan vasthouden 21 21

Fiscaliteit en flexibele uitkeringsregels • • • • • Uitkeringstest en goedkeuring door het bestuur voor elke uitkering (art. 2:216 nieuw BW) Is onverantwoorde uitkering belast?

Is terugbetaling door aandeelhouder aftrekbaar?

Is door bestuurder betaalde schadevergoeding aftrekbaar?

Hoe wordt de wettelijke rente fiscaal behandeld?

22 22

Fiscaliteit en flexibele uitkeringsregels • • • • • Uitkeringstest en goedkeuring door het bestuur voor elke uitkering door bv (art. 2:216 nieuw BW) – Als tegenwicht tegen de beperkte aansprakelijkheid Is onverantwoorde uitkering belast?

Is terugbetaling door aandeelhouder aftrekbaar?

Is door bestuurder betaalde schadevergoeding aftrekbaar?

Hoe wordt de wettelijke rente fiscaal behandeld?

23 23

Aanmerkelijkbelanghouder

• • • Onverantwoord dividend is gewoon belast in box 2 – Of kan een beroep worden gedaan op HR 13 oktober 1937, B. 6504?

‘Terugbetaling’ onverantwoord dividend is aftrekbaar in het jaar van terugbetaling – Minister verwijst naar HR 20 januari 1988, BNB 1988/122* – Waarom niet eerder omdat renteteller begint te lopen?

De terugbetaling van een onbelaste kapitaalteruggaaf is niet aftrekbaar 24 24

Bestuurder

• • Betaalde schadevergoeding aan bv is aftrekbaar als negatief loon – Minister verwijst naar HR 27 september 2000, BNB 2001/8c* – Dit arrest betrof een commissaris die op grond van art. 2:128 (oud) BW aan de vennootschap schadervergoeding moest betalen – Het is niet van belang of de terugbetaling op enige wijze verband houdt met de ontvangen beloning Wat als sprake is van een dga?

– Uitkering belast tegen 25% (box 3), ‘terugbetaling’ aftrekbaar tegen 52% (box 1) 25 25

Overig

• • • Positie Vpb-plichtige aandeelhouder – Deelnemingsvrijstelling Fiscale behandeling rentecomponent – Op de renteaftrek is vaak in beginsel art. 10a Vpb van toepassing – Rentekosten niet als bronkosten aftrekbaar (loon, ab) Terugbetaling onverantwoord dividend en dividendbelasting (15%)?

– HR 24 augustus 1999, BNB 2000/49 – MvA: dit arrest blijft leidend 26 26

Bestuurders- en aandeelhoudersaansprakelijkheid

• • BV X keert in 2013 een dividend uit van 100 aan ab-houder Y, belast als regulier voordeel uit ab. In 2015 betaalt Y op de voet van art. 2:216, lid 3, derde volzin, BW het dividend terug aan de vp vermeerderd met de wettelijke rente van 12. De bestuurder wordt niet aangesproken.

Wat zijn de fiscale gevolgen voor BVX en Y van de terugbetaling en de rente?

Bestuurders- en aandeelhoudersaansprakelijkheid

• • Idem als eerdere casus. Voor het tekort is bestuurder Z, ex art. 2:216, lid 3, eerste volzin, BW, hoofdelijk verbonden. In 2015 vergoedt hij het bedrag van 100 vermeerderd met de rentewettelijke rente van 12. Z heeft geen regresvordering op Y omdat Y niet te kwader trouw was.

Wat zijn de fiscale gevolgen?

Bestuurders- en aandeelhoudersaansprakelijkheid

• • Idem als vorige casus. Maar nu vergoedt Y in 2016 100 aan Z plus de wettelijke rente van 16.

Wat zijn de fiscale gevolgen?

Bestuurders- en aandeelhoudersaansprakelijkheid

• • BVX doet in 2013 een kapitaalteruggaaf van 100 aan ab-houder Y. Deze wordt afgeboekt op de verkrijgingsprijs (art. 4.13, lid 1, onderdeel b juncto art. 4.33 Wet IB 2001).In 2015 betaalt Y dat bedrag terug op de voet van 2:208, lid 6 juncto art. 2:216, lid 3, derde volzin, BW plus rente van 12. De besturuder wordt niet aangesproken.

Wat zijn de fiscale gevolgen?

Overnameholdingrenteaftrek beperking, art. 15ad

Overname door private equity

32

Drie stappen 15ad

• • Stap 1: toets art. 15ad, lid 1 – Is de overnamerente groter de winst van het overnemende lichamen?

• • Nee: alle overnamerente is aftrekbaar Ja: het ‘overschot’ is niet aftrekbaar Stap 2: toetsen art. 15ad, lid 2 – Overschotrente minder dan € 1 mio?

• Ja: ook de overschotrenteaftrekbaar • Nee: doe de gezonde financiering-escape – Is sprake van een teveel aan overnamenrenten (gezonde financiering-escape) (lid 4,5 en 6)?

• Nee: alle overschotrente is aftrekbaar • Ja, alle overschotrente is niet aftrekbaar, maar doe stap 3 (limieten)

Drie stappen (vervolg)

• • Stap 3: Limieten (art. 15ad lid 3) – Niet-aftrekbare rente is laagste van de volgende 2 bedragen • De overschotrente minus € 1 mio • Het bedrag van het teveel aan overnamerenten NB: het is dus niet zo dat het teveel aan overnamerenten nog eens mag worden verminderd met de drempel van 1 mio

Art. 15ad, lid 1 (stap 1)

• Berekening eigen winst fe-moeder • Wat zijn overnameschulden?

– Geldleningen (en daarmee vergelijkbare overeenkomsten) – Rechtens dan wel in feite direct of indirect (!) 35

Art. 15ad, lid 1 (stap 1)

• • ‘Eigen winst’ overnameholding omvat ook – Winst van een met EV overgenomen maatschappij (nota) – Winst van een met VV overgenomen maatschappij, waarbij het VV inmiddels is afgelost (nota) Kruislingse verrekening niet mogelijk – Nota: alle (volgtijdige) overnames worden samengevoegd 36

Bovenmatig deel overnameschulden

• • • Bovenmatig deel overnameschulden wordt bepaald voor alle overnames gezamenlijk in een jaar (‘jaarcluster’) Bovenmatig deel overnameschulden = overnameschulden eind boekjaar -/ (overnameprijzen x gezondfinancieringspercentage) Gezondfinancieringspercentage – Jaar 1: 60%, jaar 2: 55%, jaar 3: 50%, jaar 4: 45%, jaar 5: 40%, jaar 6: 35%, jaar 7: 30%, jaar 8 e.v. : 25% • Vanaf jaar 8 is 75% van de overnameprijs bovenmatig!

37

Overgangsrecht

• Art. XXXVIII BP 2012: eerbiedigende werking voor voegingen vóór 15 november 2011 – Herfinanciering toegestaan – Continuering bij aansluitende fe overnameholding en overgenomen vennootschap – Winst vóór 15 november 2011 gevoegde maatschappij = eigen winst – Bij ‘exit’ oude overnameholding inclusief financiering mee verkopen!

38

Renteaftrekbeperking en 2013

Een gebed zonder end

Het ‘Bosal-gat’

40

Een stukje geschiedenis

• • • • Art. 13, lid 1, Wet Vpb, 1-1-2004 BOSAL-arrest (HvJ EG 18 september 2003) BOSAL-rente: deze is sinds Bosalarrest ook mbt buitenlandse dochter onbeperkt aftrekbaar De reactie van de wetgever: – art. 20, lid 4, Wet Vpb (houdster- en financieringsverliezen) – art. 10d Wet Vpb (thincapregeling) 41

Een stukje geschiedenis

• Juni 2011: Opinie voorzitter Topteam Hoofdkantoren – Alleen misbruiksituaties aanpakken/drie zakelijke situaties in ieder geval niet • Externe overnames • Verliesaanzuivering • Kapitaalstortingen ter financiering van operationele activiteiten

Mogelijk voorbeeld onwenselijke constructie

• • • • Extern inlenen NL Kapitaalstorting in Lux Lux stort door naar tax haven, die uitleent naar groepsmaatschappijen DVS van toepassing als gevolg van menging van bezittingen op geaggregeerde bezittingenbalans in LUX

Een stukje geschiedenis

• • • • 30 Juni 2011: motie Bashir/Van Vliet (“dicht het BOSAL gat”) Kamerbreed aangenomen Brief Weekers van 28 oktober 2011: – In de loop 2012 wetsvoorstel Bosalrente – Art. 10a, 10b e.v. Wet Vpb worden tegen het licht gehouden (in combinatie met art. 15ad) – 10d eruit? Brief Weekers van 3 november 2011 – Onverkorte uitvoering motie niet mogelijk ogv EU-recht • Onderscheid binnen- en buitenland – Opinie richtinggevend – Geen volledig schrappen Bosalrente (‘slecht voor vestigingsklimaat’) MvA EK: streven indiening voor zomerreces

Wat nu?

• • Zeer gecompliceerde situatie – Opinie: • Transactiegebonden aanpak geboden • Geen rekenregel – Neemt Kamer genoegen met gedeeltelijk dichten van het ‘gat’ ivm nationale situaties?

– Wat is ‘goed’ en wat is ‘slecht’? Is dit in wetgeving te vangen?

NB: er wordt niet langer (manifest) gezocht naar een oplossing voor groepsconcernfinanciering vanuit NL!

Wat nu?

• Alle renteaftrekbeperkende regelingen worden onder de loep genomen – 10a?

– 10d?

Waarom een objectvrijstelling in plaats van bestaande regeling?

• • Bestaand systeem met positief buitenlands resultaat Voorbeeld – Stel binnenlandse winst 100 – Bijdragewinst 25 – Aftrekwinst 25 – Vpb 25% van 125 = 25 + 6,25 = – Aftrek: 25/125 X 31, 25 = – Te betalen: 31,25 6,25 25

Waarom een objectvrijstelling in plaats van bestaande regeling?

• • Let op: bijdragewinst hoeft niet gelijk te zijn aan aftrekwinst – Voorbeeld: nadat een bedrijfsmiddel met stille reserves is overgebracht Let op valutaresultaten op ingebracht vermogen vi: vallen niet onder de aftrekwinst

Waarom een objectvrijstelling in plaats van bestaande regeling?

• • • Nu met een buitenlands negatief resultaat Voorbeeld – Stel binnenlands resultaat is 100 – Stel buitenlands resultaat is -/- 25 – Vpb. over 75, dus 25% van 75 = 18,75 – Let op: buitenland verlies hoort eigenlijk niet in NL – Vandaar: inhaalregeling – Dus: budgettair nadeel en risico voor NL Functie van art. 13c Wet Vpb.

Waarom een objectvrijstelling in plaats van bestaande regeling?

• • • De objectvrijstelling moet deze nadelen bestrijden Budgettaire maatregel Dit gebeurt in essentie door buitenlandse resultaten buiten de deur te houden

• • • •

Summier overzicht

De objectvrijstelling – Art. 15e: werking van de objectvrijstelling – Art. 15f: definitie ‘vaste inrichting’ voor niet verdragssituaties De creditregeling voor laagbelaste buitenlandse beleggingsondernemingen – Art. 15g: criteria ‘buitenlandse laagbelaste beleggingsonderneming’ – Art. 15h juncto art. 23d: verrekeningstechniek Regeling voor stakingsverliezen – Art. 15i: criteria – Art. 15j: doorschuiven bij voortzetting verbonden lichaam – Art. 13e, lid 3: samenloop van stakingsverlies met liquidatieverlies (13d) Overgangsrecht: art. 33b t/m 33d

Hoe werkt de objectvrijstelling?

• • •

Hoe werkt de objectvrijstelling?

De berekeningen veranderen niet maar wel de wijze waarop rekening wordt gehouden met buitenlands resultaat Buitenlandse winst – Bereken de wereldwinst. – Bereken zoals onder huidig recht de aftrekwinst en verminder de wereldwinst met dat bedrag • Vaststelling dus cf huidige ‘aftrekbalans’ • Maar aftrek vindt op andere wijze plaats: de objectvrijstelling Buitenlands verlies: – Bereken de wereldwinst • Tel het buitenlans verlies berekend cf aftrekbalans bij de bij wereldwinst • Op deze wijze verdwijnt het buitenlandse resultaat uit de grondslag • NB: huidig stelsel: inhaalregeling

Hoe werkt de objectvrijstelling?

• Voorbeeld met positief buitenlands resultaat – Stel binnenlandse winst 100 • Bijdragewinst 25 • Aftrekwinst 25 (kan afwijken van bijdragewinst) • Totale winst 125 • Af: de aftrekwinst van 25 • Resteert: winst van 100 • Te betalen vpb: 25

Hoe werkt de objectvrijstelling?

• • • • Voorbeeld met negatief buitenlands resultaat – – Stel binnenlands resultaat is 100 Stel buitenlands resultaat is -/- 25 – – Grondslag: 75 Bij: 25 (buitenlands verlies, kan ook afwijkend bedrag zijn) – Vpb over 100, dus 25% van 100 = 25 Dus: geen inhaalregeling meer nodig Dus: geen art. 13c meer nodig Dus: budgettair voordeel en minder risico voor Nederlandse fiscus

Hoe werkt de objectvrijstelling?

• Art. 15e, lid 1: De objectvrijstelling geldt bij ‘winst uit andere staat’ – Verdragssituaties (art. 15e, lid 2, onderdeel a) • Vaste inrichting (volgens verdrag) • Vastgoed • Overige voordelen (exploitatie schepen/luchtvaartuigen0 – Alleen als NL vrijstelling dient te verlenen – Niet verdragssituaties (art. 15e, lid 2, onderdeel b) • Cf BvdB 2001 • Criteria vi: art. 15f (cf BvdB 2001) • Geen onderworpenheideis – De objectvrijstelling wordt per country toegepast • Belang: stakingsverlies

Hoe werkt de objectvrijstelling?

• • • Art. 15e, lid 6: zelfstandigheidfictie cf OESO 2010, tenzij verdrag anders Art. 15e,lid 7: geen objectvrijstelling voor laagbelaste buitenlandse beleggingsondernemingen (zie art. 15g), tenzij – NL op grond van belastingverdrag een vrijstelling moet verlenen – Let op uitzonderingen in art. 15g: • Onderworpenheidtoets, of • Werkzaamheidtoets • In dat geval: objectvrijstelling van toepassing!

Art. 15e, lid 8: belastingplichtige is geen fiscale beleggingsinstelling (art. 28 Wet Vpb), cf: art. 13, lid 8 Wet Vpb.

Wat behelst de regeling voor laagbelaste beleggingsondernemingen (art. 15g/15h/23d)?

Wat behelst de regeling voor laagbelaste beleggingsondernemingen?

• • • Ratio: geen vrijstelling in NL voor dergelijke resultaten (mobiel kapitaal/passief/laagbelast) NL wil dmv creditregeling ‘bijheffen’ Zie de parallel met laagbelaste beleggingsdeelneming: art. 13, lid 9 t/m lid 15

Wat behelst de regeling voor laagbelaste beleggingsondernemingen?

Criteria (art. 15g, lid 1) – Werkzaamhedentoets • grotendeels beleggen/financieren of terbeschikkingstellen binnen concern, én – Onderworpenheidtoets • Geen naar NL-begrippen reële heffing (cf. art. 13, lid 11, onderdeel a) – Uitzonderingen werkzaamheden (art. 15g, lid 2) • Voor zover werkzaamheden actief zijn op basis van ministeriële regeling (cf art. 2a en 2b Uitv beschikking Vpb.) • Vastgoed (>50%: geen laagbelaste beleggingsonderneming)

Wat behelst de regeling voor laagbelaste beleggingsondernemingen?

Credit (summier) – Cf creditregeling voor laagbelaste beleggingsdeelneming – Art. 15h juncto art. 23d • • In principe forfaitaire credit van 5% Tegenbewijs mogelijk • Bij verliezen – Geen credit – De verlies wordt beperkt door aftrek de facto te beperken tot 20% ipv 25% – Er is dan geen inhaal meer nodig bij winst in de toekomst

Wat behelst de regeling voor laagbelaste beleggingsondernemingen?

• Praktijk: – Ontwijk deze regeling • Verdrag met vrijstellingmethode • Niet-verdrag: kwalificeer voor werkzaamhedentoets – >50% vastgoed – Nieuwe ministeriële regeling: cf art. 2a en 2b Uitv. Beschikking Vpb

Hoe werkt de stakingsverliesregeling?

Hoe werkt de stakingsverliesregeling?

• Waarom een stakingsverliesregeling?

– HvJ EU, 13 december 2005, C-446/03, BNB 2006/72, Zaak Marks & Spencer II

Hoe werkt de stakingsverliesregeling?

• • Art. 15i: de objectvrijstelling vindt geen toepassing mbt een ‘stakingsverlies’ Omvang stakingsverlies lid 1 en 2): – Per saldo een negatief bedrag (dus alle winsten en verliezen uit verleden salderen) – Voor zover generlei tegemoetkoming in die andere staat is verleend (bv verlies kon door zusje in aanmerking worden genomen); dus in het verleden

Hoe werkt de stakingsverliesregeling?

• Voorwaarden (art. 15i, lid 3 t/m 6) – Stel ‘verkoop’ vi aan ander dan belastingplichtige of met hem verbonden lichaam (lid 3) • Geen stakingsverlies voor zover verliezen in buitenland worden meegegeven – Tijdstip art. 15i, lid 4): • Ophouden in andere staat winst te genieten (onderdeel a) – Geen voortzetting in belangrijke mate door een verbonden lichaam – Saldo wordt dan doorgeschoven (15j) • Omvang moet zijn gebleken (onderdeel b)

Hoe werkt de stakingsverliesregeling?

• Antimisbruikbepaling: art. 15i, lid 5 – Ingeval belastingplichtige binnen drie jaren weer winst uit andere staat gaat genieten • Het stakingsverlies wordt weer aan de winst toegevoegd • De objectvrijstelling is daarop niet van toepassing (lid 6) • Verlies naar nieuwe vi

Hoe werkt de stakingsverliesregeling

• Art. 13e, lid 3: samenloop met stakingsverliesregeling – Geen twee maal verlies!

– Stel D met vi wordt door M geliquideerd – – Stel LV bedraagt 200 Stel M zet voort • Art. 13d, lid 9: stakingsverlies kan niet in aanmerking worden genomen • Saldo buitenlandsresultaat (stel -/- 100) wordt doorgeschoven naar M (art. 15j) – Stel M staakt buitenlandse vi • M kan stakingsverlies van 100 geheel in aanmerking nemen • LV wordt verminderd met 100

Overgangsrecht

• • • • • Art. 33b, lid 5, onderdeel a: – art. 13c blijf van toepassing op bestaande situaties – Art. 13c kan van toepassing worden op omzettingen vanaf 1-1 2012 als er dan nog inhaalverliezen aanwezig zijn Art. 33b, lid 1 en 2: op 1-1-2012 bestaande inhaalverliezen: – De inhaalregeling blijft van toepassing (tenzij belast onder 13c) – Zolang geen objectvrijstelling Er komt een vergelijkbare regeling mbt op die datum nog in aanmerking te nemen buitenlandse winsten in BvdB 2001 Art. 33c: regeling voor nog te verrekenen buitenlandse belasting van vóór 1-1-2012 Art. 33d: stakingsverliezen: saldering van verliezen en winsten: – winsten terug tot 1-1-2007 (tegemoetkoming) – verliezen terug tot 1-1-2012.

Bedrijfsfusie na bedrijfsfusie

Bedrijfsfusie na bedrijfsfusie?

A Holding BV Eerste bedrijfsfusie: Onderneming plus pand OZ BV Tweede bedrijfsfusie: Onderneming Werk BV 71

Bedrijfsfusie na bedrijfsfusie?

A Holding BV OZ BV Werk BV Onderneming plus pand (bedrijfsfusie) Onderneming (be drijfsfusie) Directe dooroverdracht van de onderneming is in beginsel niet toegestaan, tenzij ‘uitzak’ plaatsvindt: op basis van artikel 15 Vpb (of-wel de fiscale eenheid ) op basis van artikel 14 Vpb (of-wel de bedrijfsfusie ), mits … … in OZ BV (vrij vertaald) ‘geen stille reserve achterblijft’ Zie Hof Leeuw.:7-12-2010, nr. BK10/00091 72

73 A Holding BV OZ BV Werk BV

Dus fiscale eenheid?

Onderneming plus pand Onderneming Binnen de fiscale eenheid is directe dooroverdracht van de onderneming mogelijk, maar … … hoe lang moet de fiscale eenheid in stand blijven?

Zes kalenderjaren, tenzij … … overdracht van een ‘bedrijf’ tegen uitreiking van aandelen (zonder creditering): dan is het drie jaren De tweede ‘uitzak’ voldoet hieraan, de eerste (waarschijnlijk) niet, want deze tweede uitzak zou niet hebben gekwalificeerd voor art. 14, zie slide hiervoor

A

Praktijk: Combinatie

Holding BV Bedrijfsfusie Onderneming plus pand OZ BV Fiscale eenheid Onderneming Werk BV 74

A Holding BV OZ BV Werk BV Stel … De onderneming wordt op 1 april 2008 middels bedrijfsfusie door Holding BV ingebracht in de (op die datum opge-richte) OZ BV Onderneming plus pand De onderneming wordt vervolgens (ex clusief het pand) op dezelfde datum via de fiscale eenheid door OZ BV inge-bracht in de (op die datum opgerichte) Werk BV Onderneming Daarna wordt een fiscale eenheid aan gevraagd en toegekend voor alle drie de besloten vennootschappen 75

Conclusie Niessen

• • • Conclusie AG Niessen 14-02-2012, nr 11/00167 Bepalend is de fusierichtlijn – Bedrijfsfusie: inbreng van een tak van bedrijvigheid tegen uitreiking van aandelen – Bekijken vanuit de inbrenger Dat is in casu het geval – Dus moet worden gefacilieerd – Behoudens misbruik