Waarom branden als beheermaatregel?

Download Report

Transcript Waarom branden als beheermaatregel?

Branden als beheermaatregel
Waarom eigenlijk?
Samenvatting van kennis over bodem, vegetatie en
fauna
Joost Vogels
Roland Bobbink
Overwegingen beheerders
•
•
•
•
•
•
•
Wel Branden
Heide: beter dan maaien
Terugdringen vergrassing
Verjonging van heide
Sturen van begrazing
Tbv diversiteit van
maatregelen
Positieve effecten op fauna
Positieve effecten op flora
•
•
•
•
•
•
Niet branden
Niet effectief tegen
vermesting
Werkt vergrassing in de hand
Kan uit de hand lopen
Vrees voor “behulpzame
burgers”
Negatieve effecten op fauna
Negatieve effecten op flora
OBN Pre-advies Branden
•
•
•
•
Abiotiek
Vegetatie
Fauna
Beheerders ervaringen
Tijdschalen
• Verschillende tijdschalen zijn van belang
– Condities voorafgaand aan branden
– Condities tijdens branden
– Korte termijn effecten
– Lange termijn effecten
Voorafgaand aan branden
Bodem
Vegetatiesamenstelling en structuur
Beheergeschiedenis
weerscondities
Vochtgehalte bodem
en strooisel
Temperatuur brand
hellingshoek
windsnelheid
verbranden van
humus/veen
Deel vegetatie dat
verbrandt
Vochtgehalte
vegetatie
Intensiteit van
de brand
Duur van
de brand
Headfire of backfire
Mogelijkheden voor sturing:
Temperatuur brand
Intensiteit van
de brand
Duur van
de brand
Hoe stuur je brand-intensiteit?
• Bovengronds: vegetatie moet droog zijn
– Controleer dit; niet droog niet branden.
– Branden in winter na droge periode van minimaal 1
week
• Effect op bodem: afhankelijk van brandintensiteit
• Duur  temperatuur  intensiteit
• Keuze uit backfire of headfire
• Backfire: tegen de wind in branden
• Headfire: met de wind mee branden
Headfire: met de wind mee
Wind
Vuurfront
Intensiteit
Backfire: tegen de wind in
Wind
Vuurfront
Intensiteit
Ongecontroleerde zomerbrand
Headfire of Backfire?
• Keuze voor headfire of backfire is
afhankelijk van het gestelde beheersdoel
• Enkel verjonging vegetatie: headfire
• Deels meebranden strooisel,
maximalisatie N-verliezen: backfire
Bodemchemie:
• Kennis beperkt zich hoofdzakelijk tot
Droge heide
• Bodemchemie:
– Gecontroleerde winterbrand verwijdert 100170 kg N/ha in droge heide
– Depositie kationen: tijdelijke verhoging pH
• Vegetatie
– C/N ratio in Calluna na branden lager
– C/N ratio in grassen soms hoger, soms lager
Jaarlijkse atmosferische input
N
Ca
Mg
Rook en Gas
N
Ca
Mg
Asdepositie
Bij depositie van 20 kg N/ha/jaar: brandcyclus van 5 jaar nodig!
Bodemcondities:
Ca, Mg concentratie
tijdelijk hoger
Uitspoeling
N
Ca
Mg
Vegetatie-regeneratie
• Snelheid regeneratie afhankelijk van traits:
– Generatief vs vegetatief
– Langlevende zaadbank vs dispersie van zaad
• Heideregeneratie:
– Jonger dan 15 jaar: vegetatief; Ouder: vanuit zaad
• Andere soorten:
– Vegetatief: Dophei, Stekelbrem, Tormentil,
overblijvende grassen
– Generatief: Jeneverbes, verscheidene eenjarige
kruiden; tijdelijke storingssoorten zoals Paardebloem,
etc.
Fauna-respons
Directe mortaliteit
Herkolonisatie
Numerieke respons
indirecte mortaliteit
Directe mortaliteit
Hoog
Laag
•
•
•
•
•
•
•
•
Laag mobiel stadium in vegetatie
Klimmende levenswijze in vegetatie
Bodemactieve levenswijze
Immobiel stadium in strooisel
Ei in strooisel
Immobiel in bodem
Ei in bodem
Vliegcapaciteit
Indirecte mortaliteit
Hoog
Mobiliteit Orientatie Voedsel
Temperatuurvoorkeur
Vochtvoorkeur
Activiteit
Laag
Mesofiel
Hygrofiel
Dag
Thermofiel
Xerofiel
Nacht
Fytofiel
Herbivoor
Detritivoor
Carnivoor
Laag
Hoog
Geofiel
Omnivoor
Herkolonisatie
Loopkevers
100%
χ2-test
obs: 208
exp: 154.62
p< 0.001
Na 1 jaar:
80%
Significant hoger aandeel van
soorten met goede dispersie
capaciteit in gebrand vlak
Maar nog steeds grootste
aandeel door lopende
soorten
herkolonisatie vanuit
naastgelegen bronpopulaties
60%
Vliegcapaciteit
Geen vliegcapaciteit
40%
20%
0%
Gebrand
Controle
Numerieke respons
• Bodem: temperatuur verhoogd; Ca en Mg
hoger; lichte verhoging pH
– Mineralisatiesnelheid hoger
• Vegetatieve regeneratie: Root/shoot ratio
sterk verhoogd
• Nutrienten concentratie in shoot daarom
hoger: “greenflush”
•  Numerieke respons van fauna
Numerieke respons: Loopkevers
Activiteit
600
Eurytoop
500
Moeras en oever
400
Ruderaal
300
Hellingbos en kalkgrasland
200
Open zandig
100
Stuifzand en akker
Heide
0
branden en branden en plaggen en plaggen en plaggen 6
begrazen 2 begrazen 5 begrazen 6 begrazen 9
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
plaggen 9
jaar
Veldkrekel
Veldkrekels
8
gemiddeld aantal ind
7
6
5
4
3
2
1
0
branden
Plaggen
Plaggen en
begrazen
Begrazing
schapen
Geen beheer
Numerieke respons
• Afbraakprocessen tijdelijk versneld
• Voedingswaarde vegetatie tijdelijk hoger
Detritivoren nemen toe in dichtheden
Herbivoren nemen toe in dichtheden
Predatore en omnivore evertebraten nemen toe
Vogels fourageren intensiever op brandvlakken
Voorbeelden bekend voor Veldleeuwerik, Wulp,
Tureluur, Watersnip, Kievit, Grauwe klauwier en
Grutto
N-depositie
• Vergrassing na branden veel voorkomend probleem:
– Grassen overleven ondergronds
– Na 5 jaar is N-gehalte in bodem op oude niveau
• Na branden: zet begrazing in
• Grazers prefereren brandvlakken  voedingswaarde
vaak hoger
• Graasdruk hoog; kiemingskansen doelsoorten hoger
• Zonder inzet van vervolg begrazing is de kans op
(her)vergrassing in Nederland nog steeds zeer groot!
N-depositie
1 dag
2 weken
1 jaar
Samengevat
• Branden onder huidige omstandigheden
nog niet geschikt als effectieve maatregel
tegen vermesting
• Bij verder terugdringen N-depositie wordt
dit wel geschikter; huidige situatie is al 3040% gunstiger tov 1980
Samengevat
• Extensief kleinschalig branden lijkt
vooralsnog een kansrijke maatregel, als
onderdeel van een breed maatregelpakket
• Positieve effecten zijn onder meer een
verhoging van dichtheid insecten en
insecten-etende vogelsoorten
• Grassen kunnen domineren na branden;
begrazing als vervolgmaatregel is
noodzakelijk
Vragen?