Achterbergh presentatie Disruptive innovatie

Download Report

Transcript Achterbergh presentatie Disruptive innovatie

‘Disruptive’ (verstorende) Innovatie
The Innovator’s Prescription (Christensen, 2009)
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Wat is verstorende innovatie?
Waarom is verstorende innovatie nodig?
Wat is nodig voor verstorende innovaties?
Toepassing op (algemeen) ziekenhuis
Toepassing op huisartsenpraktijk
Toepassing op zorg voor chronisch zieken
1. Wat is verstorende innovatie?
Technologische ontwikkeling:
• in de enge zin: gloeilamp, benzinemotor, microchip
• in de brede zin: manier van werken
die…
mogelijk maakt dat een bepaalde ‘klus’ die de klant (cliënt, burger)
gedaan wil hebben:
• gemakkelijker wordt
• toegankelijker (meer betaalbaar) wordt
en daarmee…
de gebruikelijke wijze van produceren ‘verstoort’ (van de kaart veegt)
1. Wat is verstorende innovatie?
‘Gewone’ innovatie
•
complexere producten / diensten
•
meer functies dan gebruikt worden
Producten / diensten zijn:
•
relatief duur: verminderde de toegankelijkheid
•
doen niet noodzakelijk de ‘klus’ van de klant: verminderd gemak
‘Disruptive’ innovatie
•
vereenvoudiging van producten / diensten
•
functies toegesneden op de ‘klus’ van de klant
Producten / diensten zijn:
•
relatief goedkoop: verbeterde de toegankelijkheid
•
doen de ‘klus’ van de klant : vergroot gemak
1. Wat is verstorende innovatie?
Gewone
innovatie
Verstorende
innovatie
Prestatie
Prestatieverbetering
die klanten kunnen
gebruiken
Prestatie
Prestatie
Tijd
Tijd
Tijd
Aantal niet-consumenten
Focus op:
•Functie: ‘klus’
•Eenvoud: gemak
•Betaalbaarheid: toegang
2. Waarom is verstorende innovatie nodig?
Maatschappelijke waarde
Toegankelijke, kwalitatief goede, betaalbare zorg
Toename van de vraag

Vergrijzing

Differentiatie van het aanbod
Aanbod staat onder druk

Productiviteit

Vergrijzing / ontgroening

Professionals
Maatschappelijke uitdaging
‘Disbalans’

Toegankelijkheid

Kwaliteit

Betaalbaarheid
staan onder druk
2. Waarom is verstorende innovatie nodig?
Nodig
Slim omgaan met de vraag: ‘dempen’

Ondersteuning zelfredzaamheid

Disruptieve innovatie (Christensen)

Proactieve instrumenten
Slim omgaan met organisatie van het
aanbod: ‘versterken’

Productiviteit in brede zin: kwaliteit, effectiviteit, efficientie

Kwaliteit van de arbeid: stresskansen, leermogelijkheden, betrokkenheid
2. Waarom is verstorende innovatie nodig?
Dempen en Versterken: maatschappelijk probleem
Bijdrage bedrijfskunde: eenvoudig model
Strategische regelen
Infrastructuur
Inrichtingsregelen
Organisatiestructuur
HR + systemen
Technologie
Operationeel regelen
Primaire processen
Diagnose, Behandelplan, Behandeling, Evaluatie
2. Waarom is verstorende innovatie nodig?
Disbalans vraag aanbod
Vraag: dempen
Aanbod: versterken
Productiviteit
I
n
f
r
a
s
t
r
u
c
t
u
u
r
Organisatiestructuur
HR +
HR syste-men
Technologie
Kwaliteit Arbeid
3. Wat is nodig voor verstorende innovatie?
Infrastructureel
A. Technologische ‘enabler’ (TE)
B. Bedrijfsmodellen (BM)
C. Koppeling technologische ‘enabler’ - bedrijfsmodellen
Institutioneel
D. Coherente waardenetwerken (WN)
E. Ondersteunende regulering en standaarden (R&S)
TE
R&S
BM
WN
3. Wat is nodig? (A) technologische ‘enabler’
Interventiecyclus: Diagnose, Ontwerp (behandelplan),
Interventie (behandeling), Evaluatie
Symptomen en oorzaken (onderliggende aandoeningen)
•
relatief klein aantal symptomen
•
groot aantal onderliggende oorzaken
A1
S1
A2
S2
A3
A4
Stel je hebt alleen zicht op
symptomen wat betekent dit voor
de diagnose en behandeling van
patiënten?
3. Wat is nodig? (A) technologische ‘enabler’
Drie basale technieken: intuïtief, empirisch, precisie
Techniek 1: Intuïtieve geneeskunde
•
weinig inzicht in onderliggende oorzaken
•
symptoomgebaseerde diagnose en behandeling
Interventieproces
•
‘trial and error’: iteratieve actieselectie op basis van
feedback op
actie (diagnose, behandelplan en behandeling zijn
moeilijk te
onderscheiden)
•
tussen professional en cliënt
3. Wat is nodig? (A) technologische ‘enabler’
Drie basale technieken
Techniek 2: Empirische geneeskunde
•
weinig inzicht in onderliggende oorzaken
•
symptoomgebaseerde diagnose en behandeling
•
betrouwbare statistische kennis over patronen van
symptomen,
aandoeningen en succesvolle behandelingen
Interventieproces
•
als de aandoening is vastgesteld: tot op zekere hoogte
routine
3. Wat is nodig? (A) technologische ‘enabler’
Drie basale technieken
Techniek 3: Precisiegeneeskunde
•
inzicht in onderliggende oorzaken
•
oorzaakgebaseerde diagnose en behandeling
Interventieproces
•
routine na diagnose
precisie
appendicitis
nierstenen
botbreuken
empirisch
Type 1
diabetes
HER2/Neu+
borstkanker
prostaatkanker
osteoporose
Technologische ‘enabler’ ontwikkeling
• van intuïtief naar precies
• van dodelijk naar chronisch
• van chronisch naar acuut
obesitas
intuïtief
Mate van doelmatigheid van behandelen
3. Wat is nodig? (A) technologische ‘enabler’
Alzheimer
schizofrenie
migraine
depressie
intuïtief
Chronische
rugpijn
H5N1 influenza
empirisch
Resistente TB
precisie
Mate van begrip van het onderliggende causale mechanisme
3. Wat is nodig? (B) bedrijfsmodellen
Wat is een bedrijfsmodel? Vier componenten:
1.
2.
3.
4.
Waardepropositie
Type proces
Hulpbronnen
Winstmodel
3. Wat is nodig? (B) bedrijfsmodellen
Bedrijfsmodellen: waardepropositie, processen, bronnen, winstmodel
Component 1: Waardepropositie
• gebruikelijk: indeling naar product / dienstcategorieën of naar
klantcategorieën
• Christensen: centraal staat de ‘klus’ die de klant gedaan wil
hebben (‘the job the client wants to have done’)
Vraagt om inzicht in de leefwereld van de klant en de problemen
waarmee de klant in die leefwereld te maken heeft
3. Wat is nodig? (B) bedrijfsmodellen
Bedrijfsmodellen: waardepropositie, processen, bronnen, winstmodel
Component 2: Processen: drie basale typen
Thompson
Stabell &
Fjeldstad
Karakteristiek
Long linked
Value adding
processes
Invoer wordt op
gestandaardiseerde wijze
omgezet in uitvoer
Intensive
Solution shop
‘Lastige’ problemen worden
verholpen
Mediating
Facilitated
networks
Klanten worden met elkaar
verbonden
3. Wat is nodig? (B) bedrijfsmodellen
Bedrijfsmodellen: waardepropositie, processen, bronnen, winstmodel
Component 3: hulpbronnen
• mensen (professionals en niet-professionals)
• middelen (ICT, gebouwen)
Component 4: winstformule
• vergoeding per dienst
• vaste prijs
• Lidmaatschapsbijdrage / contributie
Technologische ‘enabler’ en componenten vertonen een
systematische samenhang
•
koppeling techniek - bedrijfsmodel
3. Wat is nodig? (C) koppeling techniek - bedrijfsmodellen
Precisie
geneeskunde
Intuïtieve
geneeskunde
Precisie – intuïtieve
geneeskunde
Beter worden
Beter worden
‘Standaard’ probleem
wordt verholpen
‘Lastig’ probleem
wordt verholpen
(Zo) gezond (mogelijk)
blijven
Chronische cliënten worden
met elkaar en met experts
verbonden
Proces
Long linked (T)
Value adding process (SF)
Intensive (T)
Solution shop (SF)
Mediating (T)
Facilitated network (SF)
Hulpbronnen
Focus op technische
hulpmiddelen en
verpleging
Focus op
specialisten
Focus op technische
hulpmiddelen specialisten /
verpleging)
Winstformule
Vaste prijs
Standaardisatie
‘Economies of scale’
Vergoeding / dienst
Reputatie
Salarissen
Lidmaatschap / contributie
Schaal
Capaciteitsbenutting
Techniek
Job
3. Wat is nodig? (C) slimme koppeling techniek - bedrijfsmodellen
Christensens: probleem
•
De verschillende procestypen komen vaak gemengd voor in
de
structuur van zorginstellingen: dit leidt tot problemen
Christensens: voorstel
•
Ontvlecht de verschillende procestypen in meer ‘zuivere’
structuren: functionele deconcentratie
Leidt tot verstorende innovatie van:
•
Algemeen ziekenhuis
•
Artsenpraktijk
•
Omgaan met chronische ziekten
4. Verstorende innovatie: het algemeen ziekenhuis
Algemeen ziekenhuis: traditionele karakteristieken
• multifunctioneel (‘doing everything for everyone’)
• meerdere technieken (PM, IM, CI) en procestypen (VAP, SS, FN)
• structuur: meerdere technieken/procestypen worden door dezelfde
capaciteit uitgevoerd
Consequenties: structuur algemeen
• veel gecompliceerde procespaden: fouten, wachttijden, lange doorlooptijden
• complexe planning: fouten, wachttijden, lange doorlooptijden
• voor iedere aandoening / orgaan is tenminste één specialist nodig: mogelijke
onderbezetting
• voor ieder diagnose/behandeltype is instrumentarium nodig: mogelijke
onderbezetting
• één accountingsysteem voor verschillende typen processen (SS: vergoeding;
VAP: vaste prijs; FN: lidmaatschap): gebrekkig inzicht in kosten
4. Verstorende innovatie: het algemeen ziekenhuis
Consequenties structuur: bijzonder
Intuïtieve geneeskunde (SS): gebrek aan integratie tussen specialisten
• gebrek aan overzicht
• kans op complicaties
Precisie geneeskunde (VAP): mogelijke voordelen worden niet benut
• inefficiëntie in het proces (gebrekkige standaardisatie en ‘economies of scale’)
• kwaliteitsverlies
• specialist i.p.v. verplegend personeel wordt ingezet
• kwaliteit van verplegend personeel wordt niet gebruikt
Voordeel: het algemeen ziekenhuis kan alles
Nadeel: het algemeen ziekenhuis is duur en ongemakkelijk voor klanten en
leidt tot: kwaliteitsverlies, ondoelmatigheid en weinig transparantie
4. Verstorende innovatie: het algemeen ziekenhuis
Verbijzonderde VAP
(bijv. staarkliniek)
Hevelen activiteiten over naar…
Klassieke algemene
ziekenhuizen blijven bestaan,
maar sommige…
Transformeren in…
Verbijzonderde
solution shop (bijv.
ziekenhuis voor complexe ademhalingsstoornissen)
Verbijzonderd
facilitated network
(bijv. obesitas)
• Ziekenhuizen met ‘paden’ n.a.l.v. VAP’s
maar met behoudt de oude structuur
• Ziekenhuizen met ziekenhuizen ‘binnen’
het ziekenhuis:
• Solution shops
• Vap’s
• Facilitated network
Ieder met eigen hulpbronnen en
winstmodel
5. Verstorende innovatie: de klassieke huisartsenpraktijk
Huisartsenpraktijk: traditionele karakteristieken
• Diagnose en behandeling in het domein van de precisiegeneeskunde
• ‘Monitoren’ en bijstaan van chronisch zieke cliënten
• Gezondheidsonderzoek (preventief / curatief) mogelijk resulterend in…
• eerste identificatie van aandoeningen in het domein van de intuïtieve
geneeskunde
• Poortwachter
•
bijhouden van de gezondheid / ziektegeschiedenis van cliënten
•
doorverwijzen naar specialist
Consequenties van deze karakteristieken
• Huisarts: hoge werkdruk: huisbezoek, consult, administratie: stress
• Cliënt: ongemak: bereikbaarheid, wachttijden, betrouwbaarheid van de diensten
5. Verstorende innovatie: de klassieke huisartsenpraktijk
Value added clinics
(bijv. ‘minute
clinics’)
Gaat toenemend naar…
Klassieke huisartsenpraktijk
Gaat toenemend naar…
Precisie diagnose en
behandeling
Zorg voor chronische
patiënten
Facilitated
networks
Solution shops
Elektronisch
patiëntendossier
Verstoor…!!
Gezondheidsonderzoek en
eerste
identificatie van intuïtieve
aandoeningen + verwijzing
Verandert in…
Bijhouden
ziektegeschiedenis
Geïntegreerde
huisartsenpost
(meerdere huisartsen):
Gaat toenemend
naar…
•
•
•
Verminderen van werkdruk en stress
Vergroten van gemak en kwaliteit
Bereiken van schaalvoordelen
D.i. overgangsfase volgens Christensen
6. Verstorende innovatie: ondersteunende netwerken
Chronische ziekten (bijv.
Diabetes, Parkinson, asthma,
schizofrenie)
• relatief ‘nieuw’
• relatief verspreid
• relatief kostbaar
Dynamiek chronische ziekten:
•
ouderen (co-morbiditeit)
•
ontwikkeling
precisiegeneeskunde
(acuut fataal; chronisch;
acuut behandelbaar)
Lastig om goede
bedrijfsmodellen te vinden
voor de Nederlandse situatie
• vergoedingen
• rol werkgevers
• geïntegreerde aanbieders
Bestaande bedrijfsmodellen:
• huisarts
• ziekenhuis
zijn problematisch
6. Verstorende innovatie: ondersteunende netwerken
Soorten chronische aandoeningen:
•
empirische / precisie geneeskunde:
regelgebaseerde
behandeling (bijv. HIV, type II
diabetes, chronische
hepatitis)
•
intuïtieve geneeskunde: trial and error;
differentiaal (bijv.
obesitas, Alzheimer,
chronische vermoeidheid)
Wat maakt chronische ziekten speciaal?
•
primaire preventie: niet ziek worden
•
secundaire preventie: niet ziek blijven
•
tertiaire preventie: reduceren van / omgaan met de
gevolgen,
voorkomen van ‘verminderd’ leven
6. Verstorende innovatie: ondersteunende netwerken
Nodig:
1.
2.
3.
Diagnose en behandeling (secundair)
Ondersteuning bij voorkomen (primair)
Ondersteuning bij leren leven met en zelf managen van de
aandoening teneinde een zo normaal mogelijk te leven (tertiair)
2 + 3: actieve participatie van de cliënt (zelf leren en toepassen
o.b.v. feedback) is wezenlijk
6. Verstorende innovatie: ondersteunende netwerken
Diagnose en behandeling (secundair)
1.
2.
Precieze aandoeningen: huisarts / verpleger (verstoring
door retailklinieken)
Intuïtieve aandoeningen: team-based solution shop:
gespecialiseerde klinieken waarin verschillende
specialismen samen geval-per-geval behandelen
6. Verstorende innovatie: ondersteunende netwerken
Ondersteuning bij het leren leven met de aandoening
(tertiair): actieve participatie van de cliënt
Benodigde motivatie
Technologie afhankelijk
Gedragsafhankelijk
Motivatie
Consequenties
van ongewenst
gedrag voor
complicaties
zijn:
Direct en
sterk
Vereiste gedragsverandering is:
minimaal
uitgebreid
Kwadrant 1
b.v. bijziendheid
Kwadrant 2
b.v. chronische rugpijn
Uitgesteld Kwadrant 3
en zwak
b.v. osteoporose
Kwadrant 4
b.v. obesitas, verslaving
6. Verstorende innovatie: ondersteunende netwerken
Bedrijfsmodellen voor ondersteuning
Kwadrant 1: direct en sterk / beperkte gedragsverandering
• geen probleem: cliënten houden zich aan het voorgeschreven
regime:huisarts + follow-up (fee-for-service)
Kwadrant 2: direct en sterk / uitgebreide gedragsverandering
• Gefaciliteerd netwerk van cliënten (lidmaatschapsbijdrage)
Kwadrant 3 en 4: uitgesteld en zwak / uitgebreide gedragsverandering
• ziektemanagement netwerk: professionals ondersteunen cliënten bij het
managen van hun ziekte (vaste jaarlijkse bijdrage)