Y - Economiewiki

Download Report

Transcript Y - Economiewiki

Modellen
Hoofdstuk 3
Keynes in model
• Vereenvoudigde weergave van de
economische werkelijkheid met
geaggregeerde grootheden.
• Economische modellen worden gebruikt
voor ‘voorspellingen’ en daarop wordt
overheidsbeleid op gebaseerd
• Conjunctuurmodel; verandering in de EV.
De productie capaciteit wordt als een
gegeven (constante) beschouwd
Gesloten economie zonder overheid
Gezinnen; productiefactoren
Bedrijven
Beloning productiefactoren
= nationaal inkomen (Y)
Toegevoegde waarde
= nationaal product (W)
Gesloten economie zonder overheid
Bedrijven
Consumptieve
Primair
inkomen=
Y
bestedingen
Goederen
Productie
diensten
factoren
Gezinnen
Gesloten economie zonder overheid
Alleen geldstroom:
Gezinnen
3
2
Financiële
instellingen
1
4
Bedrijven
1 nationaal inkomen
3 Besparing gezinnen
2 betaling consumptiegoederen
4 leningen voor investeringen
Gesloten economie zonder overheid
Bruto investeringen
Netto investeringen
Vaste kapitaalgoederen
(uitbreidingsinvestering)
vervangingsinvestering
Voorraad mutatie
(vlottend kapitaal)
Gesloten economie zonder overheid
Nationaal product (W) = nationaal inkomen (Y)
Y= Consumptie (C) + besparingen (S)
C=Y-S
S=Y-C
S
meestal via banken naar bedrijven voor de financiering van
hun investeringen (I)
I bruto
vervangingsinvesteringen
uitbreidingsinvesteringen
voorraadinvestering
I netto
Gesloten economie zonder overheid
Nationaal product (W) = nationaal
inkomen (Y)
Y= C + I
I=S
De gelijkheid van I en S is het gevolg van
het feit dat de voorraadmutaties bij de
bedrijven tot de netto investeringen
worden gerekend.
Gesloten economie zonder overheid
I: - verwachte/voorgenomen investeringen= Iea (ex ante)
- gerealiseerde/werkelijke investeringen = Iep (ex post)
Als een bedrijf meer heeft geproduceerd dan het kan afzettten,
lopen de voorraden op. Deze voorraadtoeneming rekenen we tot
de ex-post investeringen.
Verschil tussen Iea en Iep zit in de voorraadverandering.
– Als EV< W, dan Iep>Iea: voorraadopbouw
– Als EV> W, dan Iep<Iea: voorraadafbouw
Iep = Iea + gedwongen voorraadverandering
Gesloten economie zonder overheid
Iep = Iea + gedwongen voorraadverandering
• W > EV
voorraadopbouw
Iep > Iea
S
financiering gedwongen investeringen
• W < EV
voorraadafbouw
Iep < Iea
S en C
productie vergroten
• W = EV
inkomensevenwicht
productie blijft gelijk
Opgave 3.9
• Als W>EV: voorraadopbouw, bedrijven zullen productie
inkrimpen
• Als W=EV: inkomensevenwicht, productie verandert niet
• Als W<EV; Voorraadafbouw en bedrijven zullen
productie vergroten
• Als Iea>S C is groter dan verwacht
EV>W
voorraadafbouw/interen=negatieve investering. Iep<Iea
bedrijven zullen productie vergroten
• Als Iea=S: EV=W, inkomensevenwicht, productie
verandert niet
• Als Iea<S
C is kleiner dan verwacht
EV<W
Iep>Iea, voorraadopbouw
productie verkleinen.
Consumptiefunctie
LET OP;gesloten economie zonder overheid
Y= C + S
De consumptie (C) is gedeeltelijk afhankelijk van Y, andere gedeelte is
‘autonoom’ (vb zeer primare goederen).
Bijvoorbeeld: C= 0,75Y +20: consumptiefunctie
C = cY+Co
c = marginale consumptiequote
Co = autonome consumptie
c = toename consumptie/toename nationaal inkomen
c = ΔC/ΔY = welk deel van een inkomensstijging wordt geconsumeerd
Gemiddelde consumptiequote= C/Y, welk deel van het totale inkomen wordt
geconsumeerd.
Spaarfunctie
Y=C+S
Stel dat C= 0,75Y +20
S= Y – C
S = Y – (0,75Y + 20)= 0,25Y – 20
Spaarfunctie: S=sY – Co
s = marginale spaarquote = (1-c)
Co= autonome consumptie
Model
• Identiteit: Y = W (nationaal inkomen = nationaal product)
• Evenwichtsvoorwaarde: W (=Y)=EV inkomensevenwicht
Het nationaal inkomen zal blijven veranderen zolang het niet gelijk is aan de
effectieve vraag.
• Definitievergelijking: EV= C+Iea
• Gedragsvergelijkingen:
• Consumptiefunctie; C=3/4Y + 20
• Spaarfunctie ; S= Y-C = 1/4Y – 20
• Investeringsfunctie Iea=25
• EV- vergelijking: ¾ Y + 45
• Evenwichtsinkomen: EV=Yev= 3/4Y+20+25 1/4Y=45 Y=180
Model
• Consumptiefunctie; C=3/4Y + 20
• Spaarfunctie ; S= Y-C = 1/4Y – 20
• Investeringsfunctie Iea=25
In grafiek: zie uitwerkingen H3, opgave 3.13
t/m 3.15
Multiplier
Io
I EV
W =Y
(met ¼), dus EV
C (met ¾) en S
Multiplier is het getal dat aangeeft in welke mate
het nationaal inkomen verandert als de
autonome bestedingen/investeringen worden
veranderd.
De multiplier van een gesloten model zonder
overheid: 1/(1-c) (voor wiskundig bewijs, zie blz 64 van modellen)
Multiplier
Een voorbeeld:
C=0,8Y+50
I=200
Y=0,8Y+50+200
0,2Y=250
Y=1250
De multiplier is:
1 /(1-0,8) =5
Dit betekent dat een toename van de autonome
consumptie en/of een toename van de autonome
investeringen van €1,= leiden tot een toename van het
evenwichtsinkomen van €5,=.
Multiplier
Multiplier (gesloten economie zonder overheid)= 1/(1-c)
De kracht van de multiplierwerking wordt bepaald door:
de hoogte van de marginale consumptiequote (dat deel
van het extra verdiende inkomen dat wordt besteed.)
Het niet geconsumeerde deel wordt gespaard (spaarquote)
en lekt weg (EV=C+I): het spaarlek.
Opgave 3.22 t/m 3.24
3.22
a. c= 3/5 multiplier= 1/(1-c) = 1/(1-3/5) = 2,5
b. Multiplier is lager bij een lagere marginale
consumptiequote, want spaarlek is groter. c= 3/5 <
c=3/4
3.23
a. W=EV Y=EV Y=C+Iea=3/4Y+20+1/5Y+25
Y=15/20Y+4/20Y=45
1/20Y=45 Y=900
b. Y= 1000, dan is EV=3/4*1000+20+1/5*1000+25 = 995
EV<Y, dus bedrijven blijven met voorraden zitten
(Iep>Iea): productie inkrimpen totdat EV=Y