INLEIDING POWERPOINT 20e eeuw
Download
Report
Transcript INLEIDING POWERPOINT 20e eeuw
Alleen kennisaspecten
Het impressionisme als kunstrichting.
Het toepassen van pentatonische elementen,
heletoonstoonladder en kerktoonsoorten.
Polyritmiek en polymetriek.
Het akkoord als kleurmiddel.
Voorkeuren voor vrije vormen.
Structuurbepaling vanuit bijzondere titels die een
bepaalde sfeer oproepen.
Uiterst gedifferentieerd gebruik van klankkleur.
Debussy: La cathedrale engloutie
Kennisaspecten gekoppeld aan luistervaardigheid
Melodisch
Het doorbreken van periodische zinsbouw.
Ritmisch
Vrijer gebruik van het metrum.
Klankkleur
Verglijdende instrumentatie.
Technieken en speelmanieren:
sonore zachte klanken;
gestopt koper;
arpeggio's;
gebruik van glissando's.
Debussy: claire de lune v.a. 4:30
Kennisaspecten gekoppeld aan luistervaardigheid
Het terugkomen van vroegere - structuren,
bijvoorbeeld oude dansvormen, cantusfirmuszettingen.
Alleen kennisaspecten
Aandacht voor pre-klassieke musiceerpraktijken, het
moderne in de aankleding van de oude structuren.
Gebruik van bij voorkeur niet- romantische
instrumentale combinaties.
Strawinsky: Pulcinella
vergelijk: Pergolesi la serva padrona
Kennisaspecten gekoppeld aan luistervaardigheid
Melodisch
Atonaliteit, Sprechgesang.
Ritmisch
Maatwisseling. Harmonisch
Veelvuldig voorkomen van dissonanten.
Webern: 5 stukken voor orkest (ultra-kort) vrije atonaliteit
Webern: twee liederen strenge atonaliteit: dodecafonie – bezetting
Berg: uitleg sprechgesang in opera Wozzeck v.a. 4:00 of Schönberg Pierrot Lunaire
Structuur
Ostinate figuren.
Klankkleur
Nieuwe instrumentaties:
het naar voren halen van slagwerk en blazers;
het onconventioneel gebruik van instrumenten.
Strawinsky: sacre du printemps – ritmische emancipatie
Strawinsky: l'histoire du soldat – bezetting, ritme en metrum
Bartok: concert voor strijkers, pauken en celesta vanaf 12:38
Alleen kennisaspecten
Het expressionisme als kunstrichting.
Weense school.
Bitonaliteit, polytonaliteit.
Ontstaan van de dodecafonie.
Typische motoriek vanwege onregelmatige
maatsoorten en syncopen.
Voorkeur voor polyfonie.
Voorkeur voor heldere structuren,
Technieken als kreeft, omkering, spiegel in verband
met compositietechnieken van de Weense school.
Uitbreiden van dodecafonie tot seriële technieken.
Het herkennen van elektronische muziek als
zodanig.
musique concrète: bestaand geluid manipuleren
pure electronische muziek
mengvormen
Stockhausen: cosmic pulses voor electronica; contacte voor piano, slagwerk en
electronica
Kennisaspecten gekoppeld aan luistervaardigheid
Het herkennen van clusters.
Het herkennen van onconventioneel gebruik van
muziekinstrumenten.
Het herkennen van minimal music.
Alleen kennisaspecten
Begrip klanklaag, dichtheid.
Verdwijnen van tonaliteit.
Begrip seriële muziek.
Grafische partituur.
Het principe van de geleidelijke verandering als basis
van een compositie.
Penderecki: threni –(voor de overlevenden van Hiroshima) clusters
Reich: music for 6 marimba's – minimal music
Ives: the unanswered question: v.a 1:00 – polymetriek, bitonaliteit
Berio: sequenza XIV voor cello / sequenza III voor stem – nieuw instrumentgebruik
Xenakis: Dmaathen voor hobo en percussie
In Accord: mix door Kronos kwartet – citaten en avant garde
John Cage: sonata for prepared piano - instrumentgebruik
Hindemith-Shlemmer: Triadisch ballet – Bauhaus, kubistisch dansexperiment
Extreem: John Cage 4:33 (1952) everything is music - late dada, performance