link ppt - Liberales

Download Report

Transcript link ppt - Liberales

Pensioenen, vergrijzing en
vervroegde uittrede
16-1-2012
Marjan Maes
Docent-onderzoeker HUBrussel
[email protected]
Overzicht
• 1. Oorzaken financiële onhoudbaarheid
pensioenstelsels
• 2. Vervroegde uittrede: waarom?
2.1. Impliciete belasting op werk
2.2. Onvrijwillige pensionering
• 3. Impact van vervroegde uittrede op
3.1.Jongerenwerkloosheid
3.2. Fysieke en mentale gezondheid gepensioneerden
• 4. Belgische pensioenstelsel in drie pijlers +
hervormingen
• 5. Trends in pensioenhervormingen internationaal:
Zwe/Dui/Fra
• 6. Politieke onhaalbaarheid pensioenhervormingen
1.Oorzaken financiële
onhoudbaarheid pensioenstelsels
• Maatstaf financiële onhoudbaarheid:
Pensioenuitgaven als %BBP
• Worden verwacht zeer sterk te stijgen in
nabije toekomst
Publieke pensioenuitgaven %BBP in 2007
en 2060 (Report Ageing(2009))
Pensioenuitgaven%BBP per land (Boldrin(1999))
Waarom? 1.1.Demografische
vergrijzing
• sinds 1960 in geïndustrialiseerde landen:
– Fertiliteit daalt
– Levensverwachting stijgt
Fertiliteit 1960-2009 (OECD(2011))
4.50
4.00
3.50
3.00
2.50
2.00
1.50
1.00
19
60
19
62
19
64
19
66
19
68
19
70
19
72
19
74
19
76
19
78
19
80
19
82
19
84
19
86
19
88
19
90
19
92
19
94
19
96
19
98
20
00
20
02
20
04
20
06
20
08
0.50
AUSTRIA
GER
NOR
OECD30
BEL
GR
POR
replacementratio
DK
IRE
ESP
US
FIN
IT
SWE
CAN
FR
NL
UK
Au Au
st
ria
Be
Ca l
n
C
Cz h
Re i
p
D
k
Es
t
Fi
n
Fr
G
er
G
Hu r
n
Ic
e
Ire
Is
r
Ja It
p
Ko
r
Lu
M x
ex
N
l
N
Z
No
r
Po
Sl P l
ov or
Re
Sl p
o
Es v
Swp
e
Sw
it
Tu
r
U
K
U
S
Levensverwachting bij geboorte
vrouwen 1960-2009 (OECD(2011))
100
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
1960
2009
Au Au
str
ia
Be
Ca l
n
Cz Ch
Re i
p
Dk
Es
Fi t
n
F
Ger
r
Gr
Hu
n
Ic
e
Ire
IS
Ja It
p
Ko
r
Lu
M x
ex
Nl
NZ
No
r
Po
l
S l P or
Re
Sl p
o
es v
Swp
Swe
it
Tu
UKr
US
Levensverwachting bij geboorte
mannen 1960-2009 (OECD(2011))
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
1960
2009
119
1996601
1962
1963
1964
11965
966
1967
1968
1969
11970
971
1972
1973
1974
11975
9776
19 7
1978
1979
11980
981
1982
1983
1984
1985
1986
1987
1988
1989
1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
2099
2000
2001
2002
2003
2004
22005
006
2007
08
Verschil in levensverwachting tussen mannen en
vrouwen, België, 1960-2008 (OECD(2010))
85.0
80.0
75.0
70.0
65.0
60.0
55.0
50.0
males
females
Demografische voorspellingen
(Ageing Report AWG(2009))
• Fertiliteit verhoogt een klein beetje:
– 1.52 in 2008
– 1.57 in 2030
– 1.64 in 2060
• Levensverwachting blijft sterk toenemen:
– Man: van 76 in 2008 tot 84.5 in 2060
– Vrouw: van 82.1 in 2008 tot 89 in 2060
>>> Daling bevolking 15-64, stijging
bevolking 64+
• Old-age afhankelijkheidsratio (personen
65+ / personen 15-65) stijgt
– in België van 27% in 2000 tot 54% in 2050
– In 2050 tot 72% in Italië en 38% in US
Old-age afhankelijkheidsratio 1980-2050 (OECD(2009))
80
70
60
50
40
30
20
10
48
20
44
20
40
20
36
20
32
20
28
20
24
20
20
20
16
20
12
20
08
20
04
20
00
20
96
19
92
19
88
19
84
19
19
80
0
year
BE
FR
GER
IT
ESP
UK
US
NL
DK
NOR
SWE
OECD
• Demografische vergrijzing zet financiële
houdbaarheid van pensioenstelsels onder
druk
• In het bijzonder repartitiesystemen
(bijdragen van huidige werkers financieren
pensioenen van huidige gepensioneerden)
(<>kapitalisatiesystemen:bijdragen worden
belegd op kapitaalmarkt)
1.2. Daling effectieve
pensioenleeftijd
• Bovenop demografische vergrijzing, ook
een daling van effectieve pensioenleeftijd,
in het bijzonder in België
• Dit verergert de financiële onhoudbaarheid
van pensioenstelsels
Effectieve pensioenleeftijd 1970-2009 (OECD(2011))
75.0
70.0
65.0
60.0
55.0
19
1970
1971
1972
1973
1974
1975
1976
1977
1978
1979
1980
1981
1982
1983
1984
1985
1986
1987
1988
1989
1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
2099
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
09
50.0
austria
BEL
CAN
DK
FIN
FR
GR
GER
IT
NL
NOR
POR
ESp
SWE
UK
US
IRE
The effective retirement age is the average of ages of persons that
definitively left the labour market through any pathway like old-age, early retirement, occupational pension scheme, disability, elderly unemployment,…
Verdeling arbeidsmarktstatus
mannen 50-65jaar België (1996)
100
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
52
53
54
55
56
57
OA
58
59
ER
60
UN
61
62
63
EMPLOYED
64
65
66
67
Unused productive capacity among
people aged 55-65 (Gruber-Wise(1999))
Duurtijd gemiddelde pensioneringsperiode
(OECD(2011))
Land
BE
FR
GER
IRE
IT
SPA
ZWE
UK
1960
4.6
4.1
2.2
0.3
2.9
0.0
5.6
1.7
2000
16.2
15
13.4
10.2
14.4
13.1
13
11.8
2010
20.9
21.9
18.5
16.7
20.7
20
15.4
16.1
Macro-economische voorspellingen
(Report Ageing AWG (2009))
• Werkgelegenheidsgraad stijgt (door stijging
vrouwelijke werkgelegenheidsgraad)
• Aantal 15-64 daalt
>> Aantal werkenden 15-64 daalt
• arbeidsproductiviteit blijft constant 1.7%per jaar
>>>groeivoet BBP daalt van 2.4%per jaar in 20072020, naar 1.7% 2021-2040, naar 1.3% in 20412060
Voorspelde impact pensioenhervormingen op
effectieve pensioenleeftijd (report ageing AWG (2009))
Publieke pensioenuitgaven %BBP in 2007
en 2060 (Report Ageing(2009))
Geschatte impact huidige
hervormingen op pensioenkost België
-“… zou de invoering van een
loopbaanvoorwaarde van 40 jaar in de
verschillende pensioenregelingen en in de
brugpensioentak slechts een beperkte
impact hebben op de budgettaire kosten
van de vergrijzing.”(p.9,rapportScV.2011)
- 5.5% BBP ipv 5.6% BBP
2. vervroegde uittrede: waarom?
• 2.1.Incentieven tot vervroegde uittrede?
– 2.1.1. Bevat sociale zekerheid voor
50plussers pensioneringsincentieven?
– 2.1.2. In welke mate beïnvloeden die het
pensioneringsgedrag?
• 2.2. Zijn bedrijven verantwoordelijk voor
vervroegde uittrede?
2.1.1. pensioneringsincentieven
• Veronderstel dat een individu in jaar t
pensioenrechten heeft opgebouwd
• SSW = “Social Security Wealth” =present
t
discounted value of entitlement to future
benefits
• “Accrual” :ACt  SSWt (t  1)  SSWt (t )
=verandering in SSW als men
bijkomend jaar werkt
• Impliciete belasting op bijkomend jaar
werken=
ACt
ITt 
wt
• Indien hij zou uittreden:
– pensioen van pensioenleeftijd tot overlijden
• Indien hij een jaar langer zou werken:
– bijdragen betalen op arbeidsinkomen
– verlies pensioen in dat jaar
• Hij zal één jaar langer werken indien de
toename in toekomstige pensioen
voldoende groot is om te compenseren dat
hij een jaar langer bijdragen moet betalen
en pensioen verliest in dat jaar
voorbeeld: Belgisch rustpensioen voor
werknemers (Dellis-Desmet et al.(2002))
• Veronderstel:
– start loopbaan op 20 jaar
– jaarlijks bruto arbeidsinkomen = 25000 euro
– jaarlijkse loontoename = 1.5%
– Rustpensioen met
• “Early retirement age”=vroegste leeftijd waarop
pensioen kan worden opgenemen = 60 (< >“statutory”
wettelijke leeftijd=65)
• pensioen =
(loopbaan/45)*gemiddeldarbeidsinkomen*(60 of 75%)
>> toename met slechts +/-2.2% per gewerkt jaar
• zware impliciete belasting op bijkomend jaar
werk in België!
yearly
earnings
pension
59
*1000
Potential old-age retirement age
60
61
62
63
64
65
66
59
0.0
16,6
16,6
16,6
16,6
16,6
16,6
16,6
60
9.9
10,3
16,8
16,8
16,8
16,8
16,8
16,8
61
9.9
10,3
10,6
17,1
17,1
17,1
17,1
17,1
62
9.9
10,3
10,6
11,0
17,3
17,3
17,3
17,3
63
9.9
10,3
10,6
11,0
11,3
17,6
17,6
17,6
64
9.9
10,3
10,6
11,0
11,3
11,7
17,8
17,8
65
9.9
10,3
10,6
11,0
11,3
11,7
12,1
18,1
pensioneringsincentieven
SSW
137.4
142,0 136,8
131,4
125,7
119,9
113,9
106,2
Accrual
4,2
-5,2
-5,7
-5,8
-6,0
-7,8
-
ImplTax
-0,298 0,310 0,319
0,326
0,332
0,33
0,428
-
-5,4
2.1.2. impact incentieven op
pensioneringsgedrag
• Binair logistieke modellen: schatten
kans op pensionering (ja/nee) in t met
retirement incentieven als onafhankelijke
variabele:
P( yt  1)  F ( xt  )
•  te schatten coefficient
• Resultaat: retirement incentieven hebben
significante en grote impact op
pensioneringsgedrag
Impliciete belasting op werk versus pensioneringskansen
(Gruber-Wise(1993))
70
Niet
werkende
ouderen
Be
R2 = 0.82
Fr
60
UK
50
It
NL
Ger
Can
ESP
40
US
Swe
30
20
Jap
-0.5
0
0.5
1.0
1.5
2.0
Impliciete cumulatieve belastingvoet op werk (logarithm)
2.5
• Gruber-Wise(2004): 82% van
pensioneringsgedrag kan verklaard
worden door impliciete belasting op arbeid
• Betere schattingen en simulaties met
multinomiaal logistieke modellen
• expliciet onderscheid tussen verschillende
uittrede-wegen: brugpensioen, lichamelijke
ongeschiktheid, rustpensioen,
ouderenwerkloosheid,...
P( yt  j )  F ( xtj  j )
• Resultaat: “it does not make sense to
close one door to early retirement, you
should close all doors”; er is substitutie
tussen uittrede-wegen
Bv. Impact optrekken rustpensioenleeftijd vrouwen op
andere uittrede-kanalen in België (RVA(2011))
2.2. Zijn bedrijven verantwoordelijk
voor vervroegde pensionering?
Percentage onvrijwillige pensionering (Dorn-Souza-Poza(2005))
Nederland
16.7%
Frankrijk
41.0%
Duitsland
50.0%
Zweden
37.5%
Portugal
UK
US
54.2%
28.9%
9.4%
Spanje
32.5%
Italië
Hongarije
Slovenië
28.6%
62.1%
46.3%
Redenen onvrijwillige vroege uittrede?
• Negatieve vraagschok output markt in
combinatie met hoge ontslagkost / EPL /
loonrigiditeit (Hutchens(1999))
• Implementatie nieuwe technologie vereist
investering human capital: rendement van
die investering is groter bij lange
tijdshorizon / jonge dan oudere
werknemers (Cheron-Khaskoussi-Langot(2009))
• Marg. productiviteit oudere werknemers
daalt terwijl loon stijgt met leeftijd
(Lazear(1979))
• In al die gevallen worden brugpensioenen
(en bepaalde aanvullende DBpensioenplannen) gebruikt als
“ontslag”instrument door bedrijven en door
werknemer ervaren als “offer one cannot
refuse”/”gedwongen vertrek”
EPL en kans op een job voor 50+
(OECD(2011))
Hiring rate of men 50-64 (in%)
14
Correlation coefficient: -0.50**
12
USA
10
AUS
GBR
CAN
8
6
IRL
4
DNK POL
KOR
SVK
FIN
HUN
CZE
CHE
JPN
ESP
SWE
GRC
DEU
ITANORFRA
PRT
AUT BEL
NLD
2
0
0.0
0.5
1.0
1.5
2.0
2.5
3.0
3.5
4.0
EPL strictness
• Theorie Lazear(1979): oudere
werknemers hebben hoge lonen niet
omwille van hoge productiviteit maar om
jongeren te motiveren en hen in de firma
te houden
Illustratie Lazear Model
loon
Reservatie
loon
Marginale
productiviteit
leeftijd gekozen
door werkgever
vrijwillige
pensioenleeftijd
t
• Teneinde ontslag sociaal aanvaardbaar te
maken of werknemers incentive te geven
om te blijven tot T en te vertrekken na T:
– brugpensioen
– aanvullend pensioen defined benefit type bv.
X% laatste loon met volledige carrière op T
• Bv. BE,FR, GER met “brugpensioenen”,
bv. VS en NL met DB-pensioenplannen
< > Japan,Swe, Nor, UK
Gemiddeld loon volgens leeftijd
(OECD(2011))
230.0
210.0
190.0
170.0
150.0
130.0
110.0
90.0
70.0
50.0
25-29
30-34
BE
35-39
FR
40-44
JAP
NL
45-49
UK
50-54
NOR
55-59
GER
60-64
US
Anciënniteitslonen en kans op een
job voor 50+ (OECD(2011))
Hiring rate of men 50-64 (%)
14
Correlation coefficient: -0.62***
12
AUS
GBR
10
USA
CAN
DNK
KOR
FIN
8
ESP
HUN
CZE
6
SWE
NOR
4
IRL
CHE
ITA
2
NLD
DEU
FRA
JPN
AUT
BEL
LUX
0
1.0
1.1
1.2
1.3
1.4
1.5
1.6
1.7
1.8
Ratio of male earnings 55-59/25-29
The hiring rate is the number of employees with less than one year of tenure relative to total employees.
3.Impact vervroegde uittrede
op
3.1.jongerenwerkloosheid?
• Eurobarometer (2002): in 9 van 15 EU
landen, meer dan 50% bevolking gelooft
dat vervroegde pensionering jobs creeërt
voor jonge werklozen
• Echter, extreem naïef: in landen met hoge
(lage) jongerenwerkloosheid is er juist
meer (minder) vervroegde pensionering:
Boldrin et al(1999), Jousten-Pestieau-Lefèvre(2008),...
Positieve correlatie werkgelegenheid ouderen en
jongeren (OECD(2011))
Employment rate, 55-59 year olds, per cent
100
90
ISL
SWE
80
70
KOR CZE
CHL
60
ISR
HUN
OECD
PRT
FRA
ESP
50
FIN
EST
SVK
GRC
LUX
ITA
BEL
IRL
CHE
NZL
JPN
GBR
USA DEU
NOR
DNK
CAN
AUS
NLD
AUT
MEX
SVN
POL
40
TUR
30
30
35
40
45
50
55
60
65
70
75
80
Employment rate, 20-24 year-olds (%)
Analyse micro-gegevens voor België
(Jousten-Lefevre-Pestieau(2008))
• Schatting model met OLS:
UNEMt    EMOLDt  xt   t
• UNEMt jongerenwerkloosheid in t
• EMOLDt werkgelegenheid ouderen in t
• xt
onafhankelijke variabelen
• t
random foutenterm
• Resultaat: er is geen of licht negatief! verband
3.2.Impact vervroegde uittrede
op fysieke en mentale
gezondheid gepensioneerden?
• Negatieve impact op fysieke gezondheid
(cardiovasculaire aandoeningen, obesitas, hoge
bloeddruk) en mentale gezondheid
(depressie) (Dave-Rashad-Spasojevic(2006),
Behncke(2009),Bamia et al.(2007),…)
– Omwille van daling fysieke activiteiten en
overconsumptie
– Omwille daling sociale interactie / eenzaamheid
• In het bijzonder bij onvrijwillige pensionering
(vanSolinge(2009))
• Negatieve causale impact op cognitive
vaardigheden (Rothwedder-Willis(2010))
oplossingen pensioenprobleem
• Rechtstreeks:
– Langer werken / hogere effectieve
pensioenleeftijd
– Hogere bijdragen
– Lagere pensioenuitkeringen
• Onrechtstreeks:
– Verhogen fertiliteit en arbeidsaanbod vrouwen
>>>simpel economisch model
Parameters van een
repartitiepensioenstelsel
Bijdragevoet  t op arbeidsinkomen w
t
pensioenuitkering pt
Pensioenleeftijd z
Arbeidsproductiviteit g
zodat wt  wt 1 (1  g )
– Levensverwachting
– Huidige generatie Lt en vorige generatieLt 1
fertiliteitsgraad is dus
–
–
–
–
l
Lt  Lt 1 (1  n)
• Eerste periode: leeftijd 20-50
– iedereen werkt
• Tweede periode: leeftijd 50 tot overlijden
op l
– iedereen werkt een fractie z van de tweede
periode en is gepensioneerd gedurende een
fractie l – z
• repartitie: pensioenuitkering van huidige
gepensioneerden Lt 1 (l  z )
is gefinancierd door bijdragen op
arbeidsinkomen huidige werkenden Lt  zLt 1
• Budget overheid:
(l  z) pt Lt 1  ( Lt  zLt 1 ) t wt
• Aangezien
Lt  Lt 1 (1  n)
(l  z) pt  (1  n  z) t wt
• Aangezien
wt  wt 1 (1  g )
(l  z) pt  (1  n  z) t wt 1 (1  g )
Pensioenuitgaven = pensioeninkomsten
4.Overzicht pensioenstelsel
België
veranderingen Generatiepact
23-12-2005
veranderingen wet 28-12-2011
• Eerste pijler
– Rustpensioen
werknemers/zelfstandigen/ambtenaren
– Vervroegde uittrede regelingen
(brugpensioen/ouderenwerkloosheid
werknemers; pensioen lichamelijke
ongeschiktheid ambtenaren;interne
pensioenbelofte bedrijfsmandatarissen)
– IGO
• Tweede pijler
– werknemers
– Zelfstandigen
• Derde pijler
– Pensioensparen
– Levensverzekering
4.1.Eerste pijler:verplichte
sociale zekerheid en bijstand
Rustpensioen
Werknemers
Zelfstandigen
Ambtenaren
Verplichte bijdragen 16.36%
bruto “6%”
netto geen
arbeidsinkomen
beroepsinkomsten
Minimum(2011)
Na 30 (15) jaar
60%: 1066
75%: 1332
Na 30 (15) jaar
60%: 1007
75%: 1310
Na 20jaar
alleen:1236
gehuwd: 1546
Maximum (2011)
60%: 2024
75%: 2530
60%: 1100
75%: 1375
Min(5805;
75%laatste loon)
referteloon
Gem. 45jaar
Gem. 45jaar
Gem.laatste5(10)
jaar
Vervangingsratio bij 60% alleen
volledige loopbaan 75% gehuwd
60% alleen
75% gehuwd
75%
Minimumloopbaan
opname
35 (40) jaren
35 (40) jaren
5 (40) jaren
Minimumpensioen
leeftijd
60 62
60 62
60 62 (58,…)
Wettelijke leeftijd
65
65
65 (50,54,..)
Aanpassing
GEEN
(malus Malus 5% per jaar Bonus 2/1.5% per
Financiering werknemers
– Sociale bijdragen (16.36%) op bruto
arbeidsinkomen
– +/-10% van uitkeringen gefinancierd door
overheid
Financiering zelfstandigen
– Sociale bijdragen op netto inkomen(2011)
•
•
•
•
22% op inkomen onder 52378euro
14,16% op inkomen tussen 52378-77189euro
0% op inkomen boven 77189euro
Gebruikt om ALLE sociale zekerheidsuitkeringen
te financieren (en niet enkel pensioenen!,
“gemiddeld” 6% van inkomen)
• REGRESSIEF: herverdeling van arm naar rijk
– +/- 40% van uitkeringen gefinancierd door
overheid
Financiering ambtenaren
– 100% gefinancierd door overheid
– Geen bijdragen “om lagere lonen van
ambtenaren tov private sector te
compenseren”
– Pensioen= “uitgesteld inkomen”
Pensioenleeftijd werknemers
• wettelijk : 65
• Vervroegd: 60 62vanaf2016 indien
loopbaan 35 40vanaf2016 jaar
• voor 1991, voor elk jaar vervroegde
opname pensioen verminderd met 5%.
• 1991: deze actuariële faire aanpassing
wordt afgeschaft!!!!!!!
Pensioenleeftijd zelfstandigen
• wettelijk : 65
• Vervroegd: 60 62vanaf2016 indien
loopbaan 35 40vanaf2016 jaar
– Voor elk jaar vervroegde opname,
pensioenvermindering met 5% >>indien
opname op 60, pensioen 25% lager
Pensioenleeftijd ambtenaren
– Verplicht wettelijk: 65
• 54/56/58: politie, 55:NMBS, 45/50/56: militairen
– Vervroegd:
• 60 62vanaf2016 indien loopbaan als statutair van 5
40vanaf2016 jaar
• 56 of 58: onderwijs TBS
– Voor 60: pensioen lichamelijke ongeschiktheid
=zelfde berekening als rustpensioen na screening
door medische dienst + opsparen contingent 20
ziektedagen per jaar als soort “brugpensioen”
Pensioenen wegens lichamelijke
ongeschiktheid (Rapport rekenhof (2009))
Ziekteverzuimpercentages ambtenaren
volgens geslacht en leeftijd in 2008
(Medex(2009))
Berekening rustpensioen werknemers
N
pensioen  * gemiddelda rbeidinkom en * 60of 75%
45
• N = jaren gewerkt +geassimileerd
(werkloosheid(niet voor derdeperiode),
ziekte, brugpensioen(niet voor 60), ...);
maximum = 45
• Gemiddeld arbeidsinkomen op loopbaan:
begrensd tot 3996 bruto/maand(2011)
• vervangingsratio =75% indien gehuwd en
echtgenoot zonder inkomen; anders 60%
Berekening rustpensioen zelfstandigen
pensioen 
N
* gemiddeldi nkomen * 60of 75% * (1  0.05 * (65  R)) * H
45
• Idem werknemers maar:
• andere assimilatieperioden
• Gemiddeld arbeidsinkomen op loopbaan:
– voor 1984: forfaitair bedrag
– na 1984: nettoarbeidsinkomen tot plafond
5065euro(2011)
• H = harmonisatiecoefficient =+/- 0.55
– Aangezien zelfstandigen veel minder bijdragen
betalen dan werknemers>> correctie
– “= bijdragen zelfstandigen/bijdragen werknemers”
• minimum pensioen toegenomen met 25%
zonder toename in bijdragen!
Berekening rustpensioen ambtenaren
N
pensioen  * gemiddelda rbeidinkom en * (1  0.02 * ( R  60))
60
• 5 10
• Tantième 60 >> 45/60 = 75%
–
–
–
–
N/1248vanaf? gouverneurs
N/3048vanaf? Rechters, univ.professoren
N/35 48vanaf? magistratuur
N/20 48vanaf? katholieke erediensten
• Bonus van 2/1.5% voor elk jaar pensionering na
60
• Wie ontsnapt aan hervorming?
– 55plus op 1-1-2012 voor tantièmes
– NMBS, politie, militair voor alles
– 50plus op 1-1-2012 voor referentewedde
Brugpensioen werknemers SWT
• Brugpensioenuitkering
=genereuze werkloosheiduitkering +
werkgevertoeslag
=tenminste 50% (soms 85%) laatste
netto loon (tot 3625euro/maand)
• Assimilatie rustpensioenrechten tijdens
brugpensioen niet voor 60
• Nationale CAO: leeftijd 60 na loopbaan 20 (35
mannen van 2012, vrouwen van 2028 2012)
jaar
• Sectorale CAO:
– leeftijd 58 na loopbaan 25 jaar (38 van 2015 2012
of “zware beroepen” van 2015 )
– leeftijd 55 na loopbaan 38 jaar (van 2015:
afgeschaft)
– leeftijd 56 na loopbaan 33 jaar (vanaf 2015:
afgeschaft behalve bouw and nachtwerk)
– Bedrijven in herstructurering: leeftijd 50
55van2018 na loopbaan 20 jaar met verplicht
outplacement en loon gedurende 6 maanden ipv
opzegvergoeding voor 112 dagen
• Vrijgesteld van zoekplicht vanaf leeftijd 58 of
loopbaan 38
– echter vanaf 50(52in vlaanderen): geen
controle/begeleiding VDAB
• Canada Dry pensioenen
-“a drink that looks like beer but is no beer”
-Niet-officieel maar even genereus als
conventioneel brugpensioen
-geen wel sociale bijdragen op
werkgevertoelage zoals conventionele
brugpensioenuitkering
Impact activering op uitstroom
werkloosheid (RVA-studies(2011))
• Survey RVA(2011) bij bedrijven in herstructurering:
92%op brugpensioen (2076 van 2263)
• Survey ontslagen 50+ arbeiders Opel Antwerpen
– 0.9% hertewerkgesteld (of in beroepsopleiding) na outplacement
– 41% van zij die kiezen voor bruggepensioneerden hadden liever
blijven werken, vooral voltijds
de werkwilligheid bij de vervroegd bruggepensioneerden van
Opel(Maes-Deneyer(2011))
“Als u kon kiezen, in welke situatie zou u het
liefst zijn?”
Totaal
Niet werken
50%
4/5
voltijds
Brugpensioen
59%
7%
13%
21%
60%
Ontslagvergoeding
6%
9%
11%
74%
40%
Totaal
37%
8%
13%
42%
100%
Ouderenwerkloosheid
• Voorwaarde: loopbaan als werknemer van 20
jaar
• werkloosheid met anciënniteitstoeslag:
+10% boven 55
+15% boven 58
• Assimilatie rustpensioenrechten gedurende
werkloosheid Niet voor derdeperiode
• Vrijgesteld zoekplicht naar werk vanaf 58
of loopbaan 38 jaar
– echter vanaf 50(52in vlaanderen): geen
controle/begeleiding VDAB
IGO =bijstand
•
Financiering
–
•
100% door overheid
voorwaarden:
– leeftijd: 65
– Na middelentest
– Domicilie in belgië
•
Stijging 15% tot boven armoededrempel
Alleenstaande:953euro
Samenwonend iemand: 635euro
• inkomensherverdeling van rijk naar arm
4.2.Tweede pijler:
aanvullende pensioenen
gelinkt aan beroepsactiviteit
aanvullende pensioenen
werknemers
• Wet vandenbroucke (2003): sociale
wetgeving stimuleert niet enkel
bedrijfspensioenen maar ook
sectorpensioenen met als doel
• Hogere dekkingsgraad
• Deelname kleine bedrijven
• Kapitalisatie
• DB of DC (met langetermijn
minimumrendementsgarantie van 3.25%)
• beheer
– Pensioen fonds (+/-20%)
• Hoog rendement; meer gediversifieerde belegging
aandelen-obligaties
• Lage administratieve kost indien groot fonds:
schaalvoordelen!
– Verzekeringsmaatschappij (+/-80%)
• Lager rendement: minder gediversifieerde belegging
obligaties
• Administratieve kosten
• vaak voor kleinere ondernemingen
• Sinds WAP, opname: NIET voor 60 jaar
• Fiscaal gunstige behandeling bijdragen en
uitkeringen
• Fiscaal gunstige behandeling bijdragen en
uitkering bv.
– 16.5% (20%binnenkort) opname kapitaal op
60
– 10% opname kapitaal op 65
VAPZ zelfstandigen
•
•
•
•
Sinds 1984
DC
Kapitalisatie
Levensverzekering met gegarandeerd
rendement van 0%
• Beheer door
verzekeringsmaatschappij(sinds 2004) of
sociaal verzekeringsfonds
• Fiscaal extreem genereuze behandeling
Interne pensioenbelofte
zelfstandige bedrijfsleiders
• Tot op heden: interne provisionering binnen
bedrijf teneinde hogere vennootschapsbelasting
op winst te ontwijken
– Geen kapitalisatie
– Voorziening = geboekt als fiscaal aftrekbare kost
• Binnenkort: verplicht externaliseren/overdragen
van bestaande voorziening naar
pensioeninstelling (verzekeringsmaatschappij of
pensioenfonds)
– Verplichte kapitalisatie
4.3.Derde pijler
•
•
•
•
Vrij toegankelijk onafhankelijk van beroepsactiviteit
Kapitalisatie
Beheer door bank of verzekeringsmaatschappij
DC met (tak 21) of zonder (tak 23) gegarandeerd
rendement
• genereuze fiscale behandeling
• 2 producten: pensioensparen en individuele
levensverzekering
• niet herverdelend van rijk naar arm
pensioensparen
• bijdragen
– 880euro per jaar >>belastingvermindering
tussen 30%*880 en 40%*880euro per jaar
(binnenkort enkel 30%)
• uitkeringen
– kapitaal: belast op leeftijd 60
• 10% ingeval opname vanaf 60 of
bruggepensioneerd
• anders: 33%
– rente: progressieve inkomensbelasting
levensverzekering
• Altijd gegarandeerd rendement
• Bijdragen
– 2120euro per jaar >>belastingvermindering
tussen 30%*2120 en 40%*2120euro per jaar
• uitkering
– kapitaal belast op leeftijd 60
• 10% ingeval van opname vanaf 65
• anders: 33%
– rente: progressieve inkomensbelasting
5. Trends in
pensioenhervormingen
5.1.“parametrische” hervormingen
• Verhoging “statutory” of “normal” of “full” of
“wettelijke/legal” pensioenleeftijd:
– Leeftijd waarop er geen actuariële aanpassing (in
functie van loopbaan of opnameleeftijd) meer
plaatsvindt van de pensioenuitkering
• Verhoging “early retirement age”:
– Leeftijd waarop het pensioen voor het eerst kan
worden opgenomen, vaak met actuariële aanpassing
ingeval opname voor of na wettelijke pensioenleeftijd
• Verstrenging actuariële aanpassingen
• Verstrenging loopbaanvoorwaarden
Stijging wettelijke “statutory” pensioenleeftijd
65
Austral
x
AU
x
BE
x
DK
66
67
68
Wanneer?
v
2023
x
v
2024
FR
x
v
2018
GER
x
v
2029
GR
x
expectancy
2021
IRE
life
x
IT
x
v
NL
x
v
NOR
ESP
2018/2050
2020
x
x
v
SWE
2027
x
x
US
UK
V
x
V
2022
V
2044
Stijging “early retirement age”
Leeftijd
Voor
Na
Loopbaan
Voor
Na
wanneer?
AUS
62
BE
60
62
35
DK
60
62
25
FR
60
62
GER
63
35
GR
60
15
in 2018
IT
ESP
60
60
36
30
In 2013
<45 in 2012
Uk/Nl
/
US
62
SWE
61
NOR
62
37.5
61
61
40
in 2016
in 2019
in 2018
Actuariële aanpassing
AUS
4.20%
malus
4.20%
bonus
BE
0
(bonus na early retirement age!!)
DK
5.80%
bonus
FR
5%
malus
5%
bonus
3.60%
malus
6%
bonus
6%
malus
3%
bonus
6-7.5%
malus
2-3%
bonus
GER
GR
ESP
NL/DK/IT/SWE
/
UK
10.40%
bonus
US
6.67%
malus
5.2.Systeem Hervormingen: financing
method(FF/PAYG) en benefit
formula(DB/DC)
• Zweden/Italië/Polen/Letland: van DB
PAYG naar Notional Defined Contributions
(NDC) PAYG aangevuld met verplicht DC
Fully Funded
• Waarom geen transitie van PAYG naar
Fully Funded? Transitie generatie moet
twee keer betalen
• DB
• Benefit depends on years of contributions and measure
of earnings
• F.e. Pension= N/45*60% *average lifetime wages
=N/40*70% of best 10 years of earnings
• DC
• Benefit depends on contributions and return financial
S
market
s
10
%
wages
(
1

i
)
• F.e. Pensioncapital =

s 1
• Notional account : DC but with virtual/notional
return equal to productivity g and population
growth n
S
• F.e. Pensioncapital =
s
10
%
wages
(
1

g

n
)

s 1
• Pensioenhervorming gaat vaak samen
met privatisering van pensioenen
– Private pensioeninkomen=hogere aandeel
van het pensioeninkomen
– Toenemende armoede bij en
inkomensongelijkheid bij gepensioneerden
Verdeling eerstepijlerpensioenen is minder
ongelijk dan bij privaat beheerde pensioenen
(Forster(2005))
6. Politieke weerstand tegen
pensioenhervormingen
Median voter model
In een democratie met
meerderheidsstemming over
pensioenhervormingen, stemt een
meerderheid van middle-aged en oudere
stemmers (en jongeren met laag inkomen)
tegen:
hervorming is politiek onhaalbaar (GalassoProfeta(2004))
Mediane leeftijd stempubliek
Mediane leeftijd stempubliek
(Eurostat(2000))
Frankrijk
Duitsland
Italië
Spanje
UK
US
2000
2050
47
46
44
44
45
47
56
55
56
57
53
53
• Survey Vlaanderen (Schokkaert(2001)):
– werkelijke pensioenleeftijd: 57
- gewenste pensioenleeftijd: 57
• Surveys gewenste en verwachte
pensioenleeftijd in Frankrijk en België
Frankrijk(Assous(2001)
België(Devits(2002)
Leeftijd
gewenst
verwacht
leeftijd
gewenst
Verwacht
18-34
54.3
62.2
>25
55
60
50-64
56.4
60.3
<50
59
60
AXA pensioenbarometer (2006)
57 ans
gewenste
pensioenleeftijd
60 ans
61 ans
werkelijke
pensioenleeftijd
59 ans
• In US en EU (Jacobs-Shapiro(1999),
Eurobarometer(2001 en 2004), Boeri(2001),
Assous(2001),...)
– meerderheid tegen pensioenhervorming die
bijdragen verhoogt, uitkeringen verlaagt,
pensioenleeftijd verhoogt
– meerderheid wil behoud status quo = “niets
doen”
Resultaten surveys Duitsland,
Italië, Spanje
• Meerderheid beseft financiële
onhoudbaarheid
• 40,5%bevolking begrijpt hoe
repartitiesysteem werkt
• Meerderheid tegen pensioenhervorming,
in het bijzonder diegenen die probleem
van financiële onhoudbaarheid beseffen:
egoisme?
• Egoisme
• of
• Gebrek aan inzicht in gevolgen van
repartitiesysteem >>> betere informatie
bevolking leidt tot grotere bereidheid om
hervormingen te aanvaarden! (BoeriTabellini(2008))